Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater

Geldend van 11-06-2010 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater

De raad van de gemeente Boxtel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 06-04-10;

gehoord de commissie Ruimtelijke Zaken van 27-04-10;

gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer;

overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een rioolvoorziening en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een rioolvoorziening voor afvalwater;

overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

  • b.

    beheerder van het openbaar riool: het college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 2. Plicht tot afkoppelen

  • 1. De beheerder van het openbaar riool kan een gebied aanwijzen waarbinnen het verboden is een hemelwaterafvoerleiding aan te sluiten of aangesloten te houden op het openbaar vuilwaterriool. Eenzelfde gebiedsaanwijzing kan door genoemde beheerder worden gedaan ten aanzien van het vrijkomende grondwater bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen.

  • 2. De beheerder kan de wijze bepalen waarop het afkoppelen plaatsvindt.

  • 3. De gebiedsaanwijzing heeft geen betrekking op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en op de openbare weg.

  • 4. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan.

  • 5. De gebiedsaanwijzing treedt in werking met ingang van de 13e week na de dag waarop zij bekend is gemaakt.

  • 6. De beheerder kan ontheffing verlenen van de verplichting tot afkoppelen die voortvloeit uit de gebiedsaanwijzing, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater kan worden gevergd.

  • 7. Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 3. Strafbepaling

Overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften enbeperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van detweede categorie.

Artikel 4. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijnbelast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na bekendmaking.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 18-05-10.
De gemeenteraad van Boxtel,
de griffier,
mw. ir. V.M.E. van den Broek
de voorzitter,
F.H.J.M van Beers