Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening brandweerrechten Bronckhorst 2012

Geldend van 28-12-2011 t/m 31-12-2012

Raadsbesluit

Behorende bij raadsvoorstel met nummer: 111215/13-4G

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van b en w van 15 november 2011:

gelet op de bespreking van de gecombineerde raadscommissie en Beleidsontwikkeling van 7 december 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

‘Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten Bronckhorst 2012’.

Verordening brandweerrechten Bronckhorst 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “brandweerrechten” worden geheven:

  • a.

    rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

  • b.

    rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2.

    Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

  • d.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

  • e.

    het beperken van brandgevaar;

  • f.

    het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

  • g.

    al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

  • h.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

  • f.

    de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in

    de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, danwel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    1.De ‘Verordening brandweerrechten Bronckhorst 2011’ vastgesteld door de gemeenteraad op 16 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de brandweerrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Brandweerrechten Bronckhorst 2012’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 15 december 2011,

de griffier,

de voorzitter,

G.J. Mugge

H.A.J. Aalderink

Brandweerrrechten Tarieventabel 2012