Regeling vervallen per 01-01-2022

Legesverordening Bronckhorst 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Legesverordening Bronckhorst 2021

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van b. en w. van 13 oktober 2020; gelet op de bespreking van de raadscommissie van 12 november 2020;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

'Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Bronckhorst 2021'.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)8 dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)8 dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)8 dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument.

    Een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • a.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • b.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning , ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • c.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges op basis van titel 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De overige leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafd ruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke of digitale kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      digitaal wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeelteli jke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.1 en 1.9.4 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De 'Legesverordening Bronckhorst 2020' van 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening Bronckhorst 2021'.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 26 november 2020,

de griffier,

A.S. Dijkstra

de voorzitter,

M. Besselink

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

1.1.1.1

maandagochtend tussen 9.00 tot 10.00 uur

€ 0,00

1.1.1.2

maandag vanaf 10.00 uur tot 20.00 uur

€ 339,60

1.1.1.3

dinsdag tot en met vrijdag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 339,60

1.1.1.4

zaterdag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 679,20

1.1.2

het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

1.1.2.1

maandag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 405,50

1.1.2.2

dinsdag tot en met vrijdag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 405,50

1.1.2.3

zaterdag en zondag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 744,10

1.1.2.4

Bij een voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een door de aanstaande partners zelfgekozen locatie worden de tarieven genoemd in onderdeel 1.1.2 tot en met onderdeel 1.1.2.3 verhoogd met

€ 89,80

1.1.3

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge art.64,

Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 339,60

1.1.4

Het tarief bedraagt terzake van het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje of een duplicaat daarvan

€ 38,90

1.1.4.1

Het kalligraferen van een trouwboekje

€ 12,00

1.1.4.2

Het kalligraferen van kindgegevens in een trouwboekje, per kind

€ 8,75

1.1.5

Het tarief bedraagt terzake van het beschikbaar stellen van getuigen van gemeentewege, per getuige

€41,10

1.1.6

Terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor het desbetreffende document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

 

1.3.1.1

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.1.1

tot het verkrijgen van een uittreksel uit de basisregistratie personen

€ 12,40

1.4.1.2

het verkrijgen van een internationaal uittreksel uit de basisregistratie personen

€ 14,90

1.4.2

Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed half uur

€ 30,00

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 12,40

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 64,90

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 53,00

1.7.1.3

een afschrift van een verordening

€ 5,20

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,70

1.8.1.1.2

in formaat A3

€ 1,10

1.8.1.2

een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 12,20

1.8.2

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraaq tot het verstrekken van een afschrift:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisreqistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 1,50

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 0,50

1.8.2.3

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 0,50

1.8.2.4

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 0,50

1.8.2.5

uit het register bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Woningwet per A4

€ 0,50

1.8.2.6

uit de kadastrale massale output per perceel

€ 3,20

1.8.2.6.1

meerdere gegevens behorende bij 1 persoon, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,80

1.8.3

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

1.8.3.1

de gebouwenregistratie per adres, relatie, adrescoördinaat of per geregistreerd gebouw

€ 0,30

1.8.3.1.1

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,80

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van informatie uit het bouwstukkenarchief over de bestemming en de bodemsituatie van een perceel

€ 36,20

1.8.5

Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 0,50

1.8.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kadastrale informatie via Kadaster-on-line

 

1.8.6.1

hypothecair bericht of uittreksel per object

€ 20,00

1,8.6.2

kadastraal bericht of uittreksel per object

€ 20,00

1.8.6.3

uittreksel kadastrale kaart

€ 20,00

1.8.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kadastrale informatie via Geoweb (alleen van toepassing voor gemeentelijke producten)

1.8.7.1

kadastraal bericht of uittreksel per object

€ 10,80

1.8.7.2

uittreksel kadastrale kaart

€ 10,80

1.8.8

Het tarief bedraagt voor het plotten van een standaardkaart op:

1.8.8.1

papier van A4-formaat

€ 15,90

1.8.8.2

papier van A3-formaat

€ 16,10

1.8.8.3

papier van A2-formaat

€ 17,00

1.8.8.4

papier van A1-formaat

€ 19,00

1.8.8.5

papier van A0-formaat

€ 22,70

1.8.9

Het tarief bedraagt voor het plotten van een maatwerkkaart per 10 minuten

€ 15,10

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 13,80

1.9.3

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 12,40

1.9.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 12,40

1.9.5

tot het waarmerken van stukken

€ 12,40

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,80

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.10.2.1

afschriften en uittreksels uit het oud archief (minimaal)

€ 3,10

 

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 7,60

1.10.2.2

afbeeldingen te weten:

 
 

kopieën per afdruk op A3 formaat

€ 1,10

 

kopieën per afdruk op A4 formaat

€ 0,60

1.10.2.3

foto's indien leverbaar:

€ 0,00

 

9x12 cm

€ 1,30

 

13x18 cm

€ 2,50

 

18x24 cm

€ 4,30

 

24x30 cm

€ 7,00

 

30x40 cm

€ 11,90

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

 

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van

leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de Leegstandwet (Stb. 1981,337)

€ 183,90

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 5 van de

Leegstandwet

€ 183,90

1.12.3

tot het wijzigen van een verleende vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de

Leegstandwet

€ 183,90

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Vervallen

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 19,50

Hoofdstuk 17 Ondergrondse infrastructuren

1.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.17.1

voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van reguliere aard binnen het grondgebied van de gemeente

€ 534,20

1.17.2

voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard binnen het grondgebied van de gemeente

€ 100,70

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 36,30

1.18.2

tot het verkrijgen (ook na afwijzing van de aanvraag) van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve het wegverkeer (BABW)

€ 15,90

1.18.2.1

bij toekenning, en bij toekenning van een duplicaat

€ 45,40

1.18.2.2

bij toekenning, en bij verlenging inclusief standaard medisch advies

€ 172,00

1.18.2.3

bij toekenning, en bij verlenging inclusief uitgebreid medisch advies

€ 263,70

1.18.2.4

bij verlenging zonder medisch advies

€ 45,40

1.18.2.5

bij afwijzing van de aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart worden alleen de hieraan verbonden administratie- en keuringskosten in rekening gebracht:

 
 

voor een indicatiestelling GPK met standaard rapport

€ 127,30

 

voor een indicatiestelling GPK met uitgebreid rapport

€ 218,90

1.18.2.6

Indien voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart een medisch advies nodig is en de aanvrager komt zonder bericht van verhindering niet op de gemaakte afspraak bij de medisch adviseur dan wordt een no show tarief in rekening gebracht:

 
 

voor een indicatiestelling GPK met standaard rapport

€ 127,30

 

voor een indicatiestelling GPK met uitgebreid rapport

€ 218,90

 

Indien de aanvrager een geldige reden heeft voor het wegblijven op een afspraak bij de medisch adviseur dan wordt het no-show tarief niet in rekening gebracht.

 

1.18.3

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer

€ 19,30

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

1.19.1.1

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een ander wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,10

1.19.1.2

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 12,40

1.19.1.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, per kaart, tekening of lichtdruk meteen formaat groter dan A3

€ 10,80

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

Bouwkosten

 
 

Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.1.3

Wro: Wet ruimtelijke ordening

 

2.1.1.4

Bar: Besluit Omgevingsrecht

 

2.1.1.5

Hoofdfunctie: De grootste functie in m2 gebruiksoppervlak van het desbetreffende gebouw dat wordt gebouwd of uitgebouwd. Indien van een gebouw geen hoofdfunctie kan worden bepaald (zelfde aantallen m2) worden van de twee grootste functies in het gebouw de leges berekend op basis van de leges per eenheid en wordt het laagste legesbedrag in rekening gebracht. Uitsluitend indien de hoofdfunctie geen woning betreft maar het gebouw gedeeltelijk bestaat uit het bouwen of uitbouwen van een woning wordt de leges berekend op basis van twee functies, voor de woning en daarbij behorende ruimten zoals bergingen, garage en andere aan de woning te relateren ruimten op basis van de woonfunctie en alle andere ruimten op basis van de hoofdfunctie.

 

2.1.1.6.1

A-plan: Een plan waarbij de initiatiefnemer zelf zorgdraagt voor het laten opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Uit de onderzoeken en de toelichting van het plan moet blijken dat het initiatief mogelijk is en voldoet aan wet- en regelgeving. Initiatiefnemer draagt ook zorg voor het overleg met belanghebbenden en instanties, zoals het waterschap. Uit de toelichting bij het plan moet blijken dat belanghebbenden en instanties geen bezwaren hebben tegen het plan.

 

2.1.1.6.2

B-plan: Een plan waarbij de initiatiefnemer zelf zorgdraagt voor het laten opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Uit de onderzoeken en de toelichting van het plan moet blijken dat het initiatief mogelijk is en voldoet aan wet- en regelgeving. De gemeente draagt zorg voor het overleg met belanghebbenden en instanties, zoals het waterschap. Uit de toelichting bij het plan moet blijken dat belanghebbenden en instanties geen bezwaren hebben tegen het plan.

 

2.1.1.6.3

C-plan: Een plan waarbij de gemeente zorgdraagt voor het laten opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Uit de onderzoeken en de toelichting van het plan moet blijken dat het initiatief mogelijk is en voldoet aan wet- en regelgeving. De gemeente draagt ook zorg voor het overleg met belanghebbenden en instanties, zoals het waterschap. Uit de toelichting bij het plan moet blijken dat belanghebbenden en instanties geen bezwaren hebben tegen het plan.

 

2.1.1.7

Binnenplanse afwijking: Betreft afwijkingsmogelijkheden die zijn vastgelegd in het bestemmingsplan zelf.

 

2.1.1.8

Buitenplanse afwijking: Betreft afwijkingsmogelijkheden die zijn genoemd in het Besluit Omgevingsrecht/Wabo.

 

2.1.1.9

Herziening bestemmingsplan: Een plan waarop de procedure zoals bedoeld artikel 3.8 Wro van toepassing is.

 

2.1.1.10

Vooroverleg: mondeling overleg tussen een initiatiefnemer en een medewerker van cluster Omgeving, voorafgaand aan het indienen van een bouwplan, voor het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen bouwplan in het kader van de Wabo vergunbaar en/of een afwijking of herziening van het bestemmingsplan mogeliik is.

 
 

Het vooroverleg start op het moment dat het verzoek van aanvrager om overleg is geregistreerd.

 
 

Het vooroverleg eindigt bij het verstrekken van de procedurebrief aan de aanvrager voor het eventueel verder in behandeling nemen van een verzoek of aanvraag Omgevingsvergunning.

 

2.1.1.11

Conceptaanvraag Omgevingsvergunning: voordat een aanvraag wordt ingediend tot het verlenen van een Omgevingsvergunning kan een initiatiefnemer het College schriftelijk verzoeken om aan de hand van een uitgewerkt bouwplan te beoordelen of het bouwplan in het kader van de Wabo vergunbaar is.

 

2.1.1.12

Principe verzoek: voordat een aanvraag wordt ingediend tot het verlenen van een Omgevingsvergunning kan een initiatiefnemer aan de hand van een schriftelijk verzoek het College vragen om een oordeel omtrent de kans op het verlenen van medewerking aan een afwijking op grond van de Wabo of een wijziging, dan wel herziening van het bestemmingsplan op grond van de Wro.

 
 

Het principeverzoek vangt aan op het moment dat voor de aanvrager een ontvangstbevestiging is aangemaakt waarin vermeld staat dat de aanvraag is ontvangen en is geregistreerd.

 
 

Het principeverzoek eindigt bij de schriftelijke mededeling van het collegebesluit op het verzoek van initiatiefnemer.

 

2.1.1.13

Anterieure overeenkomst: Overeenkomst tussen initiatiefnemer en de gemeente waarin de kosten en de risico's van de bestemming- en afwijkingsprocedure worden opgenomen.

 

2.1.1.14

Het in behandeling nemen van het verzoek om bestemmingsplanherziening: Het inventariseren van belangen en maken van een integrale afweging, door het verlenen van inspraak en het voeren van vooroverleg, het uitvoeren van noodzakelijke onderzoeken en opstellen van een Veegplan.

 

2.1.1.15

Veegplan: Een plan waarin alle initiatieven gedurende een bepaalde periode worden samengevoegd tot één bestemmingsplan.

 

2.1.1.16

De inhoud van een bouwwerk: Bij toepassing van dit hoofdstuk wordt de inhoud van een bouwwerk gemeten tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

2.1.1.17

De oppervlakte van een bouwwerk: Bij de toepassing van dit hoofdstuk wordt de oppervlakte van een bouwwerk gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoe rd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.2.1

Bouwactiviteiten

 

Vergunningvrij bouwen

2.2.1.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een schriftelijk standpunt van de gemeente voor het vergunningsvrij bouwen

€ 375,00

 

Schriftelijke beoordeling van een vooroverleg

2.2.1.2.1

Indien bij een vooroverleg wordt verzocht om een schriftelijk standpunt van de welstandcommissie bedraagt het tarief:

€ 375,00

2.2.1.2.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een intakeformulier voor beoordeling van een initiatief aan de Woonvisie Bronckhorst 2019-2025 bedraagt:

€ 250,00

 

Tarieven

2.2.1.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief, ongeacht de beslissing op de aanvraag, bepaald op basis van de hoofdfunctie van het gebouw, de omvang daarvan en het daarbij behorende tarief, weergegeven in de onderstaande tabel. Hierbij geven de rijen aan voor welke functie en welke omvang welk bedrag per eenheid is verschuldigd.

 
 

Hierbij geldt een minimum van

€ 375,00

 

en een maximum van

€ 200.000,00

 

Functie

 

1

Woonfunctie m3, tot en met 1000 m3

€ 12,50

2

Woonfunctie m3, vanaf 1000 m3

€ 8,50

3

Bijeenkomstfunctie m3

€ 12,50

4

Cellenfunctie m3

€ 17,90

5

Gezondheidszorgfunctie m3

€ 16,50

6

Industriefunctie m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 17,90

7

Agrarisch bedrijfsgebouw m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 8,30

8

Kantoor functie m3

€ 12,50

9

Logies functie m3

€ 13,80

10

Onderwijsfunctie m3

€ 11,00

11

Sportfunctie m3

€ 6,90

12

Winkelfunctie m3

€ 11,00

13

Overige gebruiksfuncties m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 16,40

2.2.1.4

In afwijking van de hierboven bij sub c. genoemde tarieven , geldt voor bouwactiviteiten geen gebouw zijnde, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan vijf jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen alsmede voor het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder daadwerkelijke uitbreiding daarvan en voorgevelwijzigingen, een tarief op basis van de bouwkosten van:

3,0%

 

hierbij geldt een minimum van

€ 375,00

 

en een maximum van

€ 200.000,00

2.2.1.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, waarbij de beslissing luidt dat de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld is:

€ 490,00

2.2.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 375,00

2.2.1.7

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, waarbij de aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning, activiteit bouwen, intrekt op verzoek van de gemeente bedraagt:

€ 0,00

2.2.2

Aanlegactiviteiten

 

Tarief

 

2.2.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 375,00

2.2.3

Planologisch strijdig

2.2.3.1

Vooroverleg

2.2.3.1.1

Voor de eerste 18 uur van het vooroverleg worden geen leges in rekening gebracht

 

2.2.3.1.2

In het geval initiatiefnemer en een medewerker van de cluster. Omgeving van mening zijn dat voor het vooroverleg meer dan 18 uur nodig zijn, dan wordt het legesbedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien die begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.2.3.1.3

In afwijking van artikelen 2.2.3.1.1 en 2.2.3.1.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een intakeformulier voor beoordeling van een inititiatief aan de Woonvisie Bronckhorst 2019-2015

€ 250,00

2.2.3.2

Principeverzoek

Het tarief voor het in behandeling nemen van een principeverzoek op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo / artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e, van de Wabo + artikel 4, leden 9, 10 en 11 van Bijlage Il van de Bor / artikel 3.1, eerste lid en artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wro bedraagt

€ 826,00

2.2.3.3

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om afwijking of wijzigen van het bestemmingsplan

 

Het tarief voor in behandeling nemen van een verzoek om een afwijking van het bestemmingsplan bedraagt

 

2.2.3.3.1

Bij een binnenplanse afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1e, van de Wabo

€ 375,00

2.2.3.3.2

Bij een buitenplanse afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2e, van de Wabo/ artikel 4, leden 1 t/m 8 van Bijlage Il van het Bor

€ 375,00

2.2.3.3.3

Bij een buitenplanse afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2e, van de Wabo/ artikel 4, leden 9, 10 en 11 van Bijlage Il van het Bor

€ 1.170,00

2.2.3.3.3.1.

In afwijking van artikel 2.2.3.3.3 bedraagt het tarief voor een buitenplanse afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2e van de Wabo/artikel 4, leden 9,10, 11 van Bijlage Il van het Bar:

2.2.3.3.3.1.1

voor het tijdelijk bewonen van recreatiewoningen

€ 375,00

2.2.3.3.3.1.2

voor het organiseren van een evenement

€ 375,00

2.2.3.3.3.1.3

voor het samenvoegen van twee verblijfsobjecten

€ 0,00

2.2.3.3.4

Bij een buitenplanse afwijking op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e, van de Wabo

€ 10.200,00

2.2.3.3.5

Bij een wijziging op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wro

€ 1.620,00

2.2.4

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 1.480,00

2.2.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€151,00

2.2.5

Slopen

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen,

 
 

Artikel 2.1, lid 1, onder f

 
 

Artikel 2.1, lid 1, onder g

 
 

Artikel 2.1, lid 1, onder h

 
 

Artikel 2.2, lid 1, onder a

 
 

Artikel 2.2, lid 1, onder b, juncto 10

 
 

Artikel 2.2, lid 1, onder c

 
 

bedraagt het tarief:

€ 375,00

2.2.6

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder q, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 47,00

2.2.7

Uitweg

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verorden ing een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 47,00

2.2.8

Handelsreclame

2.2.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het voeren van handelsreclame als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder h of i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.2.8.1.1

voor een permanente reclame-uiting

€ 135,00

2.2.8.1.2

voor een tijdelijke reclame-uiting, voor zover niet wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Omgevingsverordening en Bouwverordening gemeente Bronckhorst

€ 47,00

2.2.9

Wet natuurbescherming

 

Voor een aanvraag voor een omgevingsvergunning waarbij op grond van de Wet Natuurbescherming een toestemming nodig is van de provincie Gelderland wordt de leges verhoogd met het tarief dat door de provincie Gelderland op grond van de Legesverordening Provincie Gelderland in rekening wordt gebracht.

 

2.2.10

Verhogingen

 

In de volgende gevallen worden de tarieven als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze legesverordening verhoogd met:

 

2.2.10.1

Nadat er zonder omgevingsvergunning is aangevangen met de bouw dan wel dat het bouwwerk al is gerealiseerd

50%

2.2.10.2

Indien tijdens de beoordeling van de aanvraag om een omgevingsvergunning, activiteit bouwen, de aanvraag wijzigt en daardoor een nieuwe welstandtoets vereist is

€ 275,00

2.2.10.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het uitbreiden van het agrarisch bouwblok en daarvoor een advies nodig is

€ 1.020,00

2.2.10.4

Indien krachtens wettelijk voorschrift een bodemrapport wordt beoordeeld, voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 200,00

2.2.10.5

Indien de beoordeling van een aangeleverd Programma van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 3.1 nodig is

€ 690,00

2.2.10.6

De beoordeling namens het bevoegd gezag van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 235,00

2.2.10.7

De beoordeling namens het bevoegd gezag van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek

€ 235,00

2.2.10.8

De beoordeling namens het bevoegd gezag van rapportage die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41, lid 1 Monumentenwet

€ 460,00

2.2.11

Teruggave

 

In de volgende gevallen vindt er een teruggave plaats van de tarieven als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze legesverordening van:

 

2.2.11.1

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning van rechtswege is verleend bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges

50%

2.2.11.2

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning, activiteit bouwen, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges

40%

2.2.11.3

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning, voor de activiteit bouwen, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

2.2.11.4

Als de gemeente een omgevingsvergunning, activiteit bouw weigert, of de vergunning vernietigt is bij rechtelijke uitspraak , bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

2.2.12

Vermindering

 

In de volgende gevallen vindt er een vermindering plaats op de tarieven als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze legesverordening van:

 

2.2.12.1

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen van een bouwwerk met een maximale oppervlakte van 10 m2 (waaronder ook wordt inbegrepen: schuttingen) bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leqes. De vermindering bedraagt:

50%

2.2.12.2

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning buiten behandeling is gesteld, opnieuw, compleet en niet in aard en omvang is aangepast, wordt ingediend wordt de leges die in rekening is gebracht tijdens het buiten behandeling stellen van de aanvraag in mindering gebracht op de leges voor de omgevingsvergunning

2.2.12.3

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op slopen, kappen of een uitweg en de aanvraag is ingediend door de gemeente Bronckhorst bedraagt de vermindering

100%

Hoofdstuk 3 Wet ruimtelijke ordening

2.3.1

Behandelen verzoek om bestemmingsplanherziening

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om een bestemmingsplanherziening op grond van artikel 3.1, eerste lid van de Wro bedraagt

 

2.3.1.1

voor een A-plan

€ 1.620,00

2.3.1.2

voor een B-plan

€ 2.790,00

2.3.1.3

voor een C-plan

€ 6.770,00

2.3.2

Verhoging

2.3.2.1

Het tarief voor een C-plan zoals genoemd in artikel 3.1.3 van deze verordening juncto artikel 3.1, eerste lid van de Wro, voor een uitgebreide procedure zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e, van de Wabo en voor een wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder a, van de Wro wordt verhoogd met de volgende kosten die voorafgaand aan het in behandeling nemen hiervan aan de aanvrager worden meegedeeld, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als hiervoor bedoeld is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.2.1.1

Voor het (laten) uitvoeren van onderzoeken over: Flora- en fauna; bodem en grondwater; archeologie, geluid, luchtkwaliteit; overige.

 

2.3.2.1.2

Voor het (laten) analyseren en vragen om advies over: Planschaderisicoanalyse; Programma van eisen overeenkomstig het Protocol opstellen van Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie; tbv Agrarische activiteit.

 

2.3.2.1.3

Voor het (laten) opstellen van een Goede Ruimtelijke Onderbouwing/concept (ontwerp) bestemmingsplan.

 

2.3.3

Voorbereidingsbesluit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod tot wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken als bedoeld in artikel 3.7, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 375,00

2.3.4

Ontheffing verbodsbepalingen in exploitatieplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 375,00

2.3.5

Vermindering

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot vaststelling van een bestemmingsplan of het wijzigen van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning.

 

2.3.5.2

Indien de aanvraag tot vaststelling van een bestemmingsplan of het wijzigen van een bestemmingsplan betrekking heeft op het samenvoegen van twee verblijfsobjecten bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt

100%

2.3.6

Verhoging

 

Het tarief wordt verhoogd met:

 

2.3.6.1

indien krachtens wettelijk voorschrift een bodemrapport wordt beoordeeld, voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 200,00

2.3.6.2

de beoordeling van een aangeleverd Programma van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie:

€ 690,00

2.3.6.3

De beoordeling namens het bevoegd gezag van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek:

€ 235,00

2.3.6.4

De beoordeling namens het bevoegd gezag van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek:

€ 235,00

2.3.6.5

De beoordeling namens het bevoegd gezag van rapportage die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 39 lid 2, Monumentenwet 40 lid 1 en 41, lid 1:

€ 460,00

2.3.6.6

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het uitbreiden van het agrarisch bouwblok en daarvoor een advies nodig is, bedraagt het tarief:

€ 1.020,00

Hoofdstuk 4 Wet Geluidhinder

 

Akoestisch onderzoek Wet Geluidhinder

2.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het toetsen en beoordelen van een door of in opdracht van de aanvrager uitgevoerd akoestisch onderzoek, zoals bedoeld in artikel 77 van de Wet Geluidhinder

€ 96,00

 

Hogere grenswaarde Wet Geluidhinder

2.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een hogere grenswaarde als bedoeld in de artikelen 83, van de Wet Geluidhinder

€ 441,00

Hoofdstuk 5 Persoonsgebonden beschikking

2.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een persoonsgebonden beschikking als bedoeld in de 'Beleidsnota onrechtmatige bewoning' voor het bewonen van een recreatiewoonverblijf

€ 1.210,00

Hoofdstuk 6 Archeologie

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 

2.6.1.1

de beoordeling van een aangeleverd Programma van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 3.1

€ 690,00

2.6.1.2

de beoordeling namens het bevoegd gezag van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 235,00

2.6.1.3

de beoordeling namens het bevoegd gezag van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek

€ 235,00

2.6.1.4

de beoordeling namens het bevoegd gezag van rapportage die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41, lid 1 Monumentenwet

€ 460,00

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 47,00

2.7.2

In afwijking van artikel 8.1 wordt geen leges geheven voor vergunningen die op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden verleend en waarvoor in titel 2 hoofdstuk 2 geen legestarief is genoemd.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 162,20

Hoofdstuk 2 Evenementen

 

gereserveerd

Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen

 

gereserveerd

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet

 

gereserveerd

Hoofdstuk 5 Standplaatsen

3.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op een terrein, niet zijnde een standplaats op de wekelijkse markt bedraagt voor een periode van (de periode wordt gemeten vanaf de eerste dag tot de laatste dag dat de standplaats wordt ingenomen en wordt afgerond naar boven):

 

3.5.1

een dag

€ 8,70

3.5.2

een week

€ 19,50

3.5.3

een maand

€ 37,90

3.5.4

een kwartaal

€ 67,10

3.5.5

een jaar of langer

€ 248,70

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.6.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 47,00

Hoofdstuk 7 Kinderopvang

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

3.7.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang

€ 50,00

3.7.2

het registeren van een gastouder in het landelijk register kinderopvang, als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang

€ 50,00

Behoort bij raadsbesluit van 5 november 2020

De griffier van de gemeente Bronckhorst

A.S. Dijkstra

afbeelding binnen de regeling