Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi’s Taxiverordening Breda

Geldend van 05-02-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi’s Taxiverordening Breda

De raad van de gemeente Breda;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 2018;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 82, 82a, 82c en 87 van de Wet personenvervoer 2000;

overwegende dat:

  • -

    artikel 82 van de Wet personenvervoer 2000 gemeenten de mogelijkheid geeft om regels te stellen die in het belang zijn van de kwaliteit van op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer;

  • -

    op grond van artikel 82a van de Wet personenvervoer regels gesteld kunnen worden over:

    • a.

      de herkenbaarheid van een auto waarmee taxivervoer op de gemeentelijke openbare weg wordt aangeboden;

    • b.

      de eisen en verplichtingen te stellen aan bestuurders van een in onderdeel a bedoelde auto;

    • c.

      de indiening en behandeling van klachten van consumenten over taxivervoer;

    • d.

      de wijze waarop wordt aangetoond dat aan de ingevolge de onderdelen a tot en met c gestelde regels wordt voldaan;

    • e.

      de vergoedingen die zijn verschuldigd voor de uitvoeringskosten die samenhangen met de af te geven documenten en vergunningen en met de instandhouding van die documenten en vergunningen.

  • -

    Breda te kampen heeft met een afnemende kwaliteit van het (straat-)taxivervoer voor de klant, er sprake is van een toenemende druk op de Bredase taximarkt en er een gebrek is aan zelfregulerend vermogen van de Bredase taxibranche, waardoor het stellen van aanvullende regels noodzakelijk wordt geacht;

besluit vast te stellen de volgende verordening.

Verordening kwaliteitskeurmerk Straattaxivervoer Breda 2018

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Breda;

  • -

    Chauffeur: bestuurder van een voertuig waarmee taxivervoer voor de opstapmarkt wordt verricht;

  • -

    Chauffeurskaart: een persoonsgebonden, door de bevoegde minister afgegeven, nationaal document waaruit blijkt dat de chauffeur voldoet aan de gestelde eisen uit de Wet Personenvervoer 2000;

  • -

    KTB-keurmerkcertificaat: Kwaliteitstaxi Breda keurmerkcertificaat, certificaat dat door burgemeester en wethouders wordt afgegeven als aan de toelatingseisen is voldaan;

  • -

    KTB-vergunning: Kwaliteitstaxi Breda vergunning, vergunning die door burgemeester en wethouders kan worden afgegeven voor het aanbieden van taxivervoer voor de opstapmarkt in de gemeente Breda;

  • -

    Openbare weg: de openbare weg zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    Opstapmarkt: het aanbieden van taxivervoer vanaf daarvoor aangewezen taxistandplaatsen en via het aanhouden van een taxi door personen op de openbare weg waarbij de taxi niet per telefoon of ander communicatiemiddel is besteld;

  • -

    Taxivervoer: het tegen betaling aanbieden van vervoer in een voertuig aan personen;

  • -

    Vergunninghouder: houder van een KTB-vergunning;

  • -

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

HOOFDSTUK 2 KTB-VERGUNNING

Artikel 2.1 KTB-vergunning

  • 1. Het is verboden om op het grondgebied van de gemeente Breda op de gemeentelijke openbare weg taxivervoer voor de opstapmarkt aan te bieden zonder geldige KTB-vergunning van burgemeester en wethouders of in afwijking daarvan.

  • 2. Een KTB-vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar. Het is vergunninghouder verboden een vergunningsbewijs al dan niet tegen betaling ter beschikking te stellen van een derde ten behoeve van het aanbieden van taxivervoer.

  • 3. Alleen chauffeurs kunnen in aanmerking komen voor een KTB-vergunning.

  • 4. Een KTB-vergunning treedt in werking op de dag na bekendmaking en wordt verleend voor maximaal vijf jaar.

  • 5. De looptijd van de KTB-vergunning is gekoppeld aan de looptijd van het KTB-keurmerkcertificaat.

Artikel 2.2 Aanvraag vergunning

  • 1. Een aanvraag voor een KTB-vergunning wordt ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Voor het indienen van een aanvraag voor een KTB-vergunning wordt gebruik gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3. De aanvraag wordt in ieder geval vergezeld van een afschrift van een geldig KTB-keurmerkcertificaat dat op naam van de aanvrager is gesteld.

  • 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere regels te stellen waarin meer of andere gegevens worden verlangd dan de gegevens in het vorige lid, voor zover deze gegevens voor het nemen van een zorgvuldige beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

  • 5. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een KTB-vergunning zijn leges verschuldigd.

Artikel 2.3 Toelatingseisen vergunning

Om in aanmerking te kunnen komen voor een KTB-vergunning moet de chauffeur in ieder geval beschikken over een geldige landelijke chauffeurskaart en een geldig KTB-keurmerkcertificaat dat op naam van de chauffeur is gesteld.

Artikel 2.4 Weigeringsgronden vergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders weigeren een KTB-vergunning:

    • a.

      indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvraag onjuistheden ten opzichte van de feitelijke situatie bevat;

    • b.

      indien aanvrager niet voldoet aan de eisen zoals genoemd in artikel 2.3;

    • c.

      indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders aannemelijk is dat aanvrager of de onderneming waar aanvrager voor rijdt, niet voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen;

    • d.

      in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob

  • 2. Voordat toepassing wordt gegeven aan het vorige lid onder d, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob, om een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet Bibob worden gevraagd.

Artikel 2.5 Beslistermijn vergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders geven binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag een beschikking op deze aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn als bedoeld in het vorige lid met maximaal zes weken verlengen.

Artikel 2.6 Voorschriften en beperkingen vergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een KTB-vergunning onder beperkingen verlenen en voorschriften aan de vergunning verbinden in het belang van de kwaliteit van het op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer.

  • 2. De beperkingen waaronder een vergunning wordt verleend en de aan de vergunning verbonden voorschriften kunnen door burgemeester en wethouders ambtshalve of op aanvraag worden gewijzigd, geschorst of ingetrokken.

  • 3. Het is vergunninghouder verboden om in strijd te handelen met de door burgemeester en wethouders gestelde voorschriften en beperkingen.

Artikel 2.7 Toonplicht KTB- keurmerkcertificaat

  • 1. Het is vergunninghouder verboden om op het grondgebied van de gemeente Breda taxivervoer voor de opstapmarkt aan te bieden zonder dat hij het aan hem afgegeven KTB-keurmerkcertificaat bij zich draagt.

  • 2. Vergunninghouder geeft het aan hem afgegeven KTB-keurmerkcertificaat ter controle af op eerste vordering van een ambtenaar in functie of een andere door burgemeester en wethouders aangewezen persoon die in opdracht van burgemeester en wethouders werkzaamheden verricht met het doel de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze waarop het KTB-keurmerkcertificaat zichtbaar is voor derden.

Artikel 2.8 Intrekkingsgronden en schorsing KTB-vergunning

  • 1. Een KTB-vergunning is van rechtswege met onmiddellijke ingang en voor een gelijke periode geschorst als het KTB-keurmerkcertificaat is geschorst.

  • 2. Een KTB-vergunning vervalt van rechtswege één dag nadat het KTB-keurmerkcertificaat is ingetrokken of vervallen of op het moment dat de geldigheidsduur van het KTB-keurmerkcertificaat is verstreken;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een KTB-vergunning schorsen of intrekken indien:

    • a.

      de vergunning is verleend in strijd met een wettelijk voorschrift;

    • b.

      de vergunning is verleend op grond van door de vergunninghouder verstrekte onjuiste of onvolledige informatie en een ander besluit op de aanvraag zou zijn genomen indien bij het nemen daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • c.

      vergunninghouder taxivervoer verricht in strijd met de voorschriften en/of beperkingen die aan de KTB-vergunning zijn verbonden dan wel krachtens deze verordening gestelde nadere regels;

    • d.

      dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in het belang van de kwaliteit van taxivervoer noodzakelijk is, onder meer vanwege veranderde wetgeving of gewijzigde omstandigheden of inzichten;

    • e.

      vergunninghouder geen gebruik maakt van de vergunning binnen de daarin genoemde termijn of, bij ontbreken daarvan, binnen een redelijke termijn.

    • f.

      de gemeente besluit tot invoering van een nieuw systeem van vergunningverlening in de taxibranche;

    • g.

      vergunninghouder daarom verzoekt.

  • 4. Als burgemeester en wethouders op grond van het derde lid overgaan tot schorsing, is deze schorsing in elk geval voor bepaalde tijd.

HOOFDSTUK 3 KTB-KEURMERKCERTIFICAAT

Artikel 3.1 KTB-keurmerkcertificaat

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een KTB-keurmerkcertificaat afgeven aan chauffeurs die aan de hiervoor gestelde eisen voldoen.

  • 2. Het KTB-keurmerkcertificaat is persoonsgebonden en niet overdraagbaar. Het is de houder van een KTB-keurmerkcertificaat verboden het KTB-keurmerkcertificaat al dan niet tegen betaling ter beschikking te stellen van een derde ten behoeve van het verrichten van taxivervoer.

  • 3. Alleen chauffeurs met een landelijke chauffeurskaart kunnen in aanmerking komen voor een KTB-keurmerkcertificaat.

  • 4. Een KTB-keurmerkcertificaat treedt in werking op de dag van afgifte en heeft een geldigheidsduur van vijf jaar.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen een rechtspersoon aanwijzen die namens hen besluit over de afgifte van KTB-keurmerkcertificaten.

Artikel 3.2 Aanvraag KTB-keurmerkcertificaat

  • 1. Een aanvraag voor een KTB-keurmerkcertificaat wordt ingediend bij burgemeester en wethouders dan wel bij de door burgemeester en wethouders op grond van artikel 3.1, vijfde lid, aangewezen rechtspersoon.

  • 2. Voor het indienen van een aanvraag voor een KTB-keurmerkcertificaat wordt gebruik gemaakt van een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels waarin de te overleggen documenten of gegevens zijn opgenomen die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

  • 4. De uitvoeringskosten voor een KTB-keurmerkcertificaat en de bijbehorende kosten voor de verplichte deelcertificaten komen ten laste van de aanvragende chauffeur. Grondslag hiervoor is artikel 82a, eerste lid, onder e van de Wet personenvervoer 2000.

  • 5. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de uitvoeringskosten vast.

Artikel 3.3 Toelatingseisen KTB-keurmerkcertificaat

  • 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor een KTB-keurmerkcertificaat moet de chauffeur in ieder geval de opleidingen ‘Houding en Gedrag’ en ‘Stad- en stratenkennis Breda’ zoals die door of namens burgemeester en wethouders worden gegeven met goed gevolg hebben afgelegd en zodoende beschikken over de betreffende deelcertificaten. Daarnaast moet de chauffeur het door het burgemeester en wethouders vastgestelde Normen en Waardenprotocol over gedrags- en kwaliteitsregels voor akkoord hebben ondertekend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in nadere regels meer of andere toelatingseisen stellen om voor een KTB-keurmerkcertificaat in aanmerking te kunnen komen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een chauffeur op onderdelen vrijstelling verlenen van een of meer van de op grond van de in het eerste lid gestelde toelatingseisen indien zij van oordeel zijn dat de chauffeur heeft aangetoond dat op gelijkwaardige wijze aan deze toelatingseisen is voldaan. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften aan deze vrijstelling verbinden. Over de mogelijkheid tot het verlenen van vrijstelling en het verbinden voorschriften hieraan, kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen.

Artikel 3.4 Weigeringsgronden KTB-keurmerkcertificaat

Burgemeester en wethouders weigeren afgifte van het KTB-keurmerk certificaat indien:

  • a.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvraag onjuistheden ten opzichte van de feitelijke situatie bevat;

  • b.

    aanvrager niet voldoet aan de eisen zoals genoemd in de op artikel 3.3 gebaseerde nadere regels;

  • c.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders aannemelijk is dat aanvrager, niet voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen.

Artikel 3.5 Beslistermijn KTB-keurmerkcertificaat

  • 1. Burgemeester en wethouders geven binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag een beschikking op deze aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn als bedoeld in het vorige lid met maximaal zes weken verlengen.

Artikel 3.6 Verplichtingen ontvanger KTB-keurmerkcertificaat

Burgemeester en wethouders kunnen in nadere regels verplichtingen stellen voor de chauffeur aan wie een KTB-keurmerkcertificaat is verleend. Waaronder in ieder geval maar niet beperkt tot, de verplichting tot herkenbaarheid van het voertuig in de vorm van een daklicht.

Artikel 3.7 Intrekkingsgronden en schorsing KTB-keurmerk

  • 1. Een KTB-keurmerkcertificaat is van rechtswege met onmiddellijke ingang en voor een gelijke periode geschorst indien:

    • a.

      het rijbewijs van de houder van het KTB-keurmerkcertificaat is geschorst, ingehouden of ingenomen;

    • b.

      de chauffeurskaart van de houder van het KTB-keurmerkcertificaat is geschorst;

    • c.

      aan de houder van het KTB-keurmerkcertificaat een Ontzegging Besturen Motorrijtuigen (OBM) is opgelegd.

  • 2. Een KTB-keurmerkcertificaat vervalt van rechtswege:

    • a.

      één dag na het overlijden of het intreden van wettelijke onbekwaamheid van de houder van het KTB-keurmerkcertificaat;

    • b.

      zodra de houder van het KTB-keurmerkcertificaat zijn activiteiten als vervoerder heeft beëindigd;

    • c.

      één dag nadat het rijbewijs van de houder van het KTB-keurmerkcertificaat ongeldig is verklaard;

    • d.

      één dag nadat de chauffeurskaart van de houder van het KTB-keurmerkcertificaat is ingetrokken.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een KTB-keurmerkcertificaat schorsen of intrekken indien:

    • a.

      het keurmerkcertificaat is verleend op grond van door de houder van het KTB-keurmerkcertificaat verstrekte onjuiste of onvolledige informatie en een ander besluit op de aanvraag zou zijn genomen indien bij het nemen daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • b.

      naar het oordeel van burgemeester en wethouders aannemelijk is dat de houder van het KTB-keurmerkcertificaat niet voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen;

    • c.

      de houder van het KTB-keurmerkcertificaat niet meer voldoet aan de bij of krachtens artikel 3.3 gestelde toelatingseisen;

    • d.

      de houder van het KTB-keurmerkcertificaat niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 3.6 gestelde verplichtingen;

    • e.

      de gemeente besluit tot invoering van een nieuw systeem van vergunningverlening in de taxibranche;

    • f.

      de houder van het KTB-keurmerkcertificaat daarom verzoekt.

  • 4. Als burgemeester en wethouders op grond van het derde lid overgaan tot schorsing, is deze schorsing in elk geval voor bepaalde tijd.

  • 5. In het geval er sprake is van schorsing, intrekking of het van rechtswege vervallen van het KTB-keurmerk, levert de chauffeur het KTB-keurmerkcertificaat binnen zeven dagen in bij burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 4 HANDHAVING EN SANCTIES

Artikel 4.1 Naleving en handhaving

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een goede kwaliteit van de uitvoering, het toezicht en de handhaving van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen personen of categorieën van personen aan die belast zijn met het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen beleidsregels vast over de handhaving van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, namens het college een KTB-keurmerkcertificaat in te nemen en in te houden wanneer dit in het belang van de kwaliteit van het taxivervoer nodig is. Voor zover er geen sprake is van een schorsing van het KTB-keurmerkcertificaat van rechtswege of indien het KTB-keurmerkcertificaat niet van rechtswege is vervallen, nemen burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk een besluit of zij het desbetreffende KTB-keurmerkcertificaat al dan niet schorsen of intrekken.

Artikel 4.2 Sancties

  • 1. Overtreding van een of meerdere voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2.1, eerste en tweede lid, artikel 2.6, derde lid, artikel 2.7, eerste, tweede en derde lid, artikel 3.1, tweede lid, artikel 3.6 en artikel 3.7, vijfde lid, van deze verordening, vormt een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1 onder 4 van de Wet op de economische delicten, voor zover de overtreding niet al ingevolge andere wettelijke regelingen als strafbare gedraging gesanctioneerd wordt.

  • 2. Onverminderd bestuursrechtelijke sancties, is strafrechtelijke sanctionering van toepassing conform vigerende wet- en regelgeving, waaronder mede hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Nadere regels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 5.2 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager, vergunninghouder of de houder van het KTB-keurmerkcertificaat leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5.3 Overgangsbepaling

In afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 2.1, eerste lid, geldt het hierin genoemde verbod met ingang van 1 mei 2019.

Artikel 5.4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 5.5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Taxiverordening Breda.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 oktober 2018,

, Voorzitter

, Griffier