Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening 2016-2020Gemeente Boxmeer

Geldend van 23-03-2016 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening 2016-2020Gemeente Boxmeer

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Boxmeer is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: de hulpverlening aangeboden door het College aan inwoners van de gemeente met (potentiële) financiële problemen;

  • d.

    aanvrager: persoon die zich tot het College heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • e.

    schuldregeling: de bemiddelingsfase tussen aanvrager en schuldeisers om een akkoord over de aflossing van de schulden tegen finale kwijting tot stand te brengen;

    • -

      minnelijk: zonder tussenkomst van de rechtbank (Wgs);

    • -

      wettelijk: rechtbank bepaalt toetreding (Wsnp);

  • f.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • g.

    Wsnp: Wet sanering natuurlijke personen;

  • f.

    recidive: een nieuwe aanmelding van eenzelfde aanvrager;

  • i.

    recidivist: aanvrager die zich wederom aanmeldt voor schuldhulpverlening;

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Boxmeer van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het College wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het College verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het College schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan het beleidskader zoals is vastgesteld in het “Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2016-2020 Gemeente Boxmeer” en deze beleidsregels. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het College, kan schuldhulpverlening worden geweigerd.

  • 2. De vorm waarin het College schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      aard c.q. omvang van de schulden;

    • b.

      psycho-sociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van aanvrager, waaronder motivatie;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 3. Het aanbod schuldhulpverlening omvat een of meer producten integrale schuldhulpverlening, gebaseerd op de Gedragscode van de NVVK 2015, uitgaande van maatwerk.

Artikel 4. Inlichtingen en medewerkingsplicht

  • 1. Aanvrager doet aan het College op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening. Dit geldt zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2. Aanvrager is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

  • 3. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten om een aanvraag schuldhulpverlening buiten behandeling te stellen of af te wijzen, danwel een lopend schuldhulpverleningstraject te beëindigen indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in lid 1 en 2.

  • 4. Alvorens, ingevolge lid 3 te besluiten tot afwijzing dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

  • 1. Onverminderd wat bepaald is in artikel 3 lid 2 Wgs, kan het College besluiten tot weigering van de schuldhulpverlening indien:

    a. er sprake is van een schuld ontstaan door fraude waarvan de ontstaansdatum minder dan 5 jaar in het verleden ligt;

    b. er sprake is van een schuld voorkomend uit criminaliteit (bijvoorbeeld een te betalen schadevergoeding aan een slachtoffer waardoor een schuldregeling niet mogelijk is).

  • 2. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het College besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

    a. aanvrager niet voldoet aan het genoemde in artikel 2, danwel één van de factoren genoemd in artikel 3 lid 2 onder a tot en met d;

    b. aanvrager is komen te overlijden;

    c. het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    d. aanvrager in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    e. de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager niet (langer) passend is;

    f. de schuldhulpverlening door het College niet langer noodzakelijk wordt geacht;

    g. de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    h. op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het College, een andere beslissing zou zijn genomen;

    i. belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt en/of agressief gedrag vertoont.

Artikel 6. Recidive

  • Als er sprake is van recidive kan een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd worden, met uitzondering van informatie en advies en/of een doorverwijzing, indien:

  • 1. Minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend:

    • a.

      door aanvrager een traject schuldregeling succesvol is doorlopen en de nieuw ontstane schuldsituatie aan de klant te wijten is;

    • b.

      een schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk of wettelijk) door toedoen van de aanvrager;

    • c.

      ingevolge artikel 5 van deze beleidsregels is geweigerd of beëindigd wegens schending van verplichtingen zoals omschreven in artikel 4;

    • d.

      ingevolge artikel 5 van deze beleidsregels is geweigerd en er geen sprake is van een gewijzigde omstandigheid.

  • 2. Minder dan 3 jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend door aanvrager een traject schuldregeling is beëindigd omdat aanvrager zich zeer ernstig heeft misdragen tegenover het College of diens gemandateerden, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van schuldhulpverlening.

Artikel 7. Hardheidsclausule

  • 1. Het College kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het College.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald als de regeling 'Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening 2016-2020 Gemeente Boxmeer'.

    Toelichting

    Algemeen

    De gemeenteraad heeft het “Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2016-2020 vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de uitgangspunten van de gemeente Boxmeer neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Deze beleidsregels zijn een nadere concretisering hiervan. De burger weet hierdoor wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan hij of zij zich dient te houden.

    De gemeente legt ook in de beleidsregels vast welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Het is van belang om te benadrukken dat de beëindiging en afwijzing van de aanvraag de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, in concreto de schuldregeling betreft. Afhankelijk van de situatie blijft de inzet van Informatie & Adviesgesprekken en doorverwijzing naar ketenpartners mogelijk.

    De gemeentelijke schuldhulpverlening valt per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Met het opstellen van beleidsregels worden toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat gegoten.

    Het beschikken op aanvragen schuldhulpverlening op basis van het beleidsplan en de beleidsregels integrale schuldhulpverlening is door het College gemandateerd aan de externe organisatie waaraan de uitvoering van schuldhulpverlening is uitbesteed.

    Artikel 1. Begripsbepalingen

    In dit artikel worden begrippen gedefinieerd die nadere toelichting behoeven en grotendeels gebaseerd zijn op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

    Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

    Conform de visie zoals neergelegd in het beleidsplan staat schuldhulpverlening inbeginsel open voor alle inwoners van de gemeente Boxmeer van 18 jaar en ouder. Met inwoners worden enkel ‘natuurlijke personen’ bedoeld.

    Het College is zich ervan bewust dat inwoners na een al dan niet succesvol doorlopen traject schuldhulpverlening wederom in financiële nood kunnen verkeren.

    Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

    Lid 1 geeft aan dat het College schuldhulpverlening verleent indien het Collegeschuldhulpverlening noodzakelijk acht. Hiermee wordt enerzijds recht gedaan aan het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de burger.

    De burger wordt in eerste instantie in staat geacht om (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken (al dan niet met hulp van familie, vrienden of kennissen). Indien dit succesvol is, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.

    Anderzijds wordt middels lid 1 en lid 2 recht gedaan aan het uitgangspunt dat schuldhulpverlening gericht (als maatwerk) ingezet dient te worden.

    Lid 2 bevat de kern van integrale schuldhulpverlening: een gerichte toepassing van schuldhulpverlening. Hierbij is de inzet van producten afhankelijk van de situatie. Het aanbod van schuldhulpverlening is altijd een kwestie van maatwerk.

    Een zelfstandige ondernemer die zich tot de gemeente richt voor schuldhulpverlening zal in eerste instantie worden doorverwezen naar de Bbz.

    Artikel 4. Inlichtingen en medewerking

    Dit artikel stelt de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager voorop. De aanvrager dient zelf tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en/of medewerking te verlenen (lid 2). Dit geldt gedurende het gehele proces van schuldhulpverlening, dus vanaf het moment van aanvraag tot en met eventuele nazorg na beëindiging. Nazorg wordt in dit verband ook gezien als een onderdeel van het schuldhulpverleningstraject.

    Wanneer een aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in lid 1 en 2, kan het College besluiten om de aanvraag buiten behandeling te stellen op grond van art. 4:5 Awb, schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen, wordt de aanvrager conform lid 4 een hersteltermijn geboden. Met deze hersteltermijn wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de informatie te verstrekken. De termijn en het aantal hersteltermijnen waarbinnen de aanvrager de medewerking moet verlenen of informatie moet verstrekken dient redelijk en billijk te zijn, gezien hetgeen wordt gevraagd.

    Artikel 5. Weigeren en beëindigen

    Het betreft hier een zogeheten “kan”-bepaling, waarmee het College bevoegd is om te weigeren of te beëindigen, maar niet verplicht is. Deze discretionaire ruimte geeft het College de mogelijkheid om af te zien van beëindiging of weigering wanneer elke vorm van verwijtbaar gedrag ontbreekt. Van verwijtbaar gedrag is sprake wanneer opzettelijk en tegen gemaakte afspraken in handelingen worden ondernomen of nagelaten die een succesvolle afronding van een traject in de weg staan. Een weigering of beëindiging wordt altijd individueel bekeken en gemotiveerd.

    Fraude en criminaliteit

    Schulden die zijn ontstaan door fraude zoals bedoeld in lid 2 sub a, danwel schulden die voortkomen uit criminaliteit (bijvoorbeeld strafvorderingen, -boetes, schadevergoedingen aan slachtoffers, etc.) zoals bedoeld in lid 2 sub b, zijn een ernstige belemmering om te komen tot een succesvolle schuldregeling. Het College zal op grond hiervan beslissen of een weigering van een aanbod schuldhulpverlening aan de orde is. met uitzondering van de producten informatie en advies en/of doorverwijzing.

    Beëindigingsgronden

    In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 4 onaangetast.

    Schuldhulpverlening kan beëindigd worden omdat een klant niet meer tot de doelgroep behoord. Denk hierbij aan verhuizing buiten de gemeente, overlijden etc.

    Bij een aanvrager die bij overlijden een partner achterlaat wordt gekeken of de schuldregeling, al dan niet met de afwikkeling van de erfenis voor de nog levende partner kan worden voortgezet.

    Artikel 6. Recidive

    Ten aanzien van de bevoegdheid om een aanbod schuldhulpverlening te weigeren, in relatie tot eerdere trajecten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat centraal, waardoor de mogelijkheid om een hernieuwde aanvraag in te dienen wordt beperkt.

    De termijn van uitsluiting is gekoppeld aan de ernst van gedragingen. Is er sprake van een beëindigde schuldregeling, al dan niet succesvol, dan geldt er een termijn van 1 jaar. Als iemand is uitgesloten van deelname omdat men niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 5, dan geldt er eveneens een termijn van 1 jaar.

    Indien de omstandigheid waardoor de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden niet is gewijzigd binnen een jaar, verlengt het College de termijn van uitsluiting.

    Wanneer iemand zich zeer ernstig misdraagt jegens het College of ambtelijk personeel dan wel degene die is belast met het uitvoeren van de schuldhulpverlening binnen de gemeente, dan geldt een termijn van 3 jaar. Hierbij valt o.a. te denken aan verbaal geweld, agressie, bedreiging, etc.

    Artikel 7. Hardheidsclausule

    Dit artikel geeft ruimte aan het College om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

    Artikel 8. Inwerkingtreding

    De beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.