Regeling vervallen per 11-12-2014

Verordening raadscommissies 2011

Geldend van 11-05-2011 t/m 10-12-2014

Intitulé

Verordening raadscommissies 2011

Raadsbesluit

Behorende bij raadsvoorstel met nummer: 110428/18

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van de griffie van 23 februari 2011;

gelet op artikel 82 Gemeentewet ;

besluit:

  • 1.

    In te trekken de 'Verordening raadscommissies 2010', vastgesteld op 31 maart 2011;

  • 2.

    Vast te stellen de 'Verordening op de raadscommissies 2011'.

Algemene bepaling

 

Artikel 1         Aantal commissies

In de gemeente Bronckhorst bestaan de volgende vaste raadscommissies:

  • 1.

    raadscommissie Beleidsontwikkeling;

  • 2.

    raadscommissie Evaluatie en controle.

 

Artikel 2         Taak en bevoegdheden

  • 1.

    Elke commissie heeft tot taak de besluitvorming in de raad voor te bereiden door op haar terrein op hoofdlijnen de hiervoor noodzakelijke informatievoorziening te bespreken.

  • 2.

    In gevallen waarin een aangelegenheid geacht kan worden tot de taak van beide commissies te behoren, beslist de agendacommissie in welke commissie de aangelegenheid besproken wordt.

  • 3.

    Eveneens kan de agendacommissie beslissen dat een aangelegenheid aan een gezamenlijke vergadering van de beide commissies wordt voorgelegd. De agendacommissie bepaalt welke voorzitter de leiding van deze gezamenlijke vergadering heeft.

Samenstelling

Artikel 3         Leden

  • 1.

    1.       Alle raadsleden van de fractie mogen deelnemen aan vergaderingen van raadscommissies.

  • 2.

    2.       Per onderwerp mogen maximaal drie personen per fractie gelijktijdig deelnemen aan een vergadering van een raadscommissie.

  • 3.

    3.       De leden van de commissie, niet zijnde raadsleden, moeten kiesgerechtigde inwoners van de gemeente zijn en zijn stemgerechtigd, als zij in functie zijn.

 

Artikel 4         Benoeming

  • 1.

    Lden van de commissie, niet zijnde raadsleden, worden op voordracht van de fracties door de raad benoemd.

  • 2.

    De zittingsperiode is gelijk aan die van de leden van de raad.

Artikel 5         Ontslag

  • 1.

    Een lid, niet zijnde raadslid, kan als zodanig ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan de raad.

  • 2.

    De raad kan een commissielid, niet-zijnde raadslid, ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd. De fractie heeft het recht na een dergelijk ontslag een ander voor benoeming tot commissielid niet-zijnde raadslid bij de raad voor te dragen.

Artikel 6         Voorzitter

  • 1.

    De raad benoemt uit zijn midden de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van elke commissie.

  • 2.

    De voorzitter leidt de vergadering, handhaaft de orde en ziet toe op de naleving van de verordening.

  • 3.

    De voorzitter verleent het woord, formuleert de conclusies, geeft in voorkomende gevallen aan waarover wordt gestemd en deelt de uitslag van de stemming mede.

  • 4.

    Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter en diens plaatsvervanger treedt het daartoe door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid als zodanig op.

  • 5.

    De voorzitter is als zodanig geen lid van de commissie en heeft alleen stemrecht, als de stemmen van de leden staken.

 

Artikel 7         Griffier

  • 1.

    Als griffier van elke commissie treedt op de griffier of een door hem aangewezen commissiegriffier.

  • 1.

    De griffier regelt de vervanging van de commissiegriffier.

  • 2.

    De griffier en commissiegriffier dienen de commissie desgevraagd van advies.

  • 3.

    De commissiegriffier zorgt voor een schriftelijke samenvatting van de vergadering van de commissie.

Artikel 8         Adviseurs

De commissie kan ambtelijke en niet-ambtelijke adviseurs uitnodigen de vergadering bij te wonen.

 

Vergaderingen en hun voorbereiding

Artikel 9         Vergaderfrequentie

De commissie vergadert zo dikwijls als de agendacommissie, de voorzitter of twee raadsleden van verschillende fracties dit nodig oordelen.

 

Artikel 10       Toezending stukken

  • 1.

    De voorzitter zendt, spoedeisende vergaderingen uitgezonderd, zoveel mogelijk ten minste tien dagen voor de vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, de tijd en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    Bij de oproeping worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, de te behandelen onderwerpen vermeld en worden, voorzover aanwezig, raadsvoorstellen en andere vergaderstukken meegezonden.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen is de voorzitter bevoegd ter vergadering onderwerpen aan de agenda toe te voegen.

Artikel 11       Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    De stukken die betrekking hebben op de uitgeschreven vergadering liggen vanaf het tijdstip van de oproeping voor de leden van de commissie en de leden van de raad in het gemeentehuis ter inzage en worden op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 2.

    Stukken waaromtrent geheimhouding geldt, berusten - in afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel - bij de commissiegriffier, die de leden en overige leden van de raad inzage verleent.

  • 3.

    Een lid van de commissie of van de raad mag een origineel van een ter inzage gelegd stuk niet buiten het gemeentehuis brengen.

Artikel 12       Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging in één of meer huis-aan-bladen die het volledige grondgebied van de gemeente bestrijken, op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de website van de gemeente er openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • 1.

      de datum, de aanvangstijd en de plaats van de vergadering;

    • 2.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en eventuele daarbij behorende raadsvoorstellen kan inzien;

    • 3.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 21.

Artikel 13       Orde der vergadering

  • 1.

    De voorzitter en de deelnemers tekenen bij het begin van de vergadering de presentielijst en als men bij de aanvang der vergadering niet aanwezig is, tekent men de presentielijst zodra men ter vergadering komt.

  • 2.

    De vergadering wordt niet gehouden indien niet tenminste de helft van het aantal fracties is vertegenwoordigd.

  • 3.

    In het geval als bedoeld in het tweede lid roept de voorzitter de leden en deelnemers op voor een nieuwe vergadering, te houden binnen een week na de oorspronkelijke vergaderdatum. In deze vergadering kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en adviezen vaststellen.

 

Artikel 14       College van b en w

De leden van het college van burgemeester en wethouders wonen de vergaderingen op verzoek van de voorzitter bij.

 

Artikel 15       Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissies worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer tenminste 1/5 van het aantal aanwezige leden daarom vraagt of wanneer de voorzitter of een lid van het college van burgemeester en wethouders dat nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 3.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 16       Geheimhouding

  • 1.

    Oplegging en opheffing van geheimhouding voor de commissies vindt in overeenstemming met artikel 86 van de Gemeentewet plaats.

  • 2.

    De voorzitter van een commissie is bevoegd de leden voorlopig omtrent bepaalde stukken of mededelingen geheimhouding op te leggen.

  • 3.

    Een commissie kan besluiten haar leden met betrekking tot een onderwerp en het daaromtrent besprokene, alsmede ten aanzien van de stukken welke met betrekking tot dat onderwerp te hunner kennis zijn gebracht, geheimhouding op te leggen.

  • 4.

    Het opleggen van geheimhouding wordt in het verslag opgenomen.

  • 5.

    De geheimhouding als in dit artikel bedoeld geldt ook voor de in artikel 8 genoemde adviseurs.

  • 6.

    De geheimhouding wordt opgeheven door de voorzitter van een commissie, indien en zodra de commissie overgaat tot openbaarmaking van het desbetreffende onderwerp, voorzover de openbaarmaking strekt.

Artikel 17       Informatie

Voor onderwerpen, die voor een raadsvergadering worden voorbereid, winnen de leden alle informatie in, die van belang is om het raadsdebat op hoofdlijnen te kunnen voeren en te kunnen laten uitmonden in besluitvorming door de raad.

Artikel 18       Audio- en schriftelijk verslag

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van het audioverslag en het schriftelijke verslag van de vergadering.

  • 2.

    Het audioverslag omvat:

    • a.

      omvat de volledige vergadering;

    • b.

      wordt geïndexeerd naar de onderwerpen die besproken zijn en de sprekers die het woord hebben gevoerd;

    • c.

      wordt zo spoedig mogelijk via de website toegankelijk gemaak

  • 3.

    Het schriftelijke verslag bevat:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de overige deelnemers aan de vergadering;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      afspraken en toezeggingen;

    • d.

      de tekst van insprekers;

    • e.

      wordt zo spoedig mogelijk op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 4.

    Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

  • 5.

    Het verslag van een openbare vergadering wordt aan de leden van de commissie, de agendacommissie en het college van burgemeester en wethouders gezonden en gevoegd bij de stukken voor de eerstvolgende vergadering van de commissie. Ook wordt dit verslag op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 6.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt ter vertrouwelijke kennisneming voor de leden van de raad en het college van burgemeester en wethouders ter inzage gelegd.

  •  

Toehoorders

Artikel 19       Publieke tribune

  • 1.

    De toehoorders kunnen op de voor hen bestemde plaatsen de vergadering bijwonen.

  • 2.

    Zij onthouden zich, behoudens verkregen spreekrecht als bedoeld in de artikelen 20 en 21, van het spreken en het geven van tekenen van goed- of afkeuring en gedragen zich naar aanwijzingen van de voorzitter.

  • 3.

    Toehoorders die zich niet naar de aanwijzingen van de voorzitter gedragen worden op zijn last verwijderd.

Artikel 20       Burgerparticipatie

De indiener van een burgerinitiatiefvoorstel of diens plaatsvervanger heeft het recht deel te nemen aan de behandeling van het betreffende voorstel.

 

Artikel 21       Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het spreekrecht voor andere aanwezige burgers geldt niet voor de volgende onderwerpen van de agenda:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen een bezwaar aanhangig is gemaakt of beroep op de rechter openstaat of heeft gestaan;

    • d.

      een klacht zoals bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit bij voorkeur 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de totale spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de totale spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de commissie doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 7.

    De voorzitter kan het spreekrecht beëindigen, indien en zodra de spreker beledigende opmerkingen maakt of zich anderszins buiten de orde van de vergadering begeeft

  • 8.

    Hetgeen tijdens het spreekrecht naar voren is gebracht wordt in het verslag opgenomen.

Slotbepalingen

Artikel 22

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of waarin enig artikel voor verschillende uitleg vatbaar is, beslist de voorzitter.

  • 2.

    Is zodanige beslissing niet uitstelbaar tot de eerstvolgende vergadering van de commissie dan neemt de voorzitter daarop vooruitlopend een beslissing, waarvan de gevolgen alleen gelden voor het aan de orde zijnde geval.

 

Artikel 23

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening raadscommissies 2011’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 28 april 2011,

de griffier,

de voorzitter,

G.J. Mugge

H.A.J. Aalderink