Regeling vervallen per 24-05-2012

Telecommunicatieverordening Bronckhorst

Geldend van 01-01-2007 t/m 23-05-2012

Intitulé

Telecommunicatieverordening Bronckhorst

raadsbesluit

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van b en w;

gelet op artikel 5.2, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

1.in te trekken:

  • a.

    de Telecommunicatieverordening Hengelo, vastgesteld op 29 juni 1999.

  • b.

    de Telecommunicatieverordening Hummelo en Keppel, vastgesteld op 25 januari 2000.

  • c.

    de Telecommunicatieverordening Steenderen, vastgesteld op 28 maart 1990

  • d.

    de Telecommunicatieverordening Vorden, vastgesteld op 1 juni 1999

  • e.

    de Telecommunicatieverordening Zelhem, vastgesteld op 29 april 1999

2.vast te stellen de “Verordening inzake werk­zaam­he­den in ver­band met de aanleg, instandhouding en op­rui­ming van te­le­com­munica­tiekabels”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar telecommunicatienetwerk : telecommunicatienetwerk als ge­noemd in artikel 1.1, onder g., van de wet;

  • c.

    omroepnetwerk : omroepnetwerk als genoemd in ar­tikel 1.1, onder o., van de wet;

  • d.

    kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1, onder r., van de wet;

  • e.

    openbare gronden : openbare wegen en wateren, als genoemd in artikel 1.1, onder s., van de wet;

  • f.

    aanbieder : aanbieder van een openbaar tele­communicatienetwerk of een omroep­net­werk;

  • g.

    werkzaamheden : werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhou­ding en oprui­ming van ka­bels ten dien­ste van een openbaar telecom­municatie­net­werk of van een omroep­netwerk in en op open­bare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige : degene op wie een gedoog­plicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college : college van burgemeester en wet­houders;

  • j.

    melding : melding als bedoeld in ar­ti­kel 5.2, derde lid, aan­hef en on­der a., van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit : besluit van het college als be­doeld in artikel 5.2, der­de lid, aanhef en onder b., van de wet.

Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1 Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ie­der geval acht weken voor aanvang van de werkzaam­heden het voornemen daartoe bij het college.

  • 2 Als werkzaamheden worden verricht op hoofdrou­tes of als bij de werkzaamheden meerdere gedoogplichtigen zijn be­trok­ken, wordt de melding uiterlijk twaalf weken voor aanvang van de werkzaamheden gemeld bij het college.

Artikel 3 Melding werkzaamheden

  • 1 Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daar­toe door het college vastgesteld formulier.

  • 2 Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Au­toriteit afgegeven registratie;

    • b.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

    • d.

      een opgave van de soort kabel en het beoogde ge­bruik;

    • e.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

  • 3 - een opgave van het gewenste tracé; - een opgave van de objecten die ten tijde van de werk­zaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan; - een omschrijving van eventuele opbrekingen; - de doorsnede van de kabel of kabelgoot; - de lengte en breedte van de kabelsleuf; - de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de open­bare gronden aanwezige kabels en lei­dingen; - het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëin­diging van de werkzaamheden; - naam, adres en telefoonnummer van de aanne­mer(s) of onderaannemers(s) die belast is (zi­jn) met de werk­zaamheden en van een con­tactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 4 Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als ge­noemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis ge­steld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 5 Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instem­ming

  • 1 Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gron­den;

    • f.

      de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omge­ving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen.

  • 2 Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college in ieder geval aan het instemmings­be­sluit voorschriften of beperkingen verbinden over het me­degebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidin­gen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van ver­plichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beper­kingen aan het instemmingsbesluit.

  • 3 De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren overeenkomstig de algemene voorwaarden 1995 UNOG (Uniformititeit Nutsbedrijven Oostelijk Gelderland) ten behoeve van het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen van nutsbedrijven.

Artikel 5 Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

Artikel 6 Melding wijziging

Voor de gemeente is het van belang om een actueel overzicht te hebben en te houden van de ondergrondse infrastructuur. Daarbij gaat het niet alleen om waar welke kabels liggen, maar ook wie de eigenaar is, de beheerder of de exploitant. Om deze reden is in de verordening een verplichting opgenomen om de wijziging van het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel te melden. Het eigendom, de exploitatie of het beheer kunnen in verschillende handen liggen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de aanbieder niet alleen degene is die gebruik maakt van de kabel, de exploitant, maar ook het eigendom van de kabel heeft, terwijl het beheer van de kabel is uitbesteed aan een aannemer die alle onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Tevens is het van belang voor de gemeente om te weten of de kabels nog steeds ten dienste staan van een openbaar telecommunicatie- of omroepnetwerk. Zijn de kabels niet meer openbaar, dan zijn ze niet meer gedoogplichtig. Dit is bijvoorbeeld van belang voor de precarioheffing. De heffing van precariobelasting is namelijk niet toegestaan over openbare kabels, maar wel over niet-openbare kabels.

Artikel 7 Inwerkingtreding

In artikel 5.2, vierde lid, TW is de verplichting vastgelegd om een verordening vast te stellen. Dit artikel treedt op 1 december 2006 in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor iedereen die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.

Toelichting

Telecommunicatieverordening Bronckhorst - toelichting