Regeling vervallen per 01-01-2024

Nota evenementen gemeente Boxmeer 2018

Geldend van 28-12-2017 t/m 31-12-2023

Intitulé

Nota evenementen gemeente Boxmeer 2018

Inhoudsopgave

  • 1.

    Inleiding 2

  • 2.

    Wet- en regelgeving 4

  • 3.

    De organisatie 10

  • 4.

    Evenementenkalender 12

  • 5.

    Melding of vergunning evenement 13

Meldingsplichtige evenementen (0-evenementen) 13

Vergunningsplichtige evenementen 13

Procesaanvraag 14

Aanwijzing categorie 14

6.Beoordeling vergunningaanvraag 15

Eerste risicoscan 15

Multidisciplinaire risicoanalyse 15

Aspecten risicoanalyse: publiek, ruimte, activiteiten 15

Behandeling en toekenning A-evenementen 17

Behandeling en toekenning B- en C-evenementen 17

Besluit, bezwaar en beroep 17

Evaluatie 17

7.De vergunning met voorschriften 18

Evenemententerrein 18

Start- en eindtijden evenement 18

Openbare orde en veiligheid 18

Gezondheid en hygiëne 20

Bereikbaarheid 20

Vuurwerk 21

Geluid 22

Communicatie en reclame 25

Afval en schoonmaken evenemententerrein 25

Duurzaamheid 25

Aansprakelijkheid 26

  • 8.

    Gemeentelijke ondersteuning 27

  • 9.

    Toezicht en handhaving 30

Uitgangspunten toezicht en handhaving 30

Overtredingen en sancties 32

Klachten en evaluaties 32

  • 10.

    Evaluatie 33

  • 11.

    Besluitvorming en overgang 33

  • 1.

    Inleiding

De evenementen die worden georganiseerd in gemeente Boxmeer zijn een aanwinst voor de gemeente. Evenementen vervullen, naast de vanzelfsprekende ‘vermaakfunctie’, verschillende functies voor de gemeente Boxmeer:

Toeristisch-recreatieve functie: Een evenement biedt het publiek de mogelijkheid om de vrije tijd aangenaam door te brengen. Die recreatieve functie heeft het evenement voor alle bezoekers, zowel voor de eigen inwoners als voor mensen van buiten. In het verlengde van het laatste ligt de toeristische functie: het vermogen om bezoekers van buiten aan te trekken.

Sociaal-culturele functie: Voor de bewoners kan een evenement de leefbaarheid onderstrepen. De ontmoetingsmogelijkheid en de gezamenlijke ervaring dragen bij aan het gemeenschapsgevoel van het individu en aan zijn betrokkenheid bij de gemeente.

Economische functie: De economische betekenis van evenementen is aanzienlijk. Bezoekers maken namelijk tevens gebruik van andere faciliteiten binnen de gemeente zoals winkels en horeca.

Promotionele functie: Evenementen kunnen van betekenis zijn voor de promotie van de gemeente en dragen bij aan het imago van de gemeente.

Kortom, evenementen en festiviteiten zijn belangrijk voor Boxmeer. De andere kant van de medaille is dat een evenement een verstoring van het woon- en leefklimaat met zich mee kan brengen zoals geluidsoverlast, vervuiling, parkeeroverlast. Daarnaast kan het ook veiligheidsrisico’s met zich mee brengen. Over het algemeen verlopen evenementen ordelijk en veilig, maar dat het soms ernstig mis kan gaan, blijkt uit het monstertruckongeval in Haaksbergen (2014), het ongeval met een hoogwerker tijdens een oldtimer-show in Oosterwolde (2015), Dancefestival Veronica Sunset Grooves (strandrellen Hoek van Holland) en Koninginnedag 2009 te Apeldoorn (Koninginnedagdrama). Voorbeelden uit een verder verleden zijn onder meer de Flora in Bovenkarspel (legionella), de Jamboree in Noord-Brabant (uitbraak norovirus), Dance Valley (zware regenval) en de Nijmeegse Vierdaagse (hittegolf). Niet zelden wordt door onderzoekers een relatie verondersteld tussen de ongewenste gebeurtenis, het naleven van wet- en regelgeving en het vermogen tot samenwerken tussen betrokken actoren en organisaties. Veilige evenementen zijn in ieders belang. Bezoekers willen ongestoord kunnen vieren, genieten en beleven. Omwonenden en ondernemers willen geen overlast en onveiligheid. De organisator van het evenement heeft het (commerciële) belang om een goede prestatie neer te zetten. De gemeente, de politie, de brandweer en medische diensten hebben belang bij veilige evenementen vanuit hun kerntaak op het gebied van veiligheid en gezondheid.

Naast veilige evenementen streeft de gemeente Boxmeer ook naar meer duurzamere evenementen. Dit streven past binnen de duurzaamheidsambitie die de gemeente Boxmeer heeft vastgelegd in haar duurzaamheidsplan 2016-2020. In 2045 wil de gemeente Boxmeer energieneutraal zijn.

Aanleiding

In 2008 is de notitie ‘Beleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008’ vastgesteld. Besloten is om deze notitie te herzien en om processen ten aanzien van evenementen kritisch te bekijken, naar aanleiding van:

  • -

    veranderde wet- en regelgeving;

  • -

    de evaluatie van het evenementenbeleid;

  • -

    de conclusies en aanbevelingen uit het rapport door de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar het Monstertruckongeval in Haaksbergen;

  • -

    de conclusies en aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie en uit het derde onderzoek naar publieksevenementen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Doel

Bij evenementen zijn vele partijen betrokken, waaronder de organisator, de gemeente en ketenpartners, zoals politieregio Oost-Brabant, district Maas en Leijgraaf, Veiligheidsregio Brabant-Noord (brandweer en GHOR), betrokken. De organisator werkt intensief samen met de gemeente en de ketenpartners om te komen tot een optimale planvorming van het evenement. De vergunning kan worden verleend door de burgemeester na advisering van diverse afdelingen van de gemeente en de ketenpartners. Ook bij de uitvoering van het evenement blijven de gemeente en ketenpartners nauw betrokken en houden zij toezicht op de vergunningsvoorschriften en adviseren de burgemeester hierover.

In deze nota is de informatie over evenementen gestroomlijnd. Alle relevante wet- en regelgeving, beleid, visies, procedures, voorschriften en afspraken staan hierin gebundeld en zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd. Ook andere veiligheidsafspraken rond evenementen zijn in deze nota ondergebracht. Op hoofdlijnen is de werkwijze per evenement gelijk; de precieze uitvoering vergt niettemin maatwerk. De organisator is verantwoordelijk voor een goed verloop van het evenement en krijgt de ruimte voor het treffen van benodigde maatregelen. Deze nota zorgt voor eenduidigheid voor zowel de medewerkers van de gemeente Boxmeer, de betrokken advies- en uitvoeringsdiensten, evenementenorganisatoren en de burgers van gemeente Boxmeer.

2. Wet- en regelgeving

De gemeente heeft van oudsher een kerntaak op het gebied van veiligheidszorg, handhaving van de openbare orde, gezondheidszorg, brandweer en rampenbestrijding. Tegen deze achtergrond heeft de gemeente ook een taak bij evenementen. De

onderstaande wetgeving staat hierbij centraal.

Gemeentewet

De burgemeester is op basis van de Gemeentewet belast met handhaving van de openbare orde en heeft de noodbevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid. Hij is belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden en kan hiertoe met het oog op veiligheid en gezondheid de nodige bevelen geven. Hiernaast heeft hij het bevel over de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Op basis van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit bepaalt de burgemeester of sprake is van buitengewone omstandigheden en of hij het nodig acht om een noodbevoegdheid uit te oefenen.

Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) stelt regels omtrent het omgaan met aanvragen, bezwaren en het hierover beslissen door bestuursorganen. Hierin zijn onder meer regels opgenomen over bekendmaking en de mogelijkheden tot bezwaar tegen een besluit. De Awb regelt verder de wijze waarop toezicht op de naleving van besluiten plaatsvindt en de wijze waarop herstelsancties worden opgelegd.

Wet Veiligheidsregio’s

De gemeenteraad heeft op basis van de Wet Veiligheidsregio’s de plicht tot het

vaststellen van regels in een brandbeveiligingsverordening, met als doel het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van gevaar en ongevallen. De Wet Veiligheidsregio’s stelt dat de burgemeester het gezag heeft bij brand en ongevallen waarbij de brandweer een taak heeft en het opperbevel heeft bij (dreigende) rampen. De veiligheidsregio heeft op grond van de Wet veiligheidsregio’s een signalerende en adviserende taak richting gemeenten en andere bestuursorganen over risico’s op het terrein van branden, ongevallen, rampen en crises.

Arbowet

De organisator heeft zelf een plicht om te zorgen voor een veilig evenement op basis van de Arbowet. De Arbeidsinspectie is hiervoor de handhavende instantie.

Algemene Plaatselijke Verordening

De regels die de gemeente Boxmeer stelt in haar Algemene Plaatselijke Verordening (APV) op het gebied van veiligheid en gezondheid op evenementen vormt een nadere invulling van haar wettelijke taken en bevoegdheden. De definitie van een evenement in de APV is:

Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Aan deze vergunning kan de burgemeester voorschriften dan wel beperkingen verbinden.

In de APV is geregeld dat kleine of minder risicovolle evenementen die aan een aantal voorwaarden voldoen vergunningsvrij of meldingsplichtig zijn. Zij dienen dan te voldoen aan de volgende voorwaarden:

Voor evenementen die niet aan bovenstaande voorwaarden voldoen moeten de organisatoren van evenementen bij de gemeente een evenementenvergunning aanvragen.

Besloten particulier feest

Wanneer een feest voor publiek toegankelijk is, is sprake van een evenement. Besloten particuliere feesten op eigen terrein daarentegen vallen niet onder de reikwijdte van de evenementenbepaling omdat deze activiteit niet een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak is. Bijvoorbeeld bij het houden van een bedrijfsfeest waar aan de hand van uitnodigingenlijsten publiek aanwezig is, is er geen sprake van een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Maar wanneer een feest een “besloten” karakter heeft en er publiekelijk kaarten worden verkocht en/of reclame wordt gemaakt, is er sprake van een evenement. De gemeente kan bij feesten waarvoor geen vergunning nodig is, optreden wanneer deze bijvoorbeeld worden georganiseerd in ruimten strijdig met het bestemmingsplan. Zie de uitspraak met betrekking tot het verplicht handhavend optreden bij schuurfeesten. ABRS 02-04-1999, Gst. 1999, 7103 m.nt. P.J.H.) Ook in het kader van de Wegenverkeerswet 1994 kan worden opgetreden in geval van parkeer- en verkeersoverlast. Wanneer een feest al dan niet besloten “op of aan de weg” plaats vindt, is dit een vergunningplichtige activiteit omdat het plaats vindt op doorgaans voor publiek toegankelijk gebied. Het feit dat het feest besloten is, dus niet voor publiek toegankelijk, doet daar niets aan af. Optreden van muziekkorpsen, muziekbandjes, etc. die voor iedereen toegankelijk zijn (zowel in een inrichting als in de buitenlucht) vallen onder de definitie van een evenement. Dus een besloten particulier feest op eigen terrein is geen evenement zoals bedoeld in de APV. Wel moet in acht genomen dat geen overlast mag ontstaan voor de omgeving (bijvoorbeeld parkeren/geluid etc.) en dat voor overige zaken, zoals voor het plaatsen van een tent voor meer dan 50 personen, afsluiten van gebiedsontsluitingswegen, de drankverstrekking of het geluid wel ontheffingen en/of vergunningen nodig zijn.

Weigerings- en intrekkingsgronden

De APV kent algemene weigeringsgronden genoemd in artikel 1.8 van de APV in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu en/of de strijdigheid met het bestemmingsplan, de beheersverordening, de provinciale verordening en het exploitatieplan. Hiernaast kent de APV specifieke weigerings- en intrekkingsgronden voor evenementen, wanneer:

  • -

    dit noodzakelijk is voor de openbare orde en veiligheid of de bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving van het evenement;

  • -

    de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen niet kan worden gewaarborgd;

  • -

    de zedelijkheid of gezondheid van bezoekers niet kan worden gewaarborgd;

  • -

    het gelet op een gebeurtenis van nationale omvang op de dag van het evenement of daags voor het evenement met een dusdanig effect op het gemeenschapsleven niet wenselijk is dat de activiteiten worden verricht of voortgezet;

  • -

    de bescherming van een krachtens de Gemeentewet ingestelde markt nodig is;

  • -

    de ter handhaving van de openbare orde en veiligheid noodzakelijke politie- en betreffende hulpverleningscapaciteit een onevenredig beroep op de beschikbare bezetting doet;

  • -

    tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen dan wel sprake is van terugkerend slecht naleefgedrag door organisator;

  • -

    het evenement niet past binnen het geldende evenementenbeleid van Boxmeer;

  • -

    de organisator in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

De burgemeester kan bij een vergunningsvrij evenement of evenement waarvan melding moet worden gedaan ook besluiten een evenement in het belang van de openbare orde, de gezondheid of de veiligheid, in geval van uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte dan wel als sprake is van terugkerend slecht naleefgedrag door organisator te verbieden.

De organisator moet tijdens het evenement in ieder geval de aanwijzingen van politie, brandweer en gemeente opvolgen. Niet opvolgen van de aanwijzingen kan ertoe leiden dat de burgemeester de vergunning intrekt en daarmee het evenement stillegt op basis van de APV. De APV bevat namelijk het expliciete verbod om tijdens evenementen de openbare orde te verstoren.

Overige

De APV regelt daarnaast ook nog andere zaken, zoals het in openlucht aanleggen of stoken van vuur, incidentele kennisgeving t.a.v. geluid, et cetera. Vergunningen, ontheffingen en/of meldingen ten aanzien van deze zaken moeten ook worden aangevraagd als er geen evenementenvergunning is vereist.

Brandbeveiligingsverordening en Bouwbesluit

In de verordening worden voorwaarden gesteld, gericht op het gebruik van een bouwwerk met betrekking tot de (brand)veiligheid. Op grond van deze verordening is voor tijdelijke bouwwerken, waar meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn, zoals tenten, overkappingen en openluchtpodia, een gebruiksvergunning verplicht op basis van de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening. Deze verordening zal echter komen te vervallen met de inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur ‘Besluit brandveilig gebruik overige plaatsen’ (Amvb). Met deze Amvb worden landelijk uniforme regels gesteld voor het brandveilig gebruik van plaatsen die in georganiseerd verband worden gebruikt, en niet al onder andere regelingen vallen, zoals het Bouwbesluit 2012.

De meeste gebouwen die geschikt zijn om een feest van enige omvang in te geven, vallen onder de melding brandveilig gebruik conform het Bouwbesluit. Al vanaf een gebouw bedoeld voor meer dan 50 personen moet een dergelijke melding worden gedaan. Voor een gebouw waarvoor niet eerder een melding brandveilig gebruik is gedaan of een gebruiksvergunning is verleend ten behoeve van evenementen (bijvoorbeeld wanneer een loods of schuur voor een evenement wordt gebruikt) moet alsnog een melding brandveilig gebruik worden gedaan. Voorafgaande aan en tijdens het evenement kan door de brandweer controle uitgeoefend op de naleving van de voorschriften van de gebruiksvergunning brandveiligheid en/of melding brandveilig gebruik. Deze vergunning of melding moet ook worden aangevraagd als geen evenementenvergunning is vereist.

Wet milieubeheer en evenementen in horecabedrijven

Evenementen die worden gehouden in horecagelegenheden en die behoren tot de normale bedrijfsvoering hebben geen evenementenvergunning nodig. Het merendeel van de horecabedrijven valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit). Het Activiteitenbesluit geeft algemene voorschriften waaraan de horecabedrijven zich moeten houden. Een onderdeel van het Activiteitenbesluit betreffen de geluidvoorschriften. Het afwijken van de normen van het Activiteitenbesluit (hogere geluidsproductie) kan worden toegestaan via de zogenaamde twaalfdagenregeling. Het doel van de twaalfdagenregeling is om inrichtingen zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer, bijvoorbeeld horecabedrijven, de mogelijkheid te bieden gedurende een aantal dagen activiteiten in de inrichting te organiseren, die normaal vanwege de strenge geluidsnormen niet mogelijk zijn. Dit betekent dat op die aangewezen dagen mogelijk een bepaalde mate van geluidsoverlast voor de omgeving moet worden geaccepteerd.

Deze regeling is uitgewerkt in de APV van Boxmeer. Zij omvat per jaar een aantal collectief aangewezen dagen voor festiviteiten die niet aan één inrichting gebonden zijn, zoals de carnavals- en kermisdagen, plus twaalf incidentele festiviteiten die specifiek aan een inrichting of een klein aantal inrichtingen zijn verbonden. Zodra men buiten de eigen inrichting een evenement op straat organiseert, is een evenementenvergunning vereist en, indien sprake is van meer geluid of muziek bij een evenement, een geluidsontheffing op grond van artikel 4:6 van de APV Boxmeer 2013.

Bestemmingsplan en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Evenementen kunnen invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit. Een klein evenement zal geen invloed hebben hierop, maar meerdaagse evenementen kunnen dat wel hebben. Wanneer significante invloed bestaat op de ruimtelijke kwaliteit moeten dergelijke evenementen in een ruimtelijk besluit worden beoordeeld en geborgd. Voor het bepalen of een evenement ruimtelijk relevant is, moet onderscheid worden gemaakt in verschillende situaties:

  • -

    Incidenteel, kortdurend, maximaal een paar keer per jaar (verschillende) evenementen;

  • -

    Op jaarbasis incidenteel, maar wel terugkerend, meerdere evenementen;

  • -

    Regulier grote evenementen.

De eerste categorie evenementen zal weinig effect hebben op de leefomgeving. De beide andere categorieën zijn wel ruimtelijk relevant. Daarbij is overigens ook de locatie van belang (in een woonomgeving zijn eerder negatieve effecten te verwachten dan in een centrumgebied of bedrijventerrein). Reguliere evenementen kunnen in het bestemmingsplan worden geregeld. In een bestemmingsplan wordt namelijk geregeld wat iemand mag bouwen en hoe gebouwen en terreinen mogen worden gebruikt op een bepaalde locatie. Als een evenement voorzien is op een locatie waar evenementen volgens het bestemmingsplan niet mogelijk zijn, moet worden beoordeeld of het evenement ruimtelijk relevant is. Is dit het geval, dan is naast de evenementenvergunning ook een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik nodig conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Deze vergunning moet ook worden aangevraagd als er geen evenementenvergunning is vereist.

Drank- en Horecawet

De Drank- en Horecawet regelt de verstrekking van alcoholhoudende drank. Deze bepaalt dat het in principe niet mogelijk is om alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse, anders dan gratis verstrekking bij een besloten feest in de privé/huiskamer, tenzij hiervoor een vergunning of een ontheffing is verleend of sprake is van een partijen-cateringbedrijf. Bij het verstrekken van alcoholhoudende drank kan dus sprake zijn van diverse situaties, waarvoor wel of niet een vergunning of ontheffing voor nodig is. Zie hieronder een overzicht van deze situaties.

Paracommerciële instellingen

Paracommerciële rechtspersonen mogen in hun horecagelegenheid uitsluitend evenementen organiseren die passen binnen de doelstelling van de organisatie. Zij zijn voor wat betreft de horeca-activiteiten beperkt. In artikel 2:34B van de APV staat het volgende verbod opgenomen: ‘Het is verboden zonder ontheffing van de burgemeester bijeenkomsten van persoonlijke aard of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, waarbij alcoholhoudende drank wordt geschonken, in een paracommerciële horeca-inrichting te houden.’

Een paracommerciële instelling mag dus geen evenement organiseren dat strijdig is met haar doelstelling wanneer daarbij gebruik wordt gemaakt van de verleende drank- en horecavergunning, tenzij hiervoor ontheffing is verleend door de burgemeester. Voor het verkrijgen van een ontheffing moet uiterlijk 10 weken voor een dergelijke bijeenkomst een ontvankelijke aanvraag voor een ontheffing bij de burgemeester in worden gediend. Voor een positieve beoordeling van de aanvraag mag:

  • -

    geen weigeringsgrond aanwezig zijn in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu;

  • -

    de activiteit niet in strijd zijn met het bestemmingsplan, de beheersverordening, de provinciale verordening of het exploitatieplan;

  • -

    geen sprake zijn van oneerlijke mededinging.

Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (wet Bibob)

De gemeente kan indien er indicatoren zijn dat door een evenementenvergunning criminele activiteiten gefaciliteerd worden een onderzoek instellen op grond van de wet Bibob. Bij de toetsing van de aanvraag voor het evenement wordt beoordeeld of een Bibob-onderzoek gestart wordt. Indien hiertoe wordt besloten, wordt aan de aanvrager

een Bibob-vragenformulier verstrekt. Dit vragenformulier moet volledig en voorzien van alle bijlagen worden ingeleverd. Het niet compleet of onjuist aanleveren van bescheiden kan leiden tot een buiten behandeling stelling of weigering van de aanvraag. Op grond van de uitkomsten van het Bibob-onderzoek kan de burgemeester besluiten de evenemen-tenvergunning te verlenen, de vergunning te weigeren of in te trekken.

Overige

Diverse andere wetten kunnen van toepassing zijn voor de taak van de gemeente bij evenementen. Denk daarbij aan wetgeving rond horeca, markten, kansspelen, filmvertoningen, attractietoestellen, reclame, milieu, mobiliteit, het openbaar bestuur, het economisch verkeer en rampenbestrijding. Voor openbare manifestaties, zoals demonstraties, gelden deels andere wettelijke kaders dan voor publieksevenementen. De burgemeester kan ten aanzien van een vergadering of betoging grenzen stellen en repressief optreden, indien dat nodig is voor de bescherming van de gezondheid of voorkoming van wanordelijkheden. Onderstaand een niet-limitatief overzicht van andere soorten meldingen, vergunningen en ontheffingen naast de melding evenement en de evenementenvergunning:

Activiteit

Vergunning, ontheffing of melding

Het afsluiten van gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen en het instellen van parkeerverboden

Toestemming afdeling Openbare Werken van de gemeente Boxmeer

Gebruik van een tijdelijk bouwwerk (tent/overkapping) waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn

Gebruiksvergunning brandveiligheid o.g.v. de Brandbeveiligingsverordening.

Voor een gebouw waarvoor niet eerder een melding brandveilig gebruik is gedaan of een gebruiksvergunning is verleend ten behoeve van evenementen.

Melding brandveilig gebruik conform het Bouwbesluit.

Activiteiten in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan

Omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik o.g.v. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Verstrekken zwak-alcoholhoudende drank ter plaatse

Ontheffing o.g.v. artikel 35 van de Drank- en Horecawet

Het maken van gerucht op een zon- of feestdag en/of een evenement met een starttijd voor 13.00 uur

Ontheffing o.g.v. de Zondagswet

Meer geluid maken dan de geldende geluidsnormen in een inrichting zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer

Kennisgeving incidentele festiviteit o.g.v. artikel 4:3 van de APV (12 x per jaar)

Geluid maken buiten een inrichting zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer wat voor de omwonenden en/of omgeving geluidshinder kan veroorzaken.

Geluidsontheffing o.g.v. artikel 4:6 van de APV

Het houden van een bijeenkomst van persoonlijke aard of gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn in een paracommerciële horeca-inrichting met alcoholverstrekking.

Ontheffing bijeenkomst paracommerciële instelling o.g.v. artikel 2.34B van de APV

Het plaatsen van kampeermiddelen t.b.v. recreatief nachtverblijf buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd.

Ontheffing kamperen o.g.v. 4:18, lid 3, van de APV

Het overnachten op of aan de openbare weg al dan niet in een voertuig, woonwagen of kampeermiddel.

Ontheffing overnachten o.g.v. 4:20, lid 2, van de APV

Het in de openlucht verbranden van afvalstoffen of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

Stookontheffing o.g.v. 5:34, lid 3, van de APV

3. De organisatie

In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van de organisatie rondom evenementen.

De gemeente Boxmeer

De burgemeester

De primaire rol van de burgemeester ten aanzien van evenementen komt voort uit zijn portefeuille: openbare orde en veiligheid. De burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk voor de evenementenvergunning. De burgemeester is dan ook verantwoordelijk voor het vaststellen van de regels omtrent evenementen. De burgemeester wordt door middel van het portefeuillehouderoverleg persoonlijk betrokken bij evenementen en de besluitvorming hierop. Dit stelt hem in staat om bewust keuzes te maken ten aanzien van het risico van een evenement. Aan hem worden ook de verslagen van de evaluaties van de B- en C-evenementen voorgelegd. Zo kan hij voor een volgend evenement vooraf aangeven wat zijn wens is.

College van Burgemeester en Wethouders

Het College is verantwoordelijk voor een aantal afzonderlijke toestemmingen, die tevens betrekking kunnen hebben op evenementen, zoals de omgevingsvergunning, de geluidsontheffingen, verkeersbesluiten en (tijdelijke) gebruiksvergunningen brandveilig gebruik alsmede gebruiksmeldingen brandveilig gebruik.

De ambtenaren van gemeente Boxmeer

Ambtelijk zijn bij evenementen diverse onderdelen van de gemeente betrokken:

  • -

    Afdeling Vergunningen: verantwoordelijk voor het verwerken van meldingen of vergunningaanvragen, de registratie op de evenementenkalender en het aanvragen en verwerken van de adviezen van diensten. Hiernaast is de afdeling verantwoordelijk voor het opstellen van evenementenvergunningen, maar ook voor de gebruiksvergunningen in het kader van de brandbeveiligingsverordening, gebruiksmeldingen/vergunningen en omgevingsvergunningen planologisch strijdig gebruik. Zij zijn in het proces van een evenement betrokken vanaf de eerste melding tot en met de evaluatie van het evenement. Hiernaast is binnen deze afdeling de coördinatie op evenementen geborgd middels een evenementencoördinator. De evenementencoördinator wordt hieronder separaat benoemd met alle taken.

  • -

    Afdeling Openbare Werken: verantwoordelijk voor de doorstroming in en bereikbaarheid van de kernen in Boxmeer, maar ook over onderhoud en schoonhouden van de buitenruimte en regelt de facilitering van onder andere dranghekken en verkeersborden. De afdeling adviseert over verkeersregulering rond evenementen, afvalverzameling, het schoon opleveren van evenemententerreinen, de buitenruimte waar het evenement plaatsvindt en draagt zorg voor de verkeersbesluiten ten behoeve van evenementen. Verzoeken om schadeloosstellingen en dergelijke worden hier ook behandeld.

  • -

    Afdeling Bestuursondersteuning en Communicatie: Zij hebben een signalerende en toezichthoudende taak tijdens de opbouwfase, het evenement zelf en de afbouwfase op de naleving van de voorwaarden en voorschriften bij evenementen. Hiervoor zetten zij ook opdrachten uit bij de brandweer voor toezicht op brandveiligheid en het ODBN voor geluidsmetingen. Bij het niet voldoen aan voorschriften en/of voorwaarden zal vanuit deze afdeling ook handhavend worden opgetreden conform het Handhavingsbeleid van gemeente Boxmeer. Zo is deze afdeling verantwoordelijk voor het toepassen van bestuursdwang, het intrekken van de vergunning (als sanctie) en het opleggen van een dwangsom. Vanuit deze afdeling wordt de burgemeester ook geadviseerd op het gebied van openbare orde en veiligheid en toezicht en handhaving. Deze afdeling raakt doorgaans meer betrokken in het voorbereidingsproces van evenementen met verhoogd risico vanaf het moment waarop advies wordt aangevraagd aan de betrokken diensten.

De evenementencoördinator

De functie van evenementencoördinator is in het leven geroepen om te zorgen voor meer en beter integraal en efficiënt werken ten behoeve van evenementen (niet zijnde markt). De evenementencoördinator zorgt voor duidelijkheid naar buiten toe (één aanspreekpunt), komt de veiligheid ten goede en haalt efficiencywinst vanwege het integrale werk en de coördinerende rol van een evenementencoördinator. De coördinator signaleert en brengt samen. Zaken worden in de lijn als reguliere taken van de afdelingen afgehandeld. Denk hierbij aan: schades, klachten, subsidies en toezicht en handhaving. Hier heeft de coördinator geen bemoeienis mee in verband met zijn preventieve rol. De coördinator heeft dan ook geen toezicht en handhavingsbevoegdheden. Hiervoor wordt contact opgenomen met de afdeling O-BOC (scheiding vergunningverlening en toezicht- en handhavingstaken).

Bestuurlijke en ambtelijke borging

De burgemeester is op grond van de Gemeentewet bestuurlijk verantwoordelijk voor de rol van de gemeente op het gebied van evenementenveiligheid. Naast hem zijn één of meerdere wethouders aanspreekpunt voor evenementen op het gebied van economie en city marketing, cultuur, sport en maatschappelijke ontwikkeling. Ambtelijk bestaat dan ook een zuivere taakafbakening tussen de medewerkers. Dit is van belang om een zorgvuldige en integere afweging te maken. De gemeentelijke medewerkers met een rol op het gebied van evenementenveiligheid vallen bestuurlijk onder de burgemeester zonder andere ‘evenementenbelangen’, zoals city marketing en cultuur.

Veiligheidsregio Brabant-Noord (hierna: Veiligheidsregio)

Onder de Veiligheidsregio Brabant-Noord vallen brandweer en GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio). De brandweer adviseert over en houdt toezicht op brandveiligheid, technische aspecten, bereikbaarheid en veiligheid op en rond het evenemententerrein. Zij adviseert ook over gebruiksvergunningen in het kader van de Brandbeveiligingsverordening en over gebruiksmeldingen voor inpandige feesten. De GHOR adviseert de gemeente namens de medische diensten zoals de Regionale Ambulancevoorziening(RAV), de Meldkamer Ambulancezorg, ziekenhuizen, huisartsen(posten) en de GGD op de onderwerpen geneeskunde (EHBO), gezondheidszorg, hygiëne en veiligheid.

Politieregio Oost-Brabant, district Maas en Leijgraaf (hierna: politie)

Is vanuit wettelijke taakstelling verantwoordelijk voor ordehandhaving in het publieke domein en strafrechtelijke handhaving. De politiedistricten adviseren en houden toezicht namens de politiechef over openbare orde en veiligheidsaspecten van evenementen. Politie is ook verantwoordelijk voor de handhaving van de verkeersregels bij evenementen. Zij geven hier dan ook advies over bij evenementen. Het Openbaar Ministerie is eindverantwoordelijk voor de handhaving van het strafrecht.

De evenementorganisator

De organisator is degene voor wiens rekening en risico een evenement plaatsvindt. In sommige gevallen huurt de aanvrager van de evenementenvergunning een bureau in om het evenement te organiseren. In andere gevallen vraagt de exploitant van de zaal de vergunning voor het evenement aan. De organisator hoeft in juridische zin dus niet dezelfde (rechts)persoon te zijn als de vergunningaanvrager. Wanneer er sprake is van een aanvrager en organisator is het van belang om in de vergunningprocedure een duidelijk onderscheid te maken tussen deze twee partijen. De aanvrager van een vergunning draagt de verantwoordelijkheid van het evenement en is dus primair verantwoordelijk voor een beheersbaar, ordelijk en veilig verloop van een evenement.

4. Evenementenkalender

Doel

In gemeente Boxmeer kennen we twee soorten evenementenkalenders, namelijk de evenementenkalender op de website van het Land van Cuijk en een evenementenkalender van de gemeente zelf. Door een evenementenkalender wordt een overzicht gegeven van de geplande evenementen. Het doel is:

  • -

    een instrument te hebben waarmee spreiding van evenementen wordt gestimuleerd;

  • -

    een promotiemiddel van evenementenorganisatoren voor hun evenement;

  • -

    een communicatiemiddel richting organisatoren, bewoners, bezoekers en andere belanghebbenden.

De evenementenkalender van het Land van Cuijk

Deze evenementenkalender verschaft informatie aan organisatoren, belanghebbenden en bezoekers van evenementen. Organisatoren van evenementen kunnen evenementen zelf aanmelden op deze kalender op de website van het Land van Cuijk. Bij vergunningver-lening worden organisatoren hierop ook extra geattendeerd.

De evenementenkalender van de gemeente Boxmeer

De gemeente Boxmeer houdt zelf een evenementenkalender bij aan de hand van de meldingen van evenementen waarvoor geen vergunning wordt vereist, vooraf aangemelde evenementen, jaarlijks terugkerende evenementen en aangevraagde evenementvergunningen. Organisatoren mogen ruime tijd voor het aanvragen van hun evenement het evenement melden bij de gemeente, zodat kan worden gekeken naar een geschikte datum. Deze datum kunnen zij dan reserveren, mits natuurlijk op tijd een aanvraag wordt ingediend voor het evenement. Deze evenementenkalender wordt elke 2 weken verstuurd naar de dorps- en wijkraden en netbeheerder Stichting Synfra en elke 3 maanden naar de adviesdiensten. Indien de wens bestaat om een evenement op een koopzondag plaats te laten vinden zal hierover ook afstemming moeten zijn met het Centrummanagement van Boxmeer. Jaarlijks terugkerende evenementen die altijd op dezelfde dag plaatsvinden hebben in principe voorrang op andere evenementen. Net als evenementen van niet-commerciële partijen in principe voorrang hebben op evenementen van commerciële partijen. De evenementenkalender van Boxmeer wordt maandelijks op de website van gemeente Boxmeer geplaatst.

Spreiding van grote evenementen

In het kader van leefbaarheid, maar ook om de attractiviteit per kern te vergroten is het de wens om slechts één B- of C-evenement (zie de categorisering van evenementen onder hoofdstuk 5) toe te staan per dag in de gemeente Boxmeer, tenzij een ander B- of C- evenement aanvullend is op het evenement of gezamenlijk eenzelfde festiviteit omvat, denk hierbij aan Koningsdag of Carnaval.

Plaatsing op de evenementenkalender

Organisatoren die een jaarlijks terugkerend evenement hebben, of een vooraf aangemeld evenement op de kalender plaatsen, mogen niet zonder meer ervan uitgaan dat hun evenement ook daadwerkelijk kan doorgaan. Hiertoe moet het volledige vergunningen-traject worden doorlopen. De burgemeester heeft uiteraard altijd het recht om – als daartoe aanleiding bestaat – de vergunning alsnog niet te verlenen of, als deze al verleend is, in te trekken of te voorzien van beperkingen of aanvullende vergunningsvoorschriften. Het spreekt voor zich dat dit slechts kan als sprake is van gewijzigde omstandigheden die vooraf niet te voorzien waren. Te denken valt aan (dreiging van) rellen, stakingen, noodweer, een ramp of bijvoorbeeld nationale rouw. Nadat de organisator de aanvraag heeft ingediend, is deze vervolgens verplicht om nieuwe risico-verhogende feiten of omstandigheden die niet bij de aanvraag zijn opgegeven te melden aan de burgemeester. Indien wordt afgeweken van de verstrekte gegevens of in strijd wordt gehandeld met de gestelde voorschriften, kan de burgemeester de evenementenvergunning alsnog weigeren of intrekken.

5. Melding of vergunning evenement

In het kader van deregulering, maar ook in het kader van veiligheid, kent de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Boxmeer verschillende categorieën van evenementen. Elke categorie kent minder of meer acties vanuit de organisatie en een andere behandelaanpak vanuit de gemeente.

Meldingsplichtige evenementen (0-evenementen)

In het kader van deregulering zijn kleinschalige evenementen vrij van de vergunning-plicht en behoeft slechts een melding te worden gedaan. Deze evenementen worden ook wel 0-evenementen genoemd. In het kader van duidelijke regelgeving en behoorlijk bestuur is het echter van belang om criteria vast te stellen voor evenementen die worden vrijgesteld van de vergunningsplicht. De criteria luiden als volgt:

De burgemeester kan vanuit zijn bevoegdheid besluiten om in het belang van de openbare orde en veiligheid en/of gezondheid en/of vanwege eerdere ervaringen toch besluiten een evenement als vergunningplichtig aan te merken. Dan moet alsnog een aanvraag om een evenementenvergunning worden ingediend. Indien bijvoorbeeld tijdens een vorige editie van een (meldingsplichtig) evenement zich ongeregeldheden hebben voorgedaan en de wens bestaat om een gedegen risicoanalyse uit te voeren van het evenement en mogelijk extra voorschriften op te leggen om herhaling te voorkomen.

Vergunningsplichtige evenementen

Vergunningsplichtige evenementen kunnen worden ingedeeld in categorieën. De categorie wordt bepaald door de mate van risico’s voor de openbare orde en veiligheid, de impact op het gebied en gevolgen voor het verkeer. De indeling is als volgt:

  • -

    Reguliere evenement (A-evenement): laag risico-evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volkgezondheid en/of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen en/of de schadelijke gevolgen te beperken.

  • -

    Aandacht evenement (B-evenement): evenement met verhoogde aandacht, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volkgezondheid en/of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen en/of de schadelijke gevolgen te beperken.

  • -

    Risico-evenement (C-evenement): evenement met een hoger risico, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen en/of voorzieningen vergt van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of schadelijk gevolgen te beperken.

Procesaanvraag

Aanwijzing categorie

Om risico’s vooraf goed en eenduidig in te schatten voert de gemeente voor elk evenement een risicoscan uit. Met gebruik van standaardaspecten (zie hoofdstuk 6. Beoordeling vergunningaanvraag voor nadere uitleg) worden evenementen ingedeeld in verschillende categorieën. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de omgeving en de eventuele

gevolgen voor het verkeer. De risicoscan is gebaseerd op de volgende aspecten:

  • -

    het publieksprofiel (o.a. aantal en type bezoekers);

  • -

    het ruimtelijk profiel (o.a. openbare ruimte, verkeersoverlast, bereikbaarheid en impact op de omgeving);

  • -

    het activiteitenprofiel (o.a. tijdstip, politieke gevoeligheid).

De risicoscan is onderdeel van de aanvraag. De organisator vult deze in om beeld te krijgen van zijn evenement. De vergunningverlener controleert de risicoscan op basis van de aanvraag en concrete plannen van de organisator. De uitkomsten bepalen onder meer hoe het vergunningentraject en adviestraject eruit zal zien. Tijdens een vergunningen-traject kan overigens nog vanuit kennis, ervaring en/of informatie op- of afgeschaald worden naar een andere categorie, indien de impact groter of kleiner blijkt te zijn dan vooraf ingeschat.

6.Beoordeling vergunningaanvraag

6.Eerste risicoscan

6.Elke vergunningaanvraag wordt onderworpen aan een risicoscan. Dit is een eerste globale risicoanalyse. Deze risicoscan is onderdeel van de aanvraag en wordt ingevuld door de organisator van een evenement om beeld te krijgen van zijn eigen evenement. De vergunningverlener controleert de risicoscan op basis van de aanvraag en concrete plannen van de organisator. Op basis hiervan wordt beoordeeld in welke categorie het evenement valt en welke risico’s aan het evenement zijn verbonden. De categorie bepaalt hoe het vergunningentraject er globaal uit komt te zien.

6.Multidisciplinaire risicoanalyse

6.Voor B- en C-evenementen geldt dat de risicoscan wordt besproken en verdiept in een overleg met de organisator, alle adviserende diensten en de gemeente, ook wel het dienstenoverleg genoemd. Risico’s worden gekoppeld aan maatregelen, mate van toezicht en vergunningsvoorschriften. De risicoanalyse is ondersteunend voor wat betreft de inzet van personeel en middelen bij het evenement. De risicoanalyse wordt gemaakt op basis van een integraal advies, waarbij alle hulpdiensten vanuit hun eigen expertise adviseren.

6.Aspecten risicoanalyse: publiek, ruimte, activiteiten

6.Het inschatten van risico’s gebeurt door enkele standaardaspecten na te lopen. Voor elk van de genoemde aspecten moet worden ingeschat hoe groot de kans op calamiteiten

6.is. Belangrijke criteria in de risicoanalyse zijn het publieksprofiel, het ruimtelijk profiel en het activiteitenprofiel.

6.1. Publieksprofiel

6.Het type bezoeker speelt een belangrijke rol bij de risicobepaling. Op welke doelgroep(en) richt het evenement zich? Wat weten we van dit type bezoeker? Is het aannemelijk, voorspelbaar of bekend dat bepaalde specifieke – bij politie en justitie bekende – groepen een evenement zullen bezoeken? Denk ook aan:

  • -

    te verwachten opkomst en massaliteit van het publiek;

  • -

    leeftijdsopbouw van het publiek;

  • -

    kennis over en ervaring met bezoekers;

  • -

    aanwezigheid van publiek als toeschouwer of als deelnemer;

  • -

    aanwezigheid van rivaliserende groepen of groepen met verschillende belangen;

  • -

    eventueel gebruik van verdovende middelen of alcohol;

  • -

    complete conditie-/gezondheidstoestand van deelnemers en publiek;

  • -

    doel/verwachting van het publiek;

  • -

    gedrag van bezoekers;

  • -

    geestelijke en emotionele conditie van bezoekers.

6.2. Ruimtelijk profiel

6.In principe dient ieder evenemententerrein duidelijk gescheiden te zijn van de openbare ruimte. Bij statische evenementen zijn die grenzen duidelijker te definiëren dan bij dynamische evenementen zoals de Daags na de Tour. Ook de fysieke omgevings-kenmerken doen ertoe: een bouwplaats met stenen langs de route of een veranderde verkeerssituatie, kunnen de risico’s ten opzichte van eerdere edities van het evenement vergroten. Denk verder aan de stroomvoorziening, watervoorziening en voorzieningen op het vlak van crisisbeheersing en communicatie. Gerelateerd aan de locatie is de bereikbaarheid van het evenement. Daarbij geldt de bereikbaarheid voor de hulpdiensten als prioriteit. Een andere prioriteit is de bereikbaarheid voor bezoekers (zowel per openbaar vervoer als met eigen vervoer). Zijn er bijvoorbeeld omleidingen van het openbaar vervoer? Hoeveel passagiers kan het nabijgelegen treinstation verwerken? Ook de bereikbaarheid voor omwonenden is van belang: hoeveel verkeershinder en parkeerdruk zullen zij ondervinden? Onderdeel van het ruimtelijk profiel zijn ook weersomstandigheden. Zeer warm weer kan ertoe leiden dat de gemoederen sneller verhit raken en dat alcoholgebruik sneller uitloopt op ordeverstoringen en gezondheidsrisico’s. Een regenbui kan het animo om de orde te verstoren temperen. Evenementen onder winterse omstandigheden leveren meer fouilleringsproblemen op. Rekening moet worden gehouden met de temperatuur van lucht en water (bij sport), windsnelheid en gevoelstemperatuur.

6.3. Activiteitenprofiel

6.Iedere activiteit brengt specifieke risico’s met zich mee. Bij concerten is de kans op geluidsoverlast groter dan bij schaakkampioenschappen. Indien een evenement samenvalt met andere evenementen, manifestaties, vieringen of gebeurtenissen kunnen eerder ordeverstoringen optreden. Hierbij wordt ook gekeken naar de tijdsduur en het tijdstip van het evenement. Als een evenement na zonsondergang start of eindigt, kan dit het politieoptreden bij eventuele ordeverstoringen bemoeilijken.

6.Binnen het activiteitenprofiel wordt nadrukkelijk gekeken naar historische gegevens. Aan de hand van het historisch verloop van hetzelfde evenement over de afgelopen vijf jaar

6.en het verloop van vergelijkbare evenementen hier of in andere gemeenten kan een redelijk nauwkeurig beeld worden geschetst van wat te verwachten valt. Ook wordt gekeken naar eerdere ervaringen met de organisator. Indien de organisator er in het verleden blijk van heeft gegeven zich goed aan de afspraken te houden, neemt daarmee de voorspelbaarheid van het (goed) verloop van een evenement toe en nemen de risico’s af. Voorkomen moet echter worden dat bij historische vergelijking overeenkomsten worden benadrukt en verschillen worden genegeerd. Als de risico-inschatting bovendien wordt beperkt tot een historische toetsing zou een gunstig verloop jaren achtereen kunnen leiden tot verminderde waakzaamheid.

6.Evenemententerreinen

6.Evenementen maken veelal gebruik van een beperkt aantal locaties waar de juiste faciliteiten aanwezig zijn of waar men verzekerd is van zoveel mogelijk bezoekers. In de gemeente Boxmeer worden de volgende locaties met enige regelmaat gebruikt voor evenementen. Per locatie is ook een tekening op schaal beschikbaar voor organisatoren.

Plaats

Locatie

Plaats

Locatie

Beugen

Kerkplein

Rijkevoort

Mr. v.d. Bergplein

Boxmeer

Weijerplein

Weijerpark

Raadhuisplein

Wilhelminaplein

EMTE-plein (Burgemeester Verkuijlstraat)

Overloon

14 oktoberplein

Parkeerterrein nabij Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum

Grasveld aan de Stevensbeekseweg nabij het gildeterrein

Groeningen

Hoek Groeningsestraat/Maasstraat

Vortum-Mullem

Plein aan de Sint Cornelisstraat

Holthees

Parkeerterrein Gildestraat

Sambeek

Pastoor de Vochtplein

Maashees

Plein Mgr. Geurtsstraat

Rijkevoort

Mr. v.d. Bergplein

Oeffelt

Plein nabij Schoolstraat

Terrein rotonde Hapseweg

Raadhuisplein

Lietingplein

Vierlingsbeek

Vrijthof

Sportpark Soetendaal

Parkeerplaats basisschool Laurentiushof

6.Ten behoeve van het voorkomen van een al te grote druk en het beheersbaar houden van overlast worden op bovenvermelde evenemententerreinen de volgende uitgangspunten per kalenderjaar gehanteerd:

  • -

    Elke maand tenminste twee weekenden evenementvrij;

  • -

    Na een geluidbelastend evenement min.2 weekenden geen geluidrelevant evenement;

  • -

    Maximaal 10 (meerdaagse) evenementen per locatie, waarvan maximaal 5 (meerdaagse) evenementen geluidrelevant;

  • -

    Van de maximaal 10 (meerdaagse) evenementen mogen maximaal 2 kofferbakverkopen plaatsvinden per evenemententerrein, met uitzondering van het Kerkplein in Beugen, daar mogen maximaal 5 kofferbakverkopen plaatsvinden.

  • -

    Een geluidrelevant evenement mag maximaal 3 opeenvolgende dagen duren. (Dit uitgangspunt is niet van toepassing op de Carnaval, kermissen of de ijsbaan in Boxmeer.)

6.Voor bijzondere evenementen, zoals bijvoorbeeld een EK of WK, kan een uitzondering worden gemaakt op bovenstaande regels.

6.Behandeling en toekenning A-evenementen

6.Na ontvangst van het volledig ingevulde aanvraagformulier inclusief bijhorende stukken stuurt gemeente Boxmeer de aanvraag ter beoordeling en advisering door aan diverse gemeentelijke diensten en veiligheidspartners: de politie en de Veiligheidsregio. Bij een positieve beoordeling van de aanvraag wordt de vergunning met voorschriften door de burgemeester verleend. Onderdeel van de vergunning zijn de definitieve stukken aangeleverd door de aanvrager.

6.Behandeling en toekenning B- en C-evenementen

6.Planvorming en afstemming

6.Grootschalige evenementen hebben een grote impact op het gebied en vereisen meer voorbereiding en afstemming tussen de diensten. Gemeente Boxmeer voert de regie over de evenementenvergunningen en coördineert de vergunningtrajecten, zoals het organiseren en voorzitten van de dienstenoverleggen. In de dienstenoverleggen licht de organisator zijn plannen toe, bespreken de aanwezige diensten de risico’s, knelpunten en oplossingen en wordt de inzet van de organisator en van de verschillende diensten op elkaar afgestemd. De plannen van de organisator bevatten onder andere het verkeersplan, het veiligheidsplan, draaiboeken en tekeningen. Een format van het verkeersplan en het veiligheidsplan is te vinden in de bijlagen. De plannen ten behoeve van een evenement dienen bij elke nieuwe aanvraag te worden herzien door de organisator.

6.Integraal afwegingskader

6.Wanneer de planvorming uiteindelijk leidt tot definitieve stukken, worden deze opgestuurd naar alle betrokken diensten voor de formele adviesronde. Diensten adviseren ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en expertise en de adviezen zijn op maat gemaakt voor het betreffende evenement. Vervolgens legt de vergunningverlener één integraal advies voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist vervolgens op de aanvraag.

6.Regionale afstemming evenementenkalender (Digimak)

6.De Veiligheidsregio en de politie werken met een regionale evenementenkalender. Op deze kalender staan de evenementen in de openbare ruimte in alle gemeenten van deze regio. De regionale afstemming van evenementen is van belang om de gelijktijdigheid van evenementen inzichtelijk te maken, om de inzet van de hulpdiensten te kunnen garanderen en om informatie snel raadpleegbaar te maken voor alle niveaus: van wijkagent tot meldkamercentralist, van commandant tot uitvoerende hulpverleners.

6.Besluit, bezwaar en beroep

6.De burgemeester besluit tot het verlenen of weigeren van de vergunning. Bij een positief besluit ontvangt de aanvrager een vergunning per post. Hieraan kan de burgemeester voorschriften verbinden om het evenement te reguleren. Bij een negatief besluit ontvangt de aanvrager een schriftelijke weigering. Binnen zes weken na verzending van het besluit kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester.

6.Evaluatie

6.Met de evaluatie wordt de kwaliteit van zowel het inhoudelijke evenement als van het vergunningenproces verhoogd. De B/C-evenementen worden na afloop van het evenement geëvalueerd in het dienstenoverleg. A-evenementen worden geëvalueerd als daartoe aanleiding voor is. De diensten beoordelen de effectiviteit van de getroffen maatregelen en trekken conclusies die in het daaropvolgende jaar kunnen leiden tot een verbeterde opzet. Berichten vanuit de bewoners, de media, ondernemers, et cetera, over het evenement vormen een vast onderdeel in de evaluatie.

7. De vergunning met voorschriften

7.Evenemententerrein

7.De organisator is verantwoordelijk voor alles wat er op het evenemententerrein gebeurt. Hij dient zich te houden aan een aantal voorschriften. Zo is van belang dat het terrein duidelijk zichtbaar begrensd is en de nooduitgangen goed zijn aangegeven. Maar er zijn ook voorschriften die ervoor zorgen dat er geen obstakels zijn voor bezoekers of hulpdiensten of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan door onjuist geplaatste bouwwerken.

7.Een evenement mag in geen gevallen schade veroorzaken aan groenvoorzieningen en/of bestrating of aanwezig straatmeubilair. Ter bescherming van het groen, de bestrating of het meubilair kunnen voorschriften aan de vergunning verbonden worden. Het kan zelfs een weigeringsgrond zijn als voor onherstelbare schade wordt gevreesd.

7.De organisatie is verantwoordelijk voor het schoon en onbeschadigd achterlaten van het

7.evenemententerrein en de directe omgeving. Er kan vooraf een waarborgsom worden

7.opgenomen. Alle schade aan groen, verharding, straatmeubilair wordt door of namens ons college van burgemeester en wethouders altijd hersteld voor rekening van de vergunninghouder.

7.Start- en eindtijden evenement

7.Op grond van artikel 3 van de Zondagswet mag op een zondag voor 13.00 uur geen gerucht worden veroorzaakt, dat op een afstand van meer dan 200 meter van de bron van verwekking hoorbaar is en kan voor de periode na 13.00 uur ontheffing worden verleend. Op grond van artikel 4 van de Zondagswet mag voor 13.00 uur geen openbare vermakelijkheid gehouden worden, tenzij de burgemeester ontheffing heeft verleend. Op zondagen worden voor evenementen vergunning verleend, mits vóór 13.00 uur geen muziek of op een andere wijze ongeoorloofd geluid ten gehore wordt gebracht. Om in de nacht te voorkomen dat onnodige overlast ontstaat voor de omgeving mogen ten behoeve van evenementen tussen 00.00 en 07.00 uur geen overlast veroorzakende opbouw- of afbreekactiviteiten plaatsvinden in de buurt van woningen.

7.Om een geleidelijk vertrek van bezoekers mogelijk te maken, wordt een onderscheid gemaakt in de eindtijd van het geluid c.q. de muziek, de eindtijd voor het verstrekken van dranken en etenswaren, evenals de eindtijd van het evenement. Voor geluid/muziek geldt een eindtijd van een uur voor de eindtijd van het evenement en voor de verstrekking van dranken/etenswaren een half uur voor de eindtijd van het evenement.

7.Het voorstaande leidt tot het volgende schema

Dagen

Eindtijden

Muziek en geluid

Drank en eten

Evenement

Zondag t/m donderdag

Vergunningvrij

23.00 uur

23.30 uur

24.00 uur

Vergunning

23.00 uur

23.30 uur

24.00 uur

Vrijdag, zaterdag, officiële feestdag en collectieve festiviteitsdag

Vergunningvrij

24.00 uur

00.30 uur

01.00 uur

Vergunning

01.00 uur

01.30 uur

02.00 uur

7.Openbare orde en veiligheid

7.Veiligheidsmaatregelen

7.De organisator neemt, in overleg met de gemeente Boxmeer, de Veiligheidsregio en de politie, voldoende maatregelen om de veiligheid van bezoekers en deelnemers aan het evenement te kunnen waarborgen. In het veiligheidsplan neemt de organisator de veiligheidsmaatregelen op die hij heeft getroffen en gaat treffen op het gebied van safety (veiligheid) en security (beveiliging). Omdat geen evenement hetzelfde is, wordt bij de vergunningverlening per evenement beoordeeld welke van deze maatregelen als voorschriften worden opgenomen. Het format van het veiligheidsplan staat in de bijlagen.

7.Onderdelen van het veiligheidsplan zijn:

  • -

    De (veiligheids)organisatie tijdens het evenement en diens taken en verantwoordelijkheden;

  • -

    Telefoonlijst;

  • -

    Beschrijving risico’s aan de hand van het publieksprofiel, ruimtelijk profiel en het activiteitenprofiel van het evenement;

  • -

    De te nemen preventieve en repressieve maatregelen op de risico’s;

  • -

    Plattegronden van het evenemententerrein en eventuele tenten;

  • -

    Crowd management en crowd control;

  • -

    Hoe beveiliging en/of toezicht en de medische zorg vanuit de organisatie is geregeld;

  • -

    Hoe omgegaan wordt met hygiëne (toiletten, afval, voedsel en drinken);

  • -

    Constructieve veiligheid van neer te zetten constructies;

  • -

    Brandveiligheid (ook van tenten/overkappingen);

  • -

    Hoe om te gaan met calamiteiten (calamiteitenorganisatie, -communicatie en ontruiming). Bij grotere incidenten / calamiteiten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking en krijgt één van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident.

7.Dranken

7.In 2001 is besloten, dat bij evenementen in/op/nabij de openbare weg het uitserveren van frisdranken, alcoholhoudende dranken, et cetera, uitsluitend geschiedt middels herbruikbare kunststof veiligheidsglazen. Uitgeserveerde glazen dienen regelmatig te worden opgehaald teneinde vervuiling te voorkomen. Het is alleen toegestaan voorverpakte alcoholhoudende mixen te verkopen of aanwezig te hebben. Ter plaatse gemixte alcoholhoudende dranken worden aangemerkt als sterke drank en worden in beslag genomen. Als op het evenemententerrein alcoholhoudende drank wordt geschonken, moet hiervoor een ontheffing worden verleend van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Tijdens het dienstenoverleg van een evenement wordt besproken welke (aanvullende) maatregelen kunnen worden getroffen om (schadelijk) alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. Dit is een verantwoordelijkheid van de organisatie.

7.Constructieve veiligheid van objecten

7.Wordt bij een evenement gebruik gemaakt van een object, zoals een tent/overkapping, tribune, podium of elke andere constructie van enige omvang moet worden voldaan aan de eisen, normen en voorwaarden in de Richtlijnen Constructieve Veiligheid (zie bijlage 6). Indien de vergunningverlener twijfels heeft over de constructieve veiligheid kan aan de evenementenorganisator worden gevraagd om constructieve gegevens om aannemelijk te maken dat de constructieve veiligheid van op te richten of te plaatsen objecten is gewaarborgd. De organisator dient zelf niet gekeurde of afgekeurde bouwwerken alsnog te herstellen en goed te laten keuren of te (laten) verwijderen.

7.Van objecten, waarbij de constructieve veiligheid niet relevant is en waarbij geen risico’s van persoonlijk letsel bij falen te verwachten is, hoeft geen constructieve verantwoording te worden afgelegd. Uiteraard blijft de evenementorganisator verantwoordelijk voor de constructieve veiligheid van de objecten en het evenement. Objecten waarbij de constructieve veiligheid in ieder geval niet relevant is kan gedacht worden aan:

  • -

    Partytent t.b.v. straatfeest;

  • -

    Springkussens, waterbakken e.d.;

  • -

    Marktkraampjes;

  • -

    Podia waarvan de hoogte maximaal ca. 1 meter is, die een beperkte oppervlakte hebben en waarbij geen overkapping aanwezig is;

  • -

    Tenten/overkappingen met een vloeroppervlakte kleiner dan 50 m2.

7.Brandveiligheid

7.Ten aanzien van de brandveiligheid wordt bij evenementen gekeken naar de locatie en de directe omgeving ervan. Zo kan onderscheid worden gemaakt in:

  • a.

    evenementen in de open lucht.

  • b.

    evenementen in tijdelijke bouwwerken.

  • c.

    evenementen in (permanente) bouwwerken.

7.In de evenementenvergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot de brandveiligheid. Voor evenementen waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdelijke bouwwerken van enige omvang (bedoeld voor meer dan 50 personen), bijvoorbeeld een feesttent, overkapping of een circustent, is een gebruiksvergunning brandveiligheid vereist op grond van de Brandbeveiligingsverordening Boxmeer. Deze verordening zal echter komen te vervallen met de inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur ‘Besluit brandveilig gebruik overige plaatsen’ (Amvb). Met deze Amvb worden landelijk uniforme regels gesteld voor het brandveilig gebruik van plaatsen die in georganiseerd verband worden gebruikt, en niet al onder andere regelingen vallen, zoals het Bouwbesluit 2012.

7.Permanente bouwwerken beschikken (meestal) over een omgevingsvergunning brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit. Indien in een dergelijk bouwwerk een evenement wordt gehouden, bijvoorbeeld een schuur waarin een evenement wordt georganiseerd of een sporthal waarin een muziekevenement wordt gehouden, zullen aanvullende voorzieningen worden verlangd. Hiervoor dient een melding brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit worden ingediend. Hiervoor moet vooral worden gekeken naar onder andere het maximale aantal toe te laten personen afgestemd op (nood-)uitgangen, materiaalgebruik, noodverlichting, et cetera.

7.Gezondheid en hygiëne

7.De organisator is verantwoordelijk voor het welzijn van de bezoekers en deelnemers van het evenement. Bij de aanvraag van een ontheffing van artikel 35 van de Drank- en Horecawet dient dan ook een Verklaring Sociale Hygiëne worden overlegd van een leidinggevende die ter plaatse aanwezig is. Deze leidinggevende dient ook minimaal 21 jaar of ouder en van goed levensgedrag te zijn. Hiernaast moeten maatregelen worden getroffen om bij eventuele incidenten en ongevallen medische zorg te kunnen bieden. Er moeten dus voldoende EHBO-posten zijn met gekwalificeerd personeel. Tot slot moet beschreven worden hoeveel en welke sanitaire voorzieningen worden geplaatst. Een en ander wordt beschreven in de actuele richtlijnen van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid. De actuele richtlijnen van het LCHV, die door het RIVM onderhouden worden zijn te vinden op: www.LCHV.nl (klik op LCHV-richtlijnen, vervolgens op evenementen). Hiernaast wordt extra informatie gegeven op de website van de GHOR (www.ghorbrabantmwn.nl) en op de website van de GGD (www.ggdhvb.nl).

7.Bereikbaarheid

7.Verkeersplan

7.Evenementen kunnen consequenties hebben voor het verkeer in de directe omgeving. Omwille van een evenement kunnen (delen van) wegen worden afgesloten

7.en kan verkeer worden omgeleid. Ook kan het grote aantal bezoekers de verkeersdoorstroming stremmen of tot parkeerdruk leiden. De organisator moet maatregelen treffen om de bereikbaarheid voor bezoekers (OV en auto) en voor hulpdiensten te waarborgen en de gevolgen voor het verkeer te beperken. Eventuele parkeeroverlast als gevolg van de activiteiten moet worden voorkomen. Ook zorgt de organisator voor de inzet van verkeersregelaars. Deze verkeersregelaars moeten vooraf worden aangesteld. Voornoemde zaken moeten worden opgenomen in een zogenaamd verkeers- en mobiliteitsplan. (Een format van een verkeers- en mobiliteitsplan is te vinden in de bijlagen.)

7.Afsluiting wegen

7.Indien verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn worden deze bepaald door afdeling Openbare Werken van de gemeente Boxmeer. Er wordt vastgesteld of de route naar en de locatie van het evenement vanuit openbare orde en veiligheidsaspecten acceptabel is. Afsluiting van een weg ten behoeve van een evenement kan in elk geval niet plaatsvinden, indien de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is, bijvoorbeeld als gevolg van tijdelijke situaties (werk in uitvoering) en als er geen adequate omleidingsroute is voor doorgaand verkeer, hulpverleningsdiensten of het ov.

7.Bij het, gedeeltelijk, afsluiten van de openbare weg moeten de hulpverleningsdiensten wel te allen tijde vrije doorgang hebben. Bij de beslissing over het al dan niet afsluiten wordt gekeken naar de belangen van het evenement, de aanwonenden, ondernemers en anderen in de betreffende straat en/of het gebied. Concreet betekent dit:

  • -

    de afsluiting van gebiedsontsluitingswegen wordt in beginsel niet toegestaan.

  • -

    de afsluiting van erftoegangswegen, die in hoofdzaak een verblijfsfunctie hebben, kan in beginsel worden toegestaan, mits dit geen onaanvaardbare verkeerstechnische belemmeringen oplevert. Uitzondering vormen in elk geval de erftoegangswegen, welke zowel een belangrijke verkeers- als verblijfsfunctie hebben, zoals de erftoegangswegen waaraan het politiebureau en de brandweerkazernes zijn gelegen.

7.In bijlage 2a worden de gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen benoemd, welke zowel een belangrijke verkeers- als verblijfsfunctie hebben, vermeld, waarvoor in beginsel geldt dat deze niet mogen worden afgesloten. Indien dit in een uitzonderingsgeval wel moet worden toegestaan moet een adequate omleidingsroute mogelijk zijn. Hiervoor moet de organisator een verkeer- en mobiliteitsplan indienen.

7.Volgens artikel 15 van Wegenverkeerswet wordt een verkeersbesluit genomen bij onder meer afsluiting van wegen.

7.Verkeersregelaars

7.Bij evenementen op de weg (bijv. carnavalsoptochten) bepaalt de gemeente in overleg met de politie of/en hoeveel verkeersregelaars noodzakelijk zijn. Het werven en begeleiden van verkeersregelaars is een verantwoordelijkheid van de organisatie. De organisatie bekostigt zelf de inzet van verkeersregelaars. Verkeersregelaars dienen:

  • -

    een instructiecursus van de politie te hebben doorlopen;

  • -

    te zijn aangesteld door de burgemeester;

  • -

    minimaal 18 jaar te zijn (16 jaar voor binnen de bebouwde kom);

  • -

    een oranje fluorescerende jas of hes dragen met aan beide zijden het woord ‘verkeersregelaar’;

  • -

    bij werkzaamheden in het donker in het bezit zijn van een zaklamp en oranje kegels.

7.Openbaar vervoer niet hinderen en bereikbaarheid per fiets of het openbaar vervoer

7.Voorafgaand aan en tijdens evenementen fungeert het openbaar vervoer als een belangrijke verbindingsader. De bestaande dienstregelingen krijgen te maken met een verhoogde bezetting of overbelasting, wat een veiligheidsrisico teweegbrengt. Ook noodzaken sommige evenementen tot gedwongen omleidingen en zijn er evenementen met een parade of route die de loop van de reguliere buslijnen langdurig verhinderen. De evenementorganisator is zelf verantwoordelijk voor de afstemming met het openbaar vervoer. In het kader van duurzaamheid is het belangrijk dat bij de locatiekeuze van een evenement rekening wordt gehouden met de bereikbaarheid per fiets en met het openbaar vervoer. Bij de parkeergelegenheden moet dan ook worden gezorgd voor een (gratis en bewaakte) fietsstalling.

7.Parkeren

7.De organisatie dient ervoor te zorgen dat er voldoende (openbare) parkeergelegenheid voor bezoekers is. Zo nodig dient de organisator bij de parkeergelegenheid ervoor zorg te dragen dat medewerkers aanwezig zijn om het parkeren in goede banen te leiden en toezicht te houden. Tevens en zo nodig dient de organisator ervoor te zorgen dat er voldoende bewegwijzering is aangebracht naar het parkeerterrein.

7.Vuurwerk

7.Om vuurwerk tijdens een evenement te mogen afsteken is (afhankelijk van de omvang) een aparte vergunning vereist of kan worden volstaan met een melding. Gedeputeerde Staten van de Provincie Brabant-Noord hebben de beslissingsbevoegdheid hierover gemandateerd aan de Omgevingsdienst Brabant-Noord. De afsteeklocatie voldoet en degenen die het vuurwerk afsteken zijn daartoe bevoegd. Er is geen vergunning nodig om consumentenvuurwerk af te steken tijdens de jaarwisseling (de periode staat in het Vuurwerkbesluit 2002). Buiten die periode hebben bedrijven een vergunning of meldingstoestemming nodig, bijvoorbeeld bij een huwelijk of bedrijfsfeest. De organisator dient deze zelf aan te vragen.

7.Geluid

7.Bij de organisatie van evenementen in de open lucht (inclusief in tenten buiten de inrichting) zal een zekere mate van geluidshinder als zijnde onvermijdelijk optreden. Het uitgangspunt ten aanzien van geluid is dan ook niet dat niemand meer geluidshinder mag ondervinden. Het gaat erom dat de geluidshinder rond evenementen beter beheersbaar wordt en dat onevenredige geluidsoverlast kan worden voorkomen dan wel zo veel mogelijk wordt beperkt. Geluidsoverlast wordt niet alleen bepaald door het muziekniveau. Een ander aspect is de acceptatiegrens. Eén evenement per jaar op een bepaalde locatie zal op minder weerstand stuiten dan meerdere keren op eenzelfde locatie. Hetzelfde geldt voor een evenement dat om 23.00 uur stopt of een evenement dat om 02.00 uur eindigt. Een ander aspect is of men ook zelf bezoeker (bijv. buurtbewoner tijdens een buurtfeest) is van dat evenement.

7.De laatste jaren blijkt dat als wordt geklaagd over een evenement dit voornamelijk geluidsoverlast betreft. Men name de bastonen worden dan als hinderlijk ervaren. Daarom worden naast geluidsnormen in dB(A) nu ook normen voor de bastonen gesteld met maximale waarden in dB(C). De geluidsnormen in dB(C) zijn afhankelijk van de muzieksoort. In de meest voorkomende gevallen zullen deze niveaus tot maximaal 15 dB hoger liggen dan de overeenkomstige geluidsnormen in dB(A). Indien lagere normen zouden worden gesteld, wordt onevenredig afbreuk gedaan aan het typische karakter van de muziek en de beleving bij het publiek. Grotere verschillen tussen de dB(A)- en de dB(C)-waarde leiden vaak tot meer klachten en worden ook niet altijd door het publiek als prettig ervaren.

7.De verantwoordelijkheid om te voldoen aan de geluidsvoorschriften ligt altijd bij de organisatie. Organisatoren kunnen zelf tijdens het evenement geluidsmetingen uitvoeren. Door regelmatig zelf de geluidsniveaus te controleren, kan de organisatie geluidsoverlast en eventuele overtredingen voorkomen. Als duidelijk wordt dat de geluidsnormen worden overschreden, dient de organisator direct zelf in te grijpen.

7.Voor het maken van meer geluid wordt onderscheid gemaakt in het maken van meer geluid binnen of buiten een richting, zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer. Onderstaand een schema ter illustratie.

7.Het maken van meer geluid binnen een inrichting

7.Binnen de inrichting gelden de geluidsnormen genoemd in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het college van burgemeester en wethouders kan collectieve festiviteiten aanwijzen gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen voor één of meer delen van de gemeente. De inrichtingen in het aangewezen deel van de gemeente mogen gedurende de collectieve festiviteiten afwijken van de geluidsnormen genoemd in het activiteitenbesluit. Hiernaast mag 12 keer per jaar voor een individuele inrichting een kennisgeving voor een incidentele festiviteit worden ingediend. De betreffende inrichting mag dan tijdens deze festiviteit afwijken van de geluidsnormen genoemd in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Wanneer sprake is van een collectieve festiviteit of een incidentele festiviteit mag tot 01.00 uur binnen de inrichting een geluidsnorm van maximaal 80 dB(A), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter, worden aangehouden.

7.Het maken van meer geluid buiten een inrichting

7.Buiten de inrichting kan een geluidsontheffing op grond van 4:6 van de APV worden aangevraagd. Hierbij zijn bij vergunningsplichtige evenementen andere geluidsnormen bepaald dan voor vergunningsvrije/meldingsplichtige evenement.

7.Vergunningvrije/meldingsplichtige evenementen mogen een maximaal bronniveau hebben van 105 dB(A) en 120 dB(C), gemeten op 1 meter afstand van de bron (geluidsbox). Een hoger bronniveau betekent dat dit meer impact op de leefomgeving heeft en voor het evenement een vergunning moet worden aangevraagd. Een bronniveau van 105 dB(A) en 120 dB(C) zou op een afstand van 25 meter een geluidsniveau op moeten leveren van 70 dB(A) en 95 dB(C). Op een afstand van 50 meter zou het geluidsniveau 65 dB(A) en 80 dB(C). De vergunningvrije/meldingsplichtige evenementen blijven binnen de algemeen aanvaarde norm, dat een normaal gesprek in een woning mogelijk is. Bovendien ligt de acceptatiegrens veelal hoger.

7.Vergunningplichtige evenementen kunnen evenementen zijn, waarbij versterkte muziek – met een bronniveau van meer dan 105 dB(A) – ten gehore wordt gebracht. Wanneer in de nabijheid woningen gelegen zijn zal dit al snel leiden tot overlast. Volgens de in 1996 door de Inspectie Milieuhygiëne Limburg uitgebrachte nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” zou de gevelbelasting in de dag- en avondperiode, respectievelijk van 07.00 uur tot 19.00 uur en van 19.00 uur tot 23.00 uur, maximaal 70 a 75 dB(A) mogen bedragen en in de nachtperiode (van 23.00 uur tot 07.00 uur) tot maximaal 70 dB(A). Consequentie zou zijn, dat vrijwel geen enkel evenement kan worden vergund. Dit is niet gewenst, want evenementen zorgen voor levendigheid binnen de gemeente, vergroten de economische bedrijvigheid, bevorderen de onderlinge contacten tussen de burgers en dragen bij aan de promotie van de gemeente. Hiernaast gaat bij evenementen over een incidentele en relatief korte geluidsbelasting en wordt het aantal evenementen per locatie gemaximaliseerd.

7.Op basis van geluidsmetingen bij diverse vergunningplichtige evenementen is geconstateerd dat in de meeste gevallen aan de norm van 80 dB(A) en 95 dB(C) gemeten op de gevel van de dichtstbijzijnde woningen kan worden voldaan. Alleen bij evenementen op het Wilhelminaplein en het Raadhuisplein is in het verleden geconstateerd dat niet altijd de normen worden gehaald, omdat de dichtstbijzijnde woningen direct aan/boven de evenementlocaties liggen. Het is voor evenementen op deze locaties vrijwel onmogelijk om aan gewenste geluidnormen te voldoen. Gelet op het belang en de lang bestaande situatie van deze evenementenlocaties, het beperkte aantal klachten uit de directe omgeving en de tijdelijkheid van de geluidbelasting zijn voor deze specifieke evenementen(locaties) andere meetpunten bepaald. Enige geluidsoverlast is ook inherent aan het wonen in een centrum.

7. De geluidsnormen voor het Wilhelminaplein en het Raadhuisplein worden gemeten op de aangegeven referentiepunten in onderstaande figuren.

7.Als een organisatie van een evenement hogere normen nodig acht dan opgenomen in dit beleid, kan dit worden aangevraagd. Bij de aanvraag moet een gewenste hogere norm worden gemotiveerd en met een berekening worden onderbouwd. De gemeente zal per aanvraag beoordelen of de hogere waarden acceptabel zijn.

7.In onderstaande tabel zijn de geluidsnormen opgenomen die gelden op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming, zoals woningen.

Algemene geluidsnormen

Periode

Tijden

Maximale gevelbelasting

Zondag t/m donderdag

07.00 - 13.00 uur

50 dB(A) – 65 dB(C)

13.00 - 23.00 uur

80 dB(A) – 95 dB(C)

23.00 - 07.00 uur

45 dB(A) – 60 dB(C)

Vrijdag, zaterdag, officiële feestdag of aangewezen collectiviteitsdag

07.00 - 13.00 uur

50 dB(A) – 65 dB(C)

13.00 - 01.00 uur

80 dB(A) – 95 dB(C)

01.00 - 07.00 uur

45 dB(A) – 60 dB(C)

7.Indien het zendniveau van de geluidsboxen meer bedraagt dan 105 dB(A) en 120 (dB(C) (gemeten op 1 meter van de geluidsboxen) kan de organisator bij zijn vergunningaanvraag worden verzocht om een geluidsrapportage te overleggen, waaruit blijkt dat het geluidsniveau bij de dichtstbijzijnde woning van derden (of op een afstand van 50 meter) niet meer bedraagt dan de geldende geluidsnormen. Indien deze worden overschreden, dan kunnen in de vergunning middelvoorschriften worden opgenomen. Te denken valt aan het gebruik van een geluidsbegrenzer, de opstelling van de boxen en/of het podium. Indien de organisator niet bereid is deze middelvoorschriften te treffen, dan kan de vergunning worden geweigerd en kan het evenement geen doorgang hebben of zal de organisator moeten omzien naar een geschiktere locatie.

7.Het college kan daarnaast voor andere evenementen besluiten dat geen of hogere

7.geluidsnormen gelden. Voorwaarde is wel dat er bijzondere omstandigheden zijn, die

7.zwaarder wegen dan de belangen van de bewoners in de omgeving van de locatie waarop

7.het evenement zal plaatsvinden.

7.Overigens moet aan de gestelde geluidsnormen van 80 dB(A) en 95 dB(C) niet altijd en te veel waarde worden gehecht. Immers blijkt vaak dat niet eens het aantal decibellen de allesbepalende en overheersende factor is bij de mate van overlast. Veel mensen die geluidsoverlast ervaren vinden bepaalde (versterkte) muziek per definitie hinderlijk. De grens tussen hinderlijk, zeer hinderlijk of hard en keihard wordt dan steeds moeilijker vast te stellen. Ook het genre van de muziek speelt nog een rol.

7. Andere factoren – die wel eenvoudig zijn vast te stellen – zijn vaak veel bepalender bij het vast stellen van de mate van overlast:

  • -

    het tijdstip van een evenement (overdag of avond) en vooral: eindtijd;

  • -

    het aantal dagen dat een evenement duurt;

  • -

    het aantal weekenden achter elkaar dat er evenementen zijn (rustperiode);

  • -

    tijdige vooraankondiging van een evenement.

7.Communicatie en reclame

7.Evenementen zijn belangrijk voor de gemeente Boxmeer. Dit neemt niet weg dat deze evenementen voor overlast kunnen zorgen voor bewoners en/of ondernemers in de omgeving. Denk aan bezoekersstromen, parkeerdruk of afgesloten wegen. Met alle hiervoor genoemde voorwaarden wordt getracht deze overlast zoveel mogelijk te beperken. Ook is de organisator verantwoordelijk voor een goede, heldere communicatie richting bewoners en ondernemers. Het is van groot belang dat, wanneer bewoners en ondernemers mogelijk overlast zullen ervaren, zij juist geïnformeerd worden over bijvoorbeeld het evenement en de verkeersmaatregelen (met bijbehorende data en tijden) en contactgegevens van organisatie. Om klachten of problemen voor te zijn doet een organisator er goed aan bijvoorbeeld een bewonersbrief verspreiden, maar ook op de dag(en) van het evenement bereikbaar te zijn om informatie te kunnen verstrekken. De gemeente zal een omwonende doorverwijzen naar de organisatie. Een concept van de bewonersbrief zal onderdeel uitmaken van de vergunningaanvraag.

7.Bij evenementen dient de organisatie omwonenden en bewoners/gebruikers van panden, die direct grenzen aan en uitzicht hebben op de locatie van het evenement, te informeren over de te houden activiteiten. Hierbij moet tenminste worden vermeld:

  • -

    de begin- en de eindtijd van het evenement;

  • -

    de namen van de verantwoordelijke personen;

  • -

    de naam en een telefoonnummer van een contactpersoon waar omwonenden nadere informatie van kunnen krijgen voor, tijdens en na het evenement;

  • -

    afzetting wegen.

7.Het plaatsen van sandwich- en of driehoeksborden op gemeentegrond is niet meer toegestaan in de gemeente Boxmeer. Voor het maken van reclame in de vaste panelen kunt u contact opnemen met Jordans sign & promotion, Transportcentrum 11, 5835 CT Beugen, t. +31 (0)485 36 24 24, info@jordans.nl, www.jordans.nl. Wel mogen aankondigingsborden op particulier terrein, met toestemming van de eigenaar van dat terrein, worden geplaatst.

7.Flyeren valt onder de afvalstoffenverordening en is toegestaan tijdens een evenement. De flyers dienen na het evenement wel te worden opgeruimd.

7.Het maken van reclame door stickers te plakken is in ieder geval verboden.

7.Afval en schoonmaken evenemententerrein

7.Evenementen in de publieke ruimte veroorzaken vaak veel afval. De organisator van een evenement is verantwoordelijk (en aansprakelijk) voor het voorkomen van (milieutechnische) schade. Denk hierbij aan het eventueel gebruiken van energiezuinige stroomaggregaten, maar ook het grondig ontruimen en zuiveren van het evenemententerrein na afloop en het aanbrengen van voldoende afvalbakken. Het plakken van stickers is in ieder geval verboden.

7.Duurzaamheid

7.Het verduurzamen van lokale evenementen wordt door de gemeente Boxmeer gestimuleerd. Het is een reeds landelijk uitgezette trend, die naast milieuvriendelijk, ook goed is voor de portemonnee en de uitstraling van het evenement. Grote landelijke evenementen, bijvoorbeeld Lowlands en de Vierdaagsefeesten in Nijmegen zijn hier al actief mee bezig. Kleinschalige evenementen kunnen ook op diverse manieren verduurzamen.

7. Hieronder een opsomming met maatregelen waaraan kan worden gedacht.

7.Materiaal

  • -

    Verduurzamen van het materiaalgebruik: herbruikbare of composteerbare bekers, eetbare verpakkingen; ijsjes op een hoorntje, vis of vlees op een broodje of biologisch afbreekbaar verpakkingsmateriaal.

  • -

    Gebruikmaken van Eco-trays gekoppeld aan statiegeld.

  • -

    Drank en voedsel in grootverpakking inkopen en schenken uit de tap of andere bulkverpakkingen.

  • -

    Gebruikmaken van (herbruikbare) programmaborden waardoor men niet aan iedere bezoeker een programma hoeft uit te delen of vervang een programmaboekje door een app voor de mobiele telefoon.

  • -

    Drukwerk milieuvriendelijk maken en verspreiden.

  • -

    Voor milieuvriendelijke bewegwijzering en aankondigingen kiezen (bijvoorbeeld "Green Graffiti").

7.Afval

  • -

    Gebruik geen ballonnen.

  • -

    Zorg voor voldoende afvalbakken en leeg deze ook tijdens het evenement meerdere malen (maak bijvoorbeeld een afvalplan).

  • -

    Probeer zoveel mogelijk afval te scheiden.

  • -

    Ruim direct na afloop rondzwervend afval op, zodat verspreiding wordt voorkomen.

7.Energie

  • -

    Betrek bij voorkeur (groene) stroom van het net, dit is minder milieubelastend en bespaart veel geld. Nog beter is om zonnepanelen te gebruiken voor energie-opwekking. Mogelijk kan een energiebedrijf een mobiel zonnepanelenstation verhuren of uitlenen (sponsoring).

  • -

    Als gekozen wordt voor aggregaten, kies dan voor geluidsarme, brandstofzuinige aggregaten voorzien van vloeistofdichte opvangbak (Oerol festival gebruikt aggregaten met roetfilter).

  • -

    Zoveel mogelijk de energie en verlichting centraal regelen.

  • -

    Gebruik energiezuinige lampen en armaturen (zoveel mogelijk LED-verlichting).

7.Water

  • -

    Tref waterbesparende maatregelen zoals doorstroombegrenzers op alle kranen, stopknoppen bij watertappunten, draai overloopkranen van spoelbakken niet helemaal open, gebruik toiletten met kleinere reservoirs, toiletten met spoelonderbrekers en waterbesparende douchekoppen.

  • -

    Maak geen gebruik van chemische toiletten. Alle chemische toiletten, ook de zogenaamde Eco-toiletten, zijn milieuonvriendelijk, omdat ze gevuld zijn met chemische vloeistoffen. Kies alleen deze optie als het absoluut niet anders kan.

7.Eten en drinken

  • -

    Vergroot het aanbod van biologische en Fairtrade producten.

  • -

    Bied ook vegetarische snacks en maaltijden aan.

  • -

    Maak zoveel mogelijk gebruik van lokale (biologische) leveranciers en producenten.

7.De gemeente Boxmeer kan meedenken met organisaties over het verduurzamen van het eigen evenement. Zie voor meer informatie over het verduurzamen van evenementen: www.umef.net, www.louisdeco.nl en www.fairtrade.nl.

7.Aansprakelijkheid

7.Voor schade die ontstaat als gevolg van een evenement is in de eerste plaats de organisator aansprakelijk. Maar ook de deelnemer kan aansprakelijk zijn als hij/zij door zijn/haar handelen schade veroorzaakt. Een evenementenvergunning is geen vrijwaring voor hinder die omwonenden in het algemeen niet hoeven te dulden. Ook niet voor hinder die in een bezwarenprocedure is verworpen. Ondanks dat er een vergunning is verleend voor een evenement kan voor de vergunninghouder toch aansprakelijkheid ontstaan uit onrechtmatige daad.

8. Gemeentelijke ondersteuning

Gemeente Boxmeer biedt diverse ondersteuning aan evenementen. Het doel is enerzijds om evenementen in de gemeente te stimuleren en anderzijds om vrijwilligers te ondersteunen om een leuk evenement voor de lokale bevolking te kunnen organiseren door hen op onderdelen te faciliteren. In dit hoofdstuk worden de regels uiteengezet.

Eerst een uitleg ten aanzien van niet-commerciële instellingen. Met niet-commerciële instellingen wordt gedoeld op organisaties ‘die zich blijkens hun statuten de uitoefening ten doel stellen activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard te verrichten en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers’. Indien een niet-commerciële instelling niet kan aantonen dat zij geen commerciële belang hebben, dan worden zij aangemerkt als commerciële instelling.

Gemeentelijke materialen

De gemeente heeft een aantal materialen, zoals dranghekken, verkeersborden en afzetmaterialen (officiële verkeersborden en –hekken). Deze worden uitsluitend ter beschikking gesteld aan lokale verenigingen en stichtingen bij de organisatie van niet-commerciële evenementen. Deze worden om-niet te beschikking gesteld. Een aantal afspraken ten aanzien van het gebruiken van deze materialen zijn:

  • -

    Organisaties, die gemeentelijke materialen willen gebruiken, dienen tenminste drie weken doch maximaal een jaar voor de datum waarop de materialen worden benodigd een daartoe strekkend verzoek bij voorkeur schriftelijk in te dienen;

  • -

    Het uitlenen van materialen geschiedt op volgorde van binnenkomst ("wie het eerst komt...");

  • -

    De materialen worden in principe uitsluitend uitgeleend voor activiteiten binnen de gemeente Boxmeer;

  • -

    De materialen worden in principe voor een periode van maximaal twee weken uitgeleend;

  • -

    De omgang met gemeentelijke materialen moet op een nette wijze gebeuren. Wordt dit niet gedaan, dan kan worden besloten om de betreffende organisator geen materialen meer uit te lenen. Beschadigingen aan en vermissingen van de materialen worden in ieder geval bij de organisatie in rekening gebracht die de materialen heeft geleend. Bij beschadiging worden de reparatiekosten in rekening gebracht en indien reparatie niet mogelijk is de nieuwwaarde het materiaal.

Gemeentelijke materialen moeten door evenementenorganisatoren zelf worden opgehaald en terug bezorgd. Ten aanzien van het halen en brengen van de materialen zijn de volgende afspraken van toepassing:

  • -

    Voor het halen en brengen van de materialen mogen organisatoren kosteloos gebruik maken van een grote aanhanger (rijbewijs BE benodigd) en/of een kleine aanhanger (rijbewijs B) die op de gemeentewerf staan;

  • -

    Gemeentelijke materialen die in het weekend worden gebruikt, moeten op donderdag tussen 07.30 uur en 16.00 uur en/of vrijdag tussen 7.30 uur-12.00 uur worden opgehaald. Deze moeten uiterlijk dinsdag voor 16.00 uur zijn teruggebracht. Indien dit vanuit de evenementorganisator niet te organiseren is dan is het in overleg altijd mogelijk om van de vastgestelde tijden af te wijken. Wel moet het binnen de openingstijden van de gemeentewerf vallen. Dat is van maandag t/m vrijdag tussen 7.30-16.00 uur;

  • -

    De organisatie is zelf verantwoordelijk voor het juiste gebruik en de plaatsing van de afzethekken en borden.

In uitzondering op de voornoemde afspraken, worden de gemeentelijke materialen bij een aantal evenementen die het algemeen maatschappelijk dienen door de gemeente gebracht en opgehaald. Dit betreffen de volgende evenementen:

  • -

    Koningsdag;

  • -

    4en5 mei-viering;

  • -

    Vaartprocessie;

  • -

    Intochten St. Nicolaas;

  • -

    St. Maarten optochten;

  • -

    11 gemeentelijke kermissen (v.w.b. het kermisterrein);

  • -

    Vierdaagse’ (Stichting wandelsport Boxmeer);

  • -

    en andere door het college bepaalde activiteiten.

Voor een aantal evenementen verzorgt de gemeente wel de verkeersomleidingen, maar moeten de dranghekken door de organisaties zelf worden opgehaald en geplaatst. Dit betreffen de volgende evenementen:

  • -

    Wielerronde Daags na de Tour;

  • -

    Lichtjesoptocht;

  • -

    Metworstrennen.

Gebruik van de gemeentelijke stroom- en watervoorzieningen

Evenementenorganisatoren kunnen gebruik maken van de gemeentelijke stroom- en watervoorzieningen. Bij gebruik van deze voorzieningen door commerciële instellingen en voor grootverbruikers, zoals IJsfestijn en Muziekpark, wordt voor het gebruik een vergoeding gerekend. Hiervoor worden de feitelijke gebruikskosten in rekening gebracht door middel van het opnemen van de meterstanden. Voor (overige) niet-commerciële instellingen wordt geen vergoeding gerekend.

Afval opruimen en het vegen van het evenemententerrein

Evenementenorganisatoren zijn zelf verantwoordelijk voor het vegen van het evenemententerrein en het opruimen van afval, evenals voor de kosten hiervoor. Indien dit toch gebeurt in opdracht van de gemeente, dan worden deze kosten doorberekend aan de betreffende evenementenorganisaties.

Voor de volgende evenementen worden de kosten voor het afval en vegen wel voor rekening van de gemeente genomen:

  • -

    Carnaval(soptochten) (incl. Lichtjesoptocht);

  • -

    11 gemeentelijke kermissen (v.w.b. het kermisterrein);

  • -

    Markten;

  • -

    Koningsdag;

  • -

    Dodenherdenking;

  • -

    Hemelvaartjaarmarkt;

  • -

    Wierronde Daags na de Tour;

  • -

    Vaartprocessie;

  • -

    IJsfestijn.

Het verplaatsen van de boombakken op het Raadhuisplein

Het eventueel verplaatsen van de boombakken op het Raadhuisplein ligt bij de gemeente en de bijbehorende kosten voor het verplaatsen van de boom ten behoeve van evenementen worden doorbelast naar de organisator van het evenement. Voor de volgende evenementen worden de kosten voor verplaatsen van de boombakken op het Raadhuisplein voor rekening van de gemeente genomen:

  • -

    Carnaval(soptochten) (incl. Lichtjesoptocht);

  • -

    Wielerronde Daags na de Tour;

  • -

    IJsfestijn.

Uitschakelen openbare verlichting

Ten behoeve van een evenement kan het gewenst zijn dat de openbare verlichting wordt uitgeschakeld. Echter mag vanuit veiligheidsoverwegingen de organisator deze zelf niet in- of uitschakelen. Hiervoor wordt door de gemeente een externe partij ingehuurd. De kosten voor het schakelen van de openbare verlichting is per evenement ca. € 400,-. Gezien het een verantwoordelijkheid betreft van de evenementorganisator kunnen deze kosten worden doorberekend aan de evenementorganisator.

Voor de volgende evenementen worden de kosten voor het schakelen van de openbare verlichting wel voor rekening van de gemeente genomen:

  • -

    Carnaval(soptochten) (incl. Lichtjesoptocht);

  • -

    Wielerronde Daags na de Tour.

Reclame op de gemeentelijke LED-pagina’s

Evenementen met een (boven)regionale uitstraling en met niet-specifieke bezoekers/voor een breed publiek via de gemeente kunnen worden geplaatst op de gemeentelijke LED-pagina’s. Besloten is om deze dienstverlening aan te bieden voor de volgende evenementen (niet alle vermelde evenementen maken hier gebruik van):

  • -

    Lichtjesoptocht;

  • -

    Metworstrennen;

  • -

    NK Maasheggenvlechten;

  • -

    Militracks;

  • -

    Lindefeesten;

  • -

    Popfestival Op de Toffel;

  • -

    Bourgondisch Boxmeer;

  • -

    Boxmeerse Vaart;

  • -

    Heilige Bloedprocessie;

  • -

    Outlands Open Air;

  • -

    Wielerronde Daags na de Tour.

Legeskosten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag worden normaliter legeskosten in rekening gebracht. Deze kosten staan vastgelegd in de Legesverordening van de gemeente Boxmeer. Niet-commerciële instellingen zijn vrijgesteld voor het betalen van legeskosten voor de volgende aanvragen:

  • -

    Evenementenvergunning en melding evenement (meldingen zijn altijd legesvrij);

  • -

    Geluidsontheffing;

  • -

    Stookontheffing;

  • -

    Omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik;

  • -

    Ontheffing verstrekking zwak-alcoholhoudende drank;

  • -

    Tijdelijke gebruiksvergunning (bijvoorbeeld voor een tent of overkapping).

9. Toezicht en handhaving

Het toezicht en de handhaving in gemeente Boxmeer is geregeld in het Handhavingsbeleid en het jaarlijks integraal toezichts- en handhavingsprogramma van gemeente Boxmeer.

Uitgangspunten toezicht en handhaving

Hieronder volgen wel een aantal uitgangspunten ten aanzien van toezicht en handhaving bij evenementen.

Veiligheid en levendige stad in balans

Veiligheid is een belangrijk aspect bij de organisatie van evenementen en is een randvoorwaarde voor het kunnen plaatsvinden van het evenement. Ook het beperken van overlast voor omwonenden is een belangrijk aandachtspunt. Tegelijkertijd wil Boxmeer graag een levendige en gastvrije gemeente zijn met diverse initiatieven en evenementen. Deze twee ambities gaan niet altijd samen. In het toezicht- en handhavingsmodel is getracht deze twee ambities met elkaar in balans te houden en te vertrouwen op maximale naleving van de voorschriften door de organisator.

High trust, high penalty

De organisator is primair verantwoordelijk voor een goed verloop van een evenement en dus voor alles wat moet gebeuren in aanloop, tijdens en na afloop van het evenement. Toezichthouders kunnen bij alle evenementen aanwezig zijn. Dit betekent niet dat de zij verantwoordelijk zijn of worden voor het verloop van het evenement, want deze verantwoordelijk ligt te allen tijde bij de organisator. Het model gaat uit van ‘high trust, high penalty’: een organisator krijgt de ruimte en het vertrouwen om zijn verantwoordelijkheid te nemen en te tonen. Op basis van ervaring met de organisator en/of met het evenement wordt bezien hoe het toezicht op de voorschriften van de vergunning verloopt. Een organisator die zich normaliter aan de afspraken en voorschriften houdt hoeft geen strikte toezicht te verwachten. Ook de ernst van de overtreding speelt hierbij een rol: hoe ernstiger de overtreding, des te zwaarder de handhavende maatregel.

Vertrouwen in ondernemer

Wanneer een organisator telkens bepalingen in de APV overtreedt en zich ogenschijnlijk door getroffen maatregelen niet ertoe laat leiden dat hij zijn bedrijfsvoering dusdanig aanpast dat hij overtredingen of incidenten in de toekomst zal voorkomen, kan de burgemeester oordelen dat hij zijn vertrouwen in de desbetreffende organisator is kwijtgeraakt. De burgemeester meent dan dat de organisator met zijn en/of het evenement een gevaar vormt voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat en treft maatregelen om een verstoring van de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de toekomst tegen te gaan. Dit geldt des te meer wanneer het evenement van de desbetreffende organisator al heeft geleid tot incidenten. De burgemeester kan, afhankelijk van de omstandigheden, besluiten dat hij een laatste waarschuwing geeft. Hij kan echter ook besluiten dat een eerstvolgende aanvraag voor een evenement wordt geweigerd. De burgemeester zal in zijn besluit motiveren wat maakt dat hij zijn vertrouwen in de organisator heeft verloren en welke maatregel hij passend acht.

Proportionaliteit en subsidiariteit

Een handhavingsmaatregel moet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit voldoen. Dit houdt in dat de maatregel niet verder strekt dan strikt noodzakelijk en dat bij de keuze uit verschillende bevoegdheden geen zwaardere bevoegdheid wordt gebruikt dan wat op basis van redelijkheid gewenst is. Bij het gebruikmaken van de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel speelt ook de mate van verwijtbaarheid en/of nalatigheid van de organisator een belangrijke rol, evenals eventuele eerder gegeven bestuurlijke waarschuwingen en opgelegde maatregelen. Er is dus altijd sprake van maatwerk.

Erfelijke belasting

Toezicht en handhaving vindt plaats per organisator, per evenement en per locatie. Wanneer specifieke ervaringen uit het verleden hier aanleiding toe geven, kan het zo zijn dat een nieuwe organisator bij een bestaand evenement wordt belast met de "erfenis" van zijn voorganger(s). Dit gebeurt bijvoorbeeld bij eerder ervaren geluidsoverlast op een bepaalde locatie. Er kunnen dan nadere eisen gesteld worden aan de geluidsproductie. Dit kan ook gelden voor verschillende evenementen op dezelfde locatie.

Een maatregel kan gevolgen hebben voor meerdere evenementen van dezelfde organisator. Wanneer bijvoorbeeld een organisator meerdere evenementen per jaar organiseert en hij bij een evenement ernstige overtredingen op de vergunning begaat. De burgemeester kan dan besluiten dat extra voorschriften worden gesteld in de vergunning voor andere evenementen die deze organisator organiseert. Deze extra voorschriften kunnen ook worden gesteld wanneer bijsturing of herstel bij het voorgaande evenement niet meer mogelijk was. Erfelijkheid kan teruggaan tot maximaal 5 jaar. In de erfelijke belasting worden alle bestuurlijke maatregelen meegenomen van de vorige 5 jaren.

Het minimaliseren van risico

Zowel in aanloop naar, als tijdens en na afloop van het evenement wordt gestuurd op het minimaliseren van het risico dat door het evenement de openbare orde en veiligheid of het woon- en leefklimaat van omwonenden wordt aangetast. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt primair bij de organisator van het evenement. Uitgangspunt is dat de organisator op de hoogte is van alle voorschriften die aan een evenement worden gesteld en van relevante wet- en regelgeving.

Zo wordt in voorbereiding naar het evenement door middel van het doorlopen van de aanvraag en eventuele overleggen hierover zoveel mogelijk geïnformeerd. Zo kan de brandweer in de voorbereiding reeds afspraken maken over de plaatsing van tenten, kan de politie ter voorkoming van verstoring van de openbare orde buiten het evenemententerrein aangeven of extra politiecapaciteit wordt ingezet (afhankelijk van de aard en omvang van het evenement), kunnen afspraken worden gemaakt om geluidsoverlast te voorkomen (denk aan het inregelen van geluid, opstelling speakers, aantal, afscherming, etc.). Het voorkomen van onveilige situaties en/of overlast is immers beter dan genezen.

Kort voor aanvang van een evenement kan een (multidisciplinaire) schouw plaatsvinden op het evenemententerrein en/of parcours, welke is gericht op het constateren van veiligheidsrisico’s en is bedoeld om overtredingen te voorkomen. De diensten met toezichthoudende taken (politie, Veiligheidsregio en gemeentelijk toezicht) schouwen het terrein aan de hand van de gestelde vergunningsvoorschriften en hebben hun eigen verantwoordelijkheid in dit proces. De brandweer checkt onder meer de brandveiligheid, zoals nooduitgangen, de GHOR controleert onder meer de EHBO-post, de politie controleert de openbare orde en de verkeersveiligheid (zoals doorstroming verkeer en toegankelijkheid) en gemeentelijk toezicht controleert op overige voorschriften uit de vergunning. Zo bekijkt elke dienst vanuit de eigen discipline het terrein op mogelijke veiligheidsrisico’s. De tijdens de schouw geconstateerde knelpunten worden direct gemeld aan de organisator en moeten door de organisator worden opgelost/hersteld.

Tijdens en na het evenement kunnen diensten met toezichthoudende taken toezicht houden indien dit noodzakelijk is. Indien de dienst overtredingen constateert op het terrein waarop hij toezicht houdt, maakt hij een rapportage op waarmee eventueel handhavend kan worden opgetreden, danwel wordt de vergunning ingetrokken (als sanctie) of wordt het evenement verboden. In sommige gevallen wordt direct opgetreden door de toezichthoudende dienst. De aanwijzingen van functionarissen van brandweer, politie en andere overheidsdiensten inzake de veiligheid moeten stipt en direct worden opgevolgd.

Overtredingen en sancties

De gemeente Boxmeer kent de volgende sancties:

  • -

    Bestuurlijke (spoedeisende) bestuursdwang;

  • -

    Verbieden evenement nadat een evenement is gemeld of vergunning is verleend;

  • -

    Bestuurlijke dwangsom;

  • -

    Intrekking vergunning;

  • -

    Bestuurlijke strafbeschikking;

  • -

    Bestuurlijke boete (t.b.v. Drank- en Horecawet).

Onderstaand worden een aantal overtredingssituaties genoemd met de eventuele sancties als gevolg van de overtreding.

Aanvraag te laat ingediend.

Indien de aanvraag te laat is ingediend vindt geen beoordeling plaats en wordt ook geen toestemming, ontheffing of vergunning verleend. Eventueel bericht aan organisator dat het verboden is de activiteit te organiseren (afdeling Vergunningen). Bij eventuele doorgang wordt het evenement stil gelegd.

Aanwijzingen dat een evenement de openbare orde aantast.

Indien de openbare orde wordt aangetast gedurende het evenement kan deze worden stilgelegd. Indien voor het starten van een evenement aanwijzingen zijn dat de openbare orde wordt aangetast kan een vergunning worden ingetrokken en/of een evenement worden verboden ten aanzien van de openbare orde en veiligheid.

Houden van een evenement zonder vergunning en/of ontheffing (en toch beginnen).

Het evenement wordt gestopt als de openbare orde / veiligheid in geding is. In bepaalde gevallen wordt afgezien van handhaving, omdat de consequenties van beëindiging voor de openbare orde naar verwachting ernstiger zijn dan het laten voortduren van de overtreding. Goede rapportage is van belang en in dergelijke situaties zullen consequenties hebben voor een volgende vergunning.

Niet naleven van de in de vergunning gestelde voorwaarden (achteraf).

Bij geconstateerde overtredingen achteraf krijgt de organisator een waarschuwing. In deze waarschuwing wordt exact aangegeven wat de geconstateerde overtreding is en welke straf er staat op herhaaldelijke overtreding. Afhankelijk van de ernst van de overtreding wordt bij een volgend soortgelijk evenement een preventieve dwangsom opgelegd of deze vergunning geweigerd. Een andere optie is het opleggen van extra beperkende voorschriften in de vergunning.

Klachten en evaluaties

Een melding, verzoek of klacht tijdens het evenement kan binnenkomen bij de

politie, de ODBN en de gemeente. De opvolging van deze meldingen moet goed worden afgestemd tussen deze partijen. Meldingen en/of klachten worden altijd ter kennisname doorgegeven aan de afdeling Vergunningen. Op deze manier kan er een overzicht worden gemaakt van de klachten per evenement. Geluidsmetingen, in combinatie met de verzamelde klachten, vormen de basis voor een periodieke evaluatie van het evenement en het beleid. Goede verslaglegging van constateringen is een vanzelfsprekendheid.

10. Evaluatie

Na 4 jaar zal worden bekeken of deze Nota moet worden herzien.

11.Besluitvorming en overgang

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Boxmeer, ieder

voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

BESLUIT:

  • -

    de regels van deze ‘Nota Evenementen gemeente Boxmeer 2018’ met bijhorende bijlagen vast te stellen;

  • -

    dat deze ‘Nota Evenementen gemeente Boxmeer 2018’ in werking treedt vanaf het moment dat deze conform de Algemene wet bestuursrecht bekend zijn gemaakt;

  • -

    de notitie ‘Beleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008’ in te trekken na de inwerkingtreding van deze ‘Nota Evenementen gemeente Boxmeer 2018’;

  • -

    dat de notitie ‘Beleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008’ blijft gelden voor aanvragen binnengekomen en besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze ‘Nota Evenementen gemeente Boxmeer 2018’.

Burgemeester en wethouders van Boxmeer,

de secretaris-directeur, de burgemeester,

drs. ir. H.P.M. van de Loo K.W.T. van Soest

De burgemeester van Boxmeer,

de burgemeester,

K.W.T. van Soest

Artikel

Bijlagen Nota evenementen Boxmeer 2018

Bijlagen