Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent parkeerverbod grote voertuigen Aanwijzingsbesluit grote voertuigen 2018

Geldend van 06-02-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent parkeerverbod grote voertuigen Aanwijzingsbesluit grote voertuigen 2018

Burgemeester en wethouders van Breda,

gelet op:

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • -

    de artikelen 5:1, 5:8 eerste en tweede lid en artikel 6:4 van de Algemene plaatselijke verordening Breda 2014,

 

overwegende dat:

 

  • -

    openbare wegen in beginsel zijn bestemd om zich daarover te kunnen verplaatsen en daarop tijdelijk een voertuig te kunnen laten staan;

  • -

    dat een veilig en efficiënt gebruik van de weg wordt geregeld door de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw) en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV);

  • -

    aanvullend in hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 (APV) regels zijn opgenomen om excessieve vormen van parkeren tegen te gaan;

  • -

    artikel 5:8 van de APV het college de bevoegdheid geeft om een verbod in te stellen voor het parkeren van grote voertuigen die, met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,40 meter, op door hem:

    • aangewezen plaatsen, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente (eerste lid);

    • aangewezen wegen, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte (tweede lid);

  • -

    sinds 1993 voor de bebouwde kom van Breda een verbod van kracht is op grond van het eerste lid, uitgezonderd een aantal genoemde gebieden (bedrijventerreinen en industrieterreinen) en wegen en dat dit verbod op 25 april 2005 onder de APV Breda 2004 opnieuw is bekrachtigd en ongewijzigd in stand is gebleven en daardoor niet geldt voor de gehele gemeente 1 ;

  • -

    het aanwijzingsbesluit aan herziening toe is, omdat:

    • het is gebaseerd op oude APV-artikelen en daardoor onduidelijkheid geeft;

    • er, ten onrechte, geen beperkingen gelden in dagen en tijden danwel de tijd die nodig is voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor het voertuig ter plaatse noodzakelijk is;

    • het wegverkeer in de loop der jaren is veranderd waardoor ook het belang van de aanwijzing opnieuw dient te worden bezien;

    • er behoefte is aan eenduidige regels voor alle woongebieden;

  • -

    ‘grote voertuigen’ voorkomen in verschillende verschijningsvormen naar afmeting, gewicht, functie en gebruik;

  • -

    het parkeren van vrachtwagens >3500 kg in centrum- of woongebieden, bezien tegen de achtergrond van actuele verkeersomstandigheden en maatschappelijke inzichten, niet als ‘normaal’ verkeer kan worden beschouwd; geparkeerde vrachtwagens zijn buitensporig met betrekking tot de beschikbare parkeerruimte, belemmeren het uitzicht vanuit de woning en doen afbreuk aan het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • -

    daarbij geldt dat centrum- en woongebieden over het algemeen niet zijn ingericht voor (het parkeren van) vrachtwagens, zodat voor het parkeren van deze voertuigen moet worden uitgeweken naar plaatsen die daarvoor geschikt en ingericht zijn, zoals de als zodanig aangeduide parkeergelegenheden en bedrijven- en industrieterreinen: dergelijke locaties zijn binnen Breda voldoende beschikbaar;

  • -

    voor andere grote voertuigen <3500 kg geldt dat de aanwezigheid hiervan niet of nauwelijks leidt tot klachten terwijl deze voertuigen zowel binnen als buiten het huidige aangewezen verboden gebied staan geparkeerd;

  • -

    bij voorkomende klachten er andere mogelijkheden zijn om handhavend op te treden, zoals op grond van artikel 5:9 APV (uitzichtbelemmerende voertuigen) of artikel 5 Wegenverkeerswet (gevaarzetting);

  • -

    het voor grote voertuigen <3500kg niet is gebleken dat dit in bijzondere mate schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente danwel buitensporig met het oog op de beschikbare parkeerruimte waarvoor het instellen van een parkeerverbod gerechtvaardigd is;

  • -

    hierbij meeweegt dat, bij gebruikmaking van de bevoegdheid tot het instellen van een parkeerverbod, een zorgvuldige belangenafweging dient te worden gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met alle betrokken belangen waaronder de belangen van het verkeer;

  • -

    de laatste decennia het verkeersbeeld is veranderd; het aantal bedrijfsmotorvoertuigen is toegenomen (m.n. bestelwagens), de aard van de bedrijvigheid is veranderd (o.a. internetbedrijven, koeriersdiensten, 24-uurs service) en niet alle bedrijven (nog) beschikken over eigen parkeergelegenheid;

  • -

    met het instellen van een parkeerverbod voor alle grote voertuigen te diep wordt ingegrepen in de vervoersbelangen van bedrijven, temeer daar er voor deze voertuigen (binnen het openbaar gebied) onvoldoende alternatief voorhanden is;

besluiten:

  • 1.

    Op grond van artikel 5:8 eerste en tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014 te bepalen dat het parkeren van vrachtwagens >3500kg verboden is op wegen gelegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda.

  • 2.

    Te bepalen dat het onder 1 vermelde verbod niet geldt:

    • a.

      Op als zodanig aangeduide parkeergelegenheden;

    • b.

      Op daarvoor beschikbare plaatsen op bedrijventerreinen en industriegebieden;

    • c.

      Gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is.

  • 3.

    Het ‘Aanwijzingsbesluit parkeerverbod grote voertuigen’ van 25 april 2005 (27112) en de eerste wijziging van 3 november 2015 (43913) in te trekken;

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en wordt aangehaald als “Aanwijzingsbesluit grote voertuigen 2018”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 19 december 2017,

,Burgemeester

, Secretaris


Noot
1

De gemeenten Breda, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek en Teteringen zijn per 1 januari 1997 samengevoegd (gemeentelijke herindeling).