Regeling vervallen per 18-03-2015

Verordening participatieraad Bronckhorst

Geldend van 09-09-2009 t/m 17-03-2015

Intitulé

Verordening participatieraad Bronckhorst

De Raad van de gemeente Bronckhorst;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juni 2009 met nummer O-12;

- gelet op artikel 11 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo),

- gelet op artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw),

- gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB),

- gelet op de Gemeentewet,

in aanmerking nemende dat;

- emancipatie en maatschappelijke participatie in de genoemde wet- en regelgeving en in het beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente als geheel in gewicht en belang toenemen;

overwegende;

- het belang klanten, burgers en maatschappelijke organisaties vanuit een onafhankelijke positie door middel van advisering aan het college van Burgemeester en wethouders en de gemeenteraad, integraal en vroegtijdig te betrekken bij het beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente.

Besluit:

  • 1.

    In te trekken de verordening cliëntenraad Wet werk en bijstand (WWB) / Wet sociale werkvoorziening (Wsw), vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 2008

  • 2.

    vast te stellen de Verordening Participatieraad Bronckhorst.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening en daarop berustende regelingen wordt verstaan onder:

  • a.

    -Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning,

    - Wsw: Wet sociale werkvoorziening,

    - WWB: Wet werk en bijstand;- WIJ: Wet investeren in jongeren.

  • b.

    Klant: inwoner van de gemeente Bronckhorst die als belanghebbende op grond van een wettelijk voorschrift- of regeling een voorziening ontvangt van de gemeente Bronckhorst,

  • c.

    Doelgroep: de kring van klanten; in het bijzonder cliënten die gebruik maken van voorzieningen geregeld via de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, Wet investeren in jongeren, ouderen lichamelijk gehandicapten, chronisch zieken, mensen met een verstandelijkebeperking, mensen met een chronisch psychisch probleem, dan wel een psychosociaal probleem, gebruikers van maatschappelijke opvang en GGZ/OGGZ/verslavingszorg, gebruikers van welzijnsvoorzieningen en thuiszorg. In de breedste zin van het woord kan elke inwoner van de gemeente Bronckhorst als cliënt worden beschouwd;

  • d.

    Participatieraad Bronckhorst: een door het college ingesteld adviesorgaan dat adviseert over beleidsvorming en de evaluatie van de beleidsplannen Wmo, Wsw, WWB en WIJ en bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende doelgroepen zoals hiervoor onder c. opgenomen;

  • e.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Bronckhorst;

  • f.

    College: Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

  • g.

    Maatschappelijke organisatie: de instelling die zich volgens haar statutaire doelstelling en feitelijke werkzaamheden direct of indirect richt op behartiging van belangen van de klant en de burger;

  • h.

    Participatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Bronckhorst haar burgers en maatschappelijke organisaties betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het door de gemeente uit te voeren beleid Maatschappelijke Ontwikkeling;

  • i.

    Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de Gemeente: beleid door de wet, als bedoeld in dit artikel onder a. opgedragen aan de gemeente die in samenwerking met maatschappelijke organisaties hier uitvoering aan geeft.

  • j.

    Belangenorganisaties: organisaties van ingezetenen, evenals organisaties die mede de belangen van ingezetenen op het grondgebied van de gemeente Bronckhorst behartigen.

Artikel 2 Doelstelling, taak en werkwijze van de Participatieraad

  • 1 De Participatieraad heeft tot doel de mening te verwoorden van de doelgroep(en), door gevraagd en ongevraagd adviezen uit te brengen die betrekking hebben op het beleid dat zich richt op de doelgroep, zoals verwoord in artikel 1 onder c.

  • 2 De leden van de Participatieraad geven gezamenlijk en geïntegreerd, advies.

  • 3 Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het college dat gemotiveerd.

  • 4 Aan de Participatieraad gevraagde adviezen worden binnen zes weken schriftelijk uitgebracht aan het college. De Participatieraad kan het uitbrengen van een advies eenmaal voor zes weken verdagen. Van een verdaging wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

  • 5 Het beleid dat zich richt op de doelgroep, zoals verwoord in artikel 1 onder c. en de Participatieraad geven invulling aan de verantwoordelijkheid van de gemeente als het gaat om het versterken van de sociale samenhang, het voorkómen van problemen en het bevorderen van deelname van alle inwoners aan de samenleving.

  • 6 De gemeente geeft door het instellen van de participatieraad vorm aan het verplicht advies vragen bij het opstellen van beleidsplannen op grond van de onder artikel 1.a genoemde wetten.

  • 7 De Participatieraad zorgt er voor bekend te zijn en te blijven bij de doelgroepen, bij de belangenorganisaties en bij de gemeentelijke organisatie.

Artikel 3 Bevoegdheden van de Participatieraad

  • 1 Initiatiefrecht

    a. De Participatieraad stelt aangelegenheden met betrekking tot het Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de Gemeente en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente, in het overleg met betrokken medewerkers en/of wethouders aan de orde.

    b. De Participatieraad brengt advies uit over alle aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente betreffen voor zover het betrekking heeft op het Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de Gemeente .

    c. De Participatieraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid.

  • 2 Informatierecht

    a. De Participatieraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klantentevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages die betrekking hebben op het Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de Gemeente en voorts over andere relevante onderwerpen.

    b. De Participatieraad krijgt spontaan en op verzoek, tijdig alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig heeft en omschreven zijn in deze verordening, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

  • 3 Adviesrecht

    a. De gemeente stelt de Participatieraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen over het Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling van de Gemeente, dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de besluitvorming.

    b. Indien het college om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken uitgebracht.

    c. Onderwerpen die behandeld zijn in de Participatieraad worden niet meer ter advisering voorgelegd aan andere gemeentelijke adviesorganen.

    d. Alle adviezen, informatieverzoeken en voorstellen tot verbetering die door de Participatieraad schriftelijk zijn verstrekt, worden door het college beoordeeld. Het college verzorgt binnen zes weken een schriftelijke, met redenen omklede reactie.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1 De Participatieraad heeft naast de onafhankelijke voorzitter, maximaal 14 leden die een afspiegeling vormen van de doelgroepen en worden in de Participatieraad benoemd door het college.

  • 2 De Participatieraad maakt zelf afspraken over de onderlinge communicatie als over de communicatie met de te vertegenwoordigde doelgroepen.

  • 3 Het college streeft er bij de benoemingen naar dat de Participatieraad een goede afspiegeling is van de inwoners van de gemeente Bronckhorst.

  • 4 De zittingstermijn voor leden van de Participatieraad is gelijk aan de zittingsperiode van de gemeenteraad van Bronckhorst.

  • 5 Bij tussentijds aftreden van een lid, voorzien de overige leden van de participatieraad in de voordracht van een opvolger aan het college. De tussentijdse benoeming geschiedt voor de resterende zittingstermijn.

  • 6 Bij ernstig disfunctioneren van een lid van de Participatieraad zegt de meerderheid van de Participatieraad het vertrouwen in dit lid op, niet eerder dan nadat overleg tussen de voorzitter en het desbetreffende lid onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. Vervolgens kan het college het lid zijn of haar benoeming van de raad intrekken. In het geval dit het disfunctioneren van de voorzitter betreft, geldt dat tenminste een meerderheid van de Participatieraad het college kan verzoeken te beslissen tot intrekking van de benoeming als voorzitter.

Artikel 5 Onafhankelijk voorzitter

De vergaderingen van de Participatieraad worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.

Artikel 6 Ambtelijke ondersteuning

Het college wijst een ambtelijk secretaris aan ter ondersteuning van de Participatieraad.

Artikel 7 De vergaderingen

  • 1 Het aantal vergaderingen per jaar van de Participatieraad vinden naar eigen behoefte plaats, met een minimum van 1 keer per jaar.

  • 2 De raad stelt daartoe zelf een vergaderreglement op waarin tenminste het navolgende is geregeld.

    • a.

      Leden van de Participatieraad zijn, met uitzondering van de voorzitter, stemgerechtigd.

    • b.

      Adviezen worden met meerderheid van stemmen opgesteld, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is.

    • c.

      Bij het staken der stemmen kan het desbetreffende voorstel op een volgende vergadering wederom aan de orde worden gesteld, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is. Staken de stemmen weer, dan wordt het voorstel als verworpen beschouwd.

  • 3 Voor advisering is geen unaniem standpunt vereist.

  • 4 De vergaderingen van de Participatieraad zijn openbaar. De stukken voor de vergadering zijn in principe tien dagen voorafgaand aan de vergadering voor derden beschikbaar.

  • 5 De Participatieraad besluit slechts tot het houden van een besloten vergadering als het de behandeling van privacygevoelige zaken betreft.

  • 6 Naast de reguliere vergaderingen vindt minimaal één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig geacht, overleg plaats tussen de Participatieraad en een of meer betrokken wethouders van de gemeente Bronckhorst.

Artikel 8 Presentiegeld

Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt aan de leden en de voorzitter van de Participatieraad presentiegeld toegekend. In dit bedrag is een onkostenvergoeding begrepen.

Artikel 9 Facilitering

De (wijze van) facilitering van de Participatieraad wordt door het college uitgewerkt in de Regeling Participatieraad. Het college stelt de voorwaarden beschikbaar voor de Participatieraad.

Artikel 10 Verslaglegging

  • 1 Jaarlijks brengt de secretaris namens de Participatieraad verslag uit aan het college van de activiteiten en de bevindingen over het voorafgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget.

  • 2 De Participatieraad evalueert jaarlijks samen met het college het functioneren van het onderling overleg. Indien er op basis van deze evaluatie reden is om de verordening aan te passen, wordt hiertoe via de Participatieraad, door het college een voorstel ingediend bij de gemeenteraad.

Artikel 11 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na publicatie van het raadsbesluit.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Participatieraad Bronckhorst”

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 27 augustus 2009.
de griffier,                   de voorzitter,
G.J. Mugge                 H.A.J. Aalderink