Verordening regelende de instelling en toekenning van het ereburgerschap en de erepenning van de gemeente Brielle

Geldend van 09-04-1996 t/m heden

Intitulé

Verordening regelende de instelling en toekenning van het ereburgerschap en de erepenning van de gemeente Brielle

De raad der gemeente Brielle,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 april 1996, volgnummer 40;gelet op artikelen 147 en 108 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening regelende de instelling en toekenning van het ereburgerschap en de erepenning van de gemeente Brielle

Artikel 1 Instelling

Ingesteld worden:

  • a.

    het ereburgerschap van de gemeente Brielle;

  • b.

    de erepenning van de gemeente Brielle.

Artikel 2 Ereburgerschap

  • 1. Het ereburgerschap kan slechts in zeer bijzondere gevallen worden toegekend als blijk van grote waardering en dankbaarheid aan:

    • a.

      zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Brielle, die zich jegens de gehele Brielse gemeenschap op zeer uitzonderlijke wijze verdienstelijk hebben gemaakt;

    • b.

      zowel ingezetenen als voormalig ingezetenen van de gemeente Brielle, die zich door hun grote en algemeen erkende verdiensten op enigerlei gebied, die toekenning waardig hebben gemaakt.

  • 2. De toekenning van het ereburgerschap geschiedt bij besluit van de raad.

Artikel 3 Erepenning

  • 1. De erepenning kan worden toegekend als blijk van waardering en erkentelijkheid, indien er een aantoonbare positieve bijdrage is geleverd aan de Brielse samenleving, hetzij aan de opbouw, de kwaliteit dan wel de promotie ervan.

  • 2. De erepenning kan worden toegekend aan zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Brielle alsmede aan instellingen.

  • 3. Er dient een voldoende maatschappelijk draagvlak voor de toekenning aanwezig te zijn.

  • 4. De toekenning mag niet eerder hebben plaatsgevonden om - globaal gezien - dezelfde redenen.

  • 5. Burgemeester en wethouders besluiten tot toekenning van de erepenning. De beslissing wordt ter kennis van de raad gebracht.

Artikel 4 Raadpleging commissie

Alvorens de raad een voorstel voor te leggen om het ereburgerschap toe te kennen c.q. alvorens een besluit te nemen tot het toekennen van een erepenning, raadplegen burgemeester en wethouders de commissie bestuurlijke aangelegenheden.

Artikel 5 Toekenning beide onderscheidingen

Het bezit van de erepenning sluit het ontvangen van het ereburgerschap niet uit.

Artikel 6 Oorkonde

- Als bewijs van de verleende onderscheiding wordt aan de begiftigde een oorkonde uitgereikt, vermeldende de aard, de redenen en de datum van de onderscheiding. - Aan de begiftigde met het ereburgerschap wordt tevens uitgereikt de erepenning van de gemeente.

Artikel 7 Uitvoering erepenning / oorkonde

- De erepenning, die in zilver zal worden uitgevoerd, draagt aan de ene zijde een voorstelling van het wapen van de gemeente en aan de andere zijde een symbolische voorstelling met tekst. - De vormgeving, de uitvoering en de afmetingen van de erepenning worden voor het overige door burgemeester en wethouders bepaald.- Het model der oorkonde wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 8

Van elke toekenning, van één der bij deze verordening ingestelde onderscheidingen, wordt door burgemeester en wethouders aantekening gehouden in een register, waarvan vorm en indeling door hen wordt bepaald.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders bepalen de datum, het tijdstip en de wijze, waarop de onderscheiding aan de begiftigde wordt uitgereikt.

Artikel 10

  • 1. Deze verordening treedt met ingang van heden in werking.

  • 2. Op de datum van inwerkingtreding vervalt de verordening op de instelling en de toekenning van het ereburgerschap en erepenning van de gemeente Brielle, vastgesteld bij raadbesluit van 4 juni 1985.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Brielle in de openbare vergadering van 9 april 1996.De secretaris,                                                                                                                        De voorzitter, J. Wingelaar                                                                                                                           J.F. Sala