Regeling vervallen per 01-01-2021

Reglement beoordelingsgesprekken gemeente Bronckhorst

Geldend van 22-07-2014 t/m 31-12-2020

Intitulé

Reglement beoordelingsgesprekken gemeente Bronckhorst

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

Gelet op artikel 15:1:15 van de Cololectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

met instemming van de ondernemingsraad;

b e s l u i t e n:

vast te stellen "Reglement Beoordelingsgesprekken gemeente Bronckhorst"

Artikel 1 Begrippen

  • a. Beoordeelde: de medewerker in de zin van de CAR/UWO;

  • b. Beoordelaar: de als zodanig aangewezen hierarchisch leidinggevende die de beoordeling opmaakt;

  • c. Beoordeling: oordeel over de functievervulling door de medewerker dat volgens de voorschriften van dit reglement tot stand komt;

  • d. Functie: het geheel van werkzaamheden waarmee de medewerker gedurende het te beoordelen tijdvak in feite was belast;

  • e. Voortgangsgesprek: het gesprek als bedoeld in het “Reglement

    voortgangsgesprekken”;

  • f. Personeelsadviseur: degene die is aangewezen om te adviseren over de interpretatie en de toepassing van deze regeling;

  • g. Informant: de medewerker die op verzoek van de beoordeelde of van de beoordelaar vanuit hoofde van zijn werkzaamheden met de gewenste mate van objectiviteit over het functioneren van de beoordeelde medewerker informatie kan verstrekken

  • h. Beoordelingstijdvak: een tijdvak van tenminste 6 en ten hoogste 12 maanden direct voorafgaande aan het tijdstip van de beoordeling,

    waarover de beoordelaar zich met betrekking tot de functievervulling door de medewerker een oordeel vormt;

  • i. Beoordelingsformulier: het vastgestelde formulier, waarvan gebruik wordt gemaakt bij de beoordeling;

  • j. Regionale bezwarencommissie: de Regionale bezwarencommissie Personele Aangelegenheden te Doetinchem.

Artikel 2 Kenmerken van de beoordeling

  • a. Aan een beoordeling gaat minimaal één voortgangsgesprek vooraf.

  • b. Een beoordeling wordt opgemaakt aan de hand van de functiebeschrijving en of werkplan. Eveneens wordt het verslag, opgemaakt tijdens het voortgangsgesprek bij de beoordeling betrokken.

  • c. Per gezichtspunt wordt een oordeel door de beoordelaar op het

    beoordelingsformulier vastgelegd.

Artikel 3 Deelnemers

  • a. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd tussen de betrokken medewerker en zijn beoordelaar. De burgemeester voert het beoordelingsgesprek met de directeur/ gemeentesecretaris. De directeur/ gemeentesecretaris voert het beoordelingsgesprek met de afdelingshoofden. De afdelingshoofden voeren het beoordelingsgesprek met de medewerkers van die afdeling. De rayonhoofden voeren het beoordelingsgesprek met de medewerkers van het betreffende onderdeel van rayonbeheer.

  • b. Op verzoek van de medewerker wordt het gesprek bijgewoond door de personeelsadviseur.

Artikel 4 Aanleiding voor de beoordeling

  • a. In de regel één keer per 2 jaar maar tenminste één keer per 4 jaar wordt met de medewerker een beoordelingsgesprek gevoerd.

  • b. Daarnaast moet tussentijds een beoordeling worden opgemaakt bij beoogde rechtspositionele gevolgen, zoals de beoordeling van het verlenen van een vaste aanstelling, het toekennen van de functionele salarisschaal of indien het functioneren van de medewerker daartoe aanleiding geeft.

  • c. Als bijzondere omstandigheden dit wenselijk maken kan de beoordelingsfrequentie, in overleg tussen de directeur/ gemeentesecretaris, direct leidinggevende en de medewerker, worden gewijzigd.

Artikel 5 Procedure

  • a. De beoordelaar maakt een concept-beoordeling, waarbij hij zonodig informatie kan inwinnen bij de informanten. De namen van de informanten worden op het beoordelingsformulier vermeld. De concept-beoordeling wordt ter kennis gebracht van de beoordeelde medewerker.

  • b. De beoordelaar bespreekt zonodig de conceptbeoordeling maar in ieder geval de procedure met de personeelsadviseur.

  • c. De concept-beoordeling wordt vastgelegd op het beoordelingsformulier.

  • d. Binnen twee weken nadat de concept-beoordeling is opgesteld vindt het beoordelingsgesprek plaats. Tijdens het beoordelingsgesprek licht de beoordelaar zijn beoordeling toe. Behalve de beoordelaar en de beoordeelde kan op verzoek van de medewerker ook de personeelsadviseur hierbij aanwezig zijn. De beoordelaar vraagt vooraf aan de medewerker of er behoefte aan is de personeelsadviseur bij het gesprek aanwezig te laten zijn.

  • e. De beoordeelde kan zijn mening op de beoordeling geven. Deze mening wordt op het beoordelingsformulier vermeld.

  • f. Binnen 14 dagen na het beoordelingsgesprek wordt het definitieve beoordelingsformulier ondertekend.

Artikel 6 Afronding

  • a. De beoordelaar ondertekent de beoordeling.

  • b. De beoordeelde ondertekent de beoordeling voor akkoord of voor gezien. Indien hij tekent voor gezien dan dient de zienswijze op het beoordelingsformulier kenbaar te zijn gemaakt.

  • c. Alvorens de beoordeling formeel te laten vaststellen toetst de personeelsadviseur het eventuele rechtspositionele voorstel dat in de beoordeling is opgenomen op uniformiteit en op de consequenties voor de organisatie.

  • d. Bij rechtspositionele gevolgen wordt het beoordelingsformulier aan de directeur/ gemeentesecretaris ter vaststelling aangeboden.

  • e. De directeur/gemeentesecretaris stelt binnen 14 dagen de beoordeling vast.

  • f. De beoordeelde krijgt een schriftelijke bevestiging dat de beoordeling is vastgesteld en ontvangt een kopie van de beoordeling. Hij wordt dan ook geïnformeerd over de mogelijkheid van bezwaar, in het geval hij zich niet met de beoordeling kan verenigen.

  • g. De vastgestelde beoordeling wordt opgeborgen in het personeelsdossier van de beoordeelde.

Artikel 7 Bezwarenprocedure

  • a. Indien de beoordeelde het niet eens is met de vastgestelde beoordeling kan deze binnen 6 weken nadat de brief verzonden is bezwaar aantekenen bij het college van burgemeester en wethouders.

  • b. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

    • -

      naam en adres van de indiener;

    • -

      de datum waarop het bezwaarschrift geschreven is;

    • -

      een omschrijving van de door de directeur/gemeentesecretaris vastgestelde beoordeling waartegen bezwaar wordt gemaakt;

    • -

      de motivatie waarom bezwaar wordt gemaakt.

  • c. De medewerker ontvangt een schriftelijke ontvangstbevestiging van het bezwaar.

  • d. Het bezwaar wordt ter advisering voorgelegd aan de Regionale Bezwarencommissie Personele Aangelegenheden.

  • e. Het college van burgemeester en wethouders beslist op grond van het advies van de Regionale Bezwarencommissie. Indien het college afwijkt van het advies geeft zij een schriftelijke motivering van haar besluit.

Artikel 8 Afwijking van het reglement

De directeur/gemeentesecretaris beslist, voor zover nodig in afwijking van het in het reglement bepaalde, in de gevallen waarin dit reglement naar zijn oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement beoordelingsgesprekken gemeente Bronckhorst” en treedt in werking op de datum van vaststelling.

Aldus vastgesteld op 22 juli 2014 te Hengelo (Gld).

Burgemeester en wethouders van Bronckhorst,

de secretaris, de burgemeester,

A.H. van Hout H.A.J. Aalderink

Bijlage

VERSLAGLEGGING BEOORDELINGSGESPREK

Verslaglegging beoordelingsgesprek

Toelichting

Toelichting behorend bij het formulier “personeelsbeoordelingsgesprek”.

Personeelsbeoordeling is een hulpmiddel om op systematische wijze informatie te verkrijgen over het functioneren van medewerkers: de prestatie van medewerkers te meten.

Het resultaat hiervan kan door de leidinggevende gebruikt worden voor het optimaal inzetten van zijn/haar medewerkers. Organisatiebreed kan op deze wijze informatie verzameld worden voor het verder vormgeven en vaststellen van het P&O-beleid.

De medewerker zelf krijgt door personeelsbeoordeling zicht op zijn/haar eigen functioneren.

Basisdocumenten/gegevens voor personeelsbeoordeling zijn:

  • °

    Individueel werkplan ( afspraken uit het afdelingsplan)

  • °

    Functiebeschrijving

  • °

    Resultaat van het voortgangsgesprek.

 

P&O vervult een procesbewakende en begeleidende rol.

Van betrokkenen wordt vereist dat zij vertrouwelijk en zorgvuldig omgaan met het personeelsbeoordelingsgesprek.

Indien een personeelsbeoordeling moet worden opgesteld worden voorlopig nog drie gezichtspunten beoordeeld te weten: vakkennis, kwaliteit (van het werk) en de vaardigheden. Per gezichtspunt wordt op een vijfpuntschaal een score toegekend (minimaal 1 en maximaal 5 punten). Er kunnen dus maximaal 15 punten gescoord worden.

 

De waarderingslijn bestaat uit 5 puntenscores:

-score 1: ver onder het gemiddelde, schiet duidelijk te kort (onvoldoende)

-score 2: onder het gemiddelde, voldoet niet geheel aan de eisen (matig)

-score 3: op het gemiddelde, voldoet aan de eisen (goed)

-score 4: boven het gemiddelde, gaat boven de eisen uit (zeer goed)

-score 5: ver boven het gemiddelde, gaat in opvallende mate boven de eisen uit (uitmuntend).

Vakkennis

Het gaat hierbij om het weten van feiten en kennen van gegevens, die van betekenis zijn voor de uitoefening van de functie, verkregen door opleiding of ervaring.

Concreet betreft vakkennis zowel de theoretische als de praktische kennis. Vaak kan routine als ervaringskennis worden aangemerkt. Onder vakkennis wordt verstaan: alles wat medewerker moet weten om de functie zelfstandig te kunnen vervullen. Ook kennis van voorschriften, procedures en methoden valt hieronder.

 

Kwaliteit

De kwaliteit van het werk kenmerkt zich door de hoedanigheid van gepresteerde arbeid in de meest brede zin van het woord.

 

Aspecten van kwaliteit kunnen onder andere zijn:

  • °

    Nauwkeurigheid

  • °

    Zorgvuldigheid

  • °

    Bruikbaarheid

  • °

    Maken en nakomen van afspraken

  • °

    Effectief handelen

  • °

    Tijdigheid en volledigheid

  • °

    Samenwerking

  • °

    Deugdelijkheid

  • °

    Tastbare werkresultaten

  • °

    Integraal werken.

Vaardigheden:

Beide voorgaande beoordelingscirteria gaan over de inhoud van de werkzaamheden. Belangrijk is ook HOE deze werkzaamheden worden uitgevoerd.

Aspecten van vaardigheden zijn:

* Samenwerking

  • -

    Erop gericht zijn samen met anderen, eventueel als team, een produkt tot stand te brengen. Anderen betrekken, luisteren naar anderen, denken en handelen vanuit gemeenschappelijke belangen.

  • ° proactief initiërend

  • ° betrekken, sturen op

  • ° helpen en meewerken

  • ° reactief

 

* Klantgerichtheid

  • -

    Herkennen van de behoeften van de klant. Zich inleven in klantsituaties, denken in klantoplossingen en deze omzetten in activiteiten in de organisatie.

  • ° denken en technologie

  • ° optreden als businesspartner

  • ° relaties opbouwen en verdiepen

  • ° relaties onderhouden en uitbouwen

 * Mondeling en schriftelijke communicatieve vaardigheden:

  • -

    Hierbij gaat het om tactvol en effectief reageren op behoeften en gevoelens van anderen.

  • ° begripvol voor belangen

  • ° actief initiërend

  • ° tactvol en toetsend

  • ° formuleren en luisteren

  • ° goed gestructureerd

  • ° helder beargumenteerd

  • ° in de juiste toon

  • ° overzichtelijk

Beoordelingsoverzicht