Regeling vervallen per 25-08-2011

Beleidsregels subsidieverstrekking diversiteit

Geldend van 31-03-2010 t/m 24-08-2011

Intitulé

Beleidsregels subsidieverstrekking diversiteit

Artikel 1 Juridisch kader

De Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Breda 1998 zijnvan toepassing. Verder gelden de hieronder opgenomen kaders en criteria.

Artikel 2 Doel van de subsidie

  • 1. Op grond van deze regeling worden op incidentele basis activiteiten gesubsidieerd die bijdragen aan het medio 2009 door de raad vastgestelde diversiteitsbeleid, zoals verwoord in de nota ‘Samen aan de slag’.

  • 2. De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dienen aantoonbaar bij te dragen aan één of meer van de vastgestelde kernambities:

    • a.

      Goed toeven

      Ruimtelijke segregatie van autochtonen en allochtonen wordt tegengegaan. Zij komen meer met elkaar in contact;

    • b.

      Groeien

      Het stimuleren van jongeren in hun ambities. Bevorderen van gemengde scholen en voorkomen van voortijdig school verlaten;

    • c.

      Meedoen

      Het zo optimaal mogelijk participeren in de samenleving;

    • d.

      Gezond en zorgzaam

      Allochtonen en autochtonen ontmoeren elkaar vaker bij sportactiviteiten.

Artikel 3 Criteria

Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dienen projecten aan de volgende criteriate voldoen:

  • 1.

    Uit de aanvraag blijkt dat het project een concrete bijdrage (toegevoegde waarde) levert aan de diversiteit in Breda én aan de maatschappelijke visie. Dit wil zeggen dat in de doelomschrijving van het project aantoonbaar wordt bijgedragen aan de bovengenoemde ambities: goed toeven, groeien, meedoen en gezond en zorgzaam;

  • 2.

    Het project dient aanvullend te zijn, geen overlap met bestaande activiteiten;

  • 3.

    Aanvragen worden binnen een termijn van 10 weken afgehandeld mits alle benodigde gegevens toegezonden zijn. In uitzonderlijke gevallen (gecompliceerde aanvragen) zal een termijn van 13 weken van toepassing zijn. Hiervan wordt de aanvrager tijdig op de hoogte gesteld;

  • 4.

    De beoogde financiële middelen betreffen een eenmalige subsidiëring dus geen structurele bekostiging. De uitvoeringsperiode kan maximaal 2 jaar bedragen;

  • 5.

    Het plan dient het gezamenlijk belang en wordt door een brede (bij voorkeur diverse) groep burgers gesteund;

  • 6.

    Het project is binnen korte tijd (maximaal een jaar) op te starten en heeft snel effect;

  • 7.

    Het project is nog niet gerealiseerd. Een subsidie van de Gemeente Breda is dus alleen mogelijk voorafgaand aan de realisatie van het plan. Enige uitzondering hierop betreffen de projecten die in het kader van de vastgestelde gestart zijn. Deze projecten kunnen wel in aanmerking komen voor subsidie tijdens de uitvoering mit ze voldoen aan de beleidsregels;

  • 8.

    Het project moet gericht zijn op samenwerking en verbinding; Het initiatief mag het (overig) gemeentelijk beleid niet doorkruisen;

  • 9.

    Het project is er op gericht bij succes zorg te dragen voor structurele borging/financiering voordat de projectfinanciering op houdt.

Artikel 4 Aanvullende criteria

Plannen die ook voldoen aan één of meerdere van de volgende criteria hebben een pré:

  • 1.

    Het plan heeft een emancipatorisch effect op de participatie van vrouwen. Dat wilzeggen dat zij de sociale onafhankelijkheid en zelfredzaamheid van vrouwen bevordertmet een proactieve participatie van vrouwen in de samenleving als gevolg;

  • 2.

    Het project is toegankelijk voor ‘iedereen’ (jong/oud, vrouw/man, diverse groepen);

  • 3.

    Het project is overdraagbaar naar andere delen van de stad: inktvlekwerking;

  • 4.

    Projecten die gebiedsgericht zijn, dat wil zeggen gericht op wijken en/of buurten in Breda;

  • 5.

    De begroting is gedekt door cofinanciering. In de begroting wordt aangegeven dat ernaast gemeentelijke subsidie ook aanvullende middelen beschikbaar zijn die wordeningezet ten behoeve van het initiatief. Dit kunnen eigen middelen zijn, maar mogelijkook van andere overheden, maatschappelijke organisaties en/of bedrijfsleven;

  • 6.

    De ingediende projecten dienen vernieuwend te zijn. Dit kan op verschillende aspecten zijn; qua inhoud, aanpak en werkwijze.

Artikel 5 Indienen aanvraag en besluitvorming

  • 1. De subsidieaanvraag moet schriftelijk worden ingediend en gericht worden aan hetCollege van Breda;

  • 2. De aanvraag kan alleen door een rechtspersoon gedaan worden;

  • 3. Aanvragen worden binnen een termijn van 10 weken afgehandeld mits alle benodigdegegevens toegezonden zijn. In uitzonderlijke gevallen (gecompliceerde aanvragen) zaleen termijn van 13 weken van toepassing zijn. Hiervan wordt de aanvrager tijdig opde hoogte gesteld;

  • 4. De aanvraag is ondertekend en bevat tenminste:

    • Een omschrijving van het project op basis van een format en een projectplan;

    • Het projectplan is voorzien van doelen die smart (specifiek, meetbaar, acceptabel,realistisch (haalbaar), tijdgebonden) geformuleerd zijn;

    • Omschrijving van resultaten die het project beoogt te realiseren;

    • Een begroting en planning waaruit blijkt dat het financieel haalbaar is;

    • Een omschrijving van het draagvlak voor het plan.

  • 5. In de projectbegroting moet zijn aangeven of er naast gemeentelijke subsidie ook aanvullendemiddelen beschikbaar zijn die worden ingezet ten behoeve van het initiatief.Dit kunnen eigen middelen zijn, maar mogelijk ook van andere maatschappelijkeorganisaties en/of bedrijfsleven;

  • 6. De verzoeker verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor het nemen van eenbeslissing op zijn verzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kankrijgen;

  • 7. In de beschikking worden tussen aanvrager en College overeengekomen afsprakenvastgelegd;

  • 8. Kosten die in elk geval niet voor subsidie in aanmerking komen, zijn:

    • a.

      kosten, waarvoor op andere grondslag subsidie verleend is of kan worden;

    • b.

      kosten van rechtsbijstand, second opinions en haalbaarheidsonderzoeken;

    • c.

      initiatieven waarbij sprake is van vervanging van aflopende casu quo vervallen regelingen.

Artikel 6 Verantwoording

  • 1. De projectvoortgang wordt gemonitord; er vinden regelmatig (1 keer per half jaar)voortgangsevaluaties plaats (waarbij resultaten vergeleken worden met oorspronkelijkebedoeling).

  • 2. Op grond van de tussentijdse resultaten kan besloten worden hetvoorschot op te schorten.Op grond van de monitoring in lid 1 vindt rapportage en publiciteit plaats (transparantie)en worden eventueel noodzakelijke maatregelen en/of verbeteracties doorgevoerd.

  • 3. Binnen 13 weken na afloop van de activiteit dienen de verantwoordingsstukken teworden ingediend bij het College.

  • 4. Voor verleende subsidiebedragen kleiner dan of gelijk aan € 50.000,– kan wordenvolstaan met een inhoudelijk en een financieel verslag. De vakdirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling stelt daartoe een format vast.

  • 5. Voor verleende subsidiebedragen hoger dan € 50.000,– dient naast een inhoudelijkerapportage altijd een financieel (jaar)verslag te worden ingediend, dat voorzien is vaneen goedkeurende accountantsverklaring waaruit de rechtmatigheid van de bestedingvan de toegekende financiën blijkt.

  • 6. Indien gewenst worden bij gehonoreerde aanvragen met de aanvrager afspraken gemaakt over de (ook tussentijdse) verantwoording. Deze worden vastgelegd in de beschikking waarin de subsidie wordt verleend.

Artikel 7 Vaststelling subsidies

Het College zal de subsidie lager vaststellen als de werkelijke kosten lager blijken te zijndan de verleende subsidie. Dit bedrag zal dan worden teruggevorderd.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het College.

Artikel 9 In werking treden

Deze regeling treedt 14 dagen na publicatie van de regeling in werking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregels subsidieverstrekking diversiteit’.