Lokale regels beloningsbeleid gemeente Brielle 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Lokale regels beloningsbeleid gemeente Brielle 2016

Het college van Brielle

Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 3 van CAR-UWO;

Gehoord de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaren zaken d.d. 2 november 2015

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Lokale regels beloningsbeleid gemeente Brielle 2016.

I Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regels wordt voor de begripsomschrijving verwezen naar artikel 1:1, van de CAR-UWO

II Salaris

Artikel 2 Vaststelling salaris

  • 1. Ingevolge artikel 3:3, tweede lid van CAR kan het college een salaris in de eerst lagere salarisschaal dan de functieschaal toekennen:

    Indien de ambtenaar:

    • a.

      bij aanstelling nog niet beschikt over voldoende ervaring en/of opleiding en/of bekwaamheid, waarmee:

      - de ambtenaar de functie niet volledig of nog niet op voldoende/zelfstandige wijze kan vervullen.

      - de ambtenaar nog niet met de volledige functie wordt belast en het niveau van de feitelijk opgedragen werkzaamheden van een lager niveau is, dan het niveau van de volle functie.

    • b.

      een functie bekleedt waaraan door herwaardering een hogere salarisschaal wordt verbonden, maar de ambtenaar deze functie nog niet volledig –zoals hiervoor in lid a bedoeld- vervult, of blijkend uit een personele beoordeling, onvoldoende functioneert.

  • 2. De ambtenaar die in de eerst lagere salarisschaal dan de functieschaal is ingeschaald, wordt bevorderd naar de functieschaal, zodra hij zijn functie volledig en naar behoren vervult, hetgeen blijkt uit een personele beoordeling met als samenvattend resultaat goed. De bevordering vindt plaats met ingang van de eerste dag van de kalendermaand.

  • 3. Voor een vakantiekracht als bedoeld in artikel 1:2:1 CAR-UWO wordt het salaris bepaald op het bedrag genoemd bij periodiek 0 van de op basis van de vakantietaken opgestelde functieschaal.

    Toelichting Bij lid 1 a gaat het dan veelal om de situatie dat de instromende ambtenaar niet elders een soortgelijke functie heeft vervuld, of bij doorstroming een voor de ambtenaar nieuwe functie aanvaardt.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

  • 1. Voor de functie gemeentesecretaris is de salarisschaal beschikbaar die direct is gelegen onder die van de burgemeester.

  • 2. Voor de functie van griffier is de salarisschaal beschikbaar die is gelegen een niveau onder die van de gemeentesecretaris.

  • 3. Aanvullend op het gestelde in artikel 3:5 lid 1 van CAR kan voor een ambtenaar een salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan de reeds voor hem geldende salarisschaal, ingeval de functie van de ambtenaar een tijdelijk karakter heeft en in verband daarmee de salarisschaal slechts tijdelijk zal gelden.

    Toelichting Het gaat in lid 3 dan om een tijdel ijke klus (bv. uit de klussenbank), die de ambtenaar naast de huidige ( vaak parttime) functie vrijwillig oppakt.

Artikel 6 Periodieke (datum-) salarisverhoging

  • 1. Als de ambtenaar zijn functie goed – blijkend uit een personele beoordeling - vervult, gaat hij jaarlijks naar de eerstvolgende periodiek in zijn salarisschaal, tot het maximumbedrag van die salarisschaal is bereikt.

  • 2. Voor de ambtenaar met een datum indiensttreding na 1 januari 2016 is de periodiekdatum de datum van indiensttreding (zie ook lid 3).

  • 3. De ambtenaar die in de loop van een maand in dienst is gekomen, wordt voor de toepassing van het tweede lid geacht op de eerste dag van die maand in dienst te zijn gekomen.

  • 4. Voor de ambtenaar waarvoor al een beoordelingscyclus is ingevoerd die start op 1 januari (ambtenaar met datum indiensttreding vóór 1 januari 2016), kan de periodiekdatum ook op 1 januari gesteld blijven/worden.

  • 5. Na bevordering/inpassing in salaris is de periodiekdatum gelijk aan de eerste dag van de maand waarin de ambtenaar is bevorderd/ingepast, tenzij de periodiekdatum op grond van de gekozen beoordelingscyclus, op 1 januari wordt gesteld.

  • 6. Indien buiten schuld of toedoen van de ambtenaar, in enig jaar de personele beoordeling niet (tijdig) wordt opgemaakt, zal aan de ambtenaar in beginsel een samenvattend oordeel goed met de daarbij behorende salarisverhoging worden toegekend.

Artikel 7 Extra periodieke verhoging van het salaris

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging als bedoeld in artikel 3:4 lid 4 CAR-UWO, tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend. Een personele beoordeling met als samenvattend oordeel minimaal zeer goed is vereist.

Artikel 8 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien een ambtenaar overwegend onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 6 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten. Een personele beoordeling met als samenvattend oordeel onvoldoende is vereist.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 9 Salaris bij bevordering of functiewaardering naar hogere schaal

Wanneer de ambtenaar door promotie als bedoeld in artikel 3:6 CAR-UWO wordt bevorderd naar een salaris-schaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

a. Het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

b. Het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gereali-seerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthoge-re bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, ingeval het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal. Indien de bevordering door promotie gelijk valt met de jaarlijkse periodieke verhoging (genoemd in artikel 7), wordt alvorens de leden 1 en 2 toe te passen, een periodieke verhoging toegekend in de oude salarisschaal. Deze periodieke verhoging beïnvloedt niet het 75%-criterium.

c. Wanneer voor de ambtenaar, als gevolg van herwaardering van de functie een hogere salarisschaal gaat gelden wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal genoot.

III Salaristoelagen

Artikel 10 Arbeidsmarkttoelage

Aan een medewerker kan door het college een toelage worden toegekend vanwege arbeidsmarktomstandigheden als bedoeld in artikel 3:9 CAR-UWO. Om voor een arbeidsmarkttoelage in aanmerking te kunnen komen dient:

  • a.

    bij werving te blijken (na advies P&O en ter beoordeling van het MT) dat geschikte kandidaten voor betreffende functie aantoonbaar schaars op de arbeidsmarkt aanwezig zijn, of;

  • b.

    de organisatie de zittende medewerker te willen behouden op een functie die aantoonbaar moeilijk te vervullen is gebleken;

  • c.

    t.a.v. de zittende medewerker recent (d.w.z. in het jaar waarin het voorstel wordt gedaan) een personele beoordeling te zijn uitgebracht;

    De arbeidsmarkttoelage kan aan de zittende medewerker worden toegekend indien op het beoordelingsformulier het samenvattend oordeel tenminste goed is;

De toelage wordt als regel tijdelijk toegekend (maximaal 3 jaar), de uitbetaling vindt maandelijks plaats. Na deze periode wordt beoordeeld of de arbeidsmarkttoelage wordt beëindigd danwel voortgezet.

Artikel 11 Toelage onregelmatige dienst

Tijdens ziekte moeten vergoedingen en toelagen worden doorbetaald, ook de TOD als bedoeld in artikel 3:11 CAR-UWO. Hierbij geldt een referteperiode van 6 weken te rekenen v.a. de eerste ziektedag.

Toelage wordt maandelijks achteraf vastgesteld en uitbetaald.

Artikel 12 Waarnemingstoelage

Bij gedeeltelijke waarneming als bedoeld in artikel 3:10 CAR-UWO, van <50% wordt het bedrag van de toelage bepaald op 50%. Bij waarneming > 50% wordt de toelage bepaald op 100%. Er bestaat pas aanspraak op deze toelage indien de waarneming in een aaneengesloten tijdvak van zes weken ten minste twintig volle werkdagen heeft geduurd, in welk geval de vergoeding over de dagen waarop reeds is waargenomen, alsnog worden uitbetaald.

Artikel 13 Garantietoelage

Indien het salaris van de ambtenaar wordt verhoogd doordat hij een functie aanvaardt waaraan een hogere salarisschaal is verbonden, wordt een garantietoelage als bedoeld in artikel 3:15 CAR-UWO, verrekend met die salarisverhoging.

IV Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 14 Gratificatie

Indien een ambtenaar of een groep ambtenaren een uitstekende prestatie heeft geleverd, kan een gratificatie als bedoeld in artikel 3:20 van de CAR-UWO worden toegekend.

  • 1.

    Om voor een gratificatie in aanmerking te kunnen komen dient:

    a. de ambtenaar op het moment van toekenning, met uitzondering van een normale periodieke verhoging, geen andere vorm van beloningsdifferentiatie (gebaseerd op dezelfde toekenninggrond) te ontvangen;

    b. er sprake te zijn van een buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de betrekking, blijkend uit een uitstekende prestatie of extra inspanningen, veroorzaakt door een uitstekende (eenmalige) situatie;

  • 2.

    Toekenning vindt plaats direct na afloop van de prestatie en na afstemming in het MT. Het algehele functioneren moet, naar oordeel van de leidinggevende goed zijn.

  • 3.

    Afhankelijk van de in dit lid onder a, b, c genoemde tijdsperiode, gedurende welke de prestatie is geleverd, bedraagt de gratificatie netto bij:

    a. 1-3 maanden € 150,--

    b. 3-6 maanden € 350,--

    c. >6 maanden € 500,--

  • 4.

    Een groepsgratificatie is gebaseerd op het in lid 1 en lid 2 gestelde en bedraagt dan maximaal netto € 100,-- per medewerker.

Artikel 15 Functioneringstoelage

  • 1. Om voor een functioneringstoelage als bedoeld in artikel 3:8 van de CAR-UWO in aanmerking te kunnen komen dient:

    • a.

      de ambtenaar minstens 3 jaar op het maximum van de voor hem geldende salarisschaal te staan;

    • b.

      recent (d.w.z. in het jaar waarin het voorstel wordt gedaan) een personele beoordeling te zijn uitgebracht.

  • 2. De functioneringstoelage kan worden toegekend indien:

    • a.

      de functie tenminste overwegend zeer goed (samenvattend oordeel) wordt vervuld, dan ontvangt de medewerker een tijdelijke toelage ter hoogte van 5% van zijn salaris.

    • b.

      bij een score van overwegend uitstekend (samenvattend oordeel) ontvangt de medewerker een tijdelijke toelage ter hoogte van 10 % van zijn salaris.

  • 3. Bij voortduren van gronden waarop de toelage is toegekend, kan deze meerdere keren opeenvolgend worden toegekend. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn.

V Onkostenvergoedingen

Artikel 16 Reis- en verblijfskosten

Een ambtenaar, die in het geval als bedoeld in art 3:21 CAR-UWO gebruik maakt van een eigen vervoermiddel, ontvangt een vergoeding conform de regeling vervoer- en verblijfkosten dienstreizen.

VI Overige bepalingen

Artikel 17 Overgangsrecht en toelichting

Om te voorkomen dat een ambtenaar er in inkomen op achteruit zou gaan, heeft de ambtenaar een garantie voor bestaande afspraken (zoals afspraken over indexatie, garantietoelagen en afbouwtoelagen) die uiterlijk op 31 december 2015 zijn ingegaan en die behoren tot het salaris. Deze afspraken blijven van toepassing.

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 19 Slotbepalingen

eze regeling treedt in werking op 1 januari 2016 en kan worden aangehaald als “Lokale regels beloningsbeleid Gemeente Brielle 2016”.

De 'Bezoldigingsverordening gemeente Brielle 1996', zoals vastgesteld op 10 december 1996 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt gelijktijdig ingetrokken.

College Besluit d.d. 22 nov 2005 inzake vergoeding sectorhoofden bij aanwezigheid commissies, wordt gelijktijdig ingetrokken.

Ondertekening

Brielle d.d. 10-11-2015
Het college voornoemd,
De secretaris, P. Schouten
De burgemeester, G.G.J. Rensen