Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2018

 

Het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst;

Overwegende dat het college de bevoegdheid heeft om beleidsregels te stellen voor zover noodzakelijkvoor de uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst.

Overwegende dat het Beleidskader sociaal domein Bronckhorst 2017-2020, de Verordening maatschap-pelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst, de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning ge-meente Bronckhorst en de Beleidsregels Beschermd Wonen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn;

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemenewet bestuursrecht;

Besluit:

Vast te stellen het navolgende:

Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2018

Inhoudsopgave

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Beschermd Wonen

2.1 De doelgroep van Beschermd Wonen

2.2 Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen

2.3 Varianten van Beschermd Wonen

2.3.1 Wonen Omklapwoning

2.3.2 Wonen Beschut Ambulant

2.3.3 Wonen Beschut

2.3.4 Wonen Beschermd

2.4 Aanvullende ondersteuning

Artikel 3 Melding en onderzoek

3.1 Melding hulpvraag

3.2 Cliëntondersteuning

3.3 Het Gesprek

3.4 Medisch advies

Artikel 4 Toekenning

4.1 Toekenning

4.2 Duur toekenning

4.3 Bijzondere omstandigheden voor de toegang

4.3.1 Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is

4.3.2 Tijdelijk verblijf in een andere regio

4.3.3 Tijdelijke afwezigheid bij instelling

Artikel 5 Wijze van verstrekking

5.1 Maatwerkvoorziening in Natura

5.1.1 Specifieke eisen voor Beschermd Wonen

5.2 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget

5.2.2 Ondersteunings- en budgetplan

5.2.3 Beschermd Wonen en persoonsgebonden budget voor sociaal netwerk

5.2.4 Spelregels persoonsgebonden budget

Artikel 6 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

Bijlage I Overzichtstabel Beschermd Wonen

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wetmaatschappelijke ondersteuning 2015 en de hierop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Bronckhorst.

 

Aanbieder:

Organisatie die de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen biedt en hiervoor een contract heeft afge-sloten met de regio Achterhoek.

  

Achterhoekse gemeenten:

Dit zijn de volgende gemeenten: gemeente Aalten, gemeente Berkelland, gemeente Doetinchem, ge-meente Bronckhorst, gemeente Montferland, gemeente Oost-Gelre, gemeente Oude-IJsselstreek engemeente Winterswijk.

Buurtplein:

Het Buurtplein B.V. is de organisatie waaraan de centrumgemeente de uitvoering van de BeleidsregelsBeschermd Wonen heeft gemandateerd. Het Buurtplein heeft de consulenten Beschermd Wonen indienst.

Centrumgemeente :

Voor de taken van Beschermd Wonen is gemeente Doetinchem voor de Achterhoekse gemeenten doorhet ministerie van VWS aangewezen als centrumgemeente. De gemeente Doetinchem is door de Ach-terhoekse gemeenten gemandateerd voor de uitvoering van Beschermd Wonen.

Consulent Beschermd Wonen :

De medewerker in dienst bij het Buurtplein, die voor de Achterhoekse gemeenten is gemandateerd omde maatwerkvoorziening Beschermd Wonen in te zetten.

Consulent van de regiogemeente:

De medewerker die als consulent werkzaam is in één van de Achterhoekse gemeenten.

Gesprek :

Het Gesprek betreft het gesprek dat door de consulent Beschermd Wonen na de melding met de cliëntwordt gevoerd. Het doel van het Gesprek is de ervaren problematiek en mogelijke oplossingsrichtingenhelder te krijgen.

Hoteldiensten:

Onder hoteldiensten wordt onder meer verstaan; horeca, was- en strijkservice en huishoudelijke dienst.

Ondersteunings- en budgetplan :

Plan waaruit blijkt op welke manier het persoonsgebonden budget zal worden ingezet en besteed.

Artikel 2 Beschermd Wonen

2.1 De doelgroep van Beschermd Wonen   

De consulent Beschermd Wonen stelt vast of de cliënt behoort tot de doelgroep van Beschermd Wonen.De cliënt behoort tot de doelgroep van Beschermd Wonen wanneer deze 18 jaar of ouder is en sprakeis van complexe psychische en/ of psychosociale problematiek op meerdere levensterreinen. De cliëntkan zijn zorgvraag niet (uit)stellen. Hierdoor heeft de cliënt 24-uurs toezicht of bereikbaarheid van eenprofessionele organisatie nodig.

2.2 Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen

Het beoogde resultaat van Beschermd Wonen is het realiseren van een situatie, waarin de cliënt instaat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven of, indien dit niet mogelijk is, zich met een toenemende mate van zelfredzaamheid in de samenleving te handhaven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende hoofddoelen:

a. herstel en uitstroom;

b. herstel en stabilisatie.Onder deze hoofddoelen vallen verschillende subdoelen:

-Het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie;

-Het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren;

-Stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld;

-Het bieden van een veilige woonomgeving;

-Het voorkomen van verwaarlozing, maatschappelijke overlast en het afwenden van gevaar voorde cliënt of voor de anderen.

2.3 Varianten van Beschermd Wonen   

Door de Achterhoekse gemeenten wordt de wettelijke definiëring van Beschermd Wonen gehanteerd.Het gaat daarbij om het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezichten begeleiding. Wonen in een accommodatie van een instelling wordt hierbij breed geïnterpreteerd.Het gaat bij Beschermd Wonen om het bieden van noodzakelijk verblijf (onderdak) en begeleiding.

Op deze definitie zijn de volgende varianten gebaseerd:

- Wonen omklapwoning (met 24-uurs bereikbaarheid);

- Wonen beschut ambulant (met 24-uurs bereikbaarheid);

- Wonen beschut

* inclusief woonkosten (met 24-uurs bereikbaarheid);

* exclusief woonkosten (met 24-uurs bereikbaarheid);

- Wonen beschermd

* gericht op ontwikkeling (met 24-uurs toezicht);

* gericht op stabiliseren (met 24-uurs toezicht)

Bij deze varianten gaat het altijd om een combinatie van:

- woonkosten

- woonzorg; en/of

- aanvullende ondersteuning.

  

Woonkosten bestaan uit ‘wonen’, ‘verblijf’ en ‘voeding’.

- ‘wonen’ omvat de kosten van de huur en vaste lasten: hierbij geldt dat de woonaccommodatiemoet voldoen aan alle wettelijke eisen. De prijs ervan moet voldoen aan de normen van de rijks-overheid, vallen binnen de huurtoeslaggrens en passen bij de leeftijd van de cliënt;

- ‘verblijf’ omvat hoteldiensten;

- ‘voeding’ betreft de gebruikelijke voeding: 3 maaltijden (waaronder 1 warme maaltijd) per dagen voldoende drinken, zoals koffie, thee en frisdranken. Ook fruit en tussendoortjes horen daarbij.Als de bewoner een (medisch noodzakelijk) dieet moet volgen, zorgt de organisatie voor BeschermdWonen daarvoor.

Woonzorg bestaat uit:

- 24-uurs toezicht of 24-uurs begeleiding waarmee ongeplande ondersteuning wordt geleverd. Bij 24-uurs toezicht is 24 uur per dag een hulpverlener aanwezig op de woonlocatie. Bij 24-uurs be-geleiding kan een hulpverlener binnen 20 minuten ter plaatse aanwezig zijn.

- Indirecte uren (bijvoorbeeld rapportage, app/bel contact, scholing, organisatieoverleg, pauzes,intervisie, productontwikkeling, vakliteratuur lezen, reistijd)

- Daarnaast vallen ook de basis contactmomenten (stimulering tijdens algemene dagelijkse levens-verrichtingen, toezicht op de groep, begeleiding bij gezamenlijk eten) onder de Woonzorg, evenalshet onderhoudscontact: bijvoorbeeld wekelijks samen boodschappen doen, post doornemen,ondersteuning bij de huishouding.

2.3.1 Wonen Omklapwoning  

Een omklapwoning is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psychosociale problemen nogniet zelfstandig kunnen wonen. De verwachting is dat ze dit binnen maximaal een jaar wel zullen kunnen.De cliënt dient alle kosten voor huur, vaste lasten, voeding etc. zelf te betalen. Hij heeft nog wel onder-steuning nodig op verschillende levensterreinen. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag meestal uit-stellen, maar heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheid nodig om zo nodig op terug te kunnenvallen.

Een omklapwoning betreft een zelfstandige woning die door de aanbieder van een woningcorporatiewordt gehuurd. Hierbij wordt de afspraak gemaakt om deze uiterlijk na één jaar om te klappen tot eenzelfstandige woning op naam van de cliënt.

2.3.2 Wonen Beschut Ambulant  

Wonen Beschut Ambulant is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psychosociale problemen(tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een bescher-mende omgeving opvangt. De cliënt heeft de wens zelfstandig te wonen en dient alle kosten voor huur,vaste lasten, voeding, etc. zelf betalen. De cliënt woont in een zelfstandige woning. De woning huurtde cliënt zelfstandig van een woningcorporatie of van de aanbieder of de woning is eigendom van decliënt. De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereik-baarheid nodig om op terug te kunnen vallen. Het is (nog) niet bekend of en wanneer de cliënt zelfstandigkan wonen.

2.3.3 Wonen Beschut  

Wonen Beschut is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psychosociale problemen (tijdelijk)niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermendeomgeving opvangt. De aanbieder biedt geclusterde zelfstandige appartementen per cliënt of een gedeelde woning met eigen zit-/slaapkamer. De cliënt heeft behoefte aan sociale contacten in het kadervan zijn problematiek. Een gemeenschappelijke ruimte voor het ontmoeten van anderen is hierbij eenvoorwaarde. De aanbieder biedt deze ruimte aangrenzend aan de geclusterde appartementen of in dewoonvorm.

De cliënt kan zijn ondersteuningsvraag niet uitstellen en heeft de zekerheid van 24-uurs bereikbaarheidnodig om op terug te kunnen vallen. Cliënt heeft geen 24-uurs toezicht nodig. Het is (nog) niet bekendof en wanneer de cliënt zelfstandig kan wonen.

  

Bij Wonen Beschut bestaan twee varianten:

- Wonen Beschut inclusief woonkosten; en

- Wonen Beschut exclusief woonkosten

Kenmerkend aan Wonen Beschut inclusief woonkosten is dat de woonkosten door de centrumgemeenteworden betaald;

Kenmerkend aan Wonen Beschut exclusief woonkosten is dat de woonkosten door de cliënt worden betaald.

2.3.4 Wonen Beschermd   

Wonen Beschermd is bedoeld voor cliënten die door psychische en/of psychosociale problemen (tijdelijk)niet zelfstandig kunnen wonen en waarbij een aanbieder de cliënt (enige tijd) in een beschermendeomgeving opvangt. De aanbieder biedt woonruimte, hoteldiensten, toezicht en begeleiding. Meestalis sprake van (ernstige) gedragsproblemen en kan de cliënt moeilijk of geen hulp vragen wanneer datnodig is. Hierdoor is 24-uurs toezicht voor signalering en om zo nodig bijtijds bij te kunnen sturen noodzakelijk.

Bij Wonen Beschermd bestaan twee varianten:

- Wonen Beschermd gericht op ontwikkeling; en

- Wonen Beschermd gericht op stabiliseren.

‘Wonen beschermd gericht op stabiliseren’ is gelijk aan ‘Wonen beschermd gericht op ontwikkeling’uitgezonderd dat:

- de woonzorg intensiever is dan bij ‘Wonen beschermd gericht op ontwikkeling’;

- de ondersteuning vooral gericht is op stabiliseren en dat ontwikkeling nog niet aan de orde is;

- de cliënt niet of nauwelijks leerbaar is.

2.4 Aanvullende ondersteuning  

De aanvullende ondersteuning wordt ingezet, afgestemd op de behoefte van de cliënt. Deze ondersteu-ning kan bestaan uit:

Ondersteuning individueel gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

Begeleiding groep gericht op ontwikkeling of stabilisatie;

Vervoer, alleen in combinatie met begeleiding groep;

Persoonlijke verzorging, wanneer deze niet onder voorliggende wetgeving valt.

  

Bij elk van de ondersteuningsvormen geldt dat de aanbieder die het wonen biedt verantwoordelijk isvoor coördinatie en regie van de totale ondersteuning (individuele en groepsbegeleiding). Dit is ookhet geval wanneer de groepsbegeleiding bij een andere organisatie in onderaanneming is ondergebracht.De aanbieder wordt geacht nauw samen te werken met andere bij de cliënt betrokken hulpverleners.

De duur van de aanvullende ondersteuning hoeft niet gelijk te zijn aan de duur van de indicatie voorBeschermd Wonen. De consulent maakt in overleg met cliënt en vertegenwoordiger een inschattingvan de benodigde aanvullende ondersteuning en de lengte van de periode waarin deze zal wordengeboden. Naar gelang de ondersteuningsbehoefte van de cliënt zal de aanvullende ondersteuning uiteen combinatie van verschillende ondersteuningsvormen bestaan.

De consulent bepaalt op basis van onderzoek welke variant van Beschermd Wonen en welke ondersteu-ning het meest passend zijn. Hierbij wordt uitgegaan van maatwerk.

Wanneer de verwachting is dat de behoefte aan aanvullende ondersteuning zal variëren, kan de consulenteen gemiddelde aantal uren indiceren. Voor de aanvullende ondersteuning worden specifieke doelen afgesproken.

In bijlage 1 staan de Beschermd Wonen varianten in een overzichtstabel weergegeven.

Artikel 3 Melding en onderzoek

3.1 Melding hulpvraag

In de Wmo 2015 is landelijke toegankelijkheid voor de maatwerkvoorziening Beschermd Wonen geregeld. Dit betekent dat iemand in elke gemeente van Nederland een melding kan doen voor Beschermd Wonen.

  

Nadere afspraken hierover zijn vastgelegd in de Handreiking Landelijke Toegankelijkheid van de Vere-niging van Nederlandse Gemeenten. De vraag om Beschermd Wonen kan binnen elke Achterhoeksegemeente binnenkomen afhankelijk van de lokale inrichting: het sociale team, het wijkteam, het Wmo-loket, het Buurtplein etc.

Als blijkt dat Beschermd Wonen aan de orde is of kan zijn, worden de gegevens binnen vijf werkdagen overgedragen naar de centrumgemeente. Gegevensuitwisseling vindt plaats met inachtneming van de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens en de privacyreglementen van de betrokken gemeenten.

3.2 Cliëntondersteuning  

Mensen die in aanmerking (wensen te) komen voor Beschermd Wonen kunnen voor cliëntondersteuningterecht bij de gemeente waar zij wonen. Iedere gemeente garandeert de mogelijkheid van onafhanke-lijke professionele cliëntondersteuning en informeert de eigen inwoners hierover. De door de gemeentegeboden cliëntondersteuning is gratis en onafhankelijk van het besluit op een maatwerkvoorziening.De cliënt heeft de vrije keuze door wie hij zich wil laten ondersteunen. Hij kan er ook voor kiezen zichdoor iemand uit het eigen sociale netwerk, zoals familie of vrienden of een professional te laten onder-steunen.

3.3 Het Gesprek  

De consulent Beschermd Wonen onderzoekt in het Gesprek met de cliënt wat zijn ondersteuningsbehoefte is. Het Gesprek vindt binnen twee weken na melding plaats en wordt bij voorkeur bij de cliëntthuis gevoerd. Crisissituaties worden met voorrang behandeld.

Bij dit Gesprek kan de cliënt zich laten ondersteunen door anderen, bijvoorbeeld een mantelzorger,hulpverlener of een onafhankelijk cliëntondersteuner. De cliënt dient voor het Gesprek een geldigidentiteitsbewijs te laten inzien.

Het Gesprek, met de daarbij aangeleverde gegevens, vormt de basis voor het onderzoek, als bedoeldin artikel 2.3.2 van de Wmo 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bron-ckhorst. Het Gesprek heeft een tweeledig doel, namelijk:

a. De vraagverheldering en het vaststellen van het gewenste resultaat;

b. Het zoeken naar oplossingen.

  

Van belang is om eerst in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte en de specifieke situatievan de cliënt zijn, voordat er over oplossingen gesproken wordt.

Tijdens het Gesprek komt de specifieke situatie van de cliënt uitgebreid aan bod. Daarbij is het vanbelang dat de cliënt alle relevante gegevens aan de orde brengt. Dit maakt het voor de consulent Beschermd Wonen mogelijk de meest passende indicatie te stellen.

De consulent Beschermd Wonen zal het onderzoek zoveel mogelijk in samenspraak met een consulentvan de betreffende Achterhoekse gemeente verrichten. Afgestemd wordt of het, bijvoorbeeld voor decontinuïteit van zorg, wenselijk is om samen het Gesprek te voeren.

  

Tijdens het Gesprek informeert de consulent Beschermd Wonen de cliënt over het vervolg van hetproces. Hij geeft uitleg over de mogelijkheid van keuze voor een persoonsgebonden budget, de voor-waarden die daaraan zijn verbonden en de plichten die daarbij komen. Ook wordt de cliënt op dehoogte gesteld van de eigen bijdrage, hoe de hoogte daarvan door het CAK wordt vastgesteld en hoede eigen bijdrage wordt geïnd.

Indien een cliënt nog een geldige indicatie vanuit de AWBZ heeft en deze nog niet afloopt, wordt hijgeïnformeerd over het geldende overgangsrecht.

Van het Gesprek wordt door de consulent Beschermd Wonen een gespreksverslag gemaakt. Dit gespreksverslag bestaat uit een schriftelijke weergave van het Gesprek en de afspraken die eruit zijnvoortgekomen.

De cliënt ontvangt hier binnen vijftien werkdagen een afschrift van. De cliënt heeft de mogelijkheid om binnen twee weken te reageren met eventuele wijzigingen.

3.4 Medisch advies  

Wanneer het voor de vaststelling van de ondersteuningsbehoefte noodzakelijk is, kan de consulentBeschermd Wonen medisch advies aanvragen. Daarnaast kan een advies voor de consulent zinvol zijnom te beoordelen wat de grondslag voor de aanvraag is en voor het in kaart brengen van de behandel-en ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt. Zolang intramurale behandeling niet centraal staat, kanambulante behandeling naast Beschermd Wonen bestaan. Ambulante behandeling wordt bekostigdvanuit de Zorgverzekeringswet.

De medische advisering zal altijd plaatsvinden door een onafhankelijke organisatie die niet aan decentrumgemeente verbonden is. Wanneer het adviestraject niet binnen de wettelijke onderzoekstermijnvan zes weken kan worden afgerond, kan deze termijn in overleg met de cliënt worden verlengd.

De kosten van het medisch advies zijn voor rekening van de centrumgemeente. Het medisch advieswordt meegenomen in de afweging van de consulent.

Wanneer een cliënt zelf een medisch advies, bijvoorbeeld als second opinion, wil aanvragen, kan hijdit via de eigen zorgverzekering doen. Dit advies wordt meegenomen in het onderzoek.

Artikel 4 Toekenning

4.1 Toekenning

De cliënt krijgt binnen acht weken na melding een schriftelijke beschikking. In de beschikking wordt inieder geval opgenomen:- welke maatwerkvoorziening wordt ingezet ten behoeve van welke doelen;- of de maatwerkvoorziening in natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt;- de duur van de indicatie;- op welke wijze bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt; en- welke kostprijs geldt ten behoeve van de bijdrage in de kosten, zoals bedoeld in artikel 10 van deVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst. Bij nieuwe cliënten kan het zijn dat de inhoud van de beschikking pas definitief is, wanneer de startdatum en zorgaanbieder bekend zijn. Wanneer een passende plek nog niet beschikbaar is wordt de cliënt op de wachtlijst van de instelling geplaatst. Met hem wordt besproken hoe de periode tot plaatsing kan worden overbrugd, zie ook artikel 4.3 ‘Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is’.

4.2 Duur toekenning  

De decentralisatie van Beschermd Wonen heeft onder andere tot doel mensen niet langer dan nodigin een instelling en beschermd te laten wonen. Door het stimuleren van de eigen kracht en het uitgaanvan de eigen mogelijkheden van de cliënt kan de huidige gemiddelde verblijfsduur mogelijk wordenbekort. Daarom is de indicatie voor Beschermd Wonen in beginsel voor maximaal twee jaar. Dit omsturing te geven aan het structureel begeleiden van mensen in Beschermd Wonen en daar waar hetkan mensen daadwerkelijk de kans te geven door te stromen. De consulent Beschermd Wonen stelt deindicatieduur vast. Dat een indicatie een einddatum heeft betekent niet dat na afloop van de indicatiegeen Beschermd Wonen meer mogelijk is. Indien blijkt dat na deze periode een maatwerkvoorziening(Beschermd Wonen of ambulante ondersteuning) nodig blijft, moet een nieuwe melding worden gedaan.Dit moet minimaal acht weken voor afloop van de indicatie worden gedaan. Een melding kan bij decentrumgemeente worden gedaan. Indien de cliënt minder dan acht weken voor afloop van de indicatieeen melding doet, kan het zijn dat de nieuwe indicatie niet direct aansluit op de oude.

Organisaties die Beschermd Wonen bieden moeten zich richten op uitstroom richting zelfstandig wonen.Hierbij hoort het tijdig en actief ondersteunen van de cliënt bij het zoeken van geschikte woonruimte,bijvoorbeeld door contact op te nemen met een woningcorporatie. Wanneer bij een herindicatie decliënt en de consulent Beschermd Wonen vaststellen dat Beschermd Wonen niet meer aan de orde is,wordt een indicatie voor Beschermd Wonen van maximaal zes maanden afgeven. In de indicatie wordenafspraken vastgelegd over de verwachte inspanningen van de cliënt en aanbieder om een woning tevinden. Ook worden indien nodig afspraken gemaakt over de overdracht van de cliënt naar de betref-fende regiogemeente en aanbieders voor ambulante ondersteuning.

Wanneer duidelijk is dat de cliënt niet binnen de gestelde tijd kan uitstromen wordt contact opgenomenmet de consulent om te bespreken of verlenging van de indicatie mogelijk en nodig is.

4.3 Bijzondere omstandigheden

4.3.1 Wanneer Beschermd Wonen niet direct beschikbaar is  

Indien een indicatie voor Beschermd Wonen is gesteld, maar Beschermd Wonen niet direct beschikbaaris, blijft de bestaande (ambulante) ondersteuning gehandhaafd tot de geschikte Beschermd Wonenplek beschikbaar is. Het kan zijn dat iemand nog geen (ambulante) ondersteuning ontvangt. In dat gevalzullen de consulent Beschermd Wonen en de consulent van de Achterhoekse gemeente samen met decliënt beoordelen wat passende ondersteuning voor de overbruggingstijd is.

De indicatie dient volgens de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst door de cliënt binnen zes maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het resultaat,waarvoor de indicatie is verstrekt. Er zijn situaties denkbaar, zoals wachtlijsten of opname van cliënt inhet ziekenhuis, waardoor de indicatie niet binnen de gehanteerde periode van zes maanden kan wordeningezet. De cliënt dient in een dergelijk geval contact op te nemen met de consulent Beschermd Wonen.De consulent Beschermd Wonen beoordeelt in overleg met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger ofondersteuner of een verlenging of aanpassing van de maatwerkvoorziening noodzakelijk is.

De kosten voor de ondersteuning ter overbrugging worden door de centrumgemeente betaald.

4.3.2 Tijdelijk verblijf in een andere regio  

Het kan voorkomen dat een cliënt uit de Achterhoek tijdelijk in een instelling in een andere regio moetverblijven. ‘Tijdelijk verblijf’ is verblijf van maximaal één jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar de regio Achterhoek. In dergelijke gevallen zal centrum-gemeente Doetinchem de plek in de andere centrum gemeente financieren.

4.3.3 Tijdelijke afwezigheid bij instelling

Indien een cliënt, tijdelijk als gevolg van een behandeling in een ziekenhuis of behandelcentrum ofdetentie elders wordt opgenomen, moet dit binnen een week na opname bij de centrumgemeenteworden gemeld door de aanbieder Beschermd Wonen. Dit geldt ook wanneer de cliënt op eigen initiatiefde beschermde woonplek heeft verlaten.De beschermde woonplek bij een organisatie wordt door de centrumgemeente voor een maximumvan 14 dagen bekostigd, als ware de cliënt verblijft bij de aanbieder. Vervolgens mag een aanbiedergedurende maximaal tien weken de verblijfscomponent nog declareren. In het Besluit maatschappelijkeondersteuning gemeente Bronckhorst is hiervoor het bedrag per dag opgenomen.Wanneer duidelijk wordt dat de cliënt langer dan twaalf weken elders zal verblijven, zal in principe zijnplek bij de aanbieder vervallen. Wanneer de cliënt na deze periode weer beschermd wil gaan wonen,kan de cliënt hiervoor contact opnemen met de consulent Beschermd Wonen. De cliënt kan in overlegmet de consulent Beschermd Wonen ervoor kiezen zijn ondersteuning bij een andere aanbieder voorBeschermd Wonen te verzilveren. De cliënt kan pas weer instromen bij de aanbieder als er plaats is.  

Artikel 5 Wijze van verstrekking

Beschermd Wonen wordt toegekend in:

a. de vorm van een voorziening in Natura of;

b. de vorm van een persoonsgebonden budget.

  

Wanneer een maatwerkvoorziening toegewezen is, informeert de consulent Beschermd Wonen de cliëntof zijn vertegenwoordiger over het door de gemeente gecontracteerde aanbod. Ook informeert deconsulent Beschermd Wonen de cliënt over de mogelijkheid om te kiezen voor een verstrekking vaneen persoonsgebonden budget.

De hoogte van het persoonsgebonden budget is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst. Jaarlijks kunnen de bedragen wijzigen.

5.1 Maatwerkvoorziening in Natura  

Het verkrijgen van een voorziening in Natura gaat via een van de gecontracteerde aanbieders, waarmeede centrumgemeente afspraken heeft gemaakt. De Achterhoekse gemeenten hebben bij de aanbestedingde volgende categorieën kwaliteitseisen geformuleerd:

* Kwaliteitseisen die zich met name richten op het professioneel organiseren van een gezonde be-drijfsvoering.

* Kwaliteitseisen die betrekking hebben op het werken met een ondersteuningsplan, samenwerkingmet ketenpartners en andere partijen voor integrale hulpverlening en eisen aan de geleverdeondersteuning.

* Kwaliteitseisen die worden gesteld aan de competenties, type opleiding en/of het opleidingsniveauvan de professionals die ondersteuning leveren in het primaire proces.

* Kwaliteitseisen die worden gesteld aan het resultaat van de ondersteuning. Het kan hierbij gaanom (het meten van) effecten van ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid en participatie,maar ook resultaten in de vorm van door- en uitstroom.

5.1.1 Specifieke eisen voor Beschermd Wonen   

Voor Beschermd Wonen zijn specifieke eisen gesteld aan de 24-uurs bereikbaarheid en de begeleidingdie de aanbieder moet bieden.

Eisen aan de 24 uur bereikbaarheid  

Bij elke variant van Beschermd Wonen moet sprake zijn van 24 uur bereikbaarheid van de begeleiding.Bij de varianten ‘Wonen Beschermd – Ontwikkeling’ en ‘Wonen

1. Beschermd – Stabilisatie’ moet de begeleiding altijd aanwezig zijn. Bij de andere varianten moetde begeleiding binnen 20 minuten ter plaatse kunnen zijn. De aanbieder biedt dan zo nodig aancliënt een kortdurende interventie. Hierbij zorgt hij zo nodig voor contact met netwerk, structurelebegeleider van de cliënt, politie en lokale team, toegangsteam van gemeente;

2. De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt in en buiten de woning geen overlast veroorzaakt. Mocht dit toch gebeuren dan spreekt de aanbieder de cliënt daarop aan en maakt de aanbieder afsprakenmet de cliënt om herhaling te voorkomen. Overlastklachten die over bewoners bij de gemeente binnenkomen worden aan de aanbieder doorgegeven zodat er maatregelen kunnen worden genomen. Bij herhaaldelijke en voortdurende overlastklachten uit de buurt, zal de aanbieder, inoverleg met de cliënt en de gemeente, maatregelen treffen. Dit kan betekenen dat voor de overlastveroorzakende cliënt een ander onderkomen moet worden gezocht.;

3. De aanbieder dient maatregelen te nemen om de veiligheid van de cliënten en omgeving waarinzij wonen te waarborgen.

Eisen aan de begeleiding 

1. De begeleiding wordt door meerdere professionele begeleiders geboden. De verantwoordelijkheidvoor de 24-uurs bereikbaarheid en de dagelijkse begeleiding wordt door meerdere begeleidersgedeeld.

Bij Wonen Beschermd (stabiliseren en ontwikkelen) geldt dat minimaal één van de bij de cliëntbetrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaar vanuit de Zorgverzekeringsweto.i.d.) een relevante Hbo-opleiding (of Mbo-opleiding met door ervaring verkregen gelijkwaardig-heid aan een Hbo-opleiding) heeft. In de praktijk vervult deze beroepskracht vaak de rol als ca-semanager. Er kan een verscheidenheid aan expertises en functieniveaus van beroepskrachtennodig zijn die de benodigde zorg en ondersteuning kunnen bieden. Welke mix van beroepskrachtenals passend wordt gezien, is de verantwoordelijkheid van de aanbieder;

2. De aanbieder moet minimaal twee beroepskrachten in dienst hebben;

3. De aanbieder moet op cliëntniveau inzichtelijk maken op welke momenten professionele onder-steuning vanuit een GGZ Instelling/ hulpverlener ingeschakeld wordt;

4. De aanbieder zorgt voor begeleiding van de cliënt als hij/ zij niet alleen kan reizen, bij doktersbezoekof boodschappen doen. Uiteraard kan daarvoor –eerst- een beroep gedaan worden op familieleden,kennissen of vrijwilligers;

5. De aanbieder stimuleert de cliënt deel te nemen aan sociale activiteiten;

6. De aanbieder zoekt met de cliënt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveelmogelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van decliënt om als vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaam-heden te verrichten. Vrijwilligerswerk moet aansluiten bij de mogelijkheden van de cliënt en tegelijkuitdagend zijn. De dagbesteding is bij voorkeur zo dichtbij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandignaartoe kan. Nadrukkelijk dient de aanbieder te kijken of de cliënt als vrijwilliger bij kan dragenen zijn kwaliteiten in kan zetten voor de samenleving, de buurt (of buurtgenoten), de woonplek(of medebewoners) of anderen;

7.De aanbieder ondersteunt de cliënt bij het omgaan met geld, helpt hem de uitgaven en inkomstenin evenwicht te houden;

8. Aanbieder is verantwoordelijk voor coördinatie en regie van de met cliënt afgesproken ondersteu-ning (individuele begeleiding en dagbesteding) ook als dagbesteding bij een andere aanbiederis ondergebracht. De aanbieder ziet erop toe dat de cliënt zichzelf goed verzorgt (persoonlijke hygiëne);

5.2 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget  

Indien de cliënt dit wenst, kan hij de maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebondenbudget aanvragen. Met een persoonsgebonden budget kan de cliënt zelf de gewenste ondersteuninginkopen. Het persoonsgebonden budget kan uitsluitend worden ingezet voor de kosten van de toege-kende maatwerkvoorziening. De kosten van het wonen en voeding worden door de cliënt zelf betaald.De cliënt mag geen bijdrage in de kosten uit het persoonsgebonden budget betalen.

5.2.1 Wettelijke voorwaarden

Om een persoonsgebonden budget toegekend te krijgen moet de cliënt aan drie wettelijke voorwaarden(Wmo2015 artikel 2.3.6) voldoen. Het is aan de consulent Beschermd Wonen om te beoordelen of hieraanwordt voldaan. Zo beoordeelt de consulent Beschermd Wonen onder meer:

1.De kennis van de cliënt over de rechten en plichten die horen bij het beheer van een persoonsge-bonden budget;

2.Het mogelijkheden van de cliënt om degene die de ondersteuning verleend aan te sturen;

3.of de ondersteuning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

  

Ad 1.

De cliënt moet in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoordewijze uit te voeren. Wanneer de cliënt dit niet zelf kan, kan hij hiervoor hulp vanuit zijn sociaal netwerkof van zijn vertegenwoordiger krijgen. De consulent Beschermd Wonen zal beoordelen of de cliënt,eventueel met hulp, in staat is de bedoelde taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Het belang vandegene die de ondersteuning met het persoonsgebonden budget biedt, mag nadrukkelijk niet bovenhet belang van de cliënt staan. De mate waarin de persoon aan wie het persoonsgebonden budgetwordt besteed, invloed heeft op het besluit om voor een persoonsgebonden budget te kiezen, speeltdaarbij een belangrijke rol.

De budgethouder kan worden gevraagd na een aangegeven periode een evaluatie/voortgangsverslaging te dienen.

  

Ad 2.

De cliënt moet motiveren waarom hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wil ontvangen.

  

Ad 3.

De centrumgemeente moet beoordelen of de met het persoonsgebonden budget in te kopen ondersteu-ning veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.

Om de veiligheid van de ondersteuning te waarborgen moet:

- de begeleiding 24 uur bereikbaar zijn. Bij de varianten wonen beschermd – ontwikkeling en wonenbeschermd – stabilisatie moet de begeleiding altijd aanwezig

- dient de organisatie aantoonbaar maatregelen te nemen om de veiligheid van de cliënten en omgevingwaarin zij wonen te waarborgen;

- moet de organisatie minimaal twee beroepskrachten in dienst hebben;

- heeft minimaal één van de bij de cliënt betrokken beroepskrachten (dus geen betrokken behandelaarvanuit de Zorgverzekeringswet o.i.d.) een relevante Hbo-opleiding (of Mbo-opleiding met door ervaringverkregen gelijkwaardigheid aan een Hbo-opleiding).

De doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de ondersteuning uit zich in dat:

- de organisatie de cliënt betrekt bij het opstellen en evalueren van het ondersteuningsplan;

- de organisatie met de cliënt duidelijk afspreekt op welke momenten professionele ondersteuningvanuit een GGZ instelling/ hulpverlener ingeschakeld wordt en de ondersteuning afstemt op eventuelebehandeling;

- de organisatie zorgt voor goede afspraken over de begeleiding van de cliënt als hij/ zij niet alleen kanreizen, bij doktersbezoek of boodschappen doen;

- de organisatie met de cliënt zoekt naar een passende, stimulerende dagactiviteit, waarbij zoveel mo-gelijk gebruik wordt gemaakt van algemene voorzieningen en van de mogelijkheden van de cliënt omals vrijwilliger, in arbeidsmatige werkprojecten of in een beschutte omgeving werkzaamheden te ver-richten. De dagbesteding is bij voorkeur zo dichtbij de woonplek dat de cliënt hier zelfstandig naartoekan;

- de organisatie de cliënt ondersteunt bij het omgaan met geld, helpt hem de uitgaven en inkomstenin evenwicht te houden;

- de organisatie erop toe ziet dat de cliënt zichzelf goed verzorgt (persoonlijke hygiëne);

5.2.2 Ondersteunings- en budgetplan  

Om de in artikel 5.2.1 genoemde punten te kunnen beoordelen, verwacht de centrumgemeente dat decliënt een ondersteunings- en budgetplan indient waar dit duidelijk in beschreven staan. In dit onder-steunings- en budgetplan legt de cliënt samen met de organisatie waar hij de ondersteuning wil inkopenafspraken rondom de gewenste ondersteuning vast. Het moet duidelijk maken dat de organisatiekwalitatief goede ondersteuning levert, die aansluit bij de gestelde doelen.

In het ondersteunings- en budgetplan maakt de cliënt in ieder geval inzichtelijk:

- waar de ondersteuning wordt ingekocht en waar de ondersteuning uit zal bestaan;

- hoe aan de, in het gespreksverslag of gezinsplan omschreven doelen wordt gewerkt;

- waarom voor deze ondersteuner is gekozen;

- wie het persoonsgebonden budget gaat beheren;

- waarom hij de ondersteuning in de vorm van een persoonsgebonden budget wil ontvangen;

- welke salarisafspraken zijn gemaakt;

- hoe de continuïteit van de ondersteuning bij ziekte of andere uitval wordt gegarandeerd.

5.2.3 Beschermd Wonen en persoonsgebonden budget voor sociaal netwerk

Er is een groep cliënten met een indicatie voor Beschermd Wonen overgekomen vanuit de AWBZ, diezelfstandig een woning huurt of bezit en zelf de ondersteuning regelt met een persoonsgebondenbudget. Middels dit persoonsgebonden budget huren zij (24-uurs) ondersteuning en begeleiding invanuit het eigen sociaal netwerk. Op basis van de Wmo 2015 en de toelatingscriteria Beschermd Wonenstellen de Achterhoekse gemeenten dat deze wijze van ondersteuning niet onder de definitie BeschermdWonen valt. Immers, deze cliënten wonen niet in een accommodatie van een instelling en hebben geen24-uurs ondersteuning van een professionele organisatie nodig.

Wanneer hun indicatie afloopt en deze cliënten een nieuwe melding voor ondersteuning doen, zullenze opnieuw worden beoordeeld aan de hand van de huidige systematiek. Het onderzoek hiervoor zaldoor een consulent Beschermd Wonen in samenwerking met een consulent van de betreffende Achter-hoekse gemeente worden uitgevoerd. In dit geval kan, wanneer sprake is van financiële achteruitgang,een overgangstermijn worden geboden.

5.2.4 Spelregels persoonsgebonden budget   

Naast het ondersteunings- en budgetplan moet de cliënt ook de zorgovereenkomst van de SocialeVerzekeringsbank (SVB) invullen. Hierin worden afspraken over het aantal te leveren uren en uurtarievenvastgelegd.

De SVB faciliteert zowel betalingen via een vast maandloon als via facturering per uur of dagdeel. Debudgetbeheerder is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de bestedingen uit het budget. De

Salarisafspraken   

centrumgemeente vindt het belangrijk dat de budgetbeheerder hier voldoende inzicht in heeft. Daartoehanteert de centrumgemeente het uitgangspunt dat een betaling via facturatie de standaard is. Betalingvia facturatie ondersteunt de controle op rechtmatigheid voor zowel budgetbeheerder als de centrum-gemeente. Betaling via een vast maandloon is mogelijk. Net als bij betaling via facturatie moet de cliëntde rechtmatigheid van de bestedingen kunnen aantonen en verantwoorden. Daartoe moet een admini-stratie worden bijgehouden. Eventuele wijzigingen in de hoogte van de geleverde ondersteuningmoeten worden doorgeven aan de SVB. Wanneer een budgetbeheerder kiest voor betaling viamaandloon moet hij in het ondersteunings- en budgetplan aangeven dat hij zich van deze verantwoor-delijkheid bewust is.

Het ondersteunings- en budgetplan en de zorgovereenkomst moeten door de consulent BeschermdWonen zijn goedgekeurd voordat de centrumgemeente het persoonsgebonden budget bij de SocialeVerzekeringsbank klaarzet. Bij de herbeoordeling van de indicatie wordt het ondersteunings- en bud-getplan geëvalueerd. Ook kan de centrumgemeente steekproefsgewijs controles uitvoeren. Indien debudgetbeheerder de besteding van het pgb niet adequaat kan verantwoorden, kan het college besluitenhet pgb te beëindigen of (een deel van) het pgb terug te vorderen.

De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is toegekend heeft de mogelijkheid om te kiezen vooreen ondersteuner die een hoger tarief hanteert dan het tarief waarop het persoonsgebonden budgetis gebaseerd. Indien als gevolg hiervan sprake is van meerkosten, dan komen deze volledig voor rekeningvan de cliënt. Indien als gevolg hiervan de cliënt minder ondersteuning inkoopt dan is geïndiceerd, danis dit in beginsel toegestaan. Wel zal bij een herindicatie worden onderzocht wat de invloed van de lagere inzet op het beoogde resultaat is geweest.

Ondersteuning in het buitenland

Als ondersteuning is ingekocht buiten Nederland mogen de reis- en verblijfskosten niet vanuit hetpersoonsgebonden budget worden betaald. Daarnaast geldt dat voor het bieden van begeleiding aande cliënt in het buitenland expliciet toestemming door de consulent moet worden gegeven. De consulentzal hierbij toetsen of de besteding van het persoonsgebonden budget past binnen het ondersteuningsplanen de te behalen resultaatgebieden. Daarbij geldt dat een persoonsgebonden budget maximaal dertienweken per jaar buiten Nederland mag worden besteed.Als de cliënt langer dan zes weken per jaar in het buitenland verblijft en daar ondersteuners inhuurtdie niet onder de Nederlandse sociale- en belastingwetgeving vallen, zal de hoogte van het persoons-gebonden budget verlaagd worden op grond van het voor dat land geldende aanvaardbaarheidspercentage zoals bepaald door het Menzis Zorgkantoor regio Arnhem.

Overige spelregels

Het persoonsgebonden budget kent geen vrij besteedbaar bedrag en geen eenmalige uitkering.

Kosten die de ondersteuner bij een budgethouder in rekening brengt in verband met een opzegtermijnzijn niet te verhalen op de gemeente. Ook kosten die de ondersteuner de budgethouder in rekeningbrengt voor het niet nakomen van een afspraak kunnen niet worden verhaald op de gemeente.

Artikel 6 Bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik

  

Artikel 14 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bronckhorst beschrijft demogelijkheden die de gemeente heeft ter voorkoming en bestrijding van fraude.

Bij het voorkomen van fraude staat de voorlichting aan de ingezetene centraal. Deze moet vooraf wetenwat zijn of haar rechten en plichten zijn. En wat de consequenties zijn bij het overtreden van de regels.In de aanpak van fraudepreventie maakt de centrumgemeente gebruik van de principes van het hoog-waardig handhaven:

* Vroegtijdig informeren: hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de consulenten BeschermdWonen. Zij informeren ingezetenen vroegtijdig, tijdens het Gesprek, over hun rechten en plichten;

* Vroegtijdig detecteren en afhandelen: de consulenten Beschermd Wonen zijn ook alert op fraude-signalen. Bij twijfels over de rechtmatigheid, organiseren zij een huisbezoek; dit doet een beroepop de professionaliteit van de consulent. Intercollegiaal overleg over het bepalen van de te nemenstappen vindt zo nodig plaats.

* Optimaliseren van de dienstverlening: bij de inrichting van de werkprocessen wordt ook gekekennaar het effect van de werkprocessen op de bereidheid van ingezetenen om de regels na te leven;

* Daadwerkelijk sanctioneren: De centrumgemeente gaat er van uit dat de voorzieningen oprechtmatige wijze worden ingezet en verantwoord. Zodra er signalen zijn over onrechtmatig ge-bruik, wordt de nodige expertise binnen de centrumgemeente ingezet om nader onderzoek te doen. De centrumgemeente hanteert een krachtige consequent sanctiebeleid en een effectief opsporingsbeleid.

Deze principes worden in samenhang uitgevoerd, zo kunnen ze elkaar versterken. Er is aandacht voorbestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van individuele maatwerkvoorzieningen. Van de inge-zetene wordt verwacht dat hij/zij mededeling doet van wijzigingen in hun omstandigheden, waarvanredelijkerwijs is in te schatten dat deze consequenties hebben voor de verstrekte voorziening. Ook wordt van de ingezetene verwacht dat hij/zij meewerkt aan onderzoek in geval van (vermoedens van)onrechtmatigheden.

Voor wat betreft de beheersing van de risico’s zijn onder andere goede voorlichting/ communicatie,onderlinge samenwerking, eenduidige werkwijze en het persoonsgebonden budget-trekkingsrecht be-langrijke maatregelen.

Voor alle medewerkers van de centrumgemeente geldt dat zij zich aan de wetten moeten houden. Zodraer fraude geconstateerd wordt, moet daar op ingegrepen worden. Dit vertaalt zich er in eerste instantiein dat de consulent bij (vermoedens van) fraude met de betrokken ingezetene in gesprek gaat. De inge-zetene heeft de plicht dit te melden bij de betrokken instantie. Wanneer aan deze oproep geen gehoorwordt gegeven zal de consulent Beschermd Wonen hiervan zelf melding moeten maken. In uitzonder-lijke gevallen kan een uitzondering worden gemaakt. Dit wordt dan opgeschaald naar het college.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2018.

  • 2.

    Met het in werking treden van deze beleidsregels worden de beleidsregels Beschermd Wonen2017 ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Beschermd Wonen gemeente Bronckhorst 2018

Ondertekening

  
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst, d.d. 19 december 2017,
de secretaris, de burgemeester,
B. Drewes M. Besselink

Bijlage 1 Overzichtstabel Beschermd Wonen

afbeelding binnen de regeling