Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Breda 2015

Geldend van 12-01-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Breda 2015

De raad van de gemeente Breda;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 oktober, nr. 43685.gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet en de artikelen 4 , 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

gezien het advies van de raadcommissie Bestuur;

besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Breda 2015

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Commissie:commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

Commissielid:lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden .

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden : Het Koninklijk besluit van 22 maart 1994, Stb. 244

Hoofdstuk Il Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

De vergoedingen voor raadsleden, bedoeld in artikel 2, eerste en derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden worden maandelijks uitgekeerd .

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1. Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend als bedoeld in artikel 14, erste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan raads- en commissieleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed .

  • 2. Aan commissieleden worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed .

  • 3. De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4 , onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 4. De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed .

  • 5. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd .

  • 6. De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verorden ing.

Artikel 5 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6 Scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier. De motivatie van de aanvraag vindt plaats middels een door de griffier daartoe vastgesteld formulier. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 2. Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 3. Het totaal van de door een raads- of commissielid te declareren bedragen als bedoeld in het tweede lid bedraagt per raadsperiode niet meer dan 1/(39+maximaal toegestaan aantal commissieleden)e deel van het door de gemeenteraad hiervoor op de begroting in de vorm van een voorziening voor de gehele raadsperiode beschikbaar gestelde bedrag. De aanvraag wordt door de griffier afgewezen voor zover het raads- of commissielid daarmee het in de eerste volzin van dit artikel bedoelde bedrag overschrijdt.

  • 4. Het te declareren bedrag door een raadslid die tijdelijk vervangt als bedoeld in artikel X10 van de Kieswet bedraagt per periode dat dit raadslid optreedt als vervangend raadslid niet meer dan 16/52e deel van het in het derde lid bedoelde bedrag.

  • 5. De vergoeding van de in het derde lid bedoelde kosten vindt plaats door het, uiterlijk binnen twee maanden na de datum waarop de scholing is afgerond, rechtstreekse toezenden aan de griffier door het desbetreffende raads- of commissielid van de door hem voor akkoord ondertekende factuur.

  • 6. De griffier stelt jaarlijks een overzicht op waarin per raads- of commissielid wordt vermeld het totaal wat in dat jaar voor scholing aan het raads- of commissielid is uitgekeerd en het restant van het voor scholing van het raads- of commissielid in die raadsperiode nog beschikbare bedrag en brengt dit overzicht ter kennis van de raads- en commissieleden .

  • 7. In voorkomende gevallen beslist de vergadering van fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

Artikel 7 Computer en internetverbinding

  • 1. Raads- of commissieleden aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Raads- of commissieleden die geen computer in bruikleen hebben kunnen een tegemoetkoming vragen voor het gebruik van een eigen computer. De hoogte van de tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen computer is voor een periode van maximaal drie jaar, jaarlijks gelijk aan 30% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tot maximaal de aanschafwaarde van de eigen computer.

  • 3. De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor de computer bedoeld in dit artikel, bedraagt ten hoogste € 10 per maand, waarbij alleen in aanmerking komen de extra abonnementskosten die gemaakt worden voor een goede vervulling van het raads- of commissielidmaatschap .

  • 4. Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.

Artikel 8 Fiets-privé-regeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende fiets-privé-regeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 9 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 10 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden anders bepaalt.

Artikel 11 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door a. betaling uit eigen middelen; of

b.rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente .

Artikel 12 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 wordt een declaratieverzoek ingediend, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. De originele factuur of origineel bewijsstukken (ofwel: van de kilometerregistratie ivm dienstreizen of de rittenadministratie ivm woon-/werkverkeer), voorzien van een begeleidingsformulier, wordt binnen 1 maand na afloop van de declaratiemaand ingediend bij de griffier. of een door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 13 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raads- of commissielid voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente .

  • 2. De originele factuur, voorzien van een begeleidingsformulier, wordt binnen 1 maand na ontvangst van de factuur ingediend bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk IV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 14 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2015 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Breda 2015.