Regeling vervallen per 22-02-2013

Verordening Wiw scholing en activering

Geldend van 01-01-2002 t/m 21-02-2013

Intitulé

Verordening Wiw scholing en activering

De raad van de gemeente Brielle; 

- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2001,  volgnummer 79;- gelet op :artikel 4:23, eerste lid en artikel 4:29 Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 2 en 3 Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw);b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:     "Verordening Wiw scholing en activering".

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Wiw: Wet inschakeling werkzoekenden;

  • c.

    Abw: Algemene bijstandswet;

  • d.

    Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • e.

    Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • f.

    Buf: Het besluit uitvoering en financiering Wiw;

  • g.

    De belanghebbende: degene die op grond van artikel 2 van de Wiw in aanmerking komt voor activiteiten of vergoeding van activiteiten in het kader van de Wiw;

  • h.

    De bijstandsgerechtigde: degene die een periodieke uitkering voor het levensonderhoud ontvangt op grond van de Abw, Ioaw of Ioaz;

  • i.

    Noodzakelijke scholing: een door de gemeente als noodzakelijk voor de arbeidstoeleiding van de belanghebbende beoordeelde opleiding of scholing;

  • j.

    Noodzakelijk activering: een door de gemeente als noodzakelijk beoordeelde activiteit die het verkrijgen van een zelfstandige bestaansvoorziening bevordert;

  • k.

    Werk: het verrichten van betaalde werkzaamheden in dienstbetrekking, zoals wordt bedoeld in het Burgerlijk Wetboek;

  • l.

    Scholingskosten: kosten van noodzakelijke scholing die niet door de arbeidsvoorzieningsorganisatie of anderszins kunnen worden vergoed, waartoe tevens behoren de voor de scholing noodzakelijke leermiddelen;

  • m.

    Trajectplan: een in overleg met de belanghebbende opgesteld plan met te ondernemen stappen en/of activiteiten om te komen tot uitstroom naar werk;

  • n.

    Reiskosten: kosten die gemaakt worden voor het vanuit het woonadres per openbaar vervoer bereiken van de in een andere woonplaats dan die van de belanghebbende noodzakelijk beoordeelde scholing of het werk en die niet anderszins kunnen worden vergoed;

  • o.

    Kosten kinderopvang: kosten die gemaakt worden voor noodzakelijk te achten kinderopvang tijdens (parttime) werk of tijdens het volgen van noodzakelijke scholing of (sociale) activering, van kinderen die onder de directe zorg van de belanghebbende vallen, welke opvang niet anderszins geregeld kan worden en of waarvan de kosten niet anderszins vergoed kunnen worden;

  • p.

    Kinderopvang: de opvang van kinderen in georganiseerd verband, zoals dit is omschreven in de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders, alsmede de overblijfregeling op de basisscholen.

Artikel 2 Bevoegdheid van burgemeester en wethouders

  • 1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het nemen van besluiten over het vaststellen, wijzigen, intrekken of terugvorderen van subsidies op grond van artikel 3 van de Wiw, met inachtneming van deze verordening.  

  • 2 De bevoegdheid tot uitvoering van de Verordening Wiw scholing en activering wordt gemandateerd aan de chef van bureau werk, inkomen en zorg, voor zover dit binnen de door het college vastgestelde richtlijnen valt.  

Hoofdstuk 2 Voorwaarden voor recht op vergoeding van scholings- en/of activeringskosten

Artikel 3 Trajectplan

  • 1 In de kosten van scholing of activering wordt slechts subsidie verleend als deze past in het voor belanghebbende vastgestelde trajectplan om te komen tot:

    • a.

      uitstroom naar werk;

    • b.

      sociale activering.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid scholing en/of activering aanwijzen, waarbij een trajectplan niet noodzakelijk is.  

Artikel 4 Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid scholing en/of activering aanwijzen, waarbij een trajectplan niet noodzakelijk is

  • 1 Voor de belanghebbende die een noodzakelijke scholing gaat volgen, zal door burgemeester en wethouders zo mogelijk een plaats ingehuurd worden bij een door de burgemeester en wethouders vast te stellen scholingsinstituut.  

  • 2 Indien collectief ingekochte scholing of activering passend wordt geacht door burgemeester en wethouders dan heeft dergelijke scholing of activering voorrang op individuele scholing.  

  • 3 De belanghebbende die een noodzakelijke scholing volgt of gaat volgen heeft voor de duur van de scholing recht op vergoeding van:

    • a.

      scholingskosten, voor zover hierin niet wordt voorzien middels het eerste lid;

    • b.

      reiskosten;

    • c.

      kosten van kinderopvang.

  • 4 De bijstandsgerechtigde die werkt of gaat werken heeft recht op vergoeding van de reiskosten zolang de bijstand voortduurt.  

  • 5 Subsidie wordt alleen verleend in kosten waarvan is aangetoond dat belanghebbende deze moet voldoen.  

Artikel 5 Kosten kinderopvang

Aan de belanghebbende, die de zorg voor een of meerdere kinderen heeft voor de duur van de scholing, de activering, de werkervaringsplaats, de Wiw-detachering of het parttime werk, wordt subsidie verleend in de noodzakelijk te achten kosten van kinderopvang, indien:

  • a.

    door belanghebbende voor het kind of de kinderen kinderbijslag wordt ontvangen en;

  • b.

    het kind of de kinderen waarvoor de kosten kinderopvang gemaakt worden niet ouder is of zijn dan 11 jaar en;

  • c.

    voor zover en voor zolang de kinderopvang niet via de werkgever, de Regeling kinderopvang algemeen toegankelijke kindplaatsen (ATP-regeling) of de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang (SZW-regeling) gerealiseerd kan worden en;

  • d.

    voor zover het gezinsinkomen niet meer bedraagt dan 120% van het netto wettelijk minimum loon en;

  • e.

    een schriftelijke overeenkomst aanwezig is tussen de belanghebbende en de aanbieder van de kinderopvang, waarin geregeld is de duur van de kinderopvang, de plaats, de dagen en de uren per kind, alsmede de naam en geboortedatum van het kind.

Hoofdstuk 3 De aanvraag

Artikel 6 De aanvraag

  • 1 De aanvraag 

  • 2 Voor het aanvragen van de subsidie stellen burgemeester en wethouders een aanvraagformulier vast.  

Artikel 7 Gegevens bij de aanvraag

De belanghebbende dient voor zover hiervoor subsidie wordt aangevraagd, naast de in artikel 4.23 van de Awb vermelde gegevens bij de aanvraag de volgende gegevens te verstrekken:

  • a.

    een bewijs van inschrijving van de te volgen scholing of activering;

  • b.

    een bewijs van de kosten van de scholing of de activering en de noodzakelijke leermiddelen;

  • c.

    een bewijsstuk of opgave van de reiskosten;

  • d.

    bewijsstukken van de kosten kinderopvang;

  • e.

    wanneer het gaat om een reiskostenvergoeding voor het verrichten van werk: een bewijsstuk of opgave dat de reiskosten niet worden vergoed door de werkgever;

  • f.

    overige gegevens die burgemeester en wethouders noodzakelijk achten om te kunnen besluiten over de subsidieaanvraag.

Hoofdstuk 4 Hoogte en duur van de subsidie

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie voor scholing, activering, kosten kinderopvang en reiskosten bedraagt voor het jaar 2002 maximaal:

  • 1.

    € 2050 per jaar voor scholing die uitstroom naar werk bevordert;

  • 2.

    € 1100 per jaar voor scholing in het kader van activering;

  • 3.

    € 25 per jaar voor algemeen gebruikelijke leermiddelen als pen, papier, diskettes, agenda enz;

  • 4.

    € 450 per jaar voor de aanschaf van andere noodzakelijke leermiddelen, waaron¬der boeken;

  • 5.

    de kosten van openbaar vervoer voor reiskosten (goedkoopste tarief);

  • 6.

    de kosten van kinderopvang zoals benoemd in de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders, gespecificeerd in hele-dagopvang, halve-dagopvang of buitenschoolse opvang en gastouderopvang;

  • 7.

    de door de school van het kind of de kinderen aantoonbaar in rekening gebrachte noodzakelijke overblijfkosten met een maximum van €1,15 per dag per kind.

Artikel 9 Duur van de subsidie

  • 1 De subsidie voor periodieke kosten wordt vastgesteld voor de duur van de scholing, de activering, de Wiw-werkervaringsplaats, de Wiw-detachering of de werkzaamheden.  

  • 2 De subsidie wordt vastgesteld voor de duur van een jaar en kan zonodig jaarlijks worden verlengd.  

Hoofdstuk 5 Beslissing op de aanvraag

Artikel 10 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag ingevolge deze verordening binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

 

Artikel 11 Het besluit tot vaststelling van de subsidie

Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot verlening van de subsidie.

 

Artikel 12 Wijze van betaling

  • 1 De subsidie wordt uitgekeerd na overlegging van bewijsstukken van de te maken kosten.  

  • 2 De subsidie voor door het scholingsinstituut in rekening gebrachte kosten, wordt betaald aan het instituut.  

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 13 Mededelingsplicht

  • 1 De belanghebbende aan wie subsidie is verleend doet aan burgemeester en wethouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op subsidie, en de hoogte en de duur van de subsidie, zo mogelijk onder overlegging van bewijsstukken.  

  • 2 De belanghebbende doet in ieder geval ongevraagd en onverwijld schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders van wijzigingen in de duur, de omvang van de scholing of een tussentijdse beëindiging van de scholing zo mogelijk onder overlegging van bewijsstukken.  

Hoofdstuk 7 Beëindiging van de subsidie

Artikel 14 Beëindiging

  • 1 Indien de belanghebbende zich verwijtbaar niet houdt aan de verplichtingen genoemd in de artikelen 12 wordt het recht op subsidie beëindigd met ingang van de datum waarop niet meer wordt voldaan aan de verplichtingen.  

  • 2 Indien daarvoor dringende redenen zijn kan door burgemeester en wethouders van beëindiging worden afgezien.  

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

 

Artikel 17 Aanpassing bedragen

Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van de maximale subsidies in artikel 5 en artikel 8 sub a tot en met d en sub g, jaarlijks wijzigen.

 

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Wiw Scholing en activering”.

 

Artikel 19 Datum inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Brielle  in de openbare vergadering van 11 december 2001. de secretaris,                                                             de voorzitter,
W. van Noord                                                             B.F.A. van der Kluit- de Groot