Regeling vervallen per 01-08-2015

Beleidsregel Onderwijsachterstandenbeleid / Voorschoolse educatie

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-07-2015

Intitulé

Beleidsregel Onderwijsachterstandenbeleid / Voorschoolse educatie

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bronckhorst, in haar vergadering van [datum],

 

BESLUIT

 

I           in te trekken de beleid- en uitvoeringsregels onderwijsachterstandenbeleid (VVE)

II          vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Beleidsregel Onderwijsachterstandenbeleid / Voorschoolse educatie

Doelstelling / maatschappelijk effect

Het vroegtijdig signaleren van kinderen met een (taal)achterstand, zodat zo snel mogelijke (taal)ontwikkeling van deze kinderen kan worden gestimuleerd. Voorschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 2 en 3 jaar en wordt verzorgd op peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven.

Subsidie ontvangers

Organisaties voor peuterspeelzaalwerk en / of kinderdagopvang waarmee de gemeente afspraken heeft gemaakt over de uitvoering van voorschoolse educatie.

Vereisten subsidie ontvangers

Alleen op basis van een indicatie van de jeugdgezondheidszorg kan subsidie worden verstrekt. De leidster van de groep signaleert een (mogelijke) ontwikkelingsachterstand en schakelt de verpleegkundige in van de jeugdgezondheidszorg voor een indicatie.

Subsidiabele activiteiten

Derde en/of vierde dagdeel peuterspeelzaalwerk of kinderopvang met een maximum van 10 uur per week aangeboden aan een doelgroepkind.

  

Subsidie grondslag

Grondslag voor de subsidieverstrekking is de Wet OKE en het daarbij behorend Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 en het besluit

Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

 

Onder een doelgroepkind wordt verstaan een kind met een ontwikkelingsachterstand, waarbij de nadruk wordt gelegd op taalachterstand. De achterstand kan ook betrekking hebben op motorische of sociaal-emotionele ontwikkeling. De leidster van de groep signaleert een (mogelijke) ontwikkelingsachterstand en schakelt de verpleegkundige in van de jeugdgezondheidszorg voor een indicatie.

Subsidieberekening

Aan peuterspeelzalen wordt een vergoeding verstrekt voor het wekelijkse bezoek van de peuterspeelzaal door een doelgroepkind gedurende een derde en/of vierde dagdeel.

De vergoeding is gebaseerd op de in het peuterspeelzaalbeleid vastgestelde kostprijs van

€ 1.029,- (peildatum 1-1-2008) per kindplaats (twee dagdelen). De kostprijs wordt jaarlijks conform de richtlijnen geïndexeerd en is voor 2011 vastgesteld op € 1.076,-.

Daarnaast wordt een bijdrage van € 185,- per doelgroeppeuter per jaar ter beschikking gesteld voor verlaging van de ouderbijdrage tot de maximale bijdrage kinderopvangtoeslag. Deze is als volgt opgebouwd voor 2011: 11 uur x 40 weken = 440 uur x € 0,51 = € 224,-. De ouderbijdrage voor 2011 is vastgesteld op € 409,-. Gemeentelijke bijdrage is € 409 - € 224 = € 185,-.

 

De vergoeding wordt berekend op basis van het aantal maanden dat een kind voor een derde en/of vierde dagdeel geïndiceerd is.

 

 

Voor peuters die zijn geïndiceerd en een kinderdagverblijf bezoeken kunnen de ouders een subsidieaanvraag indienen, mits zij niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond wordt mede bepaald door de hoogte van de specifieke uitkering. In 2011 bedraagt de specifieke uitkering: € 9.545,28. Voor 2011 is in totaal € 25.212,- beschikbaar. Hiermee kunnen 20 kindplaatsen VVE (3e en 4e dagdeel) binnen het peuterspeelzaalwerk worden gerealiseerd op basis van de vastgestelde kostprijs.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst op 15 november 2011,

de secretaris, de burgemeester,

P.C.M. van Gog H.A.J. Aalderink