Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek

Geldend van 18-03-2015 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek

Burgemeester en wethouders van Bronckhorst en de burgemeester van Bronckhorst ieder voor zover het hun, dan wel zijn bevoegdheden betreft;

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

BESLUITEN

I Het mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek vast te stellen.

Artikel 1

In dit besluit gelden de volgende definities:

a. Complexe bedrijven: alle IPPC-inrichtingen ingedeeld in de categorie 4.2 en hoger van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' met uitzondering van:

  • °

    inrichtingen bestemd voor cultuur, sport en recreatie (SBI 9321, 931.1 t/m 931.10, 931.B t/m 931.D en 93299)

  • °

    Inrichtingen met maximaal 12 keer per jaar een activiteit zoals het breken van puin, het shredderen van hout en/of zeven van grond.

  • °

    Rangeerterreinen (SBI 491, 492.2)

  • °

    Trafostations (SBI 35.C4 en 35.C5)

  • °

    Agrarische inrichtingen die mestverwerken als nevenactiviteit waarbij de mest uitsluitend afkomstig is van de eigen inrichting

  • °

    Windmolens, voorzover de inrichting valt onder het Activiteitenbesluit Milieu

  • °

    Inrichtingen met een helikopterlandplaats als nevenactiviteit (SBI 5223.B)

b. BRZO-bedrijven: alle inrichtingen die onder BRZO99 vallen met inbegrip van de zogenaamde ‘LATBRZO-inrichtingen’.

Artikel 2

De Directeur van de Omgevingsdienst Achterhoek is gemandateerd om namens het college van burgemeester en wethouders te beslissen betreffende de bevoegdheden die zijn omschreven in het mandaatregister.

Artikel 3

Het is mandataris toegestaan ondermandaat te verlenen aan de binnen de omgevingsdienst werkzame medewerkers met een leidinggevende functie. In het betreffende mandaat kan worden bepaald dat ook aan andere medewerkers ondermandaat kan worden verleend, indien dit noodzakelijk is wegens de specifieke kenmerken van de bevoegdheid.

Artikel 4

Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat en mandataris wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat en ondermandataris.

Artikel 5

De mandataris is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoeren van een door hem genomen beslissing krachtens mandaat.

Artikel 6

Mandaten gelden slechts voor het eigen grondgebied van de omgevingsdienst, tenzij in een onderliggend mandaat anders is bepaald.

Artikel 7

  • 1. Het College van Burgemeester en wethouders kunnen aan een mandataris instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden;

  • 2. Bij de bevoegdheden inzake vergunningverlening voor het milieudeel bij complexe bedrijven wordt verplicht advies ingewonnen bij Omgevingsdienst regio Nijmegen. Besluitvorming vindt slechts plaats in overeenstemming met het uitgebrachte advies.

Artikel 8

De mandataris oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9

De mandataris stelt het College van Burgemeester en wethouders in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college van Burgemeester en wethouders gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de mandataris of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de mandataris dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Het niet voldoen aan deze terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

Artikel 10

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2. De bevoegdheden genoemd in het mandaatregister worden uitgeoefend voor zover betrekking hebbende op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e.

Artikel 11

Voor zover uit dit besluit een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeien, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

Artikel 12

Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging).

Artikel 13

De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in dit mandaatbesluit luidt:

‘Het College van Burgemeester en wethouders’,

namens deze:’

gevolgd door

<functienaam gemandateerde> Omgevingsdienst Achterhoek

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 15

In te trekken het ‘mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek’ vastgesteld op 26 maart 2013.

Artikel 16

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Bronckhorst op 9 maart 2015 en aldus vastgesteld door de burgemeester van Bronckhorst op 9 maart 2015

Burgemeester en wethouders van Bronckhorst,

de secretaris, de burgemeester,

A.H. van Hout W.H. Huijbregts-Schiedon

Burgemeester van Bronckhorst,

W.H. Huijbregts-Schiedon

Mandaat- en machtigingsregister Omgevingsdienst Achterhoek

Mandaat-en machtigingsregister Omgevingsdienst Achterhoek