Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2017

Raadsbesluit

Behorende bij raadsvoorstel met nummer: Z86299\Raad-00178/6b-2.2

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van b. en w. van 18 oktober 2016;

gelet op de bespreking van de raadscommissie van 10 november 2016;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoe-ringsregeling lnvorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapslasten;

overwegende dat het, in afwijking van de regels gesteld in de Uitvoeringsregeling Invorde-ringswet 1990, gewenst is regels te stellen voor het in het geheel geen dan wel gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

"'Verordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2017"

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

 

Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding ver-leend:

a) Baatbelasting;

b) Begraafrechten;

c) Forensenbelasting;

d) leges;

e) marktgelden;

f) onroerende-zaakbelastingen;

g) toeristenbelasting.

Artikel 2 Beperkte kwijtschelding

 

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing genoemd in Hoofdstuk 1 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen wordt kwijtschelding verleend voor:

a. het vaste bedrag en

b. het variabele deel voor maximaal tot het bedrag welke gelijk of kleiner is dan de som van 7 aanbiedingen voor de 140-liter restafvalcontainer en 8 aanbie-dingen voor de 140-liter GFT-container.

Artikel 3 Verruimde kwijtschelding

 

1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing, genoemd in Hoofdstuk 1 en 2 van de Ta-rieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen en de rioolheffing, voor

het bepaalde in artikel 6 van die verordening vindt ten aanzien van kwijtschelding het bepaalde in Hoofdstuk 2, artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toepassing met dien verstande, dat de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de genoemde uitvoeringsregeling, worden vastgesteld op 100 percent van de genor-meerde bijstandsuitkering.

2. Bij de kwijtschelding van de in het eerste lid genoemde belastingen wordt voor echtge-noten, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, die 65 jaar of ouder zijn, het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 percent van de toepasselijke netto AOW-bedragen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel la van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

3. Bij de kwijtschelding van de in het eerste lid genoemde belastingen worden overeen-komstig het bepaalde in artikel 28, lid 3, van de Uitvoeringsregeling als uitgaven mede in aanmerking genomen de netto kosten van kinderopvang.

4. Ter beoordeling van de aanvraag om kwijtschelding vindt een toets plaats aan de hand van hetgeen bepaald is in artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

5. Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijt-schelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelf-standig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 4 Wijze van aanvraag kwijtschelding

Voor de aan vraag om kwijtschelding dient gebruik te worden gemaakt van het door de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belasting, als bedoeld in artikel 231, lid 2 onder c van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar), vastgestelde aanvraagformulier met de daarbij behorende toelichting.

Artikel 5 Termijnen

1. Een verzoek om kwijtschelding wordt binnen twee maanden na de dagtekening van de aanslag, waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd, bij de gemeente ingediend.

2. Verzoeken om kwijtschelding die na afloop van deze termijn worden ingediend, worden ambtshalve in behandeling genomen, met als voorwaarde dat er geen kwijtschelding kan worden aangevraagd indien het bedrag van de aanslag op het moment van aanvragen van kwijtschelding al minimaal 3 maanden geleden is betaald.

Artikel 6 Overgangsrecht

De verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2016, wordt ingetrok-ken met ingang van de artikel 7 genoemde datum van ingang van de regeling, met dien ver-stande dat zij van toepassing blijft op verzoeken die voor die datum zijn ingediend.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2017".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2016,
de griffier, de voorzitter,
M. van der Leur, M. Besselink