Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2020

Onderwerp:

Vaststelling van de Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2020.

Nummer:

13e.

De raad van de gemeente Boxmeer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 oktober 2019;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Boxmeer 2020

(Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2020).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden

van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm

dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de

basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1;

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1;

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    Per overnachting bedraagt het tarief € 1,18;

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, bedraagt het tarief voor groepen vanaf vijftien

  • personen tot en met de leeftijd van 16 jaar € 0,25 per overnachting per persoon.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven;

  • 2.

    Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 25,00 worden niet opgelegd.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld;

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 4.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later;

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 12 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden, verblijfhoudende personen te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar;

  • 3.

    De gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen kan ontheffing verlenen van het bijhouden van een gemeentelijk nachtverblijfregister indien de belastingplichtige voornemens is om een eigen nachtverblijfregister bij te houden indien dit eigen nachtverblijfregister gekoppeld is aan een bedrijfsmatig gevoerde, geautomatiseerde boekhouding;

  • 4.

    Het verzoek tot de in lid 3 bedoelde ontheffing dient voor aanvang van het betreffende belastingjaar te worden ingediend bij de in lid 3 genoemde gemeenteambtenaar;

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

Artikel 13 Aangifteplicht

  • 1.

    De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2 is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, tot een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken;

  • 2.

    De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen;

  • 3.

    Indien beschikbaar zal de grondslag voor de aanslag als bedoeld in het voorgaande lid tenminste gelijk zijn aan de grondslag van het voorgaande belastingjaar.

Artikel 14 Overgangsbepaling

De 'Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2019', vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting Boxmeer 2020'.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Boxmeer

in zijn openbare vergadering van 12 december 2019.

De raad voornoemd,

de griffier,

mr. K.H.W. Groenewoud-de Best

de voorzitter,

K.W.T. van Soest