Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2019

Geldend van 09-07-2019 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2019

Onderwerp:

Vaststelling van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2019.

Nummer:

7k.

De raad van de gemeente Boxmeer;

gezien het voorstel van het presidium d.d. 16 mei 2019;

gelet op het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2014, vastgesteld op 30 oktober 2014, in te trekken;

vast te stellen de navolgende:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2019

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd alsmede de door het presidium benoemde burgerraadsleden.

b. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

c. raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de van toepassing zijnde gemeenteklasse voor Boxmeer vastgestelde maximum.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen en werkbijeenkomsten

Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het deelnemen aan de vergaderingen van een commissie en vanaf 1 juli 2019 de daarmede door de agendacommissie gelijkgestelde werkbijeenkomsten toegekend die gelijk is aan het op grond van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers voor de gemeente Boxmeer van toepassing zijnde bedrag. Voor vergoeding komen in aanmerking degenen die de presentielijst hebben getekend of daarop door de griffier als deelnemer zijn aangetekend.

Artikel 4 Bijzondere commissie

1. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 120,- bruto per maand.

2. Als bijzondere commissie als bedoeld in het eerste lid wordt aangewezen de agendacommissie.

Artikel 5 Onderzoekscommissie

1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. De toelage bedraagt in een kalenderjaar maximaal driemaal de vergoeding als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6 Reis- en verblijfkosten

1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

b. bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

3. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 7 Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

1. Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Artikel 8 Scholing

1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. Het presidium beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 9 Computer(iPad) en internetverbinding

1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. Het presidium stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

3. De vergoeding voor de abonnementskosten voor een internetverbinding voor de computer bedoeld in dit artikel, bedraagt € 40,- netto per maand.

Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 11. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats.

Artikel 12. Betaling en declaratie van onkosten

1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door betaling uit gemeentelijke middelen op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur of betaling vooruit uit eigen middelen.

2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee weken na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden zo mogelijk binnen een maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt of bij de eerstvolgende salarisbetaling.

Artikel 13. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2019.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Boxmeer

in zijn openbare vergadering van 27 juni 2019.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

A.W.J.M. Cornelissen MMC

K.W.T. van Soest

Ondertekening