Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) 2015

De raad van de gemeente Brielle;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2014, volgnummer 54;

gelet op:

- artikel 47 van de Participatiewet;

- het advies van de commissie Samenleving van 22 september 2014;

besluit:

vast te stellen de navolgende Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) 2015 en de daarop betrekking hebbende algemene en artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

A. belangenorganisatie: een maatschappelijke organisatie die belangen behartigt van cliënten van de gemeente Brielle;

B. cliënten: alle personen binnen de gemeente Brielle zoals genoemd in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet, personen die een Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangen en personen zoals genoemd in artikel 1 Wsw;

C. cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Brielle de belanghebbenden betrekken in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de wet;

D. cliëntenraad: de cliëntenraad als bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2 lid 3 van de Wsw (gezamenlijke cliëntenraad SoZaWe Bernisse, Brielle en Spijkenisse);

E. raad: de (opiniërende) raad van de gemeente Brielle;

F. de afdelingen: de afdeling Inkomen, de afdeling Werk en de afdeling beleid en strategie van de sector Inwoners van de gemeente Spijkenisse;

G. de directeur: de directeur van de sector Inwoners van de gemeente Spijkenisse;

H. de gemeente: de gemeente Brielle;

I. de wet: de Participatiewet, Wet sociale werkvoorziening, Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet Inkomstenvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

J. ervaringsdeskundige: een uit het cliëntenbestand voortkomend cliëntenraadslid, dat vanwege zijn ervaring als cliënt zitting heeft in de cliëntenraad;

K. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brielle;

L. intermediair: vertegenwoordiger van een belangenorganisatie in de cliëntenraad, die door het bestuur van de betreffende organisaties als zodanig is aangewezen;

M. portefeuillehouder: wethouder van de gemeente Brielle die Sociale Zaken en Werkgelegenheid in diens portefeuille heeft;

N. secretaris: administratieve ondersteuning vanuit de gemeente Spijkenisse, die geen lid is van de cliëntenraad;

O. SoZaWe: Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2. Algemeneen

  • 1. De gemeente heeft samen met de gemeenten Bernisse en Spijkenisse één cliëntenraad.

  • 2. In de onderhavige verordening ‘Cliëntenparticipatie SoZaWe 2015’ wordt de wijze waarop de personen of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten vastgelegd.

Hoofdstuk 2: Cliëntenraad

Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad telt tenminste acht en ten hoogste dertien leden. Voor de samenstelling van de cliëntenraad wordt verwezen naar het reglement van de cliëntenraad SoZaWe.

  • 2. De cliëntenraad bestaat uit intermediairs èn ervaringsdeskundigen, die zo veel mogelijk een afspiegeling vormen van de cliënten en de cliëntenaantallen van de gemeenten Bernisse, Brielle en Spijkenisse.

  • 3. De cliëntenraad wordt geleid door een onafhankelijk (technisch) voorzitter, die cliënt noch lid is, noch werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de gemeente.

  • 4. De cliëntenraad wordt ondersteund door een secretaris, die geen lid is van de cliëntenraad.

Artikel 4. Benoeming van de cliëntenraad

  • 1. Leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college van Brielle, na goedkeuring van het college van de gemeenten Bernisse en Spijkenisse, op voordracht van de cliëntenraad.

  • 2. De zittingsduur van de leden bedraagt een termijn van vier jaar. Leden zijn maximaal twee keer herbenoembaar.

Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van leden eindigt:

    a. Indien het betreffende lid schriftelijk aangeeft geen deel meer uit te willen maken van de cliëntenraad;

    b. aan het einde van de zittingsperiode, indien besloten wordt het betreffende lid niet te herbenoemen of de ervaringsdeskundige niet meer tot de cliënten behoort;

    c. Indien het bestuur van de betreffende belangenorganisatie schriftelijk aangeeft niet langer vertegenwoordigd te willen zijn in de cliëntenraad;

    d. aan het einde van de zittingsperiode, indien het bestuur van de betreffende belangenorganisatie besluit een andere kandidaat voor te dragen;

    e. wanneer hij niet langer werkzaam is bij of onder verband van de betreffende belangenorganisatie;

    f. wanneer het bestuur van de betreffende belangenorganisatie schriftelijk aangeeft dermate ontevreden te zijn over zijn functioneren, dat correcte vertegenwoordiging in de cliëntenraad onmogelijk is geworden.

  • 2. Beëindiging van het lidmaatschap van de cliëntenraad op grond van onderdeel f van het derde lid vindt niet plaats voordat het lid van de cliëntenraad is gehoord.

  • 3. Beëindiging van het lidmaatschap als bedoeld in het eerste lid sub. a en b. wordt schriftelijk bevestigd namens het college.

Artikel 6. De voorzitter

  • 1. De voorzitter van de cliëntenraad wordt benoemd door het college op voordracht van de cliëntenraad.

  • 2. De voorzitter wordt voor een termijn van vier jaar benoemd. Na het beëindigen van de zittingsduur kan deze door de cliëntenraad gevraagd worden nogmaals een termijn als voorzitter te fungeren. De maximale achtereenvolgende zittingsduur bedraagt drie termijnen.

Hoofdstuk 3: Functioneren van de cliëntenraad

Artikel 7. Taken en bevoegdheden

  • 1. Cliëntenparticipatie strekt zich uit over de door de gemeente te beïnvloeden beleidsonderdelen en uitvoering van de wet, inclusief aanverwante regelgeving en de dienstverlening hieromtrent.

  • 2. De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd een niet-bindend advies te geven aan de portefeuillehouder, directeur, het college en de raad over in het eerste lid genoemde zaken.

  • 3. De cliëntenraad behartigt de belangen van de cliënten als geheel en/of van bepaalde subgroepen daar-binnen.

  • 4. De cliëntenraad is niet bevoegd:

    a. uitspraken te doen over individuele cliënten (klachten, bezwaarschriften e.d.) tenzij het onderwerpen betreft met een algemeen karakter;

    b. uitspraken te doen over medewerkers van de afdelingen, tenzij het zaken betreft met een algemeen karakter;

    c. te adviseren over onderdelen van beleidsterreinen die door andere overheden of instanties dan de gemeente worden ingevuld en/of uitgevoerd;

    d. te adviseren over de verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van wettelijke voorschriften, voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid is gelaten.

Artikel 8. Informatievoorziening

De directeur draagt er zorg voor dat de cliëntenraad vroegtijdig wordt voorzien van alle informatie die voor een goed functioneren van de cliëntenraad noodzakelijk is.

Artikel 9. Overleg tussen portefeuillehouder en cliëntenraad

  • 1. Tenminste drie maal per jaar vindt overleg plaats tussen de voorzitter van de cliëntenraad, de portefeuillehouder en het hoofd van één van de afdelingen.

  • 2. Op verzoek van één van de in het eerste lid genoemde personen, kunnen anderen aan dit overleg deelnemen, tenzij een van de cliëntenraadsleden hier bezwaar tegen heeft.

Artikel 10. Faciliteiten

  • 1. De gemeente Spijkenisse stelt de volgende faciliteiten ter beschikking aan de cliëntenraad:

    a. een vergaderruimte (op verzoek);

    b. de mogelijkheid gebruik te maken van kopieervoorzieningen, telefoon e.d. van de afdelingen en van de mogelijkheid post te verzenden;

    c. ondersteuning van de afdeling Communicatie en Representatie bij de publiciteit rondom (activiteiten van) de cliëntenraad;

    d. een in de gemeentebegroting opgenomen budget ten behoeve van de cliëntenraad.

  • 2. Het in het eerste lid onder d genoemde budget wordt onder andere gebruikt voor:

    a. aan cliëntenparticipatie verbonden directe kosten;

    b. een maandelijkse algemene onkostenvergoeding per cliëntenraadslid, voor zover het lid voor de werkzaamheden binnen de cliëntenraad geen salaris of andere onkostenvergoeding ontvangt;

    c. een onkostenvergoeding voor een vervangend lid bij vervanging in de maandelijkse vergadering;

    d. een maandelijkse onkostenvergoeding voor de voorzitter van de cliëntenraad;

    e. kosten van scholing, training en opleiding;

    f. facilitaire kosten zoals briefpapier en voorlichtingsmateriaal;

    g. specifieke onkosten van cliëntenraadsleden die betrekking hebben op activiteiten in verband met het werk voor de cliëntenraad.

  • 3. De onkostenvergoeding als bedoeld in het tweede lid sub. b, c en d wordt door het college vastgesteld.

  • 4. Uitgaven uit het in het eerste lid onder e genoemde budget worden geautoriseerd door de directeur. Autorisatie vindt plaats, tenzij uitgaven:

    a. zich niet verdragen met gemeentelijk beleid;

    b. naar verwachting leiden tot overschrijding van het budget;

    c. onverenigbaar zijn met de normen van redelijkheid en billijkheid die gelden binnen de gemeente Spijkenisse.

Hoofdstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 11. Reglement

De cliëntenraad stelt een reglement vast waarin in ieder geval de besluitvormingsprocedure van de betreffende cliëntenraad en de orde tijdens vergaderingen wordt geregeld.

Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2015.

  • 2. De verordening cliëntenparticipatie SoZaWe Brielle 2012 wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de onderhavige verordening ingetrokken.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘verordening cliëntenparticipatie SoZaWe 2015’.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van Brielle

in de openbare vergadering van 14oktober 2014

de griffier, L.C.M. van Steijn
de voorzitter,mw. G.W.M. van Viegen

Toelichting algemeen

Toelichting algemeen

De Participatiewet schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat een verorde-ning dient te worden vastgesteld door de raad. Uit artikel 42 van de IOAW en artikel 42 van de IOAZ volgt dat het college zorg moet dragen voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie. Ingevolge die bepalingen is de ‘Verordening cliëntenparticipatie SoZaWe 2015’ tot stand gekomen.

De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Met goede cliëntenparticipatie is de cliënt gediend, doordat deze als geen ander weet wat de uitwerking is van beleid en uitvoering van de gemeentelijke sociale zekerheid. De meest vergaande vorm van cliëntenparticipatie is een cliëntenraad, waarin (ook) cliënten zelf zitting hebben. Een cliëntenraad hoeft echter niet de enige vorm van participatie te zijn. Diverse vormen van cliëntenparticipatie kunnen naast elkaar en in aanvulling op elkaar bestaan.

Deze verordening dient meerdere doelen. Ten eerste geldt het uitgangspunt van de regelingen dat cliënten en/of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de wet. Ten tweede kan cliën-tenparticipatie, vormgegeven in een cliëntenraad, gebruikt worden als middel om te komen tot kwaliteitsverbetering van uitvoering en beleid. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is dat de cliëntenraad ruimte krijgt voor het uitdragen van een eigen identiteit. In deze verordening is een balans gezocht tussen het belang van de gemeente Brielle in zinvolle cliëntenparticipatie en het belang van de cliëntenraad tot zelfstandige belangenbehartiging en het creëren van een eigen identiteit.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1:

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Participatiewet, Wsw en/of bestaande regelgeving.

Onder B: Cliënten die behoren tot de categorie als bedoeld in artikel 7, lid 1 Participatiewet is een brede doel-groep. Het betreft de groep die voor voorzieningen in aanmerking komt (mensen met een bijstandsuitkering voor levensonderhoud, mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigden) en de groep die voor het minimabeleid, waaronder bijzondere bijstand, in aanmerking komt (artikel 7, lid 1 sub b Participatiewet). Daarbij is in de definitie opgenomen mensen die een Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangen. Ook zelfstandigen die een beroep doen op ondersteuning via de bijstand (Bijstandsbesluit Zelfstandigen - Bbz) worden gerekend tot de cliënten.

Onder D: de gemeente Brielle vormt één gezamenlijke cliëntenraad met de gemeenten Bernisse en Spijkenisse.

Onder G: Met de directeur wordt bedoeld de persoon die de sector Inwoners van de gemeente Spijkenisse als geheel aanstuurt en die hiërarchisch staat boven de afdelingshoofden van de afdelingen.

Onder J: Een ervaringsdeskundige heeft op het moment van selectie en benoeming een uitkering voor levens-onderhoud op grond van de Participatiewet, Ioaw of Ioaz, dan wel behoort tot de doelgroep van de Wsw als bedoeld in artikel 1 Wsw. De rol binnen de cliëntenraad is de ervaring als cliënt in zijn algemeenheid en als cliënt van SoZaWe Brielle in het bijzonder, kenbaar te maken. Een ervaringsdeskundige gebruikt de eigen ervaring voor algemene advisering. Ervaringsdeskundigen mogen hun positie binnen de cliëntenraad niet gebruiken om individuele belangen te behartigen.

Artikel 2:

Geen toelichting.

Artikel 3:

Eerste lid

Getracht moet worden het maximale aantal cliëntenraadsleden zoveel mogelijk te handhaven. De verhouding tussen de intermediairs en ervaringsdeskundigen mag alleen worden verstoord, indien het maximale aantal niet langer kan worden gehandhaafd, bijvoorbeeld door vertrek van een van de leden. Wanneer een intermediair vertrekt, moet die plek opgevuld worden door een nieuwe intermediair. Voor ervaringsdeskundigen geldt hetzelfde. Wanneer een plek niet kan worden opgevuld, dient deze tijdelijk vacant te blijven. Na een door de cliëntenraad te bepalen periode kan dan opnieuw worden getracht de leeggevallen plek in te vullen.

Tweede lid

Een afspiegeling van de cliënten vindt op hoofdlijnen plaats. Hierbij wordt zo mogelijk rekening gehouden met de globale verdeling man-vrouw, leeftijdscategorie, ervaringsdeskundigheid (uitkeringssoort/dienstverband) en soort belangenbehartiging. Getracht moet worden tenminste een alleenstaande ouder met een kind onder de 12 jaar te benoemen. Met de komst van de participatiewet moet daarnaast worden getracht tenminste een jonggehandicapte te benoemen. De belangen van arbeidsgehandicapten kunnen worden vertegenwoordigd door een ervaringsdeskundige of een belangenorganisatie.

Artikel 4:

Dit artikel behandelt de benoeming van cliëntenraadsleden. Waar wordt gesproken over leden worden erva-ringsdeskundigen en intermediairs bedoeld.

Artikel 5:

Dit artikel behandelt de beëindiging van het lidmaatschap van cliëntenraadsleden.

Eerste lid

Waar wordt gesproken over leden worden ervaringsdeskundigen en intermediairs bedoeld.

Tweede lid

Het horen vindt plaats door een vertegenwoordiger van het college in aanwezigheid van de voorzitter van de cliëntenraad. De vertegenwoordiger van het college maakt een afweging tussen de belangen van de cliëntenraad als geheel en de belangen van het lid. Daarin wordt meegewogen in hoeverre de cliëntenraad, al dan niet bij aftreden van het lid, in staat is of blijft haar taken uit te voeren. De afweging vormt onderdeel van het colle-gebesluit.

Artikel 6:

Geen toelichting.

Artikel 7:

Eerste lid

Voor de uitvoering van beleid geldt dat de cliëntenparticipatie zich mede uitstrekt tot aanverwante regelgeving, waartoe ook regelingen omtrent zelfstandigen die een vorm van bijstand ontvangen behoren. Verder behoren hiertoe Algemene Maatregelen van Bestuur die zijn uitgevaardigd als uitwerking van de Participatiewet, Ioaw of Ioaz, en dergelijke. Tot slot strekt de cliëntenparticipatie zich uit tot de dienstverlening van de afdelingen met betrekking tot het uitvoeren van bovengenoemde wet- en regelgeving.

Tweede lid

De cliëntenraad kan te allen tijde advies geven aan portefeuillehouder, directeur en/ of het college over in artikel 7, eerste lid genoemde zaken. Het betreft echter een niet-bindend advies, hetgeen betekent dat de portefeuillehouder, directeur en/ of het college het advies naast zich neer kan leggen.

Wanneer schriftelijk advies is gevraagd aan de cliëntenraad, wordt advies gegeven aan het adviesvragend orgaan. Indien het gevraagde advies een collegebesluit betreft dat wordt voorgelegd aan de raad, kan bij een afwijkend advies tevens gebruik worden gemaakt van het spreekrecht bij de betreffende raadvergadering.

Wanneer de cliëntenraad ongevraagd adviseert, hangt het af van het onderwerp of het advies is gericht aan de portefeuillehouder, directeur en/ of het college. Advisering die uitvoering of dienstverlening betreft wordt gedaan aan de directeur. Beleidsadvisering omtrent een collegevoorstel of –besluit wordt gedaan aan het college. Beleidsadvisering in een beleidsvoorbereidend stadium wordt gedaan aan de directeur.

Derde lid

Behartiging van de belangen van cliënten kan ook (doel)groepen daarbinnen betreffen. Als groep binnen de cliënten kan niet worden gezien een of enkele personen, waarbij het een specifieke situatie betreft.

Vierde lid

Een duidelijke grens aan de bevoegdheden van de cliëntenraad wordt gesteld om de scheiding tussen taken en rol van de gemeente en taken en rol van de cliëntenraad aan te brengen. De cliëntenraad behoort niet in de wettelijke of organisatorische taken van de gemeente te treden of in taken waarin de gemeente geen zelfstan-dige beleidsbevoegdheid heeft. Mochten bezwaarschriften of individuele klachten worden ontvangen door de cliëntenraad, worden deze doorgestuurd naar de afdelingen. De cliëntenraad is wel bevoegd de bezwaren of klachten te veralgemeniseren indien deze vaker voorkomen, en als algemene beperking binnen beleid, uitvoe-ring of dienstverlening aan de orde te stellen.

Artikel 8:

Geen toelichting.

Artikel 9:

Tweede lid

Het uitbreiden van het aantal deelnemers aan het overleg tussen gemeente en cliëntenraad vindt plaats op incidentele basis, wanneer inhoudelijke of organisatorische redenen dit noodzakelijk maken.

Artikel 10:

Eerste lid

De faciliteiten die ter beschikking van de cliëntenraad worden gesteld, blijven onder verantwoordelijkheid vallen van de gemeente Spijkenisse. Het budget dat beschikbaar is voor de cliëntenraad staat onder beheer van de afdelingen. De cliëntenraad geeft aan voor welke uitgaven zij het budget wenst te gebruiken.

Vierde lid

De directeur autoriseert de uitgaven, tenzij in strijd met in dit lid genoemde punten. Het uitgangspunt is dat de cliëntenraad voldoende financiële vrijheid wordt verleend om haar taken naar wens uit te kunnen voeren.

Artikel 11:

Dit artikel bepaalt de noodzaak van een reglement voor de cliëntenraad.

Artikel 12:

In onvoorziene omstandigheden, beslist het college. Beslissingen op basis van dit artikel vinden plaats na over-leg met de cliëntenraad.

Artikel 13:

Tweede lid Deze verordening treedt in de plaats van de verordening cliëntenparticipatie 2012 Brielle. De verordening wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de onderhavige verordening ingetrokken.

Artikel 14:

Geen toelichting.