Regeling vervallen per 01-01-2012

Evenementen en festiviteitenbeleid

Geldend van 10-01-2009 t/m 31-12-2011

Intitulé

Evenementen en festiviteitenbeleid

Beleidsregels voor evenementen en bijkomende activiteiten

Artikel 1

INLEIDING

De gemeente Bronckhorst kent een uitgebreid verenigingsleven. De plaatselijke verenigingen en andere organisatoren ondernemen tal van initiatieven die Bronckhorst verlevendigen. In de gemeente Bronckhorst vindt jaarlijks een groot aantal evenementen plaats. Voor een groot deel betreft het jaarlijks terugkerende evenementen zoals carnaval, Koninginnedag, volksfeesten, markten, ritten/wedstrijden etc. Daarnaast worden jaarlijks ook incidentele evenementen georganiseerd. De gemeente Bronckhorst wil zich ook profileren op toeristisch-recreatief gebied. Het aantal evenementen is ook mede hierdoor de afgelopen jaren toegenomen. Hoewel dit een positieve invloed heeft op het imago van Bronckhorst en haar economische ontwikkeling, en cultuur brengt kan dit leiden tot een toenemende druk op het woon- en leefmilieu, verstoring van de openbare orde en overlast voor omwonenden (bijvoorbeeld geluid- en parkeeroverlast, vervuiling/beschadiging van terreinen en veiligheids- of gezondheidsrisico’s). In de praktijk blijkt dat deze negatieve aspecten zich steeds vaker en/of intensiever manifesteren. Als mogelijke oorzaken kunnen worden genoemd de verandering van aard en omvang van de evenementen (spectaculairder en groter) en de toename van het aantal bezoekers. Bronckhorst wil een gemeente zijn waar veel mogelijk is, echter binnen de gestelde kaders.

De gemeente, het college of de burgemeester, speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van evenementen omdat zij de voor een evenement benodigde vergunning, ontheffing of toestemming verleent. Een vergunning kan geweigerd worden op de in de APV genoemde gronden, te weten in het belang van: de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen en de zedelijkheid of gezondheid. Er is dus een zekere mate van vrijheid bij de uitoefening van bevoegdheden om vergunningen in het kader van een evenement te verlenen of te weigeren. Ook de voorschriften die worden opgelegd spelen een belangrijke rol. Deze nota is ook een intern gerichte beleidsnota. Dat wil zeggen dat het voor beleidsuitvoering binnen de gemeente het handvat is hoe om te gaan met de aanvragen van de evenementen en festiviteiten.

DOEL

Tot op heden wordt elke aanvraag om vergunning voor een evenement op zijn eigen merites beoordeeld, waarbij de betrokken belangen van geval tot geval tegen elkaar worden afgewogen. Zowel organisatoren als andere belanghebbenden hebben echter steeds meer de behoefte om in een zo vroeg mogelijk stadium te weten of, en zo ja, onder welke voorwaarden een evenementenvergunning kan/zal worden verleend. Met andere woorden: in het kader van de rechtszekerheid van zowel de aanvragers van een evenementenvergunning als van andere belanghebbenden is het van belang om te weten op welke wijze de burgemeester van zijn bevoegdheid gebruik maakt. Door op papier vast te leggen hoe de burgemeester wil en zal omgaan met aanvragen van een evenementenvergunning wordt het evenementenbeleid duidelijker en transparanter voor de organisatoren, de bezoekers van evenementen, andere belanghebbenden (zoals omwonenden), de politie en de gemeentelijke organisatie. Gezien het vorenstaande kan het doel van het evenementenbeleid worden omschreven als:

Het in het belang van: de openbare orde; het voorkomen of beperken van overlast; de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen; en het beschermen van de zedelijkheid of de gezondheid, formuleren van beleidsuitgangspunten (het bieden van een kader voor de belangenafweging) voor het al dan niet verlenen van evenementenvergunningen op grond van artikel 2.2.2. van de “Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Bronckhorst”.

Het begrip beleidsregel Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen. De beleidsregels voor uitvoering van het evenementenbeleid, in deze nota opgenomen, zijn leidend bij de behandeling van aanvragen. Beleidsregels worden opgesteld om voor alle belanghebbenden duidelijk vooraf aan te geven hoe ieders belangen worden afgewogen, hoe de feiten worden verzameld en hoe wettelijke regels uitgelegd worden. Beleidsregels worden vastgesteld door het bestuursorgaan dat de bevoegdheid tot beslissen heeft. Een dergelijk besluit is een besluit in de zin van de Awb. Het besluit treedt pas in werking nadat het is gepubliceerd. De vaststelling en bekendmaking hebben enkele gevolgen;

  • a.

    als in de beleidsregel een vaste gedragslijn is neergelegd, kan voor de motivering van een besluit naar die gedragsregel worden verwezen;

  • b.

    er moet worden nagegaan of er bijzondere omstandigheden zijn die in het concrete geval tot afwijking van de vaste gedragslijn aanleiding geven;

  • c.

    de beleidsregel moet consequent worden toegepast, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen heeft die niet in verhouding staan tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Toepassing van een beleidsregel is dus geen automatisme.

EVENEMENT

Gezien de kans op negatieve effecten van evenementen is in artikel 2.2.2. van de “Algemene plaatselijke verordening Bronckhorst 2008” (verder APV) een verbod opgenomen om evenementen zonder vergunning van de burgemeester te organiseren, of een andere voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak (art. 2.2.1). De meeste van deze activiteiten vallen onder het bepaalde in artikel 2.2.1 van de APV. In deze beleidsnota worden echter al deze vermakelijkheden aangeduid met het begrip “evenement”.

Artikel 2.2.1 van de APV omschrijft het begrip evenement als volgt:

  • 1.

    in deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, me uitzondering van:a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. activiteiten als bedoeld in artikel, 2.1.4.3 en 2.3.3.1 van deze verordening.

  • 2.

    onder evenement wordt mede verstaan: a. een herdenkingsplechtigheid; b. een braderie; c. snuffelmarkt; d. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2., op de weg; e. een feest, muziek of wedstrijd op of aan de weg.

Een evenement kan als volgt gedefinieerd worden: “alle incidentele of jaarlijks terugkerende publieksgerichte activiteiten die worden georganiseerd in de gemeente Bronckhorst die (geluid)hinder kunnen veroorzaken en waarvoor gemeentelijke vergunningen en/of ontheffingen nodig zijn”.

JURIDISCH KADER

Begrenzing evenementenbeleid In het hiervoor genoemde artikel 2.2.1 van de APV is in het eerste lid onder f een aantal voor publiek toegankelijke activiteiten (evenementen) van de werkingssfeer van afdeling 2 van hoofdstuk 2 van de APV uitgezonderd. De reden daarvan is het voorkomen van dubbele regelgeving (en dus twee vergunningen) voor dezelfde activiteit. Het begrip “evenement” is zeer ruim. Allerlei voor publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak vallen onder dat begrip en dus onder de vergunningplicht, ongeacht of het evenement al dan niet in de open lucht wordt gehouden en ongeacht omvang of aard van het evenement.

Wel dient rekening gehouden worden met:

•de evenementen die binnen (bijvoorbeeld een sporthal) worden gehouden vereisen specifieke locatiegebonden voorschriften; •voor binnenevenementen gelden naast de APV ook andere toetsingskaders, zoals voorschriften van het bestemmingsplan, bouwverordening etc.

FESTIVITEITEN

Naast de in deze nota gegeven definitie van het begrip “evenement” wordt hier ingegaan op het begrip “festiviteit”.

Incidentele en collectieve festiviteiten Naast de hiervoor besproken bepalingen voor evenementen kent de APV ook regels voor incidentele en collectieve festiviteiten (artikel 4.1.1 tot en met 4.1.3). Deze bepalingen zijn van toepassing op inrichtingen die vallen onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Besluit). Mits aan voorwaarden is voldaan dat overmatige belasting van het woon- en leefklimaat wordt voorkomen, is bij incidentele en collectieve festiviteiten een aantal bepalingen uit het Besluit niet van toepassing; deze bepalingen zien toe op geluid- en lichthinder. Hoewel de mogelijkheid voor deze uitzonderingen bestaat dienen er maatregelen getroffen te worden die overmatige belasting van het woon- en leefklimaat voorkomen. Het is dus een uitzondering onder de voorwaarden. Deze festiviteiten zijn mogelijk op grond van wat bekend staat als de 12 dagen regeling. Er zijn collectieve en incidentele festiviteiten mogelijk.

Collectieve festiviteiten Het college van burgemeester en wethouders kan jaarlijks een aantal collectieve festiviteiten vaststellen. Er is dan naast de aanwijzing door het college verder geen kennisgeving of vergunning nodig waaraan van te voren geluidslimitering te verbinden is. Geluidsoverlast is achteraf per geval te beoordelen. Dit is een gevoelige constructie in relatie tot het woongenot. Op Koninginnedag na zijn de tot op heden benoemde collectieve festiviteiten feitelijk evenementen die met een evenementenvergunning kunnen worden geregeld. Daar kunnen dan ook de voorwaarden van deze nota aan verbonden worden. Collectieve festiviteiten zijn beperkt tot festiviteiten die als collectief bedoeld zijn, zoals Koninginnedag. In het lopende jaar kan op ad hoc basis een collectieve festiviteit worden aangewezen die niet te voorzien was. Denk hier bijvoorbeeld aan het behalen van de wereldtitel voetbal.

Incidentele festiviteiten Naast collectieve festiviteiten kan er per drank- en horeca inrichting door middel van een kennisgeving een aantal incidentele festiviteiten worden gehouden. Momenteel heeft elke ondernemer van een drank- en horeca inrichting 12 maal per jaar deze mogelijkheid. De ondernemer moet hiervoor het kennisgevingformulier gebruiken. Daarmee maakt de ondernemer het voornemen tot een incidentele festiviteit bekend bij het college. Op dit formulier staat dat overmatige geluidshinder voorkomen dient te worden. In tegenstelling tot deze algemene formulering biedt een weergave van welke maatregelen er genomen worden ter voorkoming van overmatige geluidshinder meer duidelijkheid. Op grond hiervan kan de burgemeester inschatten of er overmatige belasting van het woon- en leefklimaat ook zoveel mogelijk voorkomen zal worden. Dit ter afweging van artikel 4.1.4 APV. Voorgesteld wordt hier aan te sluiten bij hetgeen aangaande geluidsniveau in hoofdstuk 5 beschreven is en 80 dB(A) op de gevel als richtlijn vast te stellen. Zie hiervoor ook het voorgestelde meetprotocol gemeente Bronckhorst in bijlage 1. Indien de houder zich vervolgens tijdens de festiviteit niet houdt aan wat er in de kennisgeving is vermeld en er sprake is van overmatige geluidshinder die gemarkeerd is met 80 dB(A), kan hier tegen opgetreden worden op grond van voorschrift 1.1.9 of voorschrift 1.8.1 van het Besluit. In een dergelijk geval is bestuursrechtelijke handhaving mogelijk op basis van artikel 18.2 van de Wet milieubeheer en strafrechtelijke handhaving op basis van artikel 18.18 van de Wet milieubeheer.

De gemeenteraad heeft op basis van het genoemde Besluit de bevoegdheid om dit totale aantal van collectieve en incidentele festiviteiten te beperken. Op grond van het Besluit is het maximaal 12.

Samenloop Soms is een festiviteit tegelijkertijd een evenement. In dat geval dient ook een evenementenvergunning te worden aangevraagd. Hierop is uiteraard de geluidslimiet van 80 dB(A) van toepassing.

Samenvatting Hieronder worden de hoofdlijnen van festiviteiten in relatie tot evenementen nog een op een rij gezet.

  • a.

    evenementen op basis van een evenementenvergunning geregeld in de APV. Kunnen worden aangevraagd door een ieder.

  • b.

    “12 dagen regeling”: totaal zijn er 12 festiviteiten mogelijk per jaar op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Deze festiviteiten zijn onder verdeeld in: i. collectieve: geluidsniveau is niet met nadere richtlijnen van te voren te benoemen. Aanwijzing geschiedt jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders en betreft beoogde festiviteiten zoals Koninginnedag, maatschappelijke/culturele gebeurtenissen etc. ii. incidentele: naast de mogelijkheden van de evenementen en de collectieve festiviteiten zijn er per horeca inrichting maximaal 12 incidentele festiviteiten per jaar mogelijk. Er worden maatregelen genomen ter voorkoming van overmatige belasting van de woon- en leefomgeving. Deze zijn op het kennisgevingformulier aangegeven met als richtlijn het voorgestelde maximum geluidsniveau van 80 dB(A).

KWETSBARE BALANS:evenementen en festiviteiten in relatie tot het woongenot

Er is de afgelopen jaren een aanzienlijke ontwikkeling op gang gekomen met betrekking tot de hoeveelheid evenementen. Veel evenementen vinden plaats in gebieden met een woonfunctie. Het woongenot kan hierdoor aangetast worden. In deze paragraaf wordt met name omschreven hoe de balans in evenwicht te houden is, om zo de komende jaren de verschillende belangen in de gemeente op dit terrein zoveel mogelijk recht te doen. Juist dit spanningsveld vraagt om specifieke aandacht en regels. Dit zijn algemene uitgangspunten bij evenementen en festiviteiten. Daarom zijn ze in dit hoofdstuk apart beschreven. Na deze uitgangspunten en criteria worden de overige criteria omschreven die aan de vergunningen worden verbonden, afhankelijk van de aard en omvang van het evenement.

Geluidsniveau Veel evenementen gaan gepaard met versterkte muziek. Dit kan geluidshinder opleveren voor de omgeving. Het zijn zogenaamde “belastende evenementen”. Festiviteiten gaan vrijwel altijd gepaard met een hoger geluidsniveau. Muziekgeluid kan veel overlast met zich meebrengen. Of muziekgeluid als hinderlijk wordt ervaren zal onder meer afhangen van het normale achtergrondgeluid. In een centrum is gewoonlijk al meer geluid aanwezig dan bijvoorbeeld in een woonwijk. In een woonwijk zal daardoor een bepaalde mate van muziekgeluid sneller als hinderlijk worden ervaren dan in een centrum. Naast andere vormen van overlast (denk aan geschreeuw, wildplassen, afval) is juist dit aspect verantwoordelijk voor spanning: enerzijds levendige gemeente, die aantrekkelijk is voor een groot deel van de inwoners en waar men mogelijkheden heeft activiteiten te organiseren en anderzijds een gemeente die op een gemiddeld genomen aanvaardbare manier bewoonbaar is. De situatie in de gemeente Bronckhorst is zodanig dat hier sprake is van een veelheid aan evenementen en festiviteiten. Om een goede balans te vinden zijn nadere regels onvermijdelijk. Daarom is in deze nota opgenomen dat het langetijdsgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) geluidsniveau op straat, gemeten op de gevel van de dichtstbijzijnde woning of gevoelig object niet hoger mag zijn dan 80 dB(A). Zie hiervoor ook het meetprotocol in de bijlage 1. Deze limitering biedt duidelijkheid voor organisatoren, bezoekers en bewoners. Het is echter niet zo dat hierdoor alle belasting en overlast wordt voorkomen. Het is wel een limitering die excessen voorkomt en duidelijkheid schept. Ervaringen van andere gemeenten zijn hierover goed, mits ze consequent nageleefd en gehandhaafd worden. Dit is de sluitsteen van het evenementen- en festiviteitenbeleid.

Wanneer er sprake is van geluidsoverlast als gevolg van versterkte muziek, dan maakt het voor bewoners niet uit of dit nu het gevolg is van een feest op basis van een evenementenvergunning of in het kader van een incidentele festiviteit van een horecaondernemer. Het onderscheid tussen een (muziek)evenement en een festiviteit met bijvoorbeeld een band bij een horeca inrichting is dus voor wat betreft de uitwerking op de woon- en leefomgeving niet of nauwelijks te maken. Daarom is de geluidslimitering voor evenementen tevens richtlijn bij de beoordeling van de maatregelen zoals die op het kennisgevingformulier aangaande incidentele festiviteiten zijn omschreven.

Eindtijd Overlast ten gevolge van een evenement zal op de doordeweekse avonden en nachtelijke uren (van zondag tot en met donderdag) eerder als overlast worden ervaren dan op vrijdag en zaterdag. Het hanteren van een eindtijd heeft een aantal voordelen. Het hanteren van een eindtijd is naar iedereen toe duidelijk. De organisator van een evenement, maar ook omwonenden weten op welk tijdstip de muziek moet stoppen. Bovendien beperkt het de overlast die een evenement met zich mee kan brengen. Ook de politie en de gemeente kunnen makkelijk controleren of het evenement op tijd is afgelopen. Het hanteren van geleidelijke sluitingstijden bevordert een rustiger en geleidelijker afloop van het evenement en heeft als voordeel dat het publiek geleidelijk en rustig het terrein verlaat.

Zondag t/m donderdag Vrijdag

zaterdag en erkende feestdagen

24:00 uur einde muziek

01:00 uur einde muziek

00:30 uur einde drankverstrekking/evenement

01:30 uur einde drankverstrekking/evenement

01:00 uur sluiting eetgelegenheden

02:00 uur sluiting eetgelegenheden

Als algemeen erkende zon- en feestdagen worden beschouwd: Hemelvaartsdag, eerste en tweede Kerstdag, eerste en tweede Paasdag, eerste en tweede Pinksterdag, Nieuwjaarsdag en Koninginnedag.

Genoemde tijden hanteren en als voorschrift opnemen in de vergunning. Ingeval van de kennisgevingprocedure voor een incidentele festiviteit zal dit worden meegenomen in de te beschrijven maatregelen ter beperking van overmatige geluidsoverlast. De burgemeester kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de genoemde eindtijden. Als bijzonder geval kan bijvoorbeeld worden aangemerkt een evenement te houden op een bijzondere of speciale feestdag.

Toetsingscriteria vergunningen Het initiatief voor een evenement ligt bij de aanvrager. De gemeente Bronckhorst verleent hiervoor een vergunning en/of ontheffing indien er geen beletselen zijn. Voor festiviteiten geldt dat een horecaondernemer een plicht tot kennisgeving bij het college heeft. Er is verder geen vergunning nodig. Op het hiervoor gebruikte kennisgevingformulier zijn voorschriften vermeld. Deze staan in bijlage 1 “meetprotocol” van deze nota.

Criteria uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bronckhorst Op basis van de APV is weigering van een vergunning voor een evenement mogelijk in het belang van:

  • a.

    de openbare orde.Dit criterium speelt een rol indien sprake is van kans op onveilige situaties, het plegen van strafbare feiten en, zo ja, of hiertegen door de politie kan worden opgetreden of de verstoring anderszins kan worden gereguleerd.

  • b.

    het voorkomen van overlast. Gekeken wordt naar overlast in de vorm van bijvoorbeeld geluid, stank, milieuhinder of verkeer en of deze overlast objectief gezien aanvaardbaar is voor omwonenden of andere gebruikers van de openbare ruimte. Daarbij wordt het incidentele en kortdurende karakter van het evenement afgewogen tegen het algemeen belang van derde belanghebbenden. Het algemeen belang kan wijken voor het incidentele belang van een activiteit indien de burgemeester de overlast aanvaardbaar acht.

  • c.

    de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen. Van belang is of het verkeer nog op een aanvaardbare wijze kan plaatsvinden met waarborging van de verkeersveiligheid. Tevens toetst de gemeente of en in hoeverre het evenement mogelijk nadelige gevolgen heeft voor de veiligheid van deelnemers aan het evenement.

  • d.

    de zedelijkheid of gezondheid. De gemeente beoordeelt of en in hoeverre de zedelijkheid gevaar loopt en of er sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid van deelnemers aan het evenement, toeschouwers en andere betrokkenen. Wat is er in strijd met de goede zeden? Hierbij valt te denken aan evenementen die agressie verheerlijken, aanmoedigen of kunnen gebruiken om bezoekers te werven dan wel expliciete seksuele of erotische activiteiten gebruiken om bezoekers te werven. Activiteiten die op enigerlei wijze neigen naar racisme zijn te allen tijde in strijd met de goede zeden.

Bij elke vergunningaanvraag wordt beoordeeld of een van deze weigeringsgronden zich voordoet.

Verboden evenementen Een van de weigeringsgronden is het belang van zedelijkheid en gezondheid. Van sommige evenementen vindt de gemeente Bronckhorst dat ze vanwege hun karakter onder deze weigeringsgrond vallen. De burgemeester verleent daarom geen vergunning voor:

  • 1.

    Kooigevechten en daarmee vergelijkbare evenementen. Een vechtevenement beschouwt de gemeente als een exponent van verruwing van de maatschappij; een dergelijk evenement heeft negatieve gevolgen voor het maatschappelijke leven.

  • 2.

    Evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij tevens de gezondheid van het dier gevaar kan lopen. Ten aanzien van circussen verleent de gemeente alleen vergunning aan circussen die zijn aangesloten bij de European Circus Association (E.C.A.) en/of de Vereniging van Nederlandse Circusondernemingen (VNCO).

  • 3.

    Evenementen met expliciet seksueel-erotisch of racistische intentie, uitstraling of ondertoon.

Toetsing openbare orde en veiligheidsrisico’s evenementDe organisator is verantwoordelijk voor het evenement. Hij/zij neemt maatregelen voor de organisatie van een evenement met en zonder voorspelbare risico’s. Voorspelbare risico’s zijn van tevoren af te dekken. Concreet betekent dit dat een organisator verantwoordelijk is voor de aanloop, het evenement zelf en de afloop van het evenement, inclusief voorspelbare verstoringen van de openbare orde of dreigingen van criminaliteit. Dit betekent dus niet enkel een verantwoordelijkheid voor de ordehandhaving binnen het gebied van het evenement. Ook de begeleiding van aan- en afvoer van bezoekers valt hier onder. Ook in de directe omgeving. Om deze inschatting goed te kunnen maken heeft de gemeente regelmatig overleg met de politie. Het zogenaamde evenementenoverleg. De invulling hiervan levert informatie op die nodig is om de evenementaanvraag goed te kunnen behandelen door de gemeente. De politie kan eventueel ook in overleg met de organisator nadere afspraken maken over o.a. het inzetten van beveiligers. Deze afspraken worden teruggekoppeld naar de gemeente en opgenomen in de vergunning. Wanneer een aanvraag wordt ingediend bij de gemeente komt deze automatisch ter sprake in het evenementenoverleg. In dit overleg worden aanvragen besproken waarbij in het kader van de openbare orde en veiligheid (denk hierbij ook aan verkeersafwikkeling) nadere afspraken met de organisatie gemaakt moeten worden en/of nadere afstemming in het kader van inzet van politiepersoneel nodig is.

Parkeren In het geval een evenement veel bezoekers trekt die anders dan te voet het evenement bezoeken, zullen hiervoor door de aanvrager verkeersmaatregelen getroffen moeten worden. Vervoersmiddelen mogen nimmer wegen en doorgangen blokkeren. Er moet voor voldoende parkeergelegenheid gezorgd worden. Parkeerplaatsen moeten goed toegankelijk zijn en voorzien zijn van deugdelijke verlichting en opgeleide verkeersregelaars.

Wegafsluitingen Wegen of weggedeelten kunnen op verzoek van een vergunningaanvrager tijdelijk worden afgesloten. Bij de beslissing om al dan niet wegen af te sluiten worden uitdrukkelijk alle betrokken belangen meegewogen. Hieronder vallen zowel de belangen van de organisator van een evenement als die van aanwonenden en/of andere instanties uit de betreffende straat of omgeving. Voorwaarde is dat alle locaties/panden in het afgesloten gebied voor hulpverleningsdiensten voldoende bereikbaar zijn. Grote verkeersaders en gebiedsontsluitingswegen zullen daarom in principe niet worden afgesloten tenzij op een andere wijze de bereikbaarheid van de hulpverleningsdiensten is gegarandeerd. De organisator zorgt in ieder geval dat:

  • 1.

    (eventuele) bewoners of bedrijven minimaal één week van tevoren op de hoogte worden gesteld van de afzetting;

  • 2.

    met de betreffende busmaatschappij wordt overlegd om een en ander op elkaar af te stemmen, voor zover de te organiseren activiteit van invloed is op busroute’s;

  • 3.

    de doorgaande routes voor hulpverlenende diensten vrij zijn van auto’s, wegafzettingen en andere obstakels;

  • 4.

    in voorkomende gevallen in overleg met de gemeente voor bewegwijzering wordt gezorgd. De kosten van de bewegwijzering zijn voor de organisatie;

  • 5.

    een aanvraag tot een verkeersmaatregel van een (provinciale) weg moet minimaal 12 weken voorafgaand aan het evenement worden aangevraagd.

Beveiligers De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) trad in 1999 in werking. Deze wet heeft een ordenende werking. Wildgroei van voorheen moest in goede banen worden geleid. De Wpbr heeft daartoe een vergunningenstelsel ontwikkeld. De Wpbr regelt in artikel 2 onder andere het verbod om zonder vergunning beveiligingswerkzaamheden te verrichten. De regeling en de circulaire van de Wpbr geven regels aan met betrekking tot de uitvoering. De vraag is wat nu daadwerkelijk beveiligingswerkzaamheden zijn. Feitelijk vormen de aard van de werkzaamheden de kern van de beveiligingsorganisatie. Indicatoren hiervoor zijn:

- is men herkenbaar als beveiligingsmedewerker (uniform, voertuigen, verbindingsmiddelen);- grijpt men in bij onregelmatigheden;- zal men lijfelijk contact hebben met het publiek bij onregelmatigheden; - doel van de aanwezigheid is het voorkomen van verstoring van de rust en orde; - bewaakt men de veiligheid van personen en goederen; - de wijze waarop werkzaamheden zijn georganiseerd.

In tegenstelling tot de beveiligingstaken kennen we ook publiekstaken. Dit wordt gedaan door de medewerkers bij een evenement en zijn op service gericht. Bijvoorbeeld speciale service medewerkers, cassières, barpersoneel en glazenophalers. Zij kunnen wel signalen oppakken aangaande verstoring van de orde en rust. Maar zij kunnen de verstoring niet doen ophouden. Een beveiliger mag zich wel bezighouden met servicewerkzaamheden, maar andersom niet.

Indicatie voor verplichting inzet beveiligers/portiers:

- mogelijk te verwachten verstoring openbare orde en rust, ontoelaatbare aantasting woon- en leefsituatie, voorkomen of beperken van overlast, in en om een inrichting of evenement; - aantasting goede zeden;- belang van verkeersveiligheid of veiligheid van goederen of personen;- indicatie te verwachten aantal bezoekers (meer dan 250);- historische gegevens; - externe dreiging; - politie informatie en op advies politie; - ervaringen in deze of andere gemeenten; - klachten en/of signalen (uit buurt of van derden); - vernielingen, overlast, diefstal.

Aan de vergunninghouder kan de voorwaarde tot het inzetten van beveiligers worden opgelegd. Hierbij is het uitgangspunt dat er één beveiliger op 250 bezoekers wordt ingezet. Dit is echter afhankelijk van het risicoprofiel van het evenement. Hierover kan door de politie een advies worden gegeven. De beveiligers moeten voldoen aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. De beveiligers plegen voorafgaande aan en tijdens het evenement overleg met het dienstdoende politiepersoneel dat is belast met het toezicht op het evenement.

Brandveiligheid De aanvraag voor een evenement kan worden getoetst door de brandweer Bronckhorst. Er kunnen nadere voorschriften worden gesteld met betrekking tot (mobiele) bakkramen- wagens, tijdelijke bouwsels waaronder tenten voor diverse doeleinden, braderieën in de buitenlucht, evenementen in gebouwen, het gebruik van terreinen, heteluchtballonnen, ballonnen met helium, (straat)barbecues en kamp- en vreugdevuren. Ieder evenement heeft zijn eigen risico’s en gevaaraspecten, waardoor brandveiligheidsvoorschriften per soort evenement kunnen verschillen. Bij indienen van de aanvraag voor een evenementenvergunning wordt door de behandelende ambtenaar van de gemeente Bronckhorst beoordeeld in hoeverre nader overleg met de brandweer relevant is.

Volksgezondheid Hier wordt gewezen naar bijlage 3 van deze nota. Hier wordt ingegaan op de volksgezondheid. Hierin zijn een aantal onderwerpen vermeld zoals:

- de bereikbaarheid van de evenementenlocatie voor ambulances; - de aanwezigheid van verbandtrommels, EHBO-ers of artsen; - het verstrekken van eet- en drinkwaren; - aanwezigheid van toiletten. Vooral het laatste punt is in het kader van overlast voor derden in het algemeen, maar voor die van omwonenden in het bijzonder van belang. Wildplassen kan zo worden tegengegaan. Voor wat betreft criteria over het bezoekersaantal, het risico van het evenement en de al dan niet bestaande plicht tot het aanwezig hebben van hulpverleners dient door de aanvrager, in overleg met de gemeente, contact opgenomen te worden met de GGD en/of GHOR.

Urinoirs en wildplassen Naast geluidsoverlast is het wildplassen een bron van ergernis. De aanwezigheid van voldoende toiletgelegenheden is een voorwaarde om dit zoveel mogelijk tegen te gaan. Medewerkers van het evenement, beveiligers en politie dienen hier actief op toe te zien en waar nodig op te treden. Bijlage 3 geeft aan hoeveel toiletten er moeten zijn. De toiletten binnen horeca-inrichtingen tellen mee in dit totaal. Wel dienen er buiten ook voldoende urinoirs of plaszuilen geplaatst te worden. Minimaal 1 plaszuil per 500 personen. Dit komt bovenop het verplichte totaal van toiletten. Op deze manier wordt wildplassen zoveel mogelijk tegen gegaan.

Afval De aanvrager van een evenement is verantwoordelijk om maatregelen te nemen zodat zowel de plaats waar het evenement wordt gehouden als de omgeving schoon wordt opgeleverd. Dit op kosten van de aanvrager. Ook moet bijvoorbeeld aandacht aan (particuliere) portieken besteed worden. De weersomstandigheden (wind bijvoorbeeld) kunnen van invloed zijn op hoe ruim rond de evenementenlocatie afval verwijderd moet worden. De vergunninghouder heeft de verplichting zo spoedig mogelijk, doch binnen 12 uur, na het einde van het evenement de betreffende locatie en de directe omgeving schoon te maken. Een en ander is mede afhankelijk van het soort evenement en de locatie. Bij een meerdaags evenement moet ook tussentijds het terrein worden schoongemaakt.

Markten Uitgangspunt is dat verplaatsing van vastgestelde markten in verband met een evenement voorkomen dient te worden. Indien noodzakelijk wordt hiervan afgeweken met toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

Verstrekking zwak alcoholhoudende drank De aanvrager van een evenementenvergunning moet een verzoek tot plaatsen van tapinstallaties, of anderszins verstrekking van alcoholhoudende dranken, in de aanvraag vermelden. De aanvraag van de ontheffing zelf moet gedaan worden door iemand die voldoet aan de bepalingen van de Drank- en Horecawet. Hij/zij moet in het bezit zijn van de verklaring sociale hygiëne, minimaal 21 jaar oud zijn en voldoen aan de zedelijkheidseisen zoals gesteld in de Wet. Deze leidinggevende moet dan ook continu aanwezig zijn als er wordt geschonken. Barpersoneel dient geïnstrueerd te worden over de nakoming van de voorschriften inzake de drankverstrekking. Voorwaarden:

- in de inrichting moet op of nabij het buffet op duidelijk leesbare wijze aan het publiek ter kennis worden gebracht dat aan personen beneden de leeftijd van 16 jaar geen alcoholhoudende dranken mogen worden verkocht of verstrekt; - in de inrichting moeten voor het publiek steeds alcoholvrije dranken verkrijgbaar zijn; - personen beneden de leeftijd van 18 jaar mogen niet werkzaam zijn terzake van de verkoop of het verstrekken van alcoholhoudende dranken; - het exemplaar van de ontheffing dient in de inrichting tijdens de verstrekking of verkoop aanwezig te zijn; - de leidinggevende moet gedurende het evenement aanwezig te zijn.

Verstrekken van sterke drank buiten een horeca inrichting is nooit toegestaan.

Tapinstallatie(s) op het terras (eigen terrein) van een horeca-inrichting Het plaatsen van tapinstallaties op een terras van een horeca-inrichting wordt toegestaan als voldaan wordt aan alle onderstaande voorwaarden:

  • 1.

    een evenement wordt (mede) georganiseerd door het grootste gedeelte van de in het betreffende deel van de gemeente gevestigde (horeca)ondernemers, of deze zijn daarbij actief betrokken;

  • 2.

    er wordt een zodanige grote toeloop van publiek verwacht, dat het tappen op het terras uit praktisch oogpunt gewenst is;

  • 3.

    verstoringen van de openbare orde, gevaar voor de verkeersveiligheid e.d. als gevolg van het plaatsen van de tapinstallaties er niet zijn.

Tapinstallaties buiten een horeca-inrichting Met een ontheffing van de burgemeester kunnen zwak alcoholhoudende dranken ook worden verstrekt buiten een horeca-inrichting. Een ontheffing op grond van artikel 35 Drank- en Horecawet kan worden verleend als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:

  • 1.

    het gaat om een speciaal georganiseerd uniek evenement;

  • 2.

    de aard van het evenement verzet zich niet tegen het daarbij verstrekken van alcoholhoudende drank;

  • 3.

    bijzondere plaatselijke omstandigheden verzetten zich niet tegen het verstrekken van alcoholhoudende drank;

  • 4.

    verstoring van de openbare orde, gevaar voor de verkeersveiligheid e.d. als gevolg van het plaatsen van de tapinstallatie zijn er niet.

Drankverstrekking in eigen beheer Voor buurt- of straatfeesten is het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank toegestaan zonder ontheffing van de burgemeester als de verstrekking niet bedrijfsmatig plaatsvindt. Bijvoorbeeld door gezamenlijke inkoop van drank. Van het bedrijfsmatig verstrekken van zwakalcoholhoudende drank is ook sprake indien de bezoekers van een evenement niet per consumptie hoeven af te rekenen maar dat van iedere bezoeker een algemene bijdrage wordt gevraagd ter bestrijding van de kosten van het evenement.

VERGUNNINGVERLENING

Vergunningvoorschriften Aan de vergunning kunnen de in deze nota beschreven voorschriften en beperkingen verbonden worden op grond van artikel 1.4 van de APV.

Aanvraagprocedure De evenementenvergunning wordt minimaal 12 weken van te voren aangevraagd. Nadat een aanvraag is binnengekomen wordt deze bekendgemaakt en belanghebbenden hebben dan de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van standaardformulieren. Nadat de vergunning is verleend wordt deze bekendgemaakt waarna belanghebbenden bezwaar kunnen maken. Het is van belang op te merken dat voor een festiviteit die door een horecaondernemer in het kader van de 12 dagen regeling door middel van een kennisgevingformulier wordt gemeld en die conform de voorwaarden zoals die op dat formulier zijn omschreven wordt uitgevoerd, geen zienswijze of bezwaar kan worden ingediend.

Meerjarenvergunning In het kader van deregulering bestaat de mogelijkheid voor eenvoudige jaarlijks terugkerende evenementen een meerjarenvergunning (3 jaar) aan te vragen. Hiermee wordt begonnen vanaf 1 januari 2009 en deze wordt gefaseerd ingevoerd. Bij een meerjarenvergunning geldt de aanvraagprocedure, zoals hierboven beschreven, in het eerste jaar. In de daarop volgende jaren kan, mits de aard, de locatie en de omvang van het evenement niet verandert, worden volstaan met een melding. Bij deze melding moeten eventuele kleine wijzigingen worden gemeld. Als het evenement tussentijds qua omvang of anderszins wijzigt, het beleid wijzigt of in verband met een calamiteit, behoudt het college van burgemeester en wethouders het recht om de vergunning in te trekken. Ook in het geval van een calamiteit. De meerjarenvergunning kan ook gelden voor een ontheffing van de Drank- en Horecawet. Voor een nadere uitleg van de meerjarenvergunning, zie bijlage 5.

Kleinschalige activiteiten: geen vergunning, maar meldingsplicht Voor kleinschalige, eenvoudige activiteiten (artikelen 1.1.l. en 2.2.2. APV) geldt in plaats van een aanvraag voor een vergunning een meldingsplicht. Hieraan zijn geen legeskosten verbonden.

Omschrijving kleinschalige activiteiten:

- de activiteit heeft een beperkte omvang, met nauwelijks/geringe impact op de omgeving; - heeft een besloten karakter, (voor een besloten feest/activiteit waar minder dan 100 personen zijn, is geen melding of vergunning nodig); - er is geen risico aangaande openbare orde, veiligheid en gezondheid. Veiligheid van deelnemers en niet-deelnemers is niet in het geding. Hierbij wordt gekeken naar de volgende aspecten: - brandgevaar - openbare orde, verkeer en agressie - gezondheidsrisico’s - bedrijfsmatig worden er geen alcoholhoudende dranken verstrekt; - er is geen nader overleg nodig. Wel dient de melder de plaatselijke politie op de hoogte te brengen.

Ter indicatie enkele voorbeelden van kleinschalige activiteiten:

- straatbarbecue (buurt) - spelmiddag op schoolplein - buurtfeestjes - lampionnenoptocht (wel overleg met politie i.v.m. verkeersveiligheid) - wandeltocht, fietstocht Voor het houden van feestjes in eigen tuin is geen vergunning of melding vereist als het een besloten karakter heeft en er maximaal 100 bezoekers zijn. Bij meer dan 100 bezoekers is een melding voldoende. Als er een tent wordt geplaatst waarin meer dan 100 personen tegelijkertijd aanwezig zijn is een tijdelijke gebruiksvergunning voor deze tent vereist. Ook kan het voorkomen dat er alleen een tijdelijke verkeersmaatregel nodig is voor een kleinschalige activiteit.

TOEZICHT EN HANDHAVING

In de paragraaf betreffende geluidslimitering werd benadrukt dat naast het maken van afspraken in de vorm van nadere regels en voorwaarden in de vergunning, handhaving daarvan het sluitstuk is. Eventuele overtredingen dienen eerst na controle geconstateerd te worden. Het is een voorwaarde om het kwetsbare evenwicht tussen evenementen/festiviteiten en wonen te bewaken. Het verbinden van voorschriften aan een vergunning is zinloos wanneer er geen adequate toezicht en handhaving is. Dit geldt voor voorschriften in het algemeen, maar geluidslimitering in het bijzonder. Vertrouwen in de gemeente bij betrokkenen en belanghebbenden in deze “spelregels” valt en staat met de naleving ervan. Uiteraard is het tegelijk van belang dat men door onderling contact te hebben en duidelijk te communiceren voorkomt dat men bij klachten moet terugvallen op de gemeente, politie of andere handhavers. Toch zal handhaving het meest essentiële onderdeel van dit pakket aan maatregelen zijn dat de doelstelling van dit evenementen- en festiviteitenbeleid zal doen slagen.

Het handhavingteam moet op de hoogte zijn van de evenementenvergunningen, het kennisgevingformulier en de betreffende voorwaarden.

Bijlagen

Evenementen- en festiviteitenbeleid Bijlage 1 Meetprotocol gemeente Bronckhorst

Evenementen- en festiviteitenbeleid Bijlage 2 Schema handhaving

Evenementen- en festiviteitenbeleid Bijlage 3 Volksgezondheid

Evenementen- en festiviteitenbeleid Bijlage 4 Relevante wet- en regelgeving