Verordening op de gemeentelijke rekenkamer

Geldend van 15-02-2007 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke rekenkamer

De raad van de gemeente Breda;

Gezien het advies dd. 13 september 2004 van de begeleidingsgroep aan het Fractievoorzitteroverleg;

Gelet op artikel 81a van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de Verordening op de gemeentelijke rekenkamer:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    commissie: raadscommissie Algemene Zaken, die is aangewezen als de commissie voor de rekenkamer;

  • e.

    raad : gemeenteraad van Breda;

  • f.

    rekenkamer: het college voor de rekenkamer van de gemeente Breda.

  • g.

    doelmatigheid (of efficiency): het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • h.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer wordt gevormd uit een college van een voorzitter en twee leden.

Artikel 3 Taak van de rekenkamer

  • 1. De rekenkamer voert onderzoek uit naar:

    • a.

      de doelmatigheid en doeltreffendheid van gemeentelijk beleid;

    • b.

      de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beheer en de organisatie;

    • c.

      de controle op de rechtmatigheid van het financieel beheer en de financiëleverantwoording van de gemeente Breda en van de instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 2. Een onderzoek naar de rechtmatigheid bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet.

Artikel 4 Commissie

  • 1. De raadscommissie Algemene Zaken wordt aangewezen als de commissie voor de rekenkamer

  • 2. Ten aanzien van de rekenkamer heeft de commissie de volgende taken:

    • a.

      het adviseren van de raad over de rapporten als genoemd in artikel 11;

    • b.

      het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer.

Artikel 5 Benoeming leden rekenkamer

  • 1. De commissie Algemene Zaken benoemt uit haar midden een selectiecommissie van één persoon per raadsfractie, die de gesprekken voert met de kandidaten en een voordracht opstelt voor de raad.

  • 2. De raad benoemt de voorzitter en de leden van de rekenkamer voor de duur van 6 jaar op voordracht van de selectiecommissie, genoemd onder lid 1.

  • 3. De selectiecommissie doet de voordracht vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat de kandidaat een benoeming als lid zal aanvaarden, en

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die de kandidaat bekleedt.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergadering van de rekenkamer. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 5. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer vraagt de selectiecommissie een advies aan (de zittende leden van) de rekenkamer.

  • 6. Door de te benoemen personen wordt een verklaring omtrent het gedrag overgelegd.

Artikel 6 Benoeming plaatsvervangende leden

  • 1. De raad kan – op verzoek van de rekenkamer - plaatsvervangende leden benoemen.

  • 2. De bepalingen van deze verordening zijn op de plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Ontslag en non-activiteit van leden rekenkamer

  • 1. De commissie bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert de commissie de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid.

  • 3. De commissie adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid.

  • 4. De raad ontslaat en stelt de leden van de rekenkamer op non-activiteit.

Artikel 8 Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de wet.

  • 3. De voorzitter doet jaarlijks vóór 1 april een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken voor het volgende kalenderjaar.

Artikel 9 Vergoeding werkzaamheden

  • 1. De voorzitter van de rekenkamer ontvangt een vaste vergoeding voor zijn werkzaamheden en onkosten van € 15.000,- per jaar. De overige leden van de rekenkamer ontvangen ieder een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden en onkosten van € 7.500,- per jaar.

  • 2. Indien de rekenkamer besluit één of meer van zijn leden te belasten met de uitvoering van onderzoekswerkzaamheden, ontvangen deze leden een vergoeding van € 80,- per onderzoeksuur.

  • 3. De in het eerste en tweede lid genoemde vergoedingen worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het prijs index cijfer wat jaarlijks bij de begroting wordt vastgesteld.

  • 4. De in het eerste en tweede lid genoemde vergoedingen komen ten laste van het in het eerste lid van artikel 8 bedoelde budget.

Artikel 10 Werkwijze en bevoegdheden. Verzoek tot onderzoek

  • 1. Overeenkomstig de artikelen 182 tot en met 184 van de wet voert de rekenkamer haar werkzaamheden uit.

  • 2. Conform artikel 182 van de wet bepaalt de rekenkamer zelf naar welke onderwerpen zij een onderzoek wil verrichten.

  • 3. Vóór 1 december kan de raad de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek voor het jaar daarop. De rekenkamer bericht de raad binnen twee maanden of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij de afwijzing motiveren.

  • 4. Jaarlijks legt de rekenkamer vóór 1 april een onderzoeksplan ter kennisneming aan de raad voor.

Artikel 11 Rapportage en terugkoppeling van onderzoeken

  • 1. De rekenkamer stelt de onderzochte partij(en) schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport.

  • 2. De rekenkamer stelt de onderzochte partij in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.

  • 3. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, evenals de reacties hierop zijn opgenomen.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamer.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering vergadering van 21 oktober 2004
, voorzitter
, griffier