Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

Geldend van 27-12-2017 t/m 31-12-2018

Gemeente Boxmeer

Onderwerp:

Vaststelling van de Legesverordening Boxmeer 2018.

Nummer:

7f.

De raad van de gemeente Boxmeer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

(Legesverordening Boxmeer 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 3.

    'maand': het tijdvak dat loopt van nº dag in een kalendermaand tot en met de (nº-1) dag in de volgende kalendermaand;

  • 4.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de nº dag in een kalenderjaar tot en met de (nº-1) dag in het volgende kalenderjaar;

  • 5.

    ‘kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • 1.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • 2.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart ofhet reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of dehandelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke

intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van eenomgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • 3.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers door ambtenaren, in uitoefening van hun functie;

  • 4.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

5.het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de onderdelen 1.17.7, 1.17.12, 1.17.16, 2.3.4.1.1, 2.3.4.1.2, 2.3.5.1.1, 2.3.5.1.2, 3.1.3, 3.2.1, 3.2.2 en 3.4.1, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of sociaal belang behartigende instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1.De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bijdeze verordening behorende tarieventabel.

2.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een

projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwetbedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordeningverschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot hetverkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in hetkader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover hetprojectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld

in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabelgenoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekendeschriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel,

nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel doortoezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldigebekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1.In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de

leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • 2.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gesteldetermijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

1.Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bijdeze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleendovereenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomenbepaling.

2.Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordtde teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als eenvermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt

binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervanin het Staatsblad of de Staatscourant;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of laterewijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekkingtot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De 'Legesverordening Boxmeer 2017' vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2016, laatstelijk gewijzigd bij B&W-besluit van 6 december 2016 én 13 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt;

Artikel 13 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die vanbekendmaking.

2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening Boxmeer 2018'.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Boxmeer

in zijn openbare vergadering van 14 december 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

A.W.J.M. Cornelissen MMC

K.W.T. van Soest

Bijlage

Tarieventabel 2018