Richtlijn scholingsplicht jongeren Wet werk en bijstand

Van iedere jongere tot 27 jaar wordt verwacht dat hij zijn mogelijkheden binnen het regulier onderwijs (d.w.z. Rijks bekostigd onderwijs) zo veel mogelijk benut. Aan de hand van de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere zal worden bekeken of scholing mogelijk is. Uitzondering geldt voor de jongere die:

• .

  een beroepsopleiding afgerond (minimaal MBO-2) heeft én waarbij zijn kansen op de arbeidsmarkt door het volgen van verdere opleiding naar verwachting niet verder zullen toenemen.

• .

  medische, psychische of sociale beperkingen heeft waardoor het volgen van (verdere) opleiding niet van hem gevergd kan worden. De beoordeling of beperkingen het volgen van een opleiding belemmeren ligt bij het college. De beperkingen moeten door de jongere worden aangetoond door bijvoorbeeld een verklaring van een behandelend arts of hulpverlener.

• .

  niet de capaciteiten heeft om (verdere) opleiding te volgen. De jongere moet zo mogelijk zelf gegevens aan te leveren waaruit dit blijkt.

• .

  een opleiding kan en wil gaan volgen, maar de eerstvolgende instroommogelijkheid pas over enkele maanden is. In dat geval betreft het een tijdelijke onmogelijkheid. Als de jongere geen andere bron van inkomsten heeft en niet aan het werk kan, is tijdelijk bijstand mogelijk.