Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregel terrassen Breda 2006

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

Beleidsregel terrassen Breda 2006

Artikel 1 Extra terrassen en rijweg

  • 1. Indien parallel aan de gevel van een horecaonderneming een rijweg gelegen is, kan een vergunning voor een extra terras slechts worden verleend indien sprake is van een rijweg, die voornamelijk wordt gebruikt voor fietsverkeer.

  • 2. Onder een extra terras wordt verstaan een terras gescheiden van de gevel van een horecaonderneming door bijvoorbeeld een rijweg.

Artikel 2 Opslag van terrasmeubilair

  • 1. Een terrasvergunning wordt alleen verleend indien:

    • a.

      terrasmeubilair inpandig wordt opgeslagen, of

    • b.

      terrasmeubilair aan de gevel wordt opgeslagen met gebruikmaking van een door de Brandweer Breda goedgekeurd afdekzeil en onder nader door de Brandweer Breda aan te geven voorwaarden, of

    • c.

      terrasmeubilair aan de gevel wordt opgeslagen, indien sprake is van door de Brandweer goedgekeurd terrasmeubilair, of

    • d.

      terrasmeubilair ’s nachts met bewaking op de terraslokatie blijft staan, behoudens nader bij vergunning aan te wijzen lokaties en dagen in verband met week- en rommelmarkten.

  • 2. Indien een terrasvergunning wordt verleend als bedoeld onder lid 1, sub a t/m d, gelden de volgende nadere voorwaarden:

    • a.

      Elke individuele horecaondernemer doet schriftelijk mededeling aan de gemeente Breda van de gemaakte keuze;

    • b.

      Ingeval van keuze voor het onder lid 1, sub d gestelde, dient een afschrift van het contract met het bewakingsbedrijf aan de gemeente Breda te worden overgelegd.

    • c.

      Het onder lid 1, sub b t/m d gestelde is in ieder geval niet van toepassing op parasols.

    • d.

      Het onder lid 1, sub b en c gestelde is in ieder geval niet van toepassing op verwarmingstoestellen.

  • 3. Indien een terrasvergunning wordt verleend als bedoeld onder lid 1, sub d, gelden de volgende nadere voorwaarden:

    • a.

      Elke individuele horecaondernemer dient dagelijks de vergunde terrasruimte schoon te maken en houden;

    • b.

      De gezamenlijke horecaondernemers zorgen voor en zijn verantwoordelijk voor het vegen van de openbare ruimte tussen de terraslokaties op aanwijzing van de gemeente Breda;

    • c.

      Elke individuele horecaondernemer is verantwoordelijk voor eventuele schade die als gevolg van het opgesteld houden van het terras is of wordt veroorzaakt aan personen, gemeente-eigendommen en/of eigendommen van derden;

    • d.

      De gezamenlijke horecaondernemers zorgen voor structurele bewaking gedurende de sluitingstijden en overleggen een afschrift van het daartoe gesloten contract aan de gemeente;

    • e.

      Indien niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan of er zich, naar het oordeel van de politie district Breda, verstoringen van de openbare orde en veiligheid voordoen, op aanwijzing van de gemeente Breda, vervalt op aanwijzing van de gemeente Breda, de mogelijkheid onder artikel 1, sub d, direct.

Artikel 3 Terrassen en evenementen

Een terrasvergunning wordt verleend onder de voorwaarde dat tijdens evenementen een gewijzigde terrasopstelling en andere voorwaarden van toepassing kunnen zijn. In dat geval zal een aangepaste terrasvergunning onder voorwaarden worden verleend die, voor de duur van het evenement, in de plaats treedt van de reguliere terrasvergunning en de daaraan verbonden voorwaarden.

De Nota Feestregels is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Gebruik van glas op het terras

De burgemeester kan - als er vrees is voor orde verstoringen - in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere voorschriften of extra eisen aan de (verleende) terrasvergunning verbinden.

Een dergelijk voorschrift of eis kan onder meer inhouden dat er op het terras geen gebruik mag worden gemaakt van glas of andere voorwerpen die een gevaar voor de openbare orde kunnen opleveren.

Artikel 5 Voorwaarden aan terrasvergunningen

Aan een terrasvergunning worden in ieder geval de voorwaarden verbonden, zoals opgenomen in de bij deze beleidsregel behorende conceptvergunningen (bijlage A en bijlage B).

Artikel 6 Terrasverwarming

  • 1. Een terrasvergunning kan ook betrekking hebben op het plaatsen van verwarmingstoestellen;

  • 2. Indien een terrasvergunning het plaatsen van verwarmingstoestellen toestaat worden daaraan de voorschriften verbonden zoals opgenomen in de bij deze beleidsregel behorende conceptvergunningen (bijlage A en bijlage B).

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregel treedt voor het geldingsgebied van de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 direct na bekendmaking in werking.

  • 2. Deze beleidsregel treedt voor het geldingsgebied van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004 direct na bekendmaking in werking.

  • 3. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel terrassen Breda 2006”.

Bijlage A terrasvergunning APV

Geachte heer/mevrouw,

Op (datum) heeft u een vergunning aangevraagd voor een terras op (lokatie/adres) te Breda.

Ik heb besloten u een terrasvergunning te verlenen.

Terrasvergunning

Ik verleen u hierbij voor onbepaalde tijd een vergunning voor een:

  • O

    gevelterras van (oppervlakte gevelterras) m²

  • O

    en een extra terras van (oppervlakte extra terras) m²,

voor de lokatie (lokatie/adres). Ik verleen deze vergunning op basis van artikel 2.1.4.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004.

Op het terras mogen de volgende objecten geplaatst worden, overeenkomstig de door u ingediende aanvraag:

  • O

    stoelen en tafels;

  • O

    parasols;

  • O

    verwarmingstoestellen;

  • O

    bloembakken;

  • O

    windschermen;

  • O

    overige objecten, te weten (omschrijving welke andere objecten mogen worden geplaatst)

Voorwaarden

In de bijlagen staan de voorwaarden die aan deze vergunning zijn verbonden. Ik adviseer u de voorwaarden goed door te lezen en deze op te volgen.

Leges en precario

Voor het behandelen van uw vergunningaanvraag bent u leges verschuldigd, op basis van de Legesverordening Breda 1997. De leges zijn € (legesbedrag). U ontvangt hiervoor apart een nota.

Het bedrag wordt opgelegd volgens de tarieventabel behorende bij het jaar waarin de vergunning is aangevraagd.

Voor het in gebruik nemen van gemeentegrond bent u ieder jaar precariobelasting verschuldigd. Het bedrag wordt berekend volgens de Verordening Precariobelasting Breda 2003, met tarieventabel behorende bij het betreffende jaar. De oppervlakte gemeentegrond die aan u in gebruik wordt gegeven is gesteld op (totale oppervlakte gemeentegrond) m². Hiervoor ontvangt u jaarlijks een nota.

Bezwaar

Tegen deze vergunning kunnen u en andere belanghebbenden op grond van art. 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij mij bezwaar maken. Dit bezwaar moet schriftelijk en met redenen omkleed binnen zes weken na de dag van verzenddatum van deze brief worden verzonden naar de burgemeester van Breda, Postbus 3106, 4800 RH Breda.

Afschriften

Een afschrift van deze vergunning is gestuurd naar

  • O

    de Brandweer,

  • O

    het bureau Bijzondere Wetten,

  • O

    de gebiedsbeheerder van de dienst Stadsbeheer, dhr./mw. (naam gebiedsbeheerder),

  • O

    en aan het politieteam (naam politieteam) van het district Breda,

  • O

    (eventuele andere personen/instanties).

Hoogachtend,

Voorwaarden bij terrasvergunning (naam) op (lokatie/adres) te Breda

1. Algemene voorwaarden

  • 1.1

    Op het hebben van een terras is milieuwetgeving van toepassing. Hiervoor dient u contact op te nemen met de afdeling Milieu van de gemeente Breda. Tevens is er een vergunningsplicht in het kader van de Drank– en Horecawet en kan een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda nodig zijn. Hiervoor dient u contact op te nemen met het bureau Bijzondere Wetten van de gemeente Breda. Er is ook een meldingsplicht voor alcoholvrije bedrijven in het kader van de Drank- en Horecaverordening. Hiervoor dient u contact op te nemen met het politieteam in uw district.

  • 1.2

    Er mag geen gevaar, schade, belemmering of hinder voor derden worden veroorzaakt.

  • 1.3

    Er mag geen gevaar voor de openbare orde en de verkeers- en brandveiligheid bestaan of worden gevreesd.

  • 1.4

    Alle objecten moeten in voorkomende gevallen snel en op een eenvoudige wijze verwijderd kunnen worden.

  • 1.5

    Het is niet toegestaan de oppervlakte waarvoor de vergunning geldt geheel of gedeeltelijk aan derden onder te verhuren of op een andere manier in gebruik te nemen of af te staan.

  • 1.6

    De vergunning wordt geacht van rechtswege te zijn ingetrokken indien daarvan binnen een jaar na de datum op de vergunning geen gebruik is gemaakt.

  • 1.7

    Indien o.a. naar het oordeel van de dienst Stadsbeheer en de Politie mocht blijken dat het terras/de terrassen hinder of gevaar oplevert voor het publiek of het verkeer, is het mogelijk dat de opstelling van het terras gewijzigd moet worden (via een aanschrijving van de gemeente). Deze verplichting kan ook worden opgelegd in verband met een te houden evenement, een festiviteit (niet zijnde een evenement) of gebeurtenis in het algemeen belang. De vergunninghouder heeft in die situatie geen recht op schadevergoeding. Eventuele kosten van de gemeente, voortvloeiend uit het bovenstaande, komen voor rekening van vergunninghouder.

  • 1.8

    Aanwijzingen van ambtenaren van de Politie, de Brandweer of de dienst Stadsbeheer en eventueel (bij besluit van de burgemeester) opgelegde nadere voorschriften of extra eisen, in het belang van de openbare orde, het verkeer of de veiligheid, dienen stipt te worden opgevolgd. Een en ander kan betrekking hebben op het, al dan niet tijdelijk, verplaatsen of verwijderen van al het terrasmeubilair c.a. Ingeval van vrees voor ordeverstoringen kan een verbod worden ingesteld (bij besluit van de burgemeester) tot het gebruik op het terras van glas en andere voorwerpen die een gevaar voor de openbare orde kunnen opleveren. Een en ander kan ook worden opgelegd in verband met een te houden evenement, een festiviteit (niet zijnde een evenement) of gebeurtenis in het algemeen belang, zonder dat vergunninghouder recht op schadevergoeding heeft.

  • 1.9

    In verband met eventuele reconstructies, herinrichtingen en dergelijke in de toekomst, dient u er rekening mee te houden dat de vergunning kan worden ingetrokken. De vergunninghouder heeft dan geen enkel recht op schadevergoeding.

  • 1.10

    Indien de voorschriften niet of niet volledig worden nageleefd, wordt de vergunninghouder of hij die daar verantwoordelijk voor is, geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.

  • 1.11

    Het is niet toegestaan:

    • -

      te graven in openbare gemeentegrond;

    • -

      voorwerpen vast te bevestigen op, in of aan openbare gemeentegrond.

  • 1.12

    Eventuele verontreinigingen moeten dagelijks worden verwijderd (zie tekening “schoon te houden gebied”).

  • 1.13

    De vergunninghouder verplicht zich om, zover dat nodig mocht zijn, werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren aan, in, op of boven de in gebruik gegeven gemeentegrond, in verband met het leggen van, reparatie aan of onderhoud aan bestratingen en nutsleidingen, zoals gas, water, elektriciteit, riolering, kabels en leidingen ten behoeve van openbare telecommunicatie en omroepnetwerken, zonder dat hij aanspraak kan maken op enigerlei vergoeding van schade. De vergunninghouder is bovendien verplicht de perso(o)n(en) die zijn aangewezen om zulke werkzaamheden te verrichten, toe te laten op de in gebruik gegeven gemeentegrond.

  • 1.14

    De vergunninghouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen, dat de gemeente Breda, dan wel derden, schade lijden door het gebruik van deze vergunning. Indien gemeente-eigendommen zijn beschadigd, zullen deze door of vanwege de gemeente worden hersteld, op kosten van de vergunninghouder.

  • 1.15

    Alle in de nabijheid van het terras/de terrassen gelegen brandkranen en putten moeten steeds volledig worden vrijgehouden en voor onmiddellijk gebruik bereikbaar zijn.

  • 1.16

    Bij intrekking van de vergunning en verwijdering van het terras/de terrassen wordt eventuele schade aan de ondergrond op uw kosten hersteld i.c. wordt de ondergrond op uw kosten in de oorspronkelijke toestand gebracht.

  • 1.17

    De vergunning is persoonsgebonden, indien de rechtspersoon wijzigt, moet een nieuwe vergunning aangevraagd worden.

2. Plaatsing en afmeting terras

  • O

    Het gevelterras moet worden geplaatst binnen het op bijgevoegde situatietekening vet omlijnd aangegeven gebied en mag aanwezig zijn gedurende de openingstijden van het bedrijf van:

    • O

      1 maart tot 1 november;

    • O

      1 november tot 1 maart; .

  • O

    Het extra terras moet worden geplaatst binnen het op bijgevoegde situatietekening vet omlijnd aangegeven gebied en mag aanwezig zijn gedurende de openingstijden van het bedrijf van:

    • O

      1 maart tot 1 november;

  • O

    Tussen het gevelterras en de rijbaan moet een vrije doorgang zijn en blijven van minimaal 1,5 meter breed voor het voetgangersverkeer.

  • O

    Tussen het gevelterras en het extra terras moet een vrije doorgang zijn en blijven van 1,5 meter breed voor het voetgangersverkeer.

3. Opslag terrasmeubilair

  • 3.1

    Het is niet toegestaan buiten de openingstijden van uw onderneming terrasmeubilair op de openbare weg op te slaan.

4. Voorwaarden terrasmeubilair

  • 4.1

    Het gebruikte terrasmeubilair moet gelijk zijn aan het meubilair zoals door u is aangevraagd.

  • 4.2

    Bij elke wijziging van het meubilair moet een nieuwe terrasvergunning worden aangevraagd.

  • 4.3

    Het is niet toegestaan objecten permanent te verankeren.

A. Parasols

  • 4.4

    Parasols mogen niet (permanent) verankerd zijn.

  • 4.5

    Parasols moeten zijn gemaakt van onbrandbaar materiaal, dat qua structuur met zeildoek vergelijkbaar is.

  • 4.6

    Parasols mogen niet boven branders geplaatst worden.

B. Terrasafscherming

  • 4.7

    Terrasafscherming moet verplaatsbaar zijn.

  • 4.8

    Een windscherm mag niet dieper zijn dan de diepte van het gevelterras.

C. Terrasverwarming

  • 4.9

    Het verwarmingstoestel moet zijn voorzien van het algemeen CE Keurmerk. Op aanvraag moet een kopie van het CE Keurmerk Certificaat kunnen worden overlegd.

  • 4.10

    Voor het lagedruk-gedeelte (de verbinding tussen aansluitkraan en verbruikstoestel) dient een lagedruk-slang te worden toegepast. Uitvoering cfm. NEN 5658. Op de slang dient de aanduiding te staan BUTAANGASSLANG - NEN 5658 of PROPAANGASSLANG - NEN 5658, 0,05 BAR en het jaar van fabricage. De slang mag maximaal 1 meter lang zijn. De leeftijd van de slang mag maximaal 2 jaar zijn.

  • 4.11

    De gasslangen dienen zowel aan de gasflessen als aan de verwarmingsarmaturen te zijn bevestigd met slangklemmen of met schroefkoppelingen.

  • 4.12

    Een gasfles moet zijn voorzien van een door de Dienst voor het Stoomwezen erkend geldig keurmerk.

  • 4.13

    De afsluiter van een gasfles moet van een door de Dienst voor het Stoomwezen goedgekeurd type zijn. De verwarmingstoestellen moeten jaarlijks worden gecontroleerd en onderhouden door een ter zake deskundig bedrijf. Op de toestellen moet een bewijs hiervan met datum zijn aangebracht.

  • 4.14

    De afstand van zowel de in gebruik zijnde als niet in gebruik zijnde toestellen tot enig bouwwerk moet ten minste 2 meter te zijn.

  • 4.15

    De afstand van de toestellen tot brandbare versiering, parasols, zonneschermen en dergelijke moet ten minste 2 meter zijn. De toestellen mogen tijdens het gebruik niet onder een afdak zijn geplaatst.

  • 4.16

    De toestellen mogen niet worden geplaatst in looppaden of nabij uitgangen en nooduitgangen.

  • 4.17

    De toestellen mogen tijdens het gebruik niet worden verplaatst.

  • 4.18

    De toestellen en gasflessen mogen niet op voor publiek toegankelijk terrein worden opgeslagen

  • 4.19

    In de nabijheid van de toestellen moet een draagbaar blustoestel aanwezig zijn, met een inhoud van ten minste 6 kg. blusstof. De blusstof moet geschikt zijn voor het blussen van branden van het type A, B en C.

  • 4.20

    De voorgeschreven blusmiddelen moeten zijn voorzien van een geldig rijkskeurmerk.

  • 4.21

    De voorgeschreven blustoestellen moeten 1 x per jaar op goede werking zijn gecontroleerd, als bewijs daarvan moet op het blusapparaat een keuringsbewijs aanwezig zijn.

  • 4.22

    Volgens de EN-12864 is de levensduur van een gasdrukregelaar 5 jaar. De gasdrukregelaar dient dan ook om de 5 jaar vervangen te worden.

Bomen

  • 4.23

    De toestellen moeten ten minste 1,5 meter verwijderd blijven van de stam van een boom.

D. Overige objecten

  • 4.24

    Mits hiervoor vergunning is verleend zijn deze toegestaan binnen de vergunde terrasruimte, loop- en rijpaden moeten vrij blijven.

5. Schoonhouden terrasruimte

  • 5.1

    U bent verantwoordelijk voor het dagelijks vegen en schoonhouden van de aan u vergunde terrasruimte.

  • 5.2

    U bent verantwoordelijk voor het vegen en schoonhouden van de naast uw terras gelegen openbare ruimte, zoals opgenomen op bijgevoegde tekening.

6. Strafbepalingen

  • 6.1

    Bij constatering van overtreding van bovenstaande voorwaarden kan overgegaan worden tot een strafrechterlijke boete en/of bestuurlijke maatregelen (bestuursdwang of dwangsom).

  • 6.2

    Bij herhaalde constateringen van overtredingen van bovenstaande voorwaarden kan worden overgegaan tot intrekking van deze vergunning.

tekening gevelterras en extra terras

tekening schoon te houden gebied

Bijlage B terrasvergunning BRV

Op (datum) heeft u een vergunning aangevraagd voor een terras op (lokatie/adres) te Breda. Ik heb besloten u een terrasvergunning te verlenen.

Terrasvergunning

Ik verleen u hierbij voor een periode van drie jaar (terrasseizoen (jaar) tot en met (jaar)) een vergunning voor een:

O gevelterras van (oppervlakte gevelterras) m²

O en een extra terras (oppervlakte extra terras) m²,

voor de lokatie (lokatie/adres). Ik verleen deze vergunning op basis van artikel 10 van de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005.

Op het terras mogen de volgende objecten geplaatst worden, overeenkomstig de door u ingediende aanvraag:

O stoelen en tafels;

O parasols;

O verwarmingstoestellen;

O bloembakken;

O windschermen;

O overige objecten, te weten (omschrijving welke andere objecten mogen worden geplaatst)

Voorwaarden

In de bijlagen staan de voorwaarden die aan deze vergunning zijn verbonden. Ik adviseer u de voorwaarden goed door te lezen en deze op te volgen.

Een nieuwe aanvraag voor een terrasvergunning moet worden ingediend:

  • -

    onmiddellijk na het terrasseizoen waarna de geldigheidsperiode (3 jaren) van de vergunning is verstreken;

  • -

    bij voorgenomen plaatsing van nieuw of gewijzigd terrasmeubilair/objecten;

  • -

    onmiddellijk nadat sprake is van een nieuwe eigenaar/gebruiker.

Leges en precario

Voor het behandelen van uw vergunningaanvraag bent u leges verschuldigd, op basis van de Legesverordening Breda 1997. De leges zijn € (legesbedrag). U ontvangt hiervoor apart een nota. Het bedrag wordt opgelegd volgens de tarieventabel behorende bij jaar waarin de vergunning is aangevraagd.

Voor het in gebruik nemen van gemeentegrond bent u ieder jaar precariobelasting verschuldigd. Het bedrag wordt berekend volgens de Verordening Precariobelasting Breda 2003, met tarieventabel behorende bij het betreffende jaar. De oppervlakte gemeentegrond die aan u in gebruik wordt gegeven is gesteld op:

O (totale oppervlakte maart-november) m² voor de zomerperiode

O en (totale oppervlakte november-maart) m2 voor de winterperiode. Hiervoor ontvangt u jaarlijks een nota.

Bezwaar

Tegen deze vergunning kunnen u en andere belanghebbenden op grond van art. 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij mij bezwaar maken. Dit bezwaar moet schriftelijk en met redenen omkleed binnen zes weken na de dag van verzenddatum van deze brief worden verzonden naar de burgemeester van Breda, Postbus 3106, 4800 RH Breda.

Afschriften

Een afschrift van deze vergunning is gestuurd naar

O de Brandweer,

O het bureau Bijzondere Wetten,

O de gebiedsbeheerder Centrum dhr. Van Alphen,

O de afdeling Stadstoezicht van de gemeente Breda,

O het politieteam Centrum van het district Breda,

O (eventuele andere personen/instanties).

Hoogachtend,

Voorwaarden bij terrasvergunning (naam) op (lokatie/adres) te Breda.

1. Algemene voorwaarden

  • 1.1

    Op het hebben van een terras is milieuwetgeving van toepassing. Hiervoor dient u contact op te nemen met de afdeling Milieu van de gemeente Breda. Tevens is er een vergunningsplicht in het kader van de Drank– en Horecawet en kan een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda nodig zijn. Hiervoor dient u contact op te nemen met het bureau Bijzondere Wetten van de gemeente Breda. Er is ook een meldingsplicht voor alcoholvrije bedrijven in het kader van de Drank- en Horecaverordening. Hiervoor dient u contact op te nemen met het politieteam in uw district.

  • 1.2

    Er mag geen gevaar, schade, belemmering of hinder voor derden worden veroorzaakt.

  • 1.3

    Er mag geen gevaar voor de openbare orde en de verkeers- en brandveiligheid bestaan of worden gevreesd.

  • 1.4

    Alle objecten moeten in voorkomende gevallen snel en op een eenvoudige wijze verwijderd kunnen worden.

  • 1.5

    Het is niet toegestaan de oppervlakte waarvoor de vergunning geldt geheel of gedeeltelijk aan derden onder te verhuren of op een andere manier in gebruik te nemen of af te staan.

  • 1.6

    De vergunning wordt geacht van rechtswege te zijn ingetrokken indien daarvan binnen een jaar na de datum op de vergunning geen gebruik is gemaakt.

  • 1.7

    Indien o.a. naar het oordeel van de dienst Stadsbeheer en de Politie mocht blijken dat het terras/de terrassen hinder of gevaar oplevert voor het publiek of het verkeer, is het mogelijk dat de opstelling van het terras gewijzigd moet worden (via een aanschrijving van de gemeente). Deze verplichting kan ook worden opgelegd in verband met een te houden evenement, een festiviteit (niet zijnde een evenement) of gebeurtenis in het algemeen belang. De vergunninghouder heeft in die situatie geen recht op schadevergoeding. Eventuele kosten van de gemeente, voortvloeiend uit het bovenstaande, komen voor rekening van vergunninghouder.

  • 1.8

    Aanwijzingen van ambtenaren van de Politie, de Brandweer of de dienst Stadsbeheer en eventueel (bij besluit van de burgemeester) opgelegde nadere voorschriften of extra eisen, in het belang van de openbare orde, het verkeer of de veiligheid, dienen stipt te worden opgevolgd. Een en ander kan betrekking hebben op het, al dan niet tijdelijk, verplaatsen of verwijderen van al het terrasmeubilair c.a. Ingeval van vrees voor ordeverstoringen kan een verbod worden ingesteld (bij besluit van de burgemeester) tot het gebruik op het terras van glas en andere voorwerpen die een gevaar voor de openbare orde kunnen opleveren. Een en ander kan ook worden opgelegd in verband met een te houden evenement, een festiviteit (niet zijnde een evenement) of gebeurtenis in het algemeen belang, zonder dat vergunninghouder recht op schadevergoeding heeft.

  • 1.9

    In verband met eventuele reconstructies, herinrichtingen en dergelijke in de toekomst, dient u er rekening mee te houden dat de vergunning kan worden ingetrokken. De vergunninghouder heeft dan geen enkel recht op schadevergoeding.

  • 1.10

    Indien de voorschriften niet of niet volledig worden nageleefd, wordt de vergunninghouder of hij die daar verantwoordelijk voor is, geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.

  • 1.11

    Het is niet toegestaan:

    • -

      te graven in openbare gemeentegrond;

    • -

      voorwerpen vast te bevestigen op, in of aan openbare gemeentegrond.

  • 1.12

    Eventuele verontreinigingen moeten dagelijks worden verwijderd (zie tekening “schoon te houden gebied”).

  • 1.13

    De vergunninghouder verplicht zich om, zover dat nodig mocht zijn, werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren aan, in, op of boven de in gebruik gegeven gemeentegrond, in verband met het leggen van, reparatie aan of onderhoud aan bestratingen en nutsleidingen, zoals gas, water, elektriciteit, riolering, kabels en leidingen ten behoeve van openbare telecommunicatie en omroepnetwerken, zonder dat hij aanspraak kan maken op enigerlei vergoeding van schade. De vergunninghouder is bovendien verplicht de perso(o)n(en) die zijn aangewezen om zulke werkzaamheden te verrichten, toe te laten op de in gebruik gegeven gemeentegrond.

  • 1.14

    De vergunninghouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen, dat de gemeente Breda, dan wel derden, schade lijden door het gebruik van deze vergunning. Indien gemeente-eigendommen zijn beschadigd, zullen deze door of vanwege de gemeente worden hersteld, op kosten van de vergunninghouder.

  • 1.15

    Alle in de nabijheid van het terras/de terrassen gelegen brandkranen en putten moeten steeds volledig worden vrijgehouden en voor onmiddellijk gebruik bereikbaar zijn.

  • 1.16

    Bij intrekking van de vergunning en verwijdering van het terras/de terrassen wordt eventuele schade aan de ondergrond op uw kosten hersteld i.c. wordt de ondergrond op uw kosten in de oorspronkelijke toestand gebracht.

  • 1.17

    De vergunning is persoonsgebonden, indien de rechtspersoon wijzigt, moet een nieuwe vergunning aangevraagd worden.

2. Plaatsing en afmeting terras

  • O

    Het gevelterras moet worden geplaatst binnen het op bijgevoegde situatietekening vet omlijnd aangegeven gebied en mag aanwezig zijn gedurende de volgende periode:

    • O

      1 maart tot 1 november;

    • O

      1 november tot 1 maart;

    • O

      tijdens de openingsuren van het bedrijf, met uitzondering:

      gedurende de uren wanneer op de Grote Markt en een gedeelte van de Veemarktstraat de dinsdag- en vrijdagmarkt worden gehouden. De exacte tijden staan vermeld onder “Markten”;

  • O

    Het extra terras moet geplaatst worden binnen het op bijgevoegde situatietekening vet omlijnd aangegeven gebied en mag aanwezig zijn gedurende de volgende periode:

    • O

      1 maart tot 1 november;

    • O

      tijdens de openingsuren van het bedrijf, met uitzondering:

      gedurende de uren wanneer op de Grote Markt en een gedeelte van de Veemarktstraat de dinsdag- en vrijdagmarkt worden gehouden. De exacte tijden staan vermeld onder “Markten”.

  • O

    Tussen het gevelterras en het extra terras dient een vrije doorgang te zijn c.q. te blijven:

    • O

      ter breedte van minimaal … meter voor nood- en hulpdiensten;

    • O

      ter breedte van minimaal … meter voor het voetgangersverkeer.

  • O

    Tussen de extra terrassen op Grote Markt dient in het midden een vrije doorgang te zijn c.q. te blijven ter breedte van minimaal … meter voor nood- en hulpdiensten..

  • O

    Tussen het gevelterras en de rijbaan dient een vrije doorgang te zijn c.q. te blijven ter breedte van minimaal 1,5 meter voor het voetgangersverkeer.

  • O

    MARKTEN:

    • O

      Op dinsdag en vrijdag is het vanwege de te houden weekmarkt vanaf 05.00 uur tot 15.00 uur:

      • O

        niet toegestaan de terraslokaties met welke objecten dan ook in te nemen;

      • O

        slechts toegestaan de terraslokatie zoals vermeld op de bijgevoegde situatietekening in te nemen.

    • O

      Op woensdag is het vanwege de te houden rommelmarkt vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur:

      • O

        niet toegestaan de terraslokaties met welke objecten dan ook in te nemen;

      • O

        slechts toegestaan de terraslokatie zoals vermeld op de bijgevoegde situatietekening in te nemen.

    • O

      Gedurende de te houden weekmarkt dient:

      • O

        tussen de gevels en de marktkramen een vrije doorgang voor voetgangers gewaarborgd te blijven.

        • O

          tussen de gevels en de marktkramen een vrije doorgang voor nood- en hulpdiensten te blijven.

        Voor de opslag van terrasmeubilair tijdens marktdagen, zie hierna onder “Opslag terrasmeubilair”.

  • O

    EVENEMENTEN:

    Tijdens evenementen kan een gewijzigde terrasopstelling van toepassing zijn. Het bureau Bijzondere Wetten van de dienst Stadsbeheer is bevoegd om hierover mededelingen te doen. Ingeval van een gewijzigde terrasopstelling wordt een afzonderlijke terrasvergunning onder voorwaarden verleend die, voor de duur van het evenement, in de plaats treedt van deze vergunning en voorwaarden.

3. Opslag terrasmeubilair

  • O

    Opslag buiten openingstijden:

    • O

      Het is niet toegestaan buiten de openingstijden van uw onderneming terrasmeubilair op de openbare weg op te slaan;

    • O

      Het is toegestaan buiten de openingstijden van uw onderneming terrasmeubilair op de openbare weg opgesteld te hebben onder de volgende voorwaarden:

      • -

        er dient structureel bewaking aanwezig te zijn en u heeft een afschrift van het bewakingscontract overgelegd aan de gemeente;

      • -

        u bent verantwoordelijk voor eventuele schade die als gevolg van het opgesteld houden van het terras is of wordt veroorzaakt aan eigendommen van de gemeente en eigendommen van derden;

    • O

      Het is toegestaan buiten de openingstijden van uw onderneming op de lokatie aangegeven op de bijgevoegde tekening “opslag terrasmeubilair” terrasmeubilair tegen de gevel op te slaan.

    • O

      Het is toegestaan buiten de openingstijden van uw onderneming op de lokatie aangegeven op de bijgevoegde tekening “opslag terrasmeubilair” terrasmeubilair tegen de gevel op te slaan, onder de volgende voorwaarden:

      • -

        de opslag van meubilair dient te worden afgedekt door een hoes waarvan het materiaal voldoet aan klasse B1 of B2 overeenkomstig de DIN 4102 norm;

      • -

        de hoes dient de totale stapel te bedekken tot aan het oppervlak van het terrein;

      • -

        de hoes dient aan de onderzijde te zijn voorzien van zeilogen, waardoor een stalen kabel gevoerd dient te worden waarmee de hoes kan worden aangetrokken en zodanig worden vastgemaakt dat deze voor onbevoegden moeilijk kan worden losgemaakt;

      • -

        de maximale afmetingen van opslag van meubilair zijn:

        • o

          maximale stapelhoogte van 8 stoelen per hoes;

        • o

          maximaal 2 x 3 rijen stoelen (in totaal 6 stapels).

  • O

    Opslag tijdens marktdagen:

    • O

      Het is niet toegestaan:

      • O

        tijdens de weekmarkt (dinsdag en vrijdag van 05.00 tot 15.00 uur) terrasmeubilair op de openbare weg op te slaan.

      • O

        tijdens de rommelmarkt (woensdag van 09.00 tot 17.00 uur) terrasmeubilair op de openbare weg op te slaan.

    • O

      Het is toegestaan aan de gevel terrasmeubilair op de openbare weg op te slaan:

      • O

        tijdens de weekmarkt (dinsdag en vrijdag van 05.00 tot 15.00 uur) op de lokatie aangegeven op de bijgevoegde tekening “opslag tijdens weekmarkt”;

      • O

        tijdens de rommelmarkt (woensdag van 09.00 tot 17.00 uur) op de lokatie aangegeven op de bijgevoegde tekening “opslag tijdens rommelmarkt”;

    • O

      Het is toegestaan aan de gevel terrasmeubilair op de openbare weg op te slaan:

      • O

        tijdens de weekmarkt (dinsdag en vrijdag van 05.00 tot 15.00 uur) op de lokatie aangegeven op de bijgevoegde tekening “opslag tijdens weekmarkt”;

      • O

        tijdens de rommelmarkt (woensdag van 09.00 tot 17.00 uur) op de lokatie aangegeven op de bijgevoegde tekening “opslag tijdens rommelmarkt”;

      onder de volgende voorwaarden:

      • -

        de opslag van meubilair dient te worden afgedekt door een hoes waarvan het materiaal voldoet aan klasse B1 of B2 overeenkomstig de DIN 4102 norm;

      • -

        de hoes dient de totale stapel te bedekken tot aan het oppervlak van het terrein;

      • -

        de hoes dient aan de onderzijde te zijn voorzien van zeilogen, waardoor een stalen kabel gevoerd dient te worden waarmee de hoes kan worden aangetrokken en zodanig worden vastgemaakt dat deze voor onbevoegden moeilijk kan worden losgemaakt;

      • -

        de maximale afmetingen van opslag van meubilair zijn:

        • -

          maximale stapelhoogte van 8 stoelen per hoes;

        • -

          maximaal 2 x 3 rijen stoelen (in totaal 6 stapels).

4. Voorwaarden terrasmeubilair

  • 4.24

    Terrasmeubilair dient gelijk te zijn aan het meubilair zoals door u aangevraagd.

  • 4.25

    Bij elke wijziging in het meubilair moet een nieuwe aanvraag voor een terrasvergunning worden ingediend.

  • 4.26

    Al het meubilair moet binnen de vergunde terrasruimte geplaatst worden.

De onderstaande regels zijn van toepassing voor zover de betreffende objecten in de vergunning vermeld zijn.

A. Parasols

  • 4.27

    Parasols mogen niet (permanent) verankerd zijn.

  • 4.28

    Parasols moeten worden gemaakt van onbrandbaar materiaal, dat qua structuur met zeildoek vergelijkbaar is.

  • 4.29

    Parasols mogen niet boven branders geplaatst worden.

  • 4.30

    Op parasols mag geen reclame aangebracht zijn. Toegestaan is slechts de naam van het bedrijf op de volante met een maximale letterhoogte van 15 cm.

B. Bloembakken

  • 4.31.

    Bloembakken mogen maximaal 1 meter hoog zijn.

  • 4.32

    Op bloembakken mag enkel de naam van het bedrijf worden aangebracht met een maximale letterhoogte van 20 cm.

C. Windschermen

  • 4.33

    Een windscherm mag niet dieper zijn dan de diepte van het gevelterras en niet hoger zijn dan 1,50 meter. Tot 1 meter hoogte is hout of plaatmateriaal toegestaan, daarboven moet het windscherm uit transparant materiaal bestaan.

  • 4.34

    Op het niet-transparante deel van een windscherm mag de naam van het bedrijf worden aangebracht met een maximale letterhoogte van 20 cm.

D. Overige objecten.

  • 4.11

    Mits hiervoor vergunning is verleend zijn deze toegestaan binnen de vergunde terrasruimte. Loop- en rijpaden moeten te allen tijde vrij blijven.

  • 4.12

    Overige objecten mogen geen reclameobjecten zijn.

  • 4.13

    Op overige objecten mag de naam van het betrokken horecabedrijf vermeld staan met een maximale letterhoogte van 20 cm.

E. Terrasverwarming

  • 4.35

    Het verwarmingstoestel moet zijn voorzien van het algemeen CE Keurmerk. Op aanvraag dient een kopie van het CE Keurmerk Certificaat te kunnen worden overlegd.

  • 4.36

    Voor het lagedruk gedeelte (verbinding tussen aansluitkraan en verbruikstoestel) dient een lage-drukslang te worden toegepast. Uitvoering cfm. NEN 5658. op de slang dient de aanduiding te staan BUTAANGASSLANG - NEN 5658 OF PROPAANGASSLANG - NEN 5658, 0,05 BAR en het jaar van fabricage. De slang mag maximaal 1 meter lang zijn. De leeftijd van de slang mag maximaal 2 jaar zijn.

  • 4.37

    De gasslangen dienen zowel aan de gasflessen als aan de verwarmingsarmaturen te zijn bevestigd met slangklemmen of met schroefkoppelingen.

  • 4.38

    Een gasfles moet zijn voorzien van een door de Dienst voor het Stoomwezen erkend geldig keurmerk.

  • 4.39

    De afsluiter van een gasfles moet van een door de Dienst voor het Stoomwezen goedgekeurd type zijn. De verwarmingstoestellen dienen jaarlijks te worden gecontroleerd en onderhouden door een ter zake deskundig bedrijf. Op de toestellen dient een bewijs hiervan met datum te zijn aangebracht.

  • 4.40

    De afstand van zowel de in gebruik zijnde als niet in gebruik zijnde toestellen tot enig bouwwerk dient ten minste 2 meter te zijn.

  • 4.41

    De afstand van de toestellen tot brandbare versiering, parasols, zonneschermen en dergelijke moet ten minste 2 meter bedragen. De toestellen mogen tijdens het gebruik niet onder een afdak zijn geplaatst.

  • 4.42

    De toestellen mogen niet worden geplaatst in looppaden of nabij uitgangen en nooduitgangen.

  • 4.43

    De toestellen mogen tijdens het gebruik niet worden verplaatst.

  • 4.44

    De toestellen en gasflessen mogen niet op voor publiek toegankelijk terrein worden opgeslagen. Indien u toestemming heeft gekregen om buiten de openingstijden van uw onderneming, met structurele bewaking, terrasmeubilair op de openbare weg opgesteld te hebben, geldt deze toestemming tevens voor de terrasverwarmingstoestellen. Indien de toestellen en gasflessen binnen de horeca-inrichting worden opgeslagen, dient te worden voldaan aan de voorschriften van de Wet milieubeheer (CPR 15-1).

  • 4.45

    In de nabijheid van de toestellen dient een draagbaar blustoestel aanwezig te zijn met een inhoud van ten minste 6 kg blusstof. De blusstof dient geschikt te zijn voor het blussen van branden van het type A, B en C.

  • 4.46

    De voorgeschreven blusmiddelen dienen te zijn voorzien van een geldig rijkskeurmerk.

  • 4.47

    De voorgeschreven blustoestellen dienen 1 x per jaar op goede werking te zijn gecontroleerd, ten bewijze waarvan op het blusapparaat een keuringsbewijs aanwezig dient te zijn.

  • 4.48

    Volgens de EN-12864 is de levensduur van een gasdrukregelaar 5 jaar. De gasdrukregelaar dient dan ook om de 5 jaar vervangen te worden.

Bomen

  • 4.49.

    De toestellen moeten ten minste 1,5 meter verwijderd te blijven van de stam van een boom.

5. Schoonhouden terrasruimte.

  • 5.1

    u bent verantwoordelijk voor het dagelijks vegen en schoonhouden van de aan u vergunde terrasruimte;

  • 5.2

    u bent verantwoordelijk voor het vegen en schoonhouden van de naast uw terras gelegen openbare ruimte zoals opgenomen op bijgevoegde tekening.

6. Strafbepalingen

  • 6.3

    Bij constatering van overtreding van bovenstaande voorwaarden kan overgegaan worden tot een strafrechterlijke boete en/of bestuurlijke maatregelen (bestuursdwang of dwangsom).

  • 6.4

    Bij herhaalde constateringen van overtredingen van bovenstaande voorwaarden kan worden overgegaan tot intrekking van deze vergunning.

tekening terras zomerperiode: gevelterras en extra terras

tekening terras winterperiode: gevelterras

tekening schoon te houden gebied

tekening terras tijdens weekmarkt

tekening opslag tijdens weekmarkt

Bijlage C toelichting Beleidsregel terrassen Breda 2006

Hoofdstuk I Inleiding

Terrassen vormen een verlevendiging van een stad. Anderzijds kunnen zij door omvang en lokatie een obstakel vormen in de openbare ruimte, de doorgang voor voetgangers, nood- en hulpdiensten. Om deze redenen is het verstandig het toekennen van een terras in de openbare ruimte te reguleren.

Tot 1 juli 1995 werden terrasvergunningen enkel verleend op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda. Op 1 juli 1995 is de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 1995 (BRV 1995) van kracht gegaan. In deze verordening werden voor de binnenstad van Breda regels gesteld voor onder andere terrassen. Deze verordening was gebaseerd op de Beleidsnota regelgeving binnenstad van oktober 1994.

In 2004 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de BRV 1995. In het evaluatierapport zijn een aantal aanbevelingen gedaan. Dit heeft geresulteerd in een aangepaste versie van de BRV, de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 (BRV 2005), die op 24 maart 2005 in werking is getreden. De BRV 2005 heeft minder gedetailleerde regels voor terrasmeubilair.

Op 20 april 2004 is de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004 (APV Breda 2004) van kracht gegaan. Op basis van artikel 2.1.4.1 van de APV Breda 2004 is een vergunning vereist voor het plaatsen van een terras in de openbare ruimte.

Het voorgaande geeft aan dat er een verscheidenheid aan regelgeving en beleid is op het gebied van terrassen in de openbare ruimte. Hierin worden echter slechts algemene regels gegeven, die juist door deze algemeenheid onvoldoende basis bieden om alle bij terrassen betrokken aspecten en belangen effectief te reguleren. Dit leidt uiteindelijk tot een situatie waarin toezicht en handhaving op terrassen niet voldoende kunnen plaatsvinden. Om deze situatie te voorkomen is op 9 juni 1998, en met wijziging van 22 mei 2001, de Beleidsregel terrassen Breda vastgesteld om alle op dat moment bestaande aspecten, regels en richtlijnen te verzamelen en daar waar nodig aan te vullen.

De ervaringen met de Beleidsregel terrassen hebben de afgelopen jaren, indirect, hun beslag gekregen in de evaluatierapporten met betrekking tot het gevoerde handhavingsbeleid ten aanzien van terrassen. Ook in de evaluatie van de BRV 1995 zijn aspecten van de Beleidsregel naar voren gekomen. Verder hebben er de afgelopen jaren een aantal situaties plaatsgevonden waarbij sprake was of gevaar dreigde voor ordeverstoringen; in die gevallen is door middel van een gerichte aanwijzing, gebaseerd op de voorwaarden van de terrasvergunning, een tijdelijk verbod afgekondigd tot het gebruiken van glas op de terrassen. In verband met de rechtszekerheid is het wenselijk dit gevoerde beleid vast te leggen in de Beleidsregel.

Met de Beleidsregel terrassen Breda 2006 zijn de beleidsregels geactualiseerd en aangepast aan de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 en de huidige inzichten omtrent toezicht en handhaving.

Vanwege het feit dat de BRV 2005 voor de binnenstad van Breda meer concrete regels stelt dan de APV Breda 2004 voor het overige grondgebied van Breda en er sprake is van een hoge horeca-concentratie in de binnenstad van Breda, is ervoor gekozen om de aandacht voornamelijk te richten op dit specifieke gebied. Delen van de voor dit gebied verzamelde regels en richtlijnen, worden van toepassing verklaard voor het overige grondgebied van de gemeente Breda.

Hoofdstuk II Extra terrassen en rijweg

Artikel 12 van de BRV 2005 stelt dat een terrasvergunning uitsluitend kan worden verleend:

  • a.

    Op pleinen en pleinachtige ruimten, zoals aangegeven op de bij verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart nummer 2: indien en voor zover daarvoor een plaats wordt aangegeven op de voor die ruimten door het college vast te stellen inrichtingstekeningen;

  • b.

    In de overige straten die als voetgangersgebied zijn ingericht: voor een gevelterras, mits de straat ter plaatse van het terras tussen de gevels van de bebouwing minimaal 7,5 meter breed is;

  • c.

    In de overige straten met een rijbaan en trottoirs: voor een gevelterras.

Voor het plaatsen van een extra terras (terras niet aan de gevel) op de pleinen en pleinachtige ruimten geldt, naast een aanwijzing op de inrichtingstekening, dat in situaties waar sprake is van voornamelijk fietsverkeer, elke individuele situatie beoordeeld wordt op de haalbaarheid van het exploiteren van een extra terras. Toetscriteria hierbij zijn: verkeersdruk en verkeersveiligheid. Derhalve is een advies van de politie vereist. In situaties waarin voornamelijk autoverkeer plaatsvindt, is de exploitatie van een extra terras niet mogelijk.

Hoofdstuk III Opslag van terrasmeubilair

De brandweer heeft recentelijk haar verbod op het tegen de gevel opslaan van terrasmeubilair bevestigd. Indien ervan uitgegaan wordt dat deze eis een definitief karakter heeft, moet naar alternatieven gezocht worden. Dit kunnen zijn:

  • 1.

    opslag inpandig

  • 2.

    opslag op alternatieve lokaties

  • 3.

    gebruik van onbrandbaar materiaal

  • 4.

    gebruik van brandvertragend zeil, waardoor opslag aan gevel wel mogelijk is

  • 5.

    opgesteld laten staan van terrasmeubilair gedurende de sluitingstijden van horecagelegenheden

Na nader onderzoek is gebleken dat de eerste twee alternatieven niet altijd goed bruikbaar zijn; in verband met de brandveiligheid en het beschikbaar houden van vluchtroutes zal het opslaan van grote hoeveelheden terrasmeubilair inpandig problemen (kunnen) geven. Dit zal met name voor de opslag van een extra terras dan ook geen uitkomst bieden.

Voornamelijk het laatste alternatief biedt een volledige oplossing voor het door de brandweer gestelde verbod. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden bij opslag onder brandwerend zeil, zijn opgenomen in bijgevoegde conceptvergunning.

Het gebruik van onbrandbaar materiaal is te allen tijde toegestaan. Hieraan is slechts de voorwaarde verbonden dat het terrasmeubilair voldoet aan redelijke eisen van welstand. Elke aanvraag voor niet-natuurlijk terrasmeubilair dient door de Brandweer Breda getoetst te worden.

Overigens staat niets in de weg aan het opgesteld laten staan van terrasmeubilair op de vergunde terraslokaties buiten de openingstijden van de horeca-ondernemingen. Hieraan dienen in het belang van openbare orde en veiligheid en beheer en onderhoud van de openbare ruimte nadere voorwaarden te worden gesteld. Enkel indien aan deze voorwaarden is voldaan kan deze mogelijkheid toegestaan worden.

De volgende voorwaarden dienen opgelegd te worden:

  • 1.

    Terrasmeubilair kan ’s nachts met bewaking op de terraslokatie blijven staan, behoudens nader bij vergunning aan te wijzen lokaties en dagen in verband met week- en rommelmarkten;

  • 2.

    Elke individuele ondernemer doet schriftelijk mededeling aan de gemeente Breda van de gemaakte keuze betreffende opslag van meubilair buiten de openingstijden van de horeca-ondernemer;

  • 3.

    Als gekozen wordt voor het ’s nachts met bewaking op de terraslokatie laten staan van het terrasmeubilair, dient een afschrift van het contract met het bewakingsbedrijf aan de gemeente Breda te worden overgelegd;

  • 4.

    Elke individuele horecaondernemer dient dagelijks de vergunde terrasruimte schoon te maken en houden;

  • 5.

    De gezamenlijke horecaondernemers dragen zorg voor het vegen van de openbare ruimte tussen de terraslokaties, alwaar de gemeente Breda met haar veegwagens niet kan komen door de aanwezigheid van terrasmeubilair en stellen structurele bewaking in;

  • 6.

    Elke individuele horecaondernemer is verantwoordelijk voor eventuele schade die als gevolg van het opgesteld houden van het terras is of wordt veroorzaakt aan eigendommen van de gemeente of eigendommen van derden;

  • 7.

    Indien niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan of er zich, naar het oordeel van de politie district Breda, verstoringen van de openbare orde en veiligheid voordoen, vervalt op aanwijzing van de gemeente Breda, de mogelijkheid van buiten laten staan van terrasmeubilair op de vergunde terraslokatie, buiten de openingstijden van de horecaondernemingen direct.

Hoofdstuk IV Terrassen en evenementen

Uitgangspunt is om tijdens evenementen terrassen, voor zover mogelijk, toe te staan. Wel kan, in verband met een efficiënte verdeling van de beschikbare ruimte en in het belang van de openbare orde en veiligheid, een gewijzigde terrasopstelling van toepassing zijn. Wanneer een dergelijke gewijzigde terrasopstelling van toepassing is, wordt hiervoor een aparte terrasvergunning verleend die, voor de duur van het te houden evenement, in de plaats treedt van de reguliere terrasvergunning.

Hoofdstuk V Gebruik van glas op het terras

De openbare ruimte wordt intensief gebruikt. Daarbij dient steeds een belangenafweging plaats te vinden welke vorm en omvang van gebruik, onder welke voorwaarden kan worden toegestaan.

In alle gevallen speelt veiligheid daarbij een grote rol.

De afgelopen jaren hebben zich enkele situaties voorgedaan waarbij de veiligheid in het geding was en verwondingen aan personen zijn ontstaan door rondvliegende en op de grond aanwezige glasscherven. Naar aanleiding hiervan is in overleg met de politie besloten dat wanneer sprake is of gevaar dreigt voor ordeverstoringen, een verbod wordt afgekondigd voor het gebruik van glas (en eventueel andere voorwerpen) op de terrassen. Een dergelijk verbod is reeds een aantal keren door middel van een gerichte aanwijzing, gebaseerd op de voorwaarden van de terrasvergunning, afgekondigd en dit heeft in de praktijk goed gewerkt. In verband met de rechtszekerheid is het wenselijk dit gevoerde beleid vast te leggen in de Beleidsregel. Besluiten omtrent het instellen van een glasverbod worden genomen door de burgemeester en zo spoedig mogelijk bekend gemaakt aan betrokkenen.

Hoofdstuk VI Voorwaarden aan terrasvergunningen

In de bij deze beleidsregel behorende concept-terrasvergunningen (bijlage A en bijlage B) zijn een aantal standaard voorwaarden opgenomen. Deze voorwaarden zijn afkomstig uit de terrasvergunningen zoals deze tot nu toe zijn verleend. Daarnaast zijn op basis van een inventarisatie van alle bij terrassen betrokken belangen en aspecten aanvullingen op deze voorwaarden gedaan. Bij het verlenen van terrasvergunningen dienen deze voorwaarden opgenomen te worden.

Hoofdstuk VII Handhaving

De dienst Stadsbeheer heeft sinds 1998 ervaring opgedaan met de handhaving van de terrasregels. Hierbij is veelal gekozen voor de volgende (standaard) handhavingsstrategie:

  • -

    Verzoekbrief tot beëindiging van de overtreding

  • -

    Vooraankondiging handhaving (voornemen tot het opleggen van een dwangsom danwel het toepassen van bestuursdwang)

  • -

    Handhavingsbeschikking (besluit tot het opleggen van een dwangsom danwel het toepassen van bestuursdwang)

Het formele handhavingstraject vindt binnen de huidige structuur van de dienst Stadsbeheer, binnen het bureau Vergunningen plaats. Voor wat betreft de terrasopstellingen tijdens evenementen vindt handhaving plaats door het bureau Bijzondere Wetten.

Gebleken is dat het ontbreken van een fysieke afbakening/markering van de terrasruimte de handhaving bemoeilijkt. Deels is hiermee rekening gehouden door bij de indeling van terrasruimte zoveel mogelijk rekening te houden met aanwezige natuurlijke grenzen in de vorm van zichtbare grenzen tussen verschillende bestratingsmaterialen en zichtbaar aanwezige draingoten. In 2006 zullen naast de bovengenoemde zichtbare grenzen, nadere fysieke markeringspunten in de bestrating worden aangebracht.

Handhaving in extreme situaties kan te allen tijde toegepast worden op basis van de bevoegdheden gelegen bij politie en brandweer.

Hoofdstuk VII Slotbepalingen

De oorspronkelijke beleidsregel was voornamelijk gericht op het geldingsgebied van de BRV.

Een aantal regels en voorwaarden zijn echter van nut bij de verlening van terrasvergunningen in het geldingsgebied van de APV. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de bijgevoegde conceptvergunning A (APV-terrasvergunning).

Bestaande terrassen in het APV-gebied zullen aan deze regels en voorwaarden moeten worden getoetst. Indien de terrassen niet voldoen, zal een nieuwe vergunning aangevraagd moeten worden.