Regeling vervallen per 01-01-2019

Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2018

Geldend van 27-02-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2018

Bestuurlijke samenvatting

Voor u ligt het uitgewerkte Uitvoeringsprogramma van de gemeente Boxmeer voor de taken op het gebied van toezicht en handhaving. Dit uitvoeringsprogramma is een gedetailleerd werkprogramma op basis van rekenbladen en een tekstuele toelichting, waarin de toezicht- en handhavingstaken en de door het college gewenste projecten en lokale aandachtspunten zijn uitgewerkt en zijn vertaald in benodigde capaciteit. De benodigde capaciteit – uitgewerkt in rekenbladen per taakveld – is vergeleken met de beschikbare capaciteit. Daarmee is ook de link gelegd naar de – in de gemeentelijke begroting geborgde – middelen die nodig zijn om de verwachte/geraamde activiteiten uit te voeren.

In dit uitvoeringsprogramma wordt ook ingegaan op de bestuurlijke restrisico’s. Niet alle taken kunnen immers worden uitgevoerd met de beschikbare middelen. De risico’s ten aanzien van de taken die niet (kunnen) worden uitgevoerd, worden aldus inzichtelijk gemaakt.

Doel en wijze van totstandkoming Uitvoeringsprogramma (UP)

Dit uitvoeringsprogramma is een verplichting op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) en bovendien een uitwerking van de Landelijke kwaliteitscriteria VTH 2.1 die op 7 september 2012 zijn vastgesteld. Deze Landelijke kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening (de VTH-taken) door gemeenten en provincies in het Omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen.

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2018, bestaande uit reguliere taken en lokale aandachtspunten/thema’s/projecten. Aan dit uitvoeringsprogramma ligt hantering van een risicoanalyse ten grondslag.

Doelstelling van dit uitvoeringsprogramma is: 1) een duidelijke verbinding met de gestelde prioriteiten en doelstellingen; 2) een weergave van de concrete activiteiten voor toezicht & handhaving, inclusief de bijbehorende activiteit.

3) een uitwerking van het uitvoeringsprogramma in een concrete werkplanning voor alle betrokken organisatieonderdelen.

Dit uitvoeringsprogramma is daarmee de uitwerking van het beleidsplan Toezicht en Handhaving 2018-2022

Ten behoeve van de realisatie van dit uitvoeringsprogramma is binnen de gemeentelijke organisatie een proces afgesproken. De inhoudelijke voorbereiding van dit uitvoeringsprogramma heeft ambtelijk plaatsgevonden. Autonome taken zijn vertaald – samen met de inhoudelijk betrokken professionals – in verwachte tijdsbesteding, op basis van aantallen en kengetallen (benodigde tijd per product). Hierbij zijn verwachte of reeds doorgevoerde wettelijke of decentrale ontwikkelingen meegenomen. Er is kritisch gekeken naar kengetallen.

1. Ontwikkelingen

Landelijke ontwikkelingen

Omgevingswet

Op 1 juli 2015 heeft een ruime meerderheid van de Tweede Kamer ingestemd met de Omgevingswet. De consequenties voor toezicht en handhaving van de Omgevingswet zijn op dit moment nog niet in beeld gebracht

Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen

Dit wetsvoorstel is op 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede kamer en ligt nu voor in de Eerste Kamer. Een dergelijke wet kan tegen die tijd wel invloed hebben op de personele bezetting. Indien deze wet wel in werking treedt, zal te zijner tijd worden bezien welke gevolgen dit voor onze organisatie met zich meebrengt.

Regionale ontwikkelingen

Met de veiligheidsregio zijn er afspraken gemaakt om gezamenlijk controle uit te voeren bij evenementen

Met de politie zullen de komende tijd afspraken worden gemaakt om de samenwerking met de BOA’s te verbeteren.

Lokale ontwikkelingen

Horeca in het buitengebied In 2016 isde notitie 'Horeca in het buitengebied' van kracht. Ondernemers moesten aangeven wat ze wilden: of een volledige horecavergunning of een vergunning voor ondersteunende horeca. In 2018 zal er extra gecontroleerd worden of de horecaondernemers in het buitengebied zich nu aan de regels houden.

Drank en Horecawet

Momenteel bestaan ontwikkelingen in relatie tot detailhandel. De VVD wil een flinke versoepeling van de DHW. De partij werkt aan een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om alcohol te schenken in winkels, ‘blurring’ genaamd. Vorig jaar is een pilot gestart in 36 gemeenten waarin alcohol in winkels werd toegestaan. De pilot, waaraan ongeveer 450 ondernemers meedoen, liep in 2017 af. De uitkomsten dienen als input voor de evaluatie van de DHW in de Tweede Kamer.

Algemene plaatselijke verordening

De Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) als lokale regelgeving blijft dynamisch, mede gezien de breedte van de daarin geregelde onderwerpen. Telkens zal snel moeten worden ingesprongen op maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de behoefte aan deregulering, zodat de APV van de gemeente Boxmeer actueel blijft. Op 28-12-2017 is de APV 2018 in werking getreden

2.Wat gaan we daarvoor doen?

In dit uitvoeringsprogramma worden de taken beschreven die de gemeente Boxmeer uitvoert op het gebied van toezicht en handhaving van het omgevingsrecht. In de paragrafen 3.1 e.v. wordt uitvoerig ingegaan op de concrete activiteiten die in 2018 zullen worden uitgevoerd. Deze activiteiten zijn ruwweg te onderscheiden in een groot aantal reguliere taken op het gebied van toezicht en handhaving en daarnaast een aantal lokaal gewenste projecten en/of aandachtspunten.

In de paragrafen 3.1 e.v. worden de taken bovendien vertaald in benodigde capaciteit.

De basis voor de uitvoering van de taken en de prioriteiten die daarbinnen (moeten) worden gesteld, is gelegen in de toepassing van een risicoanalyse.

Probleemanalyse – plannen op grond van risico-afweging

De gemeente Boxmeer heeft een oppervlakte van 11.400 hectare (114 km2) en

ongeveer 28.000 inwoners. In de gemeente is een groot aantal agrarische en industriële

bedrijven aanwezig. Binnen de dynamiek die dat geeft is het een bestuursrechtelijke taak

van de gemeente om toezicht te houden op het gebied van het omgevingsrecht, de APV

en bijzondere wetten en bij geconstateerde overtredingen juridisch handhavend daar

tegen op te treden.

Het zal begrijpelijk zijn dat niet elke overtreding (meteen) door een toezichthouder kan

worden opgemerkt. Het aantal toezichthouders en het aantal uren dat toezichthoudende

werkzaamheden voor de gemeente worden verricht is om budgettaire reden beperkt. Dat

geldt ook voor juridische handhaving. Niet elke geconstateerde bestuursrechtelijke overtreding kan zodoende via een traject van juridische handhaving worden opgepakt.

In dit Uitvoeringsprogramma zijn de uitkomsten verwerkt van de uitgevoerde risicoanalyse per deelgebied.

Toezicht milieu

Dit onderdeel betreft het toezicht en de handhaving op milieu-inrichtingen. Uitgangspunt hierbij is dat de controles integraal worden uitgevoerd met behulp van uniforme checklists. Het toezicht- en handhavingsprogramma voor 2018 is opgebouwd uit de zogenaamde verplichte taken en de verzoektaken. Op basis van het basistakenpakket is de gemeente Boxmeer verplicht om milieutoezicht ten aanzien van een aantal categorieën bedrijven uit te besteden aan de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN). Daarnaast is er nog ruimte om verzoektaken in te brengen.

In het kort heeft het milieutoezicht betrekking op de volgende activiteiten:

a) Het milieutoezicht op de volgende omgevingsvergunningplichtige activiteiten:

  • ·

    sloopwerkzaamheden in opdracht van bedrijven of instellingen

  • ·

    het oprichten en in werking hebben van een omgevingsvergunningplichtige inrichting waarvoor B&W of GS het bevoegd gezag zijn.

  • ·

    activiteiten waarvoor krachtens provinciale verordening een vergunning is vereist,

  • ·

    activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub b, Wabo.

  • ·

    activiteiten met stoffen, preparaten en GGO’s die onder een amvb op grond van titel 9.2 Wet milieubeheer vallen of producten en toestellen die onder de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, titel 9.4 Wet milieubeheer of titel 10.3 Wet milieubeheer vallen en die worden uitgevoerd door de houder van de omgevingsvergunning.

b) Het milieutoezicht op niet-omgevingsvergunningplichtige inrichtingen dan wel inrichtingen:

  • ·

    die OBM-plichtig zijn en die vallen onder de meldingsplicht van het Activiteitenbesluit of onder het Besluit landbouw, het Besluit glastuinbouw of het Vuurwerkbesluit

  • ·

    inrichtingen en die deel uitmaken van een in de lijst genoemde branche of die een in de lijst genoemde activiteit uitvoeren.

c) Het milieutoezicht bij het tot stand brengen en beheren van werken en infrastructurele voorzieningen door bedrijven of instellingen voor zover het die activiteiten betreft en tot

slot het milieutoezicht bij de opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen voor

zover het die activiteiten betreft.

De inrichtingen zijn op basis van de risicoanalyse ingedeeld in de klassen ‘prioriteit hoog’, ‘prioriteit midden’ en ‘prioriteit laag’.

Het Regionaal operationeel kader ODBN 2017-2020 is van toepassing. Hierin worden de bovengenoemde taken, zoals samengevat en voorzien van uren in onderstaand rekenblad, uitgebreid beschreven.

Om te kunnen bepalen hoeveel tijd is gemoeid met het toezicht- op inrichtingen

wordt deels gebruik gemaakt van kengetallen. Deze zijn gebaseerd op gegevens van de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN).

De kentallen voor milieu bevatten de volgende werkzaamheden:

# voorbereiding controle;

# uitvoering eerste controle;

# opstellen controlerapport;

# reistijd;

# administratieve afhandeling.

In onderstaande tabel is de verdeling van de uren per taak binnen het milieutoezicht in het algemeen weergegeven. Op basis van het in onderling overleg opgestelde en goedgekeurde werkplan 2018 werd door ODBN een controleprogramma opgesteld dat is bijgevoegd (bijlage 3) en dat onderdeel

uitmaakt van dit uitvoeringsprogramma. In het uitvoeringsprogramma staan zo de bedrijven opgenomen die gecontroleerd gaan worden.

Beschikbare versus benodigde capaciteit toezicht milieu

Uit het controleprogramma volgt dat voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden 2754 uur benodigd zijn.

In de begroting 2018 (post 61405020 Handhaving ODBN/438398) bedraagt het beschikbare bedrag voor deze taken van de ODBN € 193.041. Dit bedrag voor 2018 is met 0,96% geïndexeerd t.o.v. het begrote bedrag in 2017 (€191.205). Dit bedrag komt overeen met 2421 declarabele uren. Dit betekent dat er ten opzichte van de benodigde/geraamde uren een beperkt tekort aan de orde is van 333 uur. Vooralsnog wordt er met deze constatering niets gedaan. De vraag is of bij een aantal taken de geraamde uren daadwerkelijk nodig zullen zijn (hoeveelheid klachten en juridische ondersteuning zijn immers grotendeels afhankelijk van externe vraag). Wel zal er in de kadernota 2018 extra gelden worden gevraagd voor meer uren tbv de ODBN.

Toezicht bouwen, slopen en ruimtelijke ordening

In onderstaand overzicht zijn het verwachte aantal controles per categorie aangegeven en het aantal daarbij behorende uren. Dit kengetal is opgebouwd uit de volgende onderdelen (gebaseerd op ervaringscijfers):

# voorbereiding controle;

# uitvoeren basisinspecties;

# uitvoeren extra inspecties;

# opstellen van brieven;

# stilleggen bouw (indien noodzakelijk);

# reistijd;

# administratieve afhandeling.

De werkzaamheden bestaan voor het grootste deel uit het uitvoeren van bouwcontroles bij nieuwbouw. Bij de berekening van de verwachte workload is daarbij uitgegaan van de geraamde aantallen nieuwbouwprojecten voor 2018, aangevuld met een inschatting van de benodigde controlewerkzaamheden naar aanleiding van de bestaande vergunningvoorraad (verleende omgevingsvergunningen 2017 en eerder).

De grootste risico’s (klasse I en II) bij bouwen liggen – zo is ook vastgelegd in de risicoanalyse – bij bouwen en slopen zonder vergunning en het toezicht op reguliere omgevingsvergunningen/verbouw van openbaar toegankelijke objecten. Dit vertaalt zich in de hoogte van de tijdsbesteding per controle.

Daarnaast vinden er BAG-controles plaats bij (onder de noemer) vergunningsvrij opgeleverde bouwwerken, wordt gecontroleerd naar aanleiding van klachten en meldingen, worden enkele sloopcontroles (niet risicovol) uitgevoerd, vindt er toetsing van het Bouwbesluit plaats en worden overtredingen op het gebied van ruimtelijke ordening gecontroleerd op basis van een piepsysteem.

Beschikbare versus benodigde capaciteit toezicht bouwen/ro

Voor het toezicht bouwen/ro is 1 fte beschikbaar (1450 uur). De benodigde workload in het rekenblad is berekend op 1454 uur. De geprioriteerde werkzaamheden kunnen aldus met de beschikbare capaciteit worden uitgevoerd, er is op voorhand géén sprake van een capaciteitstekort.

Toezicht brandveiligheid (bestaand gebruik)

De gemeente Boxmeer kent een hoge prioriteit toe aan handhaving van brandveiligheid.

In samenwerking met de brandweer is de Toezichtstrategie Brandveiligheid 2017-2021 tot stand gekomen. Deze strategie maakt onderdeel uit van het Beleidsplan TH 2018-2022.

In de toezichtstrategie wordt uitgegaan van 5 risicocategorieën. De categorie A zal ieder jaar gecontroleerd worden, waarbij 1 keer per 2 jaar een totaalcontrole en 1 keer per 2 jaar op de 4 belangrijkste inspectie-onderwerpen om slachtoffers te voorkomen. Van de categorie B en C objecten zullen de objecten 1 keer per 2 jaar gecontroleerd worden op de 4 belangrijkste inspectie-onderwerpen. De categorie D objecten zullen komende 4 jaar op de 4 belangrijkste inspectie-onderwerpen worden gecontroleerd. Voor de categorie E objecten geldt dat deze steekproefsgewijs of op verzoek aan de orde zullen komen.

Op basis van bovengenoemde prioritering worden door de brandweer in 2018 de hieronder in het rekenblad weergegeven controles uitgevoerd.

In overleg tussen gemeente en brandweer wordt bepaald welke objecten daadwerkelijk worden gecontroleerd. Daaruit volgt een gedetailleerde controlelijst.

De gehanteerde kentallen voor het uitvoeren van de controles brandveiligheid zijn gebaseerd op gegevens van de brandweer bevatten de volgende werkzaamheden:

# voorbereiding controle;

# uitvoering controle;

# opstellen controlerapport;

# benodigde reistijd;

# administratieve afhandeling.

Dit levert de onderstaande toezichtstrategie op:

Beschikbare versus benodigde capaciteit toezicht brandveiligheid

Mede ten behoeve van deze activiteiten levert de gemeente Boxmeer een bijdrage aan de veiligheidsregio welke is opgenomen op de begroting. Deze bijdrage volstaat om de taken zoals hierboven beschreven uit te kunnen voeren.

Toezicht APV/Bijzondere wetten

Globaal betreft dit onderdeel van het uitvoeringsprogramma het toezicht en de handhaving van:

  • ·

    de regels uit de APV. De aard van de regels is zeer divers. Dat varieert van evenementenvergunningen tot ontheffingen voor het verbranden van afvalstoffen;

  • ·

    de afvalstoffenverordening;

  • ·

    de bijzondere wetten zoals de Winkeltijdenwet, Wet op de kansspelen, de Drank- en Horecawet, de Visserijwet;

  • ·

    (economische) milieudelicten op het terrein van natuur en milieu en de fysieke leefomgeving (waaronder bouwen, wonen en ruimte);

  • ·

    groene wetten (Flora- en faunawet, Boswet etc.);

  • ·

    bodem en grondstromen (Besluit Bodem Kwaliteit);

  • ·

    Afhandeling klachten/meldingen op bovengenoemde onderdelen.

De hierboven genoemde taken worden uitgevoerd door BOA’s domein I en BOA’s domein II. De BOA domein I houdt zich met name bezig met het toezicht op de afvalstoffenverordening, de regels uit de APV (o.a. afval, openbare orde, hondenpoep, etc.) parkeerexcessen, toezicht op de horeca-inrichtingen en evenementencontroles. De BOA domein II houdt zich bezig met het toezicht op groene wetten en op bodemregelgeving.

De boa’s voor domein I en II zijn in dienst van de gemeente.

De grootste risico’s bij de APV en bijzondere wetten zijn gelegen bij:

  • -

    Evenementenvergunningen categorie B en C

  • -

    Horeca

  • -

    Het Groene Goud

Aan beide aspecten wordt dan ook navenant veel tijd besteed.

Overtredingen die het meest meest hinderlijk zijn betreffen:

  • -

    hondenpoep;

  • -

    fout parkeren van auto’s en fietsen;

  • -

    laden en lossen van vrachtwagens en fietsers in het centrum die voor onveilige situaties zorgen;

  • -

    zwerfaval (in het buitengebied);

  • -

    geluidsoverlast bij evenementen.

Met uitzondering van het laatst genoemde punt ligt het optreden tegen de, door de bewoners aangegeven hinderlijke situaties bij de BOA’s. Voor wat betreft de geluidsoverlast bij evenementen dienen de juiste voorwaarden aan de vergunningverlening te worden verbonden.

Een en ander resulteert in onderstaand rekenblad, waarin de uren per onderdeel van de werkzaamheden van de boa’s zijn opgenomen.

Toezicht APV/Bijzondere wetten (boa's domein 1)

Activiteit

Aantal

Kengetal

Benodigde capaciteit

Overlast huisdieren

50

Fietsen in voetgangersgebied

500

Evenementenvergunning/melding

500

Toezicht in de openbare ruimte (patrouilleren)

500

Controle drank- en horecawet

300

Toezicht veiligheid rondom scholen

150

Toezicht in de wijken (nav klachten/meldingen)

400

Parkeren (blauwe zone)

200

Overtredingen afvalinzameling

50

Intergemeentelijke projecten

150

Controles Wet BRP (adresonderzoeken)

200

Vuurwerkcontroles

100

Controles brandveiligheid horeca feestdagen

50

Afhandeling klachten en meldingen

950

Ondersteuning acties RIEC (o.a. woningsluitingen)

100

Subtotaal

0

4200

Toezicht Groene wetten (boa’s domein 2)

Activiteit

Aantal

Kengetal

Benodigde capaciteit

Toezicht buitengebied

300

Subtotaal

0

300

Beschikbare versus benodigde capaciteit toezicht APV/Bijzondere wetten en groen/bodem

Voor de uitvoering van het toezicht op de APV/Bijzondere wetten zijn 3 boa’s beschikbaar. Dit komt overeen met de benodigde capaciteit zoals geraamd in bovenstaand rekenblad.

De gemeente heeft ook een twee groen-BOA’s in dienst. 300 uur wordt gebruikt voor het toezicht op groene wetgeving en bodemregelgeving. Dit is voldoende.

3.(Juridische) handhaving

Wanneer een overtreder weigert een overtreding op het gebied van Milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid of APV te beëindigen zal een juridisch traject worden opgestart, dat loopt van vooraanschrijving tot en met de Raad van State in hoogste instantie. Daarbij gaat het milieuovertredingen voor zover die onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen, het handelen in strijd met een bestemmingsplan, het zonder of in afwijking van vergunning bouwen, tekortkomingen op het gebied van de brandveiligheid en het handelen in strijd met de APV. Door de wettelijke bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de jurisprudentie inzake bestuurlijke handhaving, bestaat een proces van juridische handhaving uit een aantal verplicht uit te voeren stappen:

  • 1.

    De overreding moet schriftelijk worden gerapporteerd door een bevoegd toezichthouder. Het rapport vormt de basis van juridisch handhavend optreden.

  • 2.

    Onderzocht moet worden of de geconstateerde overtreding “gelegaliseerd” kan worden via vergunningverlening achteraf. Bepalend daarbij is het advies van de betrokken vakafdeling die over die bepaalde vergunning gaat. Ook wordt nagegaan of sprake is van overgangsrecht dat in bestemmingsplannen staat opgenomen.

  • 3.

    Wanneer achteraf vergunning wordt aangevraagd en wordt verleend stopt de handhavingsprocedure.

  • 4.

    Wanneer de overtreding voortduurt moet eerst een vooraankondiging handhavend optreden worden toegezonden, waarbij overtreder gelegenheid krijgt om zienswijze in te dienen.

  • 5.

    De zienswijze en de omstandigheden van het geval op dat moment moeten worden beoordeeld en een last onder dwangsom kan worden opgelegd.

  • 6.

    Tegen de last onder dwangsom kan een bezwaarschrift worden ingediend en/of voorlopige voorziening worden gevraagd bij de rechter.

  • 7.

    Tegen het besluit op bezwaar kan in beroep worden gegaan bij de rechtbank in Den Bosch.

  • 8.

    Tegen die uitspraak kan in beroep worden gegaan bij de Raad van State in Den Haag.

In onderstaand rekenblad zijn de verwachte aantallen handhavingswerkzaamheden uitgewerkt. Daarbij wordt uitgegaan van kengetallen, die zijn gebaseerd op de ervaringsgegevens van de afgelopen jaren.

Beschikbare versus benodigde capaciteit juridische handhaving

Voor de uitvoering van de juridische handhavingswerkzaamheden zijn 2,6 fte aan juridische capaciteit beschikbaar. Dit komt overeen met 3770 uur. Voor de genoemde beleidsmatige werkzaamheden (o.a. beleid, uitvoeringsprogramma, jaarverslag) zijn bovendien 150 uur beschikbaar van de teamleider Toezicht en Handhaving. Dit resulteert in een totale beschikbare capaciteit van 3770 + 150 = 3920 uur. Dit is voldoende om de geraamde werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Specifieke budgetten voor RIEC

De gemeente Boxmeer blijft ook in 2018 aangesloten bij het RIEC. Het meerjarenbeleidsplan geeft visie op de koers RIEC Oost-Brabant en Zeeland West-Brabant. De beheersing van een complex en maatschappelijk vertakt probleem als ondermijnende criminaliteit vraagt veel van overheid en samenleving. Het gaat om de bestrijding van machtige industrie. Voor 2018 is de focus ook gelegen op de kernelementen van de aanpak t.b.v. focus vitale elementen van de criminele industrie, creëren van een ongunstig vestigingsklimaat voor criminelen en vergroting maatschappelijke bewustwording en betrokkenheid. Ook zet het RIEC zich sterk in op de versterking van kennis en inzicht door de uitwerking van ondermijningsbeelden en wat daarmee samenhangt. Eerder werden hiertoe al trainingen voor medewerkers van de gemeente gegeven door het RIEC.

Op de post 61404040 Deelname RIEC is een bedrag van € 12.600 begroot.

Op de post 61404025 Politie: integraal veiligheidsplan is het reguliere bedrag van

€ 31.100 begroot.

4.Wanneer gaan we dat doen?

Het uitvoeringsprogramma bestaat voornamelijk uit reguliere taken op het gebied van toezicht en handhaving.

De reguliere taken zoals toezichtcontroles worden gedurende het betreffende jaar uitgevoerd. Deze toezichtactiviteiten worden gepland. Hiervoor zijn planningen opgesteld bij de ODBN (milieutoezicht), de brandweer (brandveiligheidscontroles) en het team Toezicht en Handhaving van de gemeente (toezicht bouw en toezicht APV/Bijzondere wetten). De juridische handhavingswerkzaamheden zijn meer vraaggestuurd van aard. Dit is afhankelijk van de uitkomsten van het toezicht en de te ontvangen handhavingsverzoeken van burgers. Het plannen hiervan is daarom lastig.

Via monitoring en de afgesproken bestuursrapportages wordt de portefeuillehouder dan wel het college geïnformeerd over de omvang en voortgang van afhandeling van de geplande en vraaggestuurde werkzaamheden.

5.Wat gaat het kosten?

In voorgaande hoofdstukken is per taakveld een vergelijking gemaakt van de benodigde en de beschikbare capaciteit. Hieronder is deze vergelijking nogmaals samengevat weergegeven.

Capaciteit toezicht

benodigd

Beschikbaar

Saldo

Toezicht milieu (ODBN)

2754

2421

-333

Toezicht bouwen/ro

1454

1450

-4

Toezicht bestaand gebruik (brandveiligheid)

0

0

Toezicht APV/Bijzondere wetten (boa domein 1)

4200

4200

0

Toezicht Groene wetten (boa domein 2)

300

300

0

Totaal

8708

8371

-337

Totaal benodigde capaciteit Juridisch-handhaving in uren

Saldo

Juridische (handhavings)werkzaamheden

3879

3920

41

Ten behoeve van toezicht en handhaving op milieugebied en diverse kosten milieu/ruimte zijn twee kostenplaatsen opgenomen in de begroting:

  • ·

    In de begroting 2018 (post 61405020 Handhaving ODBN/438398) bedraagt het beschikbare bedrag voor deze taken € 193.041. Hieruit wordt de uitvoering van de basistaken en de verzoektaken door ODBN gefinancierd.

  • ·

    Budgetpost 61405010 handhaving diverse kosten voor een bedrag van € 7.400,--. Hieruit worden opdrachten verstrekt aan derden, waartoe ook ODBN kan behoren.

De salariskosten van de bij toezicht en handhaving betrokken eigen medewerkers zijn opgenomen op de begroting onder personeelskosten.

Afgezien van het geraamde tekort (toezicht milieu) zijn de middelen zoals hierboven genoemd voldoende om in de benodigde capaciteit te kunnen voorzien.

Monitoring van de financiële consequenties van het toezicht en de handhavingsresultaten vindt continu plaats. Door ODBN wordt maandelijks een rekening toegezonden met betrekking tot het basistakenpakket. Verzoekopdrachten worden afzonderlijk gefactureerd. Op basis van de rekeningen kan de voortgang worden gemonitord voor wat betreft het basistakenpakket.

Daarnaast kan via het systeem Join de ontwikkeling en het tijdsverloop van zaken worden gemonitord. Ook heeft de gemeente een eigen overzichtssysteem ontwikkeld dat wordt gebruikt als snel naslagwerk en voor het opstellen van de wekelijkse takenlijst.

Bij de algemene bijstellingen van de begroting wordt periodiek bekeken of de financiële dekking voldoende blijft.

6.Welke bestuurlijke restrisico’s zijn er?

De overheid kan niet alles gelijktijdig uitvoeren. Op basis van een probleemanalyse zijn prioriteiten gesteld. In dit hoofdstuk leest u dat dit, gelet op het bestuurlijke restrisico, zorgvuldig en gemotiveerd is gebeurd. Bij het maken van keuzes omtrent de uit te voeren VTH-taken is uitgegaan van de uitkomst van een risicoanalyse.

Hieronder wordt per taakveld toegelicht welke keuzes er zijn gemaakt. Daar waar er kwalitatieve of kwantitatieve keuzes zijn gemaakt die afwijken van een landelijke norm is er sprake van een bestuurlijk restrisico. Met de vaststelling van dit programma accepteert het bestuur die risico’s. Uitgangspunt bij het opstellen van dit programma is geweest de beschikbare capaciteit voor de uitvoering van de in dit programma opgenomen taken zoals die momenteel beschikbaar is.

Restrisico toezicht milieu

Het restrisico is aanwezig maar inherent en niet nieuw. Niet elk bedrijf kan namelijk elk jaar worden gecontroleerd. Ook is deze controle geen garantie dat er geen incidenten zullen plaatsvinden. De gemeente volgt de landelijke koers waarbij de bedrijven met de hoogste risico’s, vanaf 2013 onder het toezicht label van de Omgevingsdiensten, de meeste aandacht krijgen. De selectie van bedrijven gebeurt gewogen en gemotiveerd. De bedrijven die niet worden gecontroleerd vallen onder het bestuurlijk restrisico. Wel kunnen steekproefsgewijs, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten en meldingen, controles plaatsvinden bij bedrijven die nu niet zijn ‘voorgeselecteerd’.

Restrisico toezicht bouwen, slopen en ruimtelijke ordening

Op de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat geen capaciteit voorhanden is om, kleine verbouwingen aan woningen, bouwen van bijgebouwen en bestaande bebouwing te controleren m.u.v. toezicht vanuit aspect brandveiligheid en de integrale controles die plaatsvinden bij bedrijven. Het restrisico voor het toezicht op nieuwbouw is beperkt omdat er gelet op de beschikbare capaciteit weliswaar kwantitatieve keuzes zijn gemaakt maar dat hierbij wel rekening is gehouden met de uitkomst van de risicoanalyse. De activiteiten met de hoogste risico’s worden het intensiefst gecontroleerd en naarmate het risico afneemt worden de activiteiten minder intensief gecontroleerd.

Een restrisico is aan de orde ten aanzien van de diepgang van de uit te voeren bouwcontrole. Er wordt niet gewerkt met het landelijk voorgeschreven integraal toezichtprotocol (iTP), maar met een daarvan afgeleid toezichtprotocol, gebaseerd op de ervaringen in het bouwtoezicht van de gemeente Boxmeer.

Restrisico toezicht APV/Bijzondere wetten

Bij het toezicht in de openbare ruimte is gekozen voor een aanpak op basis van onderwerpen en thema’s die binnen onze gemeente belangrijk worden gevonden. Tijdens dit toezicht wordt aandacht gegeven aan deze gewenste lokale accenten. Het restrisico wordt gevormd door de aanwezige formatie. Voor onze gemeente zijn 3 gemeentelijke boa’s en 2 groen- boa’s beschikbaar. Deze boa’s moeten hun beschikbare uren verdelen over een groot grondgebied en kunnen dus niet ‘overal gelijktijdig’ zijn.

In het gebiedsgerichte toezicht worden ook de ingekomen klachten meegenomen. Bij urgente klachten wordt direct gereageerd, maar het kan voorkomen dat zich op enig moment twee of meerdere urgente klachten of incidenten gelijktijdig voordoen. Op basis van een weging van het aanwezige risico bij de diverse situaties wordt dan een keuze gemaakt en bestaat de kans dat er niet of niet direct gereageerd kan worden op een klacht/incident.

Restrisico (juridische) handhaving

Het restrisico is laag omdat er geen kwantitatieve en kwalitatieve keuzes zijn gemaakt. Met de binnen de gemeente totaal beschikbare capaciteit voor juridische werkzaamheden kunnen alle verwachte juridische handhavingsdossiers worden afgehandeld. De in onderhavig uitvoeringsprogramma opgenomen aantallen betreffen verwachtingen. Het kan zijn dat er in het geplande uitvoeringsjaar meer of minder juridische zaken op de gemeente afkomen.