Regeling vervallen per 01-01-2012

Nadere regels voor grafbedekkingen op de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst

Geldend van 10-10-2007 t/m 31-12-2011

Intitulé

Nadere regels voor grafbedekkingen op de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

gelet op artikel 17 van de Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst;

besluiten vast te stellen de volgende:

Nadere regels voor grafbedekkingen op de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst.

Artikel 1 Begripsbepalingen

De nadere regels verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaatsen in de gemeente Bronckhorst

  • b.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • c.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en herwerken;

  • d.

    grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht.

  • e.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1.het doen begraven en begraven houden van lijken. 2.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen 3.het verstrooien van as.

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.

  • g.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2.het doen verstrooien van as van een gecremeerd lijk.

  • h.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder.

  • i.

    eigen urnennis een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • j.

    urnenmuur: muur ter berging van urnen in af te dekken eigen nissen in die muur.

Artikel 2 Vergunningverlening

  • 1 Voor het aanbrengen van een grafbedekking en/of een gedenkteken, het veranderen daarvan, dan wel het aanbrengen van een inscriptie, is op grond van artikel 17 van de Verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaatsen gemeente Bronckhorst, een vergunning vereist. 

  • 2 Rechthebbenden van eigen graven worden zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld tot plaatsing van meer persoonlijke of kunstzinnige voorwerpen

  • 3 Voor eigen graven en urnengraven moet de vergunning worden aangevraagd door de rechthebbende. Er is een machtiging van de rechthebbende vereist indien deze geen vergunning kan aanvragen.

  • 4 De schriftelijke aanvraag voor vergunning van een gedenkteken dient vergezeld te gaan van een werktekening.

  • 5 Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor-, en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, en lengtematen.

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal.

    • c.

      de wijze waarop de letters e.d. zijn aangebracht.

    • d.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging.

Artikel 3 Het gedenkteken

  • 1 De grafbedekking, constructie-elementen, bevestigingsmiddelen enz. dienen van goede kwaliteit, bestendig materiaal en vakkundig bewerkt te zijn.

  • 2 Het is verboden een gedenkteken, een omranding of grind, marmergruis e.d. op een algemeen graf of een algemeen urnengraf aan te brengen. Beplanting is evenmin toegestaan. Bij constatering wordt dit zonder meer verwijderd zonder dat de gemeente daarvoor tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.

  • 3 De lengte en de breedte van het gedenkteken op een eigen graf of een eigen urnengraf mogen de afmetingen van het graf niet overschrijden.

  • 4 Omrandingen: natuursteenbanden moeten worden gesteld op een betonfundatie. 

  • 5 Liggende monumenten (zerken): zerken op eigen graven worden geplaatst op een roef van natuursteen of beton, waarvan lengte en breedte 10 centimeter minder dan de afmetingen van de zerk moeten zijn. De roef moet minimaal 10 centimeter dik zijn. Een natuurstenen roef wordt gesteld op een betonnen roefraam. De natuurstenen roefdelen moeten zodanig aan elkaar worden bevestigd dat omvallen uitgesloten is.

  • 6 Op een gedenkteken moet het nummer van het graf of het urnengraf met ingehakte, opgehakte, metalen of gegraveerde cijfers worden aangebracht. Het nummer dient aangebracht te worden op de achterzijde van staande gedenktekens. De hoogte van het nummer moet ten minste 30 millimeter zijn. De lokatie van het nummer is de rechterbovenhoek. Bij liggende gedenktekens en urnengraven (muren) dient het nummer op de voorzijde van het gedenkteken te worden aangebracht. De hoogte van het nummer moet ten minste 15 milimeter zijn. De lokatie van het nummer is de rechter onderhoek.

  • 7 gedenktekens mogen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, geen afbeeldingen en/of teksten bevatten die aanstootgevend, ontsierend of kwetsend kunnen zijn voor anderen. Ook mogen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, gedenktekens of voorwerpen daarop geen licht-, geluid- of anderszins hinder veroorzaken.

Artikel 4 Maatvoeringen

Specifieke eisen t.b.v. eigen graven, urnengraven en eventuele gedenkplaatsen. - Grootte: er dient, ter beoordeling van de afdeling Publiekzaken, een esthetische verhouding te bestaan tussen het te plaatsen monument, de voor het monument beschikbare oppervlakte en de omgeving. - Materiaal: voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, glas of duurzaam hout (bij gebruik van houten gedenktekens dient het hout te behoren tot kwaliteitsklasse A, kwaliteitseisen voor hout KVH 1995: NEN 5466) en voorzien van FSC keurmerk. - Dikte:

  • 1.

    voor natuursteen plaatmateriaal gelden de volgende richtlijnen: - de minimale dikte 30 millimeter. - de maximale dikte 120 millimeter.

  • 2.

    voor glazen gedenktekens gelden de volgende specifieke eisen: - de vrije ruimte tussen liggende gedenktekens en maaiveld of andere onderdelen van het monument dient over de gehele oppervlakte minimaal 150 millimeter te zijn. - staande en liggende gedenktekens moeten zijn gefabriceerd van gehard glas met een minimale dikte van 12 millimeter. - ondersteuningen en of bevestigingen moeten zijn gemaakt van roestvrij staal of ander duurzaam materiaal. - verticaal opgesteld omrandingen moeten minimaal 12 millimeter dik zijn en mogen maximaal 50 millimeter boven het maaiveld uitsteken.

Specifieke eisen t.b.v. afdekplaten voor urnennissen. - Grootte: de afmeting van de afdekplaat dient te zijn (breedte x hoogte x dikte): 330mm x 370mm x 30mm. - Materiaal: voor de afdekplaten mag alleen natuursteen gebruikt worden.

Artikel 5 Bijzondere bepalingen

  • 1 De werkzaamheden aan graven zijn toegestaan van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 uur en 16.30 uur onder overlegging van de daartoe strekkende vergunning(en). 

  • 2 De werkzaamheden als hierboven omschreven mogen niet worden verricht:

    • a.

      binnen 1 maand na de begraving.

    • b.

      bij slechte terreingesteldheid, bijvoorbeeld vorst in de grond of tijdens opdooi.

  • 3 Afval, van welke aard dan ook, ontstaan bij de werkzaamheden dient op verantwoorde wijze te worden afgevoerd en verwerkt.

  • 4 Gebreken, ontstaan ten gevolge van onvakkundig gebruik of plaatsing, behoren op een eerste aanzegging daartoe te worden hersteld.

  • 5 Reclame-uitingen, in welke vorm dan ook, mogen niet op grafbedekkingen worden aangebracht.

  • 6 Schade ontstaan als gevolg van het gebruik van transportmiddelen en of hulpmiddelen wordt hersteld door of voor rekening van de veroorzaker.

  • 7 Banken of andere zitmeubelen op of naast de graven zijn niet toegestaan en worden meteen verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op enigerlei vergoeding.

  • 8 Kapotte en niet onderhouden vazen en bloembakken worden verwijderd.

  • 9 Het is verboden grind, tegels, beplanting en dergelijke voor of achter de vastgestelde oppervlaktemaat van het graf te plaatsen. Deze worden verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding.

  • 10 Beplantingen die op eigen graven of eigen urnengraven staan mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden. Zij moeten door snoeien binnen die oppervlakte gehouden. Tevens mag de beplanting op de graven niet hoger worden dan 1,50 meter.

  • 11 Op een eigen graf of eigen urnengraf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen en eenjarige planten te planten.

Artikel 6 Losse voorwerpen op graven

  • 1 Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of ander breekbaar materiaal op een graf te leggen anders dan bedoeld voor bloemen of niet blijvende beplanting.

  • 2 Losse bloemen, planten, kransen, vazen, bloembakken en dergelijke kunnen, wanneer zij zijn verwelkt of in een verwaarloosde staat verkeren, door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding.

  • 3 Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twee weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe van tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1 De nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking op de gemeentelijke informatiepagina in het nieuws- en advertentieblad “Contact”.

  • 2 Zij kunnen worden aangehaald als: “Regels grafbedekkingen” 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2007;
de secretaris,                                                        de voorzitter,
P.C.M. van Gog                                                      H.A.J. Aalderink