Regeling vervallen per 07-07-2017

Uitvoeringsprogramma tijdelijke reclameuitingen 2010

Geldend van 17-03-2010 t/m 06-07-2017

Intitulé

Uitvoeringsprogramma tijdelijke reclameuitingen 2010

Artikel 1 Inleiding

Op grond van artikel 2.1.5.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening Bronckhorst 2008 (APV) is het verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders, de weg of een weggedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

Op het moment zijn er twee nota’s geschreven, te weten deze nota (uitvoeringsprogramma tijdelijke reclame-uitingen) en de nota permanente reclame (waaronder handelsreclame) Aan de nota bewegwijzering (bedrijven, routes, informatieborden en dergelijke) wordt nog gewerkt .

Deze notitie richt zich op tijdelijke reclame-uitingen, namelijk de driehoeksborden, sandwichborden en spandoeken. Deze reclame-uitingen hebben een tijdelijk karakter. In praktisch alle gevallen betreffen dat evenementen of activiteiten die op een bepaalde locatie en tijd plaatsvinden. Daarna hebben de reclame-uitingen geen betekenis meer.

Reclame-uitingen in de openbare ruimte is één van de bepalende elementen voor het uiterlijke aanzien van de gemeente. Reclame is niet meer weg te denken uit het dorpsbeeld. Deze nota heeft een drietal doelen:

•  het reguleren van deze reclame-uitingen;

•  het komen tot een hogere ruimtelijke kwaliteit;

•  het waarborgen van een doelmatig en veilig gebruik van de weg.Primaire functie van deze reclame-uitingen is het verschaffen van informatie over evenementen en vermakelijkheden. De vraag om reclame te mogen voeren in de openbare ruimte is groot. In het belang van de kwaliteit van de openbare ruimte, maar ook in het belang van de verkeersveiligheid is regulering noodzakelijk.

Artikel 2 Doelstelling

Het is noodzakelijk regels op te stellen voor meerdere reclamevormen en het beleid niet te beperken tot illegale reclame. Met deze regelgeving moet worden voorkomen, dat door het aanbrengen van reclame het uiterlijk aanzien van de gemeente, en daardoor tevens de kwaliteit van de openbare ruimte, wordt geschaad, maar ook om “ongewenste” uitingen tegen te gaan. Daarnaast is het van belang dat de reclame-uitingen geen afbreuk doen aan de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de wegen in de gemeente Bronckhorst. Ook tijdelijke reclame-uitingen in weilanden en dergelijke zijn niet toegestaan.

Gelet op de functie die reclame vervult, wordt in deze nota niet gezocht naar een uitbreiding van het aantal verbods- en gebodsbepalingen, maar naar het ontwikkelen van een beheersinstrumentarium, waarbij mede wordt ingespeeld op de maatschappelijke behoefte. Het voordeel daarvan is dat niet-gewenste reclameactiviteiten zullen afnemen en door effectief handhaven zullen verdwijnen.

De Algemene wet bestuursrecht regelt in artikel 4:81 tot en met 4:84 (titel 4.3) het opstellen van beleidsregels. Deze notitie dient als zodanig te worden gekwalificeerd en dient als toetsingsgrond voor aanvragen voor de plaatsing van tijdelijke reclame-uitingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bronckhorst 2008.

Artikel 3 Driehoeks- en sandwichborden

Grondslag: artikel 2.1.5.1. APV

Reclameborden doen over het algemeen een afbreuk aan de kwaliteit van de openbare ruimte en de bruikbaarheid ervan. Daarnaast kunnen ze verkeersveiligheid aantasten. Vaak wordt gebruik gemaakt van hardboard/kartonnen (sandwich)borden.

Tijdelijke reclame wordt alleen toegestaan voor evenementen of activiteiten die plaats vinden binnen de gemeente Bronckhorst of fondsverwervende reclame, bijvoorbeeld voor landelijke collectes en acties. Daarnaast is het mogelijk reclame-uitingen te plaatsen voor instellingen met een maatschappelijk belang voor de inwoners van de gemeente Bronckhorst. Te denken valt aan onderwijsinstellingen met een regionale functie en kunst en cultuur. Het plaatsen van driehoeks-/sandwichborden voor (handels)activiteiten van commerciële bedrijven is niet toegestaan (autoshows, open-huizen-route, open-dagen).

Voor de plaatsing van de borden aan/om lichtmasten zijn lantaarnpalen aangewezen door de gemeente. De betreffende lichtmasten zijn gemerkt met een paarse met rose of geel met oranje sticker met het Bronckhorst logo. Er kan maar één reclameaanduiding per lichtmast worden geplaatst. Deze vorm van reclame voeren is tijdelijk van aard, maximaal twee weken. Qua uitvoering mogen het alleen sandwich- of driehoeksborden zijn.

Voorschriften met betrekking tot sandwichborden en driehoeksborden:

•  reclame-uitingen mogen alleen plaatsvinden middels het plaatsen van zogenaamde sandwich- of driehoeksborden;

•  alleen toegestaan voor evenementen/activiteiten die plaats vinden binnen de gemeente Bronckhorst of landelijke campagnes (collectes en acties);

•  vergunning verlenen per voormalige gemeente (Hengelo, Hummelo en Keppel, Steenderen, Vorden en Zelhem), per kern leges heffing;

•  de borden mogen alleen worden geplaatst op de plekken zoals aangegeven in bijlage 1;

•  de borden mogen uitsluitend worden geplaatst aan een lantaarnpaal / verkeersbord die daarvoor is bestemd. Dit is te zien aan een herkenbare aanduiding paars/ rose of geel/ oranje sticker met Bronckhorst logo) op de desbetreffende locatie;

•  er mag slechts één sandwich- of driehoeksbord per lantaarnpaal / verkeersbord geplaatst worden;

•  de borden mogen de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen;

•  borden zijn niet toegestaan in beschermde stads- en dorpsgezichten (Bronkhorst en de Dorpsstraat in Hummelo en Laag-Keppel);

•  de sandwich- en driehoeksborden mogen niet groter zijn dan 1 m2;

•  de sandwich- en driehoeksborden mogen niet direct of indirect kunstmatig worden verlicht en ook niet van fluorescerend of reflecterend materiaal zijn voorzien;

•  de vergunning wordt verleend voor maximaal twee weken;

•  voor eenzelfde activiteit wordt maar éénmaal per kwartaal een vergunning afgegeven;

•  aanvragen mogen maximaal een half jaar voor het evenement worden aangevraagd;

•  vergunningverlening gaat op volgorde van binnenkomst van de aanvraag; •  de gemeente verwijderd, op kosten van de vergunninghouder of overtreder, sandwich- en driehoeksborden die geplaatst zijn op andere locaties als vermeld in bijlage 1; Voorschriften voor plaatsen “eigen” borden

•  “groot” evenement (7500 bezoekers);

•  landelijke of zelfs internationale uitstraling;

•  werkt met vrijwilligers;

•  activiteiten niet bedrijfsmatig;

•  wedstrijden of kampioenschappen Om eigen borden te mogen plaatsen, moet aan al deze voorwaarden worden voldaan.

Artikel 4 Evenementenladders

In de gemeente Bronckhorst staan bij iedere kern (veelal bij de toegangswegen) evenementenportalen waarop meerdere evenementen binnen de gemeente Bronckhorst op uniforme wijze worden weergegeven. Het gaat om permanente borden waarop wisselende evenementen worden aangekondigd. Deze evenementenportalen zijn in beheer bij lokale instanties zoals ondernemersverenigingen e.d. De afdeling Beheer heeft in overleg met de beheerders van de evenementenportalen richtlijnen opgesteld. Ook op deze evenementenportalen is het plaatsen van (handels)reclame door commerciële bedrijven niet toegestaan.

Artikel 5 Spandoeken

Grondslag: artikel 2.1.5.1. APV

Op grond van artikel 2.1.5.1. van de APV is het verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders de weg of het weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de bestemming ervan. Het beleid is er op gericht spandoeken alleen toe te staan voor fondsverwervende reclame dit om wildgroei tegen te gaan. Onder fondsverwervende reclame wordt verstaan: reclame voor goede doelen door instellingen die bij het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) aangesloten zijn.

Voorschriften met betrekking tot spandoeken:

•  alleen toegestaan voor fondsverwervende reclame;

•  plaatsing in deze vorm voor maximaal 2 weken;

•  als een spandoek over de openbare weg is gespannen, is de minimale hoogte in verband met verkeersveiligheid minimaal 4.50 meter boven de weg;

•  een spandoek mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen;

•  niet toegestaan in beschermde stads- en dorpsgezichten (Bronkhorst en de Dorpsstraat Hummelo en Laag-Keppel). Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

Artikel 6 Wildplakken

Grondslag: artikelen 2.4.2. APV

Onder wildplakken wordt verstaan het aanplakken van posters en aankondigingen op bijvoorbeeld straatmeubilair, schakelkasten en dergelijke. Dit is niet toegestaan. Er zal dan ook op grond van de APV worden opgetreden tegen deze vorm van reclame.

Momenteel wordt er weinig tot geen gebruik gemaakt van het recht als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet. Het gaat hier niet om vrije meningsuiting, maar duidelijk om reclame of aankondigingen. Hier is artikel 7 van de Grondwet niet voor bedoeld. Tegen deze illegale vorm van reclame moet dan ook, op grond van de APV worden opgetreden. Als het daadwerkelijk gaat om vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet en er is geen toestemming van eigenaren te verkrijgen, kortom als blijkt uit aanvragen of klachten dat de mogelijkheid niet geboden wordt, moeten vrije plakplaatsen worden aangebracht in de gemeente. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de wettelijke verplichting tot het bieden van gelegenheid om de mening te uiten.

De zoals hierboven omschreven vrije plakplaatsen zijn alleen voor vrijheid van meningsuiting, terwijl het probleem met wildplakken altijd commerciële reclame betreft. Tegen deze illegale vorm van reclame zal op grond van de APV worden opgetreden. Door op te treden in de vorm van het opleggen van bestuursdwang en de kosten van verwijdering te verhalen op de overtreder wordt dit probleem van wildplakken aangepakt.

Politieke partijen

In de aanloop naar de verkiezingen geldt voor plaatsen van borden voor politieke partijen artikel 7 van de Grondwet. Er worden/ zijn plakplaatsen (borden) aangewezen waarop affiches mogen worden aangebracht. Ook mogen borden geplaatst worden op niet aangewezen locaties vanwege de vrijheid van meningsuiting. Wildplakken van posters is niet toegestaan.

Als rechtmatige eigenaar, of in overleg met de rechtmatige eigenaar van het object waarop geplakt is, wordt direct opgetreden tegen de overtreding van artikel 2.4.2 van de APV (spoedeisende bestuursdwang toe passen).

Hardheidsclausule: bij kennelijke onredelijkheid/ onbillijkheid bij de toepassing van het gestelde in de beleidsnotitie, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Toezicht en handhaving

In deze nota wordt getracht meer duidelijkheid te geven over de toegestane uitingsvormen van zogenaamde tijdelijke reclame voor evenementen. Door de vaststelling van dit beleid kan de verlening van de “tijdelijke reclamevergunning”, op grond van artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bronckhorst 2008 (verder: APV), beter worden uitgevoerd. Ook wordt nadere invulling gegeven aan de verbodsbepaling van artikel 2.4.2 APV. Naast meer structuur en duidelijkheid over de vergunningverlening, is handhaving van de vergunningvoorschriften en de bestrijding van illegaal geplaatste borden/spandoeken/affiches van groot belang. In dit hoofdstuk van het “uitvoeringsprogramma tijdelijke reclame-uitingen” is te lezen op welke wijze wordt omgegaan met de handhavingsituaties.

Juridische grondslag

Artikel 1.3 APV

Dit artikel regelt, dat een bestuursorgaan kan besluiten een vergunningaanvraag niet in behandeling te nemen. Dit kan bij een aanvraag voor een vergunning die minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft wordt ingediend.

Artikel 2.1.5.1 van de APV

Dit artikel verbiedt het om zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

Artikel 2.4.2 van de APV

Dit artikel verbiedt het de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. Volgens lid vier van dit artikel kan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst (verder: college) wel aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.

Artikel 125 Gemeentewet jo artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht Het College heeft op grond van artikel 125 Gemeentewet en artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid last onder bestuursdwang op te leggen.“onder bestuursdwang wordt verstaan: het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten.” In het licht van dit uitvoeringsprogramma is het college bevoegd door middel van feitelijke handelingen (lees: zelf actie te ondernemen) illegale situaties op te heffen. Het gaat dan om het verwijderen van ‘illegaal’ geplaatste borden/spandoeken/affiches (een bord dat zonder vergunning, of op een verkeerde locatie, is geplaatst).

Artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht

Voordat het college van burgemeester en wethouders overgaat tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, krijgt belanghebbende (die de bestuursdwangbeschikking niet heeft aangevraagd) de mogelijkheid zijn zienswijze naar voren te brengen.

Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht

In dit hoofdstuk van de Algemene wet bestuursrecht is de bestuursrechtelijke handhaving geregeld. Op grond van deze regels kan het college optreden als bijvoorbeeld de vergunningsvoorschriften niet worden nageleefd, of een spandoek/bord wordt geplaatst zonder APV-vergunning.

Artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht

Dit artikel geeft eisen, waaraan de beschikking tot toepassing van bestuursdwang moet voldoen (bijvoorbeeld: beslissing moet op schrift worden gesteld / er moet een begunstigingstermijn worden geboden / beschikking vermeldt welk voorschrift is of wordt overtreden). Gelet op de tijdelijkheid van de reclame-uitingen beschreven in deze nota, zullen de termijn voor indienen zienswijzen en de begunstigingstermijn worden afgestemd op de datum waarop het evenement zal plaatsvinden. Reden van deze (soms) korte termijnen is, dat we illegale situaties willen aanpakken voordat een evenement heeft plaatsgevonden. Het opheffen van een illegale situatie is bij de “tijdelijke evenementen reclame-uitingen” relatief weinig werk, daarom kan worden volstaan met een korte begunstigingstermijn/termijn voor zienswijzen.

Artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht

geeft het bestuursorgaan de verplichting belanghebbenden te horen, voordat een (bestuursdwang-)beschikking wordt afgegeven. Artikel 4:9 Algemene wet bestuursrecht geeft aan dat het horen als bedoeld in het hiervoor genoemde artikel 4:8 schriftelijk of mondeling kan gebeuren. Het telefonisch horen is een mogelijkheid om aan de hoorplicht te voldoen. De termijn waarbinnen belanghebbende de gelegenheid krijgt om te reageren moet ‘redelijk’ zijn. Wij relateren de termijn voor het indienen van zienswijze (bij schriftelijk horen) aan de datum waarop het evenement zal plaatsvinden.

Artikel 5:25 Algemene wet bestuursrecht

De kosten van een last onder bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder. De organisatie/organisator van een evenement geeft opdracht om een bepaalde reclame-uiting (als bedoeld in deze nota) binnen de grenzen van de gemeente Bronckhorst te plaatsen. De organisatie/organisator is in juridische zin eindverantwoordelijke, daarom wordt ze aangemerkt als overtreder.

Artikel 5:30 Algemene wet bestuursrecht

In beginsel heeft het college de plicht de meegenomen borden/spandoeken/affiches minimaal dertien weken op te slaan. Na deze periode mag de zaak worden vernietigd. Het tweede lid van artikel 5:30 Algemene wet bestuursrecht geeft de mogelijkheid eerder tot vernietiging over te gaan. Dit kan alleen als redelijkerwijs niet van het college kan worden verwacht, dat zij de zaak dertien weken opslaan. Bij het maken van deze afweging spelen voornamelijk de kosten van verwijdering/opslag/beheer/et cetera ten opzichte van de waarde van de verwijderde en meegevoerde zaak (lees: bord/spandoek) een rol.

Artikel 6:198 Burgerlijk Wetboek

“Zaakwaarneming is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen.” In dit artikel zijn de rechten en plichten van de zaakwaarnemer geregeld. De gemeente Bronckhorst wordt zaakwaarnemer op het moment dat zij overgaat tot het verwijderen en meevoeren van de reclameborden/spandoeken.

 

Handhavingstraject

Door de vaststelling van dit beleid kan de vergunningverlening op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Bronckhorst 2008 (verder: APV) beter worden uitgevoerd. Ook wordt nadere invulling gegeven aan de verbodsbepalingen van o.a. artikel 2.1.5.1 en 2.4.2 van de APV. Naast meer structuur en duidelijkheid over de vergunningverlening, is handhaving van de vergunningvoorschriften en de bestrijding van illegale reclame-uitingen en wildplakken van groot belang.

Last onder bestuursdwang of last onder dwangsom

De handhaving van bestuursrechtelijke regelgeving kan worden uitgevoerd door oplegging van een last onder bestuursdwang, of het opleggen van een last onder dwangsom. Er wordt een voorkeur uitgesproken voor de last onder dwangsom (hieronder beschreven in handhavingprocedure), maar dat sluit niet uit dat in sommige situaties last onder bestuursdwang meer geschikt is. De hieronder genoemde termijnen en werkwijze kunnen analoog worden toegepast op een last onder bestuursdwang. Het college geeft de voorkeur aan een last onder dwangsom, maar sluit de mogelijkheid van toepassen van last onder bestuursdwang niet uit.

Handhavingprocedure

Hieronder volgt een uiteenzetting van het handhavingtraject, zoals in beginsel zal worden gevolgd bij handhaving op het gebied van “tijdelijke reclame” en “plakken en kladden” als bedoeld in dit beleid:

•  Na constatering van de overtreding wordt contact gezocht met de overtreder, bij voorkeur telefonisch. Tijdens dit telefoongesprek zal worden uitgelegd van welke overtreding sprake is en wat wij voornemens zijn hiertegen te ondernemen. Ook wordt er verzocht om een reactie (lees: mondelinge zienswijze). Van dit telefoongesprek wordt een notitie gemaakt. Mocht het niet mogelijk zijn telefonisch contact met de overtreder op te nemen, zal een schriftelijke vooraankondiging uitgaan. Er wordt een termijn van één tot enkele dagen gegeven voor het indienen van zienswijze (afgestemd op de datum waarop het evenement zal plaatsvinden). Het college kan van horen afzien als de vereiste spoed zich daartegen verzet (openbare, orde, veiligheid)

•  I Na constatering van de overtreding wordt aan de overtreder een vooraankondiging last onder dwangsom verzonden. In de vooraankondiging wordt de overtreder op de hoogte gesteld van de overtreding. De overtreder wordt een redelijke begunstigingstermijn gegeven. De begunstigingstermijn varieert tussen de één en drie weken, dit is afhankelijk van de overtreding. Ook de werkzaamheden om de overtreding ongedaan te maken spelen een rol bij de bepaling van de begunstigingstermijn. In de vooraankondiging wordt een termijn van één week na verzending van de vooraankondiging gegeven voor het indienen van een mondelinge of schriftelijke zienswijze. In de vooraankondiging staat ook vermeld of sprake is van een te legaliseren situatie.

•  II Na de behandeling van de zienswijze en verstrijken van de begunstigingstermijn volgt een aanschrijving last onder dwangsom. Bij deze aanschrijving wordt een begunstigingstermijn van één tot drie weken gegeven (afgestemd op de overtreding), waarbinnen belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld de overtreding zelf te beëindigen. Als de situatie kan worden gelegaliseerd, zal dat in de aanschrijving worden aangegeven. In een spoedgeval mag het college gemotiveerd van de geformuleerde stappen afwijken.

•  III Na de begunstigingstermijn wordt gecontroleerd of de overtreding is beëindigd. Beëindiging kan door het verwijderen van het zonder voorgeschreven vergunning geplaatste reclameobject. Bij een te legaliseren situatie (staat in de vooraankondiging en de aanschrijving) kan een ontvankelijke vergunningaanvraag worden ingediend. Deze vergunningaanvraag beëindigt de geconstateerde overtreding niet. Als een ontvankelijke vergunningsaanvraag wordt ingediend, worden de handhavingsacties tijdelijk stopgezet. Indien de aanvraag wordt afgewezen, zal het traject worden voortgezet. Een overtreding die minder dan acht weken voor de datum waarop het evenement zal plaatsvinden wordt geconstateerd, kan niet meer door het indienen van een ontvankelijke vergunningaanvraag worden gelegaliseerd. Het college van burgemeester en wethouders laat deze aanvragen (die minder dan acht weken voor het evenement binnenkomen) buiten behandeling, daarmee is het legalisatievraagstuk beantwoord.

•  IV verbeuren en innen van de dwangsom. Wanneer de overtreding na afloop van de begunstigingstermijn niet is beëindigd, is de dwangsom verbeurd. De situatie wordt dan vastgelegd door nemen van foto’s. Vervolgens wordt overgegaan tot het innen van een dwangsom.

 

Artikel 8 Tot slot

De aanvraag voor een reclamevergunning wordt getoetst aan de APV genoemde eisen/ voorwaarden en de in deze nota beschreven voorschriften. Voldoet een aanvraag aan de algemene en specifieke voorschriften, dan kan de vergunning worden verleend. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag zijn leges verschuldigd. Hiervoor wordt verwezen naar de legesverordening.

 

Bijlagen

Uitvoeringsprogramma tijdelijke reclameuitingen 2010 - bijlage 1

Uitvoeringsprogramma tijdelijke reclameuitingen 2010 - bijlage 2

Bijlage 3 - Bronckhorst reclamelocaties