Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende belastingregels voor leges Legesverordening Breda 2017

Geldend van 05-10-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2017

De raad van de gemeente Breda;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2017

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor: diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Hoofdstuk 1 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      Hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      Hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);

    • 5.

      Hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens, verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)

    • 7.

      Hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990,dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 264a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 13 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De 'Legesverordening Breda 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2015, sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 43358 (R2065), nr.A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 3.

    Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, wordt het onderdeel 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

90,25

  • 4.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 5.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 6.

    In afwijking van het vijfde lid is de datum van ingang van de heffing:

    • a.

      van artikel 13, tweede lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.

    • b.

      van artikel 13, derde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

  • 7.

    De op grond van het derde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, zesde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Legesverordening Breda 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 juli 2017,
,voorzitter.
,griffier.

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel leges 2017