Regeling vervallen per 12-03-2015

Beleidsregels boete Wwb, Ioaw, Ioaz gemeente Bronckhorst

Geldend van 01-01-2013 t/m 11-03-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Beleidsregels boete Wwb, Ioaw, Ioaz gemeente Bronckhorst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

gelet op de artikelen 18a, lid 3 en 4 en artikel 60a van de Wet werk en bijstand (Wwb), de artikelen 20a, lid 3 en 4 en artikel 28, lid 4 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de artikelen 20a, lid 3 en 4 en artikel 28, lid 4

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (Ioaz) en artikel 2a van het Boetebesluit Sociale Zekerheidswetten;

besluit:

vast te stellen de “Beleidsregels boete Wwb, Ioaw, Ioaz gemeente Bronckhorst”

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wwb, de Ioaw, de Ioaz, het Boetebesluit socialezekerheidswetten, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Burgelijk Wetboek (BW).

  • 2. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Inlichtingenverplichting: de verplichting als bedoeld in artikel 17 Wwb, artikel 13 van de Ioaw en de Ioaz en artikel 30c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi).

    • b.

      Benadelingsbedrag: het bedrag aan onterecht verstrekte bijstand als bedoeld in artikel 18a lid 2 van de wet, artikel 20a lid 2 Ioaw en Ioaz

    • c.

      Boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a van de Wwb, en artikel 20a van de Ioaw en de Ioaz.

Artikel 2 Hoogte boete bij 0-fraude

De hoogte van de boete als bedoeld in artikel 18a, lid 3 van de Wwb, 20a, lid 3 van de Ioaw en de Ioaz bedraagt € 150,-, indien er geen sprake is van een benadelingsbedrag.

Artikel 3 Waarschuwingsbrief

In tegenstelling tot artikel 2 van deze beleidsregels volstaat het college met het geven van een schriftelijke waarschuwing als bedoeld in artikel 18a, lid 4 van de Wwb, artikel 20a, lid 4 van de Ioaw en de Ioaz indien:

  • a.

    de inlichtingenverplichting niet of niet behoorlijk is nagekomen;

  • b.

    dit niet geleid heeft tot een benadelingsbedrag;

  • c.

    belanghebbende in een periode van 2 jaar, gerekend vanaf de datum waarop eerder een waarschuwing is gegeven, niet een dergelijke waarschuwing heeft ontvangen.

Artikel 4 Verlagen van de boete

  • 1. Het college verlaagt de boete, indien er sprake is van verminderde verwijtbaarheid als bedoeld in artikel 2a van het Boetebesluit.

  • 2. De verlaging als bedoeld in lid 1 bedraagt 50% van het boetebedrag.

Artikel 5 Verrekening met andere gemeenten, UWV en SVB

In geval van een verzoek tot verrekening van verordeningen en boetes door derden als bedoeld in artikel 60a van de Wwb en artikel 28, lid 4 van de Ioaw en de Ioaz, gelden de bepalingen van deze beleidsregels en de bepalingen van de Verordening Maatregelen en Boete Wwb, Ioaw en Ioaz.

Artikel 6 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. Het college beslist in de gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregels boete Wwb, Ioaw, Ioaz gemeente Bronckhorst".

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2013 en zijn van toepassing op na 1 januari 2013 te nemen besluiten.

Aldus op 7 mei 2013 vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst

De secretaris, De burgemeester,

A.H. van Hout H.A.J. Aalderink