Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent beheer van begraafplaatsen Verordening beheer gesloten begraafplaatsen gemeente Breda 2017

Geldend van 21-07-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Breda 2017

De raad van de gemeente Breda,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen;

gelezen het advies van de commissie Bestuur d.d. 29 juni 2017;

gelet op bepalingen van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de “Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Breda 2017”;

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de gesloten gemeentelijke (voorheen R.K.) begraafplaats Bavel te Breda en de gesloten gemeentelijke (voorheen R.K.) begraafplaats Ulvenhout te Breda;

  • b.

    graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht is verleend/gelegenheid is geboden tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    verstrooiingsplaats: een onverharde plaats waarop met toestemming van de beheerder as wordt verstrooid;

  • f.

    grafbedekking: gedenkteken en vaste winterharde grafbeplanting op een graf;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • h.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • i.

    rechthebbende: de rechthebbende op een graf, indien deze niet bekend is, de belanghebbende.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 2 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1. De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk vanaf 8.00 uur tot 16.30 uur.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van de bezorging van as of met schriftelijke toestemming van het college.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de tijden, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden met uitzondering van verzorgingsverkeer.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 4. Degenen die zich niet aan de in het derde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 4 Plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk III Voorschriften voor opgravingen

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Artikel 6 Kennisgeving openen en sluiten van het graf

Het openen van een graf en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door deskundigen volgens aanwijzingen van en onder toezicht van de beheerder.

Hoofdstuk IV As verstrooiing

Artikel 7 Over te leggen stukken

  • 1. Indien de bezorging van as voor verstrooiing zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de verstrooiing voorziet.

  • 2. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 8 Tijden van as verstrooiing

  • 1. De tijd van het bezorgen van as is: op werkdagen van 08.00 uur tot 16.00 uur.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken en toestemming geven om op zaterdagen, zondagen en erkende feestdagen as te verstrooien.

Artikel 9 As verstrooiing

As verstrooiing vindt plaats buiten de paden en op onverharde ondergrond binnen de grenzen van de gesloten begraafplaats.

Hoofdstuk V Grafbedekking

Artikel 10 Vergunning gedenkteken

  • 1. Voor het plaatsen of wijzigen van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De rechthebbende vraagt de vergunning voor het plaatsen of wijzigen van een gedenkteken aan.

  • 3. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van het gedenkteken en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 5. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de het gedenkteken ondeugdelijk is.

  • 6. Het bepaalde in artikel 13, lid 4, is van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Het plaatsen en het beheer van gedenktekens geschiedt door en op kosten van de vergunninghouder, in overleg met en onder toezicht van de beheerder.

  • 8. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 11 Tijdelijke verwijdering of verplaatsing

Indien dat om dringende reden noodzakelijk is kan een gedenkteken door en voor rekening van de gemeente tijdelijk worden verwijderd of verplaatst.

Artikel 12 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 13 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk, per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 14 Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het onderhoud van begraafplaats, uitgezonderd de grafbedekkingen.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 15 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij het voornemen per brief mede.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden herbegraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 3. De rechthebbende en/of belanghebbende op een graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende en/of belanghebbende op een urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk VII In standhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 16 Lijst

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk VIII Inrichting register

Artikel 17 Register

Het register van de begraven lijken en bezorgde as wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk IX Slotbepalingen

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De “Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen 2005 Gemeente Breda” wordt ingetrokken per 1 juli 2017.

Artikel 19 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de “Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen 2005 Gemeente Breda gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 20 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikel 2 derde en vierde lid en artikel 3, eerste lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2017.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening beheer gesloten begraafplaatsen gemeente Breda 2017”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Breda van 12 juli 2017.
De griffier, 
De voorzitter,