Samenwerkingsovereenkomst boa’s domein I Brielle - Hellevoetsluis - Westvoorne

Geldend van 03-03-2021 t/m heden

Intitulé

Samenwerkingsovereenkomst boa’s domein I Brielle - Hellevoetsluis - Westvoorne

Partijen:

Toezichthouder:

• De hoofdofficier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Direct toezichthouder:

• De politiechef eenheid Rotterdam

Gemeenten:

De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Brielle, ingevolge artikel 160 lid 1 sub e en artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, G.G.J. Rensen, hierna te noemen de gemeente Brielle.

De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Hellevoetsluis, ingevolge artikel 160 lid 1 sub e en artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, M.C. Junius, hierna te noemen de gemeente Hellevoetsluis.

De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Westvoorne, ingevolge artikel 160 lid 1 sub e en artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, P.E. de Jong, hierna te noemen de gemeente Westvoorne.

Overwegende dat:

  • 1.

    gemeenten kennis hebben genomen van:

    • het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar;

    • Beleidsregel Buitengewoon Opsporingsambtenaar;

    • de Ambtsinstructie opsporingsambtenaren.

  • 2.

    gemeenten ter handhaving van lokale verordeningen en/of landelijke wetgeving in de betreffende gemeente één of meer buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) ex. artikel 142 van het wetboek van strafvordering hebben aangesteld, ofwel de intentie hebben om deze boa’s conform dit convenant in te lenen; deze boa’s zijn bevoegd tot handhaving van de in Domein I van de Beleidsregel Buitengewoon Opsporingsambtenaar genoemde wetgeving, telkens voor zover de handhaving van die wetgeving binnen de reikwijdte van de aan hun verstrekte opsporingsbevoegdheid en hun functieomschrijving valt;

  • 3.

    gemeenten het ter borging van een adequate opsporing en handhaving noodzakelijk achten de boa’s als bedoeld onder punt 2. telkens met inachtneming van hun wettelijke bevoegdheden incidenteel in te kunnen zetten op elkaars grondgebied, in casu alle aan dit convenant deelnemende gemeenten, teneinde optimaal gebruik te maken van de in de deelnemende gemeenten aanwezige (boa) opsporings- en handhavingscapaciteit op momenten dat de eigen gemeentelijke (boa) opsporings- en handhavingscapaciteit onvoldoende is, of onvoldoende dreigt te worden.

  • 4.

    het, gelet op hetgeen hiervoor bij punt 3. is vermeld, efficiënt is op structurele basis in de mogelijkheid van deze regionale samenwerking te voorzien zodat snel en adequaat op assistentieverzoeken kan worden gereageerd in plaats van in voorkomende gevallen telkens ad hoc een samenwerkingsovereenkomst op te moeten stellen.

  • 5.

    gemeenten over het voorafgaande overeenstemming hebben bereikt met de toezichthouder en de direct toezichthouder op de buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 36 van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar zijnde respectievelijk de hoofdofficier van justitie in het arrondissement Rotterdam en de districtchef Rotterdam-Rijnmond.

  • 6.

    gemeenten een zo hoog mogelijk professioneel niveau nastreven en inzetten op een brede vorm van toezicht en handhaving.

Komen het volgende overeen:

Artikel 1 Buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)

  • 1.

    Daar waar in deze samenwerkingsovereenkomst wordt gesproken over “buitengewoon opsporingsambtenaar” of “boa”, wordt bedoeld: een buitengewoon opsporingsambtenaar ex. artikel 142 van het wetboek van strafvordering, bevoegd tot handhaving van de in Domein I van de Beleidsregel Buitengewoon Opsporingsambtenaar genoemde wetgeving, telkens voor zover de handhaving van die wetgeving binnen de reikwijdte van de aan hun verstrekte opsporingsbevoegdheid en hun functieomschrijving valt en die buitengewoon opsporingsambtenaar een dienstverband heeft bij één van de aan dit convenant deelnemende gemeenten, dan wel bij een private rechtspersoon die eigendom is van één of meer aan dit convenant deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Daar waar met betrekking tot de buitengewoon opsporingsambtenaar de mannelijke vorm wordt gebruikt kan tevens de vrouwelijke vorm worden gelezen.

Artikel 2 Regionale in- en uitleen van buitengewoon opsporingsambtenaren

Deze samenwerkingsovereenkomst heeft in eerste instantie tot doel uitwisseling van boa’s, zoals bedoeld in artikel 1, mogelijk te maken op de volgende momenten:

  • 1.

    Bij publieksevenementen;

  • 2.

    Bij piekmomenten waarbij de eigen gemeentelijke capaciteit niet toereikend is, plotselinge manifestaties (protest/stille tocht) en projectmatige inzet (zoals Drank- en Horecawet).

Artikel 3 Regionale uitoefening toezicht- en/of opsporingsbevoegdheid

  • 1.

    De boa is gerechtigd zijn toezicht- en/of opsporingsactiviteiten en -bevoegdheden uit te oefenen in alle aan dit convenant deelnemende gemeenten zodra een verzoek is gedaan.

  • 2.

    De boa oefent zijn toezicht- en/of opsporingsbevoegdheid in een andere gemeente dan zijn gemeente van aanstelling niet uit anders dan op een concreet schriftelijk verzoek van het bevoegde bestuursorgaan of een daardoor gemandateerd persoon van de assistentie verzoekende gemeente.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan het verzoek als bedoeld onder b. mondeling plaatsvinden. Het mondelinge verzoek wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk bekrachtigd.

  • 4.

    In het geval een boa zijn toezicht- en/of opsporingsactiviteiten uitoefent in een andere gemeente dan zijn gemeente van aanstelling wordt de direct toezichthouder daarvan zoveel mogelijk schriftelijk vooraf door de assistentie verzoekende gemeente in kennis gesteld. Bij een spoed inzet zal de kennisgeving achteraf plaatsvinden.

Artikel 4 Politiebevoegdheden

  • 1.

    De boa die assistentie verleent en aan wie de bevoegdheid bedoeld in artikel 7 lid 1 en/of lid 3 en/of lid 4 van de Politiewet 2012 is toegekend (gebruik van geweld respectievelijk veiligheidsfouillering) oefent die bevoegdheid uit in zijn totale toezicht- en/of opsporingsgebied.

Artikel 5 Aansturing

  • 1.

    De boa die assistentie verleent verricht de werkzaamheden onder leiding, toezicht en verantwoordelijkheid van de assistentie verzoekende gemeente.

  • 2.

    De assistentie verzoekende gemeente informeert de boa over de geldende lokale wetgeving, reglementen, voorschriften en de werkwijze in die gemeente.

  • 3.

    De boa die assistentie verleent verricht daar waar mogelijk de werkzaamheden in samenwerking met een boa uit de assistentie verzoekende gemeente.

  • 4.

    Indien het genoemde in lid c. niet van toepassing is, bijvoorbeeld doordat de assistentie verzoekende gemeente zelf niet over voldoende boa’s beschikt, dan worden minimaal twee boa’s ingeleend.

  • 5.

    De rechtspositieregeling van de assistentie verlenende gemeente blijft van toepassing, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen tussen partijen en de boa.

Artikel 6 Kwaliteit

  • 1.

    De assistentie verlenende gemeente is verantwoordelijk voor, en borgt de kwaliteit en de geldigheid van de opsporingsbevoegdheid, opleidingen, trainingen, vaardigheden etc. voor zover die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de boa tijdens diens feitelijke werkzaamheden in de assistentie verzoekende gemeente.

  • 2.

    De assistentie verzoekende gemeente is verantwoordelijk voor, en bewaakt de kwaliteit van het opsporingsproduct (bestuurlijke strafbeschikking, politiebeschikking, proces-verbaal etc.) van de boa die in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst in die gemeente zijn feitelijke werkzaamheden verricht.

Artikel 7 Permanente her- en bijscholing

De aan dit convenant deelnemende gemeenten komen overeen waar mogelijk gezamenlijk de opleiding in het kader van de permanente her- en bijscholing in te kopen.

Artikel 8 Functiebeschrijving in relatie tot opsporingsbevoegdheid

  • 1.

    De boa wendt geen bevoegdheden aan welke buiten de reikwijdte van domein I van zijn opsporingsbevoegdheid vallen waarin hij is aangesteld en waar bij de aanvraag van opsporingsbevoegdheid die aanvraag in relatie tot de functieomschrijving van de boa niet op was gericht.

  • 2.

    In het kader van deze samenwerkingsovereenkomst is de functieomschrijving en de aanvraag van opsporingsbevoegdheid als bedoeld onder lid a. van de assistentie verlenende gemeente waaraan de boa zijn bevoegdheid ontleent (akte van aanstelling) bepalend en omvat deze aldus tevens de maximale reikwijdte van de opsporingsbevoegdheid in de assistentie verzoekende gemeente.

  • 3.

    Het gestelde onder lid b. is niet van toepassing indien de assistentie verzoekende gemeente daar nadrukkelijk bezwaar tegen maakt met dien verstande dat het feitelijk invulling geven aan de reikwijdte van de opsporingsbevoegdheden van de boa wel beperkt doch niet uitgebreid kan worden. In geval van een dergelijk bezwaar wordt dat ter kennis gebracht van de assistentie verlenende gemeente conform artikel 3 van deze samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 9 Uniform

  • 1.

    Wanneer gemeentelijke kleding wordt vervangen is de aanbeveling het uniform op elkaar af te stemmen, conform het landelijk vastgestelde uniform.

Artikel 10 Veiligheid tijdens uitvoering van de werkzaamheden

  • 1.

    De deelnemende gemeenten beschikken over een uniform communicatiesysteem (C2000).

  • 2.

    Werken in koppels: gemeenten komen overeen dat wanneer boa’s worden in- en/of uitgeleend, zij hun werkzaamheden in koppels verrichten. Zie artikel 5 lid c en d.

  • 3.

    Geweldsmiddelen: momenteel beschikken de boa’s in Hellevoetsluis en Westvoorne over handboeien en is het gebruik van transportboeien mogelijk. De gemeente Brielle heeft een aanvraag gedaan voor handboeien.

Artikel 11 Opvang bij ingrijpende incidenten

  • 1.

    De gemeente (assistentie verzoekende gemeente) is in zijn hoedanigheid als werkgever, zoals beschreven in de Arbowet, verantwoordelijk voor de zorg omtrent welzijn en gezondheid van zijn werknemers, hier specifiek boa’s zoals omschreven in artikel 1.

Artikel 12 Tarief voor in-/uitleen

  • 1.

    De buitengewoon opsporingsambtenaar zoals omschreven in artikel 1 van dit convenant, wordt uitgewisseld op basis van gesloten beurs.

  • 2.

    Het gestelde bij lid a. is niet van toepassing indien:

    • 1.

      De assistentie verzoekende gemeente zelf niet beschikt over boa’s;

Artikel 13 Klachten

  • 1.

    Indien een klacht wordt ingediend over een gedraging van de boa in de assistentie verzoekende gemeente, wordt deze klacht ingevolge het “Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar” opgevat als een gedraging van het bestuursorgaan waaronder de boa ressorteert i.c. de assistentie verzoekende gemeente. De klacht wordt derhalve door de assistentie verzoekende gemeente behandeld in overleg met de andere gemeente.

  • 2.

    Eventuele rechtspositionele maatregelen naar aanleiding van een klacht tegen de boa worden genomen door de assistentie verlenende gemeente.

  • 3.

    Door de assistentie verzoekende gemeente zal in het geval van een klacht tegen een boa van een assistentie verlenende gemeente terstond een afschrift van de klacht aan de toezichthouder en de direct toezichthouder worden gezonden.

  • 4.

    De assistentie verlenende gemeente zal van het verloop van de klachtenprocedure door de assistentie verzoekende gemeente in kennis worden gesteld.

Artikel 14 Aansprakelijkheid

  • 1.

    De assistentie verzoekende gemeente draagt zorg voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de boa in verband met de door hem te verrichten werkzaamheden.

  • 2.

    De assistentie verzoekende gemeente is aansprakelijk voor schade die de boa mocht veroorzaken aan derden bij de uitoefening van de werkzaamheden voor de assistentie verzoekende gemeente.

Artikel 15 Geldigheidsduur en beëindiging samenwerkingsovereenkomst

  • 1.

    Deze samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor één jaar en kan daarna stilzwijgend worden verlengd met perioden van twee jaar.

  • 2.

    Deze samenwerkingsovereenkomst kan eenzijdig worden opgezegd, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, of op elk moment zonder opzegtermijn wanneer dit gebeurt met instemming van alle partijen.

  • 3.

    Bij opzegging van deze overeenkomst door (een) partij(en) vervallen alle vormen van assistentieverlening waaraan de opzeggende partij(en) zich eerder had(den) verbonden.

  • 4.

    In het geval de toezichthouder en/of de direct toezichthouder schriftelijk heeft aangegeven niet langer akkoord te gaan met deze samenwerkingsovereenkomst vervalt deze overeenkomst per direct.

Artikel 16 Wijziging samenwerkingsovereenkomst

Wijzigen van deze samenwerkingsovereenkomst kan schriftelijk en met instemming van alle gemeenten, de toezichthouder en direct toezichthouder. Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingen wordt duidelijk aangegeven.

Artikel 17 Citeertitel

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt aangehaald als “Samenwerkingsovereenkomst boa’s domein 1 Brielle - Hellevoetsluis - Westvoorne”.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking met ingang van de datum dat deze door de toezichthouder en direct toezichthouder alsmede door de deelnemende gemeenten is ondertekend en gedagtekend.

  • 2.

    De werking van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst beperkt zich tot de gemeenten die deze samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend.

Ondertekening

Aldus overeengekomen en getekend:

1. Gemeente Hellevoetsluis

Vertegenwoordigd door burgemeester mevrouw M.C. Junius

ondertekend te: Hellevoetsluis

datum: 1 december 2020

2. Gemeente Westvoorne

Vertegenwoordigd door burgemeester de heer P.E. de Jong

ondertekend te: Rockanje

datum: 30 oktober 2020

3. Gemeente Brielle

Vertegenwoordigd door burgemeester de heer G.G.J. Rensen

ondertekend te: Brielle

datum: 24 november 2020

Ondertekening voor akkoord/gezien toezichthouder en de direct toezichthouder:

1. De toezichthouder namens

De hoofdofficier van justitie in het arrondissement Rotterdam, Mr. H.M.P. Hillenaar

ondertekend te: Rotterdam

datum: 3 maart 2021

2. De direct toezichthouder namens

De politiechef eenheid Rotterdam,

ondertekend te: Rotterdam

datum: 6 januari 2021