Klachtenverordening Breda 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Klachtenverordening Breda 2013

De raad van de gemeente Breda;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2012, met bestuursvoorstelnummer 40133, inzake het afhandelen van (bejegenings-)klachten binnen de gemeente Breda en het (laten) benoemen van de leden van de Commissie Ombudsman;

gelet op artikel 149 Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Overwegende,

dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat (bejegenings-)klachten binnen de gemeente Breda op een zorgvuldige wijze worden behandeld omdat klachten signalen zijn die meehelpen aan de verbetering van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening;

dat naast een versterking van de centrale coördinatie op de klachten, een nog strakkere sturing op de behandeltermijnen en een intensievere inzet van mediationvaardigheden bij ingediende klachten tevens ten behoeve van een zorgvuldige afhandeling van klachten een ombudscommissie wordt ingesteld, die onder meer door de inzet van mediationvaardigheden sneller en meer laagdrempelig dan de Nationale ombudsman klachten kan behandelen;

dat de Raad op 21 juni 2012 heeft besloten met ingang van 1 januari 2013 daartoe een gemeentelijke, dan wel een gezamenlijke ombudscommissie in te stellen;

dat door deze aanpak meer oplossingsgericht wordt gewerkt en naar verwachting bij de afhandeling van klachten eerder het vertrouwen van de Bredase burger hersteld zal zijn;

besluit vast te stellen:

Klachtenverordening Breda 2013

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a)

      Ambtenaar: Een persoon met wie door het gemeentebestuur een arbeidsovereenkomst is gesloten naar burgerlijk recht, alsmede andere personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van bestuursorganen, zoals bedoeld onder b;

    • b)

      Bestuursorgaan: De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester;

      een gemeentelijke commissie waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester zijn toegekend;

    • c)

      Gedraging: Het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:

      • 1.

        een bestuursorgaan;

      • 2.

        de voorzitter of een lid van een bestuursorgaan;

    • d)

      Klager: De natuurlijke persoon of rechtspersoon die een klacht heeft ingediend;

    • e)

      Commissie Ombudsman Het onafhankelijke orgaan, als bedoeld in artikel 9:17 aanhef en onder b van de wet, waarbij een klacht kan worden ingediend indien men niet tevreden is over de klachtafhandeling bij de gemeente;

    • f)

      Wet: De Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • 2. Een gedraging van een ambtenaar, verricht in de uitoefening van zijn functie, wordt aangemerkt als een gedraging van het orgaan onder wiens verantwoordelijkheid hij werkzaam is.

  • 3. Deze verordening heeft geen toepassing voor beleidsterreinen, waarvoor krachtens wettelijke regeling een specifieke klachtenregeling is vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Interne klachtbehandeling

Artikel 2 De wijze waarop een klacht kan worden ingediend

  • 1. Een klacht kan mondeling, schriftelijk of via het elektronisch klachtenformulier op de website van de gemeente worden ingediend.

  • 2. Indien de klager dat wenst wordt hem/haar medewerking verleend bij het op schrift stellen van de klacht.

Artikel 3 De behandeling van klaagschriften

Een schriftelijk ingediende klacht wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van afdeling 9.1.2. van de wet en met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 4 Voldoen aan indieningsvereisten

Indien een schriftelijke klacht niet voldoet aan het gestelde in artikel 9:4 van de wet, is de wet overeenkomstig van toepassing en wordt de klager alsnog in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen binnen een daartoe gestelde termijn.

Artikel 5 Ontvangstbevestiging

  • 1. Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk en verstrekt daarbij zoveel mogelijk informatie over de te volgen procedure.

  • 2. De ontvangstbevestiging bevat in ieder geval informatie over de termijn waarbinnen de klacht moet zijn afgehandeld alsmede over de mogelijkheid om de klacht voor te leggen aan de commissie, indien de klacht binnen deze termijn niet is afgehandeld.

Artikel 6 Informele behandeling

Uitgangspunt bij de behandeling van klachten is om de klacht op informele wijze naar tevredenheid van de burger af te handelen.

Hoofdstuk 3 Behandeling door de Commissie Ombudsman

Artikel 7 Instelling Commissie Ombudsman

  • 1. Er is een Commissie Ombudsman (hierna: de commissie).

  • 2. De commissie is niet ondergeschikt aan enig bestuursorgaan en vervult haar taak zonder vooringenomenheid.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan het onderzoek indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarbij zij op enigerlei wijze direct of indirect zijn betrokken of betrokken zijn geweest.

Artikel 8 Samenstelling en zittingsduur commissie

  • 1. De commissie bestaat uit één voorzitter en twee leden, die op voorstel van burgemeester en wethouders worden benoemd door de raad. De raad benoemt uit de leden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

  • 2. De benoeming geschiedt voor de periode van zes jaar op grond van artikel 81q van de Gemeentewet. Alle leden kunnen direct na afloop van deze periode worden herbenoemd.

  • 3. Tot voorzitter of lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      de burgemeester en leden van een orgaan, bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b;

    • b.

      ambtenaren en andere personen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub a;

    • c.

      bestuurders en personeelsleden van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband, waarin de gemeente deelneemt.

  • 4. Ten aanzien van leden van de commissie is artikel 81s van de Gemeentewet voor het afleggen van een eed van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Ontslag

  • 1. De raad ontslaat de voorzitter of een lid van de commissie:

    • a.

      Op zijn verzoek;

    • b.

      Wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebrek blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • c.

      Bij de aanvaarding van een ambt of betrekking die ingevolge artikel 8, derde lid, onverenigbaar is met het voorzitterschap of het lidmaatschap van de commissie;

    • d.

      Wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      Wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      Wanneer hij naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten nadeel toebrengt aan het aanzien van de commissie.

  • 2. De voorzitter of leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien, behalve indien sprake is van sub d, e en/of f, eerste lid, van dit artikel.

Artikel 10 Financiële middelen

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding van € 75,-- per uur voor de uitvoering van hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen conform de Reisregeling Binnenland de vergoeding voor de reiskosten van de leden van de commissie vast.

  • 3. De raad verschaft de commissie voldoende financiële middelen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.

Artikel 11 Bemiddeling

  • 1. De commissie kan gedurende een onderzoek, de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 2. De commissie brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.

Artikel 12 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

  • 1. De commissie bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

  • 2. Indien de commissie een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de wet instelt, zendt zij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.

Artikel 13 Deskundigenonderzoek

  • 1. Indien de commissie op grond van artikel 9:32 van de wet voornemens is om in het belang van het onderzoek deskundigen werkzaamheden te laten verrichten of tolken op te roepen, dient door de commissie vooraf offerte opgevraagd te worden.

  • 2. De betrokken partijen dienen allen akkoord te gaan met de offerte.

  • 3. De opgevraagde offerte wordt na goedkeuring van alle betreffende betrokken partijen, door hen ondertekend.

  • 4. De kosten voor het opleggen van werkzaamheden aan deskundigen komen ten laste van de rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort op wiens gedraging het verzoek betrekking heeft.

Artikel 14 Werkinstructie

Voor zover de commissie dit nodig acht, maakt zij een werkinstructie voor haar werkzaamheden.

Artikel 15 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan de gemeenteraad schriftelijk verslag uit van de verrichte werkzaamheden. Dit verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 17 Intrekking “Regeling Klachtenbehandeling Breda 1999’

De “Regeling Klachtenbehandeling Breda 1999” wordt ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “ Klachtenverordening Breda 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 20 december 2012
, voorzitter.
, griffier.