Beleidsnota "Meedoen in Brummen"

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsnota "Meedoen in Brummen"

De raad van de gemeente Brummen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014 met kenmerk RV14.0056;

gehoord het behandeladvies van forum Samenleving van 2 oktober 2014;

heeft besloten:

  • 1.

    De nota minimabeleid Meedoen in Brummen vast te stellen.

  • 2.

    De maatregelen minimabeleid Meedoen in Brummen vast te stellen, met dien verstande dat bij maatregel 5, Zwemdiploma A Kind tot 18 jaar, de toelichting is vervangen door:

    Bijdrage aan Rhienderoord Zwem & Sport plezier zowel als aan zwembad Coldenhoven à € 420,- ten behoeve van het behalen van zwemdiploma A.

  • 3.

    De verordening stimuleringsbudget maatschappelijke initiatieven minimabeleid gemeente Brummen vast te stellen.

  • 4.

    Nota minimabeleid 2012-2013 'rondkomen in Brummen' in te trekken (RB12.0072).

  • 5.

    De verordening Maatschappelijke Participatie Schoolgaande kinderen gemeente Brummen in te trekken (V12.00003/BT).

Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Het huidige minimabeleid in de gemeente Brummen (2013-2014)

  • .

    Gebruik van de maatregelen

  • .

    Overige activiteiten

    • .

      Nieuwe folder

    • .

      Informeren sportverenigingen

    • .

      Informeren culturele organisaties

    • .

      Cadeaubonnen voor kinderen in december

    • .

      Kerstpakketten stichting Tineke Hut

    • .

      Indirecte schoolkosten

    • .

      Bijdrage in aanloopkosten voedselbank

 

3. Ervaringen van klanten en andere betrokkenen

  • .

    Klantbijeenkomsten op 25 en 27 augustus 2014

  • .

    Overleg met lokale sociale partners en Maatschappelijk Adviesraad Brummen

  • .

    Bijeenkomst met sportverenigingen in sportcafé op 13 mei 2014

  • .

    Ervaringen van culturele organisaties

  • .

    Klanttevredenheidsonderzoek Apeldoorn

4. Gerelateerde wetgeving en uitgangspunten voor nieuw minimabeleid

 

5. Keuzes minimabeleid 2015 en verder

Hoofdstuk 1. Inleiding

Op 29 oktober 2009 heeft de Raad de nota “Minimabeleid 2009-2012 Rondkomen in Brummen” vastgesteld. In 2012 is dit minimabeleid geëvalueerd. Vervolgens is de nota minimabeleid 2013-2014 ‘Rondkomen in Brummen’ vastgesteld.

Door ontwikkelingen in het sociale domein en veranderingen in wetgeving voldoet ons minimabeleid niet meer aan de wettelijke vereisten. Eén van de wijzigingen in de WWB, de voorgenomen afschaffing van categoriale bijzondere bijstandsverlening, geeft direct aanleiding om het bestaande minimabeleid tegen het licht te houden. De decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in de vorm van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is een volgende aanleiding. De nieuwe Wmo regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van mensen die niet op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk in staat zijn zelfredzaam te zijn of te participeren in de samenleving.

In hoofdstuk 2 wordt u geïnformeerd over het gebruik van de maatregelen minimabeleid in 2013 en deels in 2014, en onze verdere acties in het minimabeleid. Het minimabeleid is besproken met maatschappelijke organisaties en inwoners. Hun ervaringen en aanbevelingen leest u in hoofdstuk 3. Wij voeren integraal beleid en het lokale minimabeleid heeft veel raakvlakken met de drie decentralisaties. Het integrale beleidskader van de drie decentralisaties is daarom ook van toepassing op het lokale minimabeleid. In hoofdstuk 4 leest u meer over deze samenhang. De voorstellen voor het toekomstige minimabeleid staan in hoofdstuk 5.

Hoofdstuk 2. Het huidige minimabeleid in de gemeente Brummen

In november 2012 is het minimabeleid 2013-2014 vastgesteld. Dit beleid was een voortzetting van het minimabeleid 2009-2012. De doelstelling was dat alle inwoners op volwaardige wijze mee moeten kunnen doen aan de Brummense samenleving.

In 2012 is het beleid geëvalueerd. De gemeenteraad heeft in november 2012 bepaald (RB12.0072) dat het minimabeleid nog meer activerend zou moeten worden. Werken (en het re-integratiebeleid) had daarbij eerste prioriteit. Ook werd een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners om in eigen onderhoud te voorzien. Om inwoners hierbij te ondersteunen is een Persoonlijk Minima Budget geïntroduceerd. Verder is besloten om maatregelen in het kader van maatschappelijke participatie, zoals het lidmaatschap van een sportvereniging, direct aan de organisaties te vergoeden, zodat er een verstrekking ‘in natura’ kon plaatsvinden.

Concreet zijn voor de jaren 2013-2014 de volgende maatregelen getroffen in het kader van het minimabeleid:

  • .

    De bijdrage Diftar en rioolheffing

  • .

    Bijdrage voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

  • .

    Collectieve verzekering Agis

  • .

    Langdurigheidstoeslag

  • .

    Maatschappelijke participatie.

  • .

    Om maatschappelijke participatie te stimuleren zijn verschillende submaatregelen getroffen. Dit zijn:

    • -

      Persoonlijk minimabudget (er is keus tussen een persoonlijk budget ter hoogte van €180 of een zwempas van stichting Rhienderoord)

    • -

      Een bijdrage voor het lidmaatschap voor een (sport)vereniging of club, of culturele activiteit voor kinderen (5 tot 18 jaar)

    • -

      Een vergoeding voor indirecte schoolkosten (5 tot 18 jaar)

    • -

      Het zwemdiploma A (voor kinderen van 5 tot 16 jaar)

 

Hieronder wordt aangegeven wat het gebruik van de maatregelen is geweest in het jaar 2013 en deels 2014 inclusief de kosten.

Maatregel

Aantal 2013

Aantal jan-juni 2014

Kosten 2013

Kosten

jan-juni 2014

Bijdrage diftar

331

361

67.405

77.034

Bijdrage rioolheffing

330

358

72.503

92.736

Langdurigheidstoeslag

148

103

61.376

43.147

Bijdrage voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

177

189

37.980

40.880

Collectieve zorgverzekering AGIS

1.393[1]

749

17.140

9.110

Maatschappelijke participatie: lidmaatschap kind sport- en cultuur, en vergoeding indirecte schoolkosten

99

92

25.594

15.150

Maatschappelijke participatie: persoonlijk minimabudget

220

311

49.688

67.140

Specifiek zwempas Rhienderoord

10

21

1.800

3.780

Zwemdiploma A

9

7

3.780

3.150

 

Overige activiteiten

 

Alle inwoners moeten op volwaardige wijze mee kunnen doen aan de Brummense samenleving. Met ons beleid willen wij zoveel mogelijk mensen met een laag inkomen bereiken. Dat vraagt een extra inspanning en kan alleen slagen met een goede en continue communicatie over ons minimabeleid. Niet alleen met klanten, maar ook met organisaties die direct of indirect met de doelgroep van doen hebben. In 2013 is een extra impuls gegeven aan deze brede communicatie over ons minimabeleid.

 

Nieuwe folder

 

Een professioneel tekstbureau heeft opdracht gekregen een informatieve folder met een heldere tekst en een duidelijk aanvraagformulier te ontwikkelen. De voorbereidingen van de folder en aanvraagformulier vonden plaats in overleg met de medewerkers van de gemeente Apeldoorn en met medewerkers en vrijwilligers van Wegwijs. De voorlichters van de gemeente hebben hierin ook meegedacht. De conceptfolder en –aanvraagformulier is voorgelegd aan enkele klanten. Hun opmerkingen zijn verwerkt. De folder “Rondkomen met een laag inkomen” en het daarbij horende aanvraagformulier is gereedgekomen in december 2013.

 

In januari 2014 zijn de folder en aanvraagformulieren (zoals gebruikelijk) door de gemeente Apeldoorn verzonden naar alle klanten/inwoners die in het voorgaande jaar een aanvraag hadden ingediend. Omdat inwoners ook bij Wegwijs informatie kunnen krijgen over de regelingen van het minimabeleid, zijn medewerkers en vrijwilligers van Wegwijs in januari 2014 mondeling geïnformeerd over de maatregelen uit het minimabeleid, en zijn contactgegevens met de medewerkers van Apeldoorn uitgewisseld.

 

De folder is algemeen verspreid, niet alleen bij Wegwijs, maar ook bij de beide woningcorporaties in onze gemeente, en bij de Maatschappelijke Adviesraad (MAR). In diverse overleggen zijn de folders toegelicht en uitgedeeld met de vraag om deze verder te verspreiden.

 

De informatie op onze website is aangepast en verbeterd, op basis van de informatiefolder.

 

Informeren sportverenigingen

 

De sportverenigingen waren al in 2012 geïnformeerd over het minimabeleid. Toen zijn ook de afspraken gemaakt over de maatregel “bijdrage voor clubs en verenigingen”. De afspraak met de sportverenigingen houdt in dat mensen zich met de toekenningsbeschikking van Apeldoorn kunnen melden bij de (sport)vereniging/organisatie naar keuze. De organisatie kan vervolgens een rekening ter hoogte van maximaal €90 euro indienen bij de gemeente voor het lidmaatschap van kinderen van 5 tot en met 17 jaar. Met ingang van 2013 wordt het lidmaatschap door de gemeente rechtstreeks aan de organisatie vergoed. De nieuwe folder is in januari 2014 met een informatieve e-mail toegezonden aan alle sportverenigingen in de gemeente Brummen. In mei 2014 heeft een toelichting plaatsgevonden in het sportcafé.

 

Informeren culturele organisaties

De gemeente vindt het belangrijk dat kinderen van ouders met een laag inkomen kunnen deelnemen aan culturele of creatieve activiteiten. In 2012 en 2013 zijn al een aantal culturele organisaties aangehaakt bij het minimabeleid, maar de gemeente wilde dit aantal uitbreiden. In het cultureel platform van oktober 2013 zijn culturele organisaties en andere aanbieders van culturele of creatieve activiteiten geïnformeerd over het Brummense minimabeleid. Gevraagd is of zij mee wilden doen met de bijdrage voor clubs en verenigingen (die voor culturele organisaties hetzelfde is als voor sportverenigingen). Een aantal aanbieders heeft hierop positief gereageerd, waardoor de lijst met deelnemende organisaties en aanbieders uitgebreid kon worden. Muziekverenigingen gaven daarbij aan dat zij wel mee wilden doen voor het lidmaatschap van de vereniging, maar als een kind lid wil worden zijn ook muzieklessen noodzakelijk. Muzieklessen kosten extra geld. Daarop heeft de gemeente geantwoord dat een individuele oplossing gezocht zal worden als blijkt dat het lidmaatschap blijvend is en het kind talent heeft en muzieklessen noodzakelijk zijn.

 

Met de combinatiefunctionaris cultuur heeft meerdere malen overleg plaatsgevonden over het minimabeleid en het bereiken van kinderen. Mede dankzij haar inzet is de lijst met deelnemende organisaties en aanbieders verder uitgebreid.

 

Cadeaubonnen voor kinderen in december

 

In november 2013 is een motie aangenomen om voor kinderen in bijstandsgezinnen iets extra’s te doen. Besloten is om elk kind uit een bijstandsgezin, in de leeftijd van 0 tot 18 jaar, te voorzien van een waardebon van in totaal 50 euro. Gevraagd werd om deze waardebonnen bij lokale en/of regionale winkeliers besteedbaar te maken. Hieraan is uitvoering gegeven, maar helaas ontbrak in 2013 de tijd om hierover afspraken te maken met lokale ondernemers. Aan ouders/verzorgers van kinderen is op 11 december 2013 een Iris waarde cheque toegezonden ter hoogte van €50 (twee coupures van €25). In totaal betrof het meer dan 130 kinderen.

 

Er zijn veel positieve reacties gekomen op dit initiatief. Om die reden is reeds in juni 2014 contact opgenomen met de ondernemersverenigingen in Eerbeek en Brummen om een lokale bon te ontwikkelen. De ondernemersverenigingen hebben hierop positief gereageerd waardoor de gemeente in november 2014 een lokale bon kan aanbieden.

 

Kerstpakketten stichting Tineke Hut

 

In september 2013 is de gemeente benaderd door de Stichting Tineke Hut. Dit is een goede doelen stichting die zich richt op het verlenen van (financiële) kleinschalige hulp aan mensen en dieren die daar behoefte aan hebben. De Stichting Tineke Hut wilde, samen met de Rotary, mensen met een uitkering verrassen met een goed gevuld kerstpakket. Zij vroegen de gemeente hierbij om raad. De mensen in de bijstand zijn aangeschreven en op een voorgedrukt antwoordkaartje konden zij aangeven of zij in aanmerking wensten te komen voor een kerstpakket. Deze antwoordkaart moest teruggestuurd worden aan de Stichting Tineke Hut. Uiteindelijk waren er meer dan 230 aanmeldingen.

 

Gezien de positieve reacties wil Stichting Tineke Hut/de Rotary de actie in 2014 herhalen, in samenwerking met de diaconie Brummen. Hieraan wordt medewerking verleend door de gemeente.

 

Indirecte schoolkosten

 

Eén van de maatregelen uit ons minimabeleid is de bijdrage voor indirecte schoolkosten. Het gaat dan om kosten voor bijvoorbeeld een schoolreisje, excursie of schoolfeest. Voor kinderen op de basisschool betreft de vergoeding €70. Voor een kind in het voortgezet onderwijs betreft het €140. Het voornemen was om deze bijdrage rechtstreeks aan de scholen over te maken. In november 2012 heeft de gemeenteraad de vraag gesteld of het mogelijk is om het bedrag indirecte schoolkosten te splitsen in een deel dat naar de school wordt overgemaakt en een deel dat naar de ouders wordt overgemaakt. Hierover heeft via de e-mail overleg plaatsgevonden met de scholen. Scholen hebben onderling zeer verschillende regelingen. Ook gaven de scholen aan dat zij soms moeite hebben om de bijdrage te innen. Al snel bleek dat de vergoeding voor indirecte schoolkosten, of een deel daarvan, nooit rechtstreeks naar de scholen zou kunnen worden overgemaakt. Dit zou leiden tot juridische problemen. Het betreft namelijk een vrijwillige bijdrage, die ouders niet verplicht zijn te betalen.

 

Bijdrage in aanloopkosten voedselbank

 

Steeds meer inwoners van onze gemeente doen een beroep op de voedselbank te Zutphen. De voedselbank Zutphen heeft daarom gezocht naar een locatie in onze gemeente om van daaruit pakketten te verspreiden. Dit was lastig, ook door de voorwaarden die aan opslag van goederen wordt gesteld door de voedsel- en warenautoriteit. De voedselbank heeft vervolgens samen met SWB gezocht naar andere mogelijkheden. De pakketten worden nu met een koelbusje opgehaald vanuit Zutphen en direct daarna afgeleverd op een aantal vaste afhaalpunten in de gemeente. Opslag van goederen is daarbij niet meer aan de orde. Deze werkwijze is alleen mogelijk door de inzet van een grote groep vrijwilligers. Omdat dit initiatief aansloot bij de ideeën over particulier initiatief en burgerparticipatie, is het beloond met een eenmalige bijdrage van €500 voor de aanloopkosten.

[1] Betreft het aantal over 12 maanden. Gemiddeld betreft het 116 klanten.

Hoofdstuk 3. Ervaringen van klanten en andere betrokkenen

Klantbijeenkomsten op 25 en 27 augustus 2014

 

Bij de doorontwikkeling van het minimabeleid wil de gemeente aansluiten bij de uitgangspunten van de Kadernota over de drie decentralisaties en de kantelingsgedachte: inwoners, óók met een laag inkomen, zullen meer dan voorheen hun talenten en verantwoordelijkheden zélf moeten inzetten (zie voor de 6 kader stellende uitgangspunten van de decentralisaties hierna hoofdstuk 4 ‘gerelateerde wetgeving’). Het is van belang om nieuw beleid samen met inwoners en andere betrokkenen te ontwikkelen. Om die reden zijn twee klantbijeenkomsten georganiseerd; één in Brummen en één in Eerbeek. In de bijeenkomsten is enerzijds teruggekeken op het minimabeleid en de maatregelen daaruit. Maar in de klantbijeenkomsten is ook gesproken over eigen initiatieven en kansen. Wat inwoners samen, met eigen netwerk, de buurt of toekomstig wijkteam, kunnen bijdragen aan het minimabeleid in onze gemeente.

Voor de klantbijeenkomsten heeft een brede werving plaatsgevonden. Om de drempel zo laag mogelijk te houden is gekozen voor locaties dicht bij de mensen: de buurtkamer te Eerbeek en het gebouw van woningstichting Brummen.

In zowel Eerbeek als Brummen waren meer dan 20 mensen aanwezig. In hoofdlijnen werden de volgende opmerkingen gemaakt.

  • .

    Men is tevreden over het kwijtscheldingsbeleid diftar en rioolheffing. Maar de contacten tussen de klant en GBLT (GBLT is per 1 januari 2014 de nieuwe naam van de uitvoerder: Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn). verlopen vaak moeizaam. Daarom is de gemeente verzocht met GBLT een regeling te treffen waarbij de kwijtschelding van de rioolheffing rechtstreeks verrekend wordt.

  • .

    Men is tevreden over de bijdrage voor clubs en verenigingen. In Eerbeek merkte men op dat deze regeling alleen bedoeld is voor kinderen. Men adviseert de gemeente om deze regeling uit te breiden naar volwassenen.

  • .

    In zowel Brummen als Eerbeek heeft men de gemeente verzocht het minimabeleid uit te breiden naar mensen met een laag besteedbaar inkomen, in ieder geval wat betreft de maatregelen gericht op de participatie van kinderen. In Brummen werd daarbij aangegeven dat men moet oppassen voor ‘geldelijke’ tegemoetkomingen, omdat deze bij schuld- of betalingsregelingen meestal direct afgetrokken worden van de inkomsten van de klant.

  • .

    Men is tevreden over het persoonlijk minimabudget en de zwempas voor volwassenen. In Eerbeek adviseerde men om het lidmaatschap voor de bibliotheek ook op te nemen in het minimabeleid. Voor kinderen tot 18 jaar is het lidmaatschap van de bibliotheek al gratis, maar het lidmaatschap voor een volwassene bedraagt €49,50 per jaar.

  • .

    Men is tevreden over de afspraken met betrekking tot het behalen van zwemdiploma A voor kinderen. In Brummen adviseerde men deze maatregel uit te breiden naar kinderen vanaf 4 jaar.

  • .

    Over de collectieve zorgverzekering AGIS merkte men op dat andere aanbieders vaak een financieel gunstiger aanbod hebben, met een vergelijkbaar pakket. Men was blij met het gemeentelijk onderzoek naar andere aanbieders en de mogelijkheden van een aanvullend pakket voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Daarbij is aandacht gevraagd voor de acceptatieplicht van deze doelgroepen. Verder heeft men de gemeente verzocht te kijken naar een vergoeding of tegemoetkoming in het eigen risico.

  • .

    De regeling voor indirecte schoolkosten komt te vervallen. De aanwezigen hebben aangegeven dat de schoolkosten vaak aanzienlijk zijn. Door de gemeente is aangegeven dat een oplossing wordt gezocht in de vorm van cadeaubonnen, in samenwerking met plaatselijke ondernemers. In Brummen leidde dit tot discussie: er waren voor- en tegenstanders van lokale cadeaubonnen. Een enkeling gaf aan een voorkeur te hebben voor de bestaande regeling waarbij mensen een vast bedrag overgemaakt krijgen, of een regeling waarbij een vergoeding plaatsvindt op basis van kassabonnen. En men heeft de gemeente verzocht ook afspraken te maken met ondernemers in Zutphen indien men kiest voor een cadeaubon of strippenkaart.

Naast bovengenoemde punten zijn er in Brummen en Eerbeek een aantal specifieke punten genoemd.

 

In Brummen verzocht één van de aanwezigen om afspraken te maken met supermarkten om periodiek een tas met boodschappen beschikbaar te stellen. Daarnaast heeft men gevraagd of er een regeling getroffen kan worden voor vaste lasten als water, gas en elektra. Daarop werd door de woningstichting opgemerkt dat er ideeën zijn met betrekking tot een energie-coach. Mensen krijgen daarbij tips om het energiegebruik te verminderen. In Brummen heeft men de gemeente verzocht de computerregeling opnieuw te overwegen. Tevens is voorgesteld om de inkomensnorm voor de kindmaatregelen te verhogen naar 120 % van de bijstandsnorm.

 

In Eerbeek is gesproken over de medewerking van de gemeente aan de kerstpakketten-actie van Stichting Tineke Hut en Rotary. Deze actie was alleen gericht op mensen met een WWB uitkering. Men heeft de gemeente verzocht de kerstpakkettenactie uit te breiden naar mensen met een laag besteedbaar inkomen. Er is aangegeven dat de kerstpakkettenactie een particulier initiatief is. Het verzoek wordt besproken met Stichting Tineke Hut en andere betrokkenen zoals het BAC en diaconie. In Eerbeek werd ook het belang van de voedselbank genoemd, en de criteria/voorwaarden die de voedselbank stelt. Deze criteria/voorwaarden worden landelijk bepaald. Ook de Voedselbank is een particulier initiatief en staat los van gemeentelijk beleid.

 

Sommige aanwezigen uit Eerbeek gaven aan dat zij zoeken naar mogelijkheden om elkaar te helpen. Bijvoorbeeld als er thuis iets kapot is, voor het herstellen van kleding enzovoort. Iedereen heeft talenten en die wil men belangeloos inzetten voor anderen die in eenzelfde situatie verkeren. Dit past binnen de gemeentelijk visie “samen goed voor elkaar”. Eén inwoner heeft hierover direct met de gemeente een afspraak gemaakt om het idee verder uit te werken.

Overleg met lokale sociale partners en Maatschappelijk Adviesraad Brummen

 

Op 22 april 2014 heeft een bijeenkomst over het minimabeleid plaatsgevonden met de MAR en de diaconie Brummen, de gezamenlijke ouderenbonden, de Cromhoutstichting, Stichting Tineke Hut, het Budget Advies Centrum (BAC)/SWB. Gesproken is over wijzigingen in de WWB en de uitgangspunten van de Wmo die gevolgen (kunnen) hebben voor het minimabeleid. Gevraagd is naar ideeën en kansen voor nieuw beleid.

Uitkomsten van het overleg:

- in het algemeen vindt men de folder goed leesbaar en duidelijk. De medewerkers en vrijwilligers van Wegwijs konden er goed mee werken. Gesproken is over het al of niet opnemen van voorbeelden in de folder. Er is gesproken over een verdere verspreiding van de folders, bijvoorbeeld door huis-aan- huis verspreiding. Afgesproken is de ideeën hierover mee te nemen in de toekomstige communicatie over het minimabeleid.

- Er is behoefte aan een noodfonds voor schrijnende situaties waarbij de gemeente wettelijk gezien niets kan. De goede doelen stichtingen en SWB hebben hierover na het overleg onderlinge afspraken gemaakt. De goede doelen stichtingen stellen nu een bedrag beschikbaar waarover SWB/het BAC direct kan beschikken indien zich een schrijnende situatie voordoet.

- In de bijeenkomst van 22 april 2014 is ook de afspraak gemaakt om de kerstpakketten-acties met elkaar af te stemmen. De gemeente neemt hierin het initiatief.

- er is aandacht gevraagd voor stille armoede onder ouderen

- Er zou meer aandacht moeten zijn voor activiteiten voor mensen die moeite hebben om hun budget juist te beheren. SWB biedt ieder jaar (in samenwerking met MEE Veluwe en Riwis zorg en welzijn) een cursus aan ‘uitkomen met je inkomen’. Deze cursus werd in 2013 goed bezocht. Maar soms is er schaamte of zijn mensen om andere redenen niet gemotiveerd om tijdig hulp te zoeken of een dergelijke cursus te volgen. Het is de bedoeling dat vrijwilligers deze cursus gaan adopteren en dat deze geheel door vrijwilligers gegeven gaat worden. Daarnaast zijn er vrijwilligers die mensen thuis helpen met hun administratie.

- Na het overleg werd nog aangegeven dat het huidige minimabeleid uitgaat van 110% van de bijstandsnorm. Maar het BAC krijgt vaak te maken met mensen met een zeer laag besteedbaar inkomen, in verband met beslagleggingen, budgetbeheer et cetera. Het feitelijke inkomen ligt dan weliswaar boven de 110%, maar mensen hebben nauwelijks geld te besteden buiten de vaste lasten om. Deze gezinnen lopen de kans buitengesloten te raken, omdat lidmaatschap van sportverenigingen en dergelijke vaak als eerste opgezegd worden. De gemeente is gevraagd ook voor deze groep aandacht te hebben.

Nadat het minimabeleid meer vorm had gekregen, en na de klantbijeenkomsten in augustus 2014, heeft een tweede overleg plaatsgevonden met de MAR op 1 september2014. Uit dit overleg kwamen de volgende aanbevelingen naar voren. Men pleit ervoor om de kindmaatregelen uit te breiden naar gezinnen met een laag besteedbaar inkomen. Verder merkte men op dat door het verstrekken van cadeaubonnen mensen de mogelijkheid wordt ontnomen om zelf over hun budget te beslissen. De voorkeur van de MAR gaat daarom uit naar een regeling waarbij mensen op basis van kassabonnen een vergoeding krijgen voor indirecte schoolkosten. De MAR pleit er voor om de maatregelen, voor zover wettelijk mogelijk, uit te breiden naar 120% van de bijstandsnorm. Tevens wijst de MAR erop dat het persoonlijk minimabudget ter hoogte van €180 sinds de invoering ervan in 2012 niet is geïndexeerd.

Bijeenkomst met sportverenigingen in sportcafé op 13 mei 2014

 

Aan sportorganisaties is per e-mail gevraagd wat hun ervaringen zijn met het minimabeleid, en welke ideeën zij hebben voor het toekomstige beleid. Een mondelinge toelichting vond plaats in het sportcafé van 13 mei 2014. Na het sportcafé is de eerder verzonden e-mail met vragen voor sportorganisaties nogmaals toegezonden.

Reacties:

- Het initiatief van de gemeente om kinderen te stimuleren lid te worden van een vereniging of deel te nemen aan activiteiten, ondersteunt men van harte. Ook is men tevreden met de werkwijze (de klant meldt zich met de toekenningsbeschikking bij de sportorganisatie, waarna de sportorganisatie de rekening ter hoogte van maximaal €90 naar de gemeente stuurt). Een klein aantal aanwezigen gaf aan, zelf niet goed op de hoogte te zijn van de maatregelen. Ook niet alle penningmeesters waren hiervan op de hoogte. Eén organisatie gaf aan dat mensen soms opzeggen, waarbij het vermoeden is dat financiële redenen hierbij een rol spelen. Maar hoe maak je dit bespreekbaar en is dat een taak van de vereniging? Naar aanleiding van deze opmerkingen is een voorbeeld artikel over het minimabeleid toegezonden aan de verenigingen. Dit artikel kunnen zij plaatsen in hun clubblad. Het informeren van (sport)organisaties moet deel uitmaken van ons communicatiebeleid, waar we in de toekomst nog gerichter mee willen omgaan.

- Niet alle sportorganisaties waren aanwezig bij het sportcafé. In telefonische contacten met sportorganisaties wordt soms aangegeven dat de €90 vergoeding voor het lidmaatschap, niet toereikend is om de kosten te dekken. Dit geldt met name voor kinderen, die op wedstrijdniveau deelnemen. In dat geval moet vaak een verplichte bijdrage geleverd worden aan een overkoepelende sportbond. Deze opmerking wordt met name gemaakt door organisaties, die op een later moment aangehaakt zijn en niet bij het eerste overleg hierover betrokken zijn geweest.

Een aantal kinderen maakt gebruik van de sportfaciliteiten van sportcentrum Hippmann. Afhankelijk van de gekozen activiteit, en de frequentie, bedragen de gebruikelijke tarieven globaal tussen de €17,50 en €26 per maand. De vergoeding van de gemeente ter hoogte van €90 per jaar staat hiermee in schril contrast.

Met de verenigingen en andere aanbieders is destijds de afspraak gemaakt dat klanten geen nabetaling hoeven te doen indien het lidmaatschapsgeld hoger is dan de €90 die de gemeente vergoedt. Wij willen hiermee voorkomen dat klanten alsnog afhaken.

Ervaringen van culturele organisaties

 

Aan culturele organisaties is in mei 2014 per email navraag gedaan naar hun ervaringen met het minimabeleid. We hebben daarop drie reacties ontvangen. Eén organisatie heeft mondeling gereageerd.

De organisaties die reageerden vinden het initiatief ‘uitstekend’ of geven aan dat het ‘mooie regelingen’ van de gemeente zijn (dat werd ook al opgemerkt in de vergadering van het cultureel platform van oktober 2013). Een muziekvereniging merkte op dat bij het lidmaatschap van een muziekvereniging ook een instrument verstrekt moet worden, en dat muzieklessen noodzakelijk zijn. Dit alles kan niet door de vereniging betaald worden. Zij geven aan dat het bedrag dat de gemeente doneert niet toereikend is voor de contributie.

De gemeente heeft aangegeven dat een individuele oplossing gezocht zal worden voor de bijkomende kosten als blijkt dat het lidmaatschap blijvend is en het kind talent heeft en muzieklessen noodzakelijk zijn. Helaas is er door klanten/kinderen geen gebruik gemaakt van de regelingen voor deelname aan culturele of creatieve activiteiten. De organisaties vragen de gemeente dan ook om hier meer bekendheid aan te geven.

Wij zullen dit in onze communicatie meenemen. In overleg met de combinatiefunctionaris cultuur zoeken we naar mogelijkheden om de creatieve en culturele activiteiten nog meer voor het voetlicht te krijgen.

Klanttevredenheidsonderzoek Apeldoorn

 

Tussen half april en eind mei 2014 heeft in opdracht van het Activerium een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden onder alle klanten van het Activerium, waaronder die van de regiogemeenten en dus ook Brummense klanten. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd door DESAN Research Solutions. De gemeente Brummen heeft eerder besloten geen apart onderzoek te laten doen, of rapportage te vragen over specifiek Brummense inwoners. Onderstaande gegevens betreffen dus het totale klantenbestand van het Activerium.

Methode

In totaal zijn 3.972 klanten per e-mail of met een schriftelijke vragenlijst aangeschreven. Klanten die na enkele weken nog niet hadden gereageerd zijn opnieuw benaderd om telefonisch aan het onderzoek mee te doen. In totaal hebben 1.085 klanten (27,3%) aan het onderzoek deelgenomen. In 2011 had ook reeds een dergelijk onderzoek plaatsgevonden. De uitkomsten van 2014 zijn vergeleken met die van 2011.

Oordeel dienstverlening

Het gemiddelde totaalcijfer voor de dienstverlening van het Activerium is zeer licht gedaald van een 7,1 naar 7,0. Drie op de vijf klanten van de gemeenten (61%) is tevreden of zeer tevreden over de hulp die ze van het Activerium hebben ontvangen. Dit was in 2011 ruim twee derde (69%).

In de vragenlijst stonden de volgende klantprincipes centraal: bereikbaarheid, toegankelijkheid, persoonlijke aandacht, maatwerk, tijdigheid en duidelijkheid. In vergelijking met het onderzoek uit 2011 zijn de cijfers voor de klantprincipes gedaald. Persoonlijke aandacht krijgt de meest positieve beoordeling (7,0), tijdigheid de minst positieve (6,7).

De gemeente Apeldoorn verklaart de lichte daling van de klanttevredenheid uit de aanscherping van de wetgeving. Met de gemeente Apeldoorn wordt gekeken, hoe de dienstverlening in de toekomst verbeterd kan worden.

Hoofdstuk 4. Gerelateerde wetgeving en uitgangspunten voor nieuw minimabeleid

De gemeente is vrij om eigen lokaal minimabeleid te voeren. Het lokale minimabeleid heeft wel raakvlakken met de Participatiewet, de Wet Werk en Bijstand (WWB), de transitie in de AWBZ en de aanpak van schulden en armoede. Om die reden worden de kaders van die wetten en regelingen hieronder kort genoemd.

Integraal beleid

 

Op 23 januari 2014 (RB13.0079) heeft de gemeenteraad het integrale beleidskader voor de drie decentralisaties vastgesteld. Met name de wijzigingen in de WWB, maar ook de transitie in de AWBZ, hebben gevolgen voor het minimabeleid. Het integrale beleidskader heeft als doel om tot een integrale en domein overstijgende benadering te komen. Daarmee is het ook van toepassing op het lokale minimabeleid. In het integrale beleidskader voor de drie decentralisaties zijn zes kader-stellende uitgangspunten benoemd, die ook gelden voor het lokale minimabeleid, namelijk:

  • .

    Eigen verantwoordelijkheid met een sociaal vangnet;

  • .

    De vraag van de inwoners staat centraal;

  • .

    Investeren in probleemoplossend vermogen van de samenleving;

  • .

    Organiseren op Brummense schaal;

  • .

    De gemeente voert regie en stuurt op resultaat;

  • .

    Ruimte voor innovatie en een nieuwe samenspel.

 

Wet Werk en Bijstand/Participatiewet

 

De formele benaming van de WWB wordt Participatiewet. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2015. Het doel van de wet is dat de bijstand nog meer activerend wordt. In het kader hiervan wordt een scala aan technische en financiële maatregelen getroffen die buiten het kader van deze nota over het minimabeleid vallen (de gemeenteraad wordt daarover in een separate nota geadviseerd). Een aantal wijzigingen in de WWB/de Participatiewet heeft directe gevolgen voor het lokale minimabeleid: de categoriale regelingen vervallen, met uitzondering van de collectieve zorgverzekering.

 

De langdurigheidstoeslag vervalt

 

In de Participatiewet wordt niet meer gesproken over de langdurigheidstoeslag. De langdurigheidstoeslag wordt een inkomenstoeslag. De gemeente Apeldoorn heeft voorbereidingen getroffen om deze inkomenstoeslag ingaande 1-1-2015 te effectueren. Dit wordt in een separate nota opgenomen.

 

De bijdrage voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten vervalt

 

Ook de bijdrage voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten kan vanuit wettelijk oogpunt niet meer uitgevoerd worden na 1-1-2015. Omdat ouderen, chronisch zieken en gehandicapten vaak wel meer kosten maken, wordt een oplossing voor dit probleem gezocht in een nieuwe, bredere collectieve zorgverzekering.

 

Het hebben van een collectieve zorgverzekering blijft wel tot de mogelijkheden behoren, maar de inkomensgrens hiervoor wordt opgeheven. Tot 1 januari 2015 heeft de gemeente een contract collectieve zorgverzekering met AGIS. Omdat geen inkomensgrens meer wordt gesteld, geeft dit gemeenten mogelijkheden om de doelgroep breder te trekken. Ook voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten kunnen afspraken worden gemaakt voor een collectieve zorgverzekering. Daarmee zou tegemoet gekomen kunnen worden aan de extra kosten waarmee ouderen, chronisch zieken en gehandicapten te maken hebben. Hierover is overleg met de gemeente Apeldoorn. Dit wordt in een separate nota opgenomen.

 

De maatregel ‘indirecte schoolkosten’ vervalt

 

Categorale regelingen zijn niet meer mogelijk. Maatregelen, waarbij mensen een bepaald bedrag op hun bankrekening gestort krijgen omdat zij tot een doelgroep behoren, zijn niet meer mogelijk. Dit heeft gevolgen voor de lokale maatregel ‘indirecte schoolkosten’. Die mag niet meer uitgevoerd worden. Het betrof €70 voor een kind op het basisonderwijs en €140 voor een kind op het voortgezet onderwijs. Deze vergoeding voor indirecte schoolkosten waren bedoeld voor de vrijwillige ouderbijdrage voor bijvoorbeeld een schoolreisje of feestje van de school, maar ook om schoolbenodigdheden als gymspullen of schooltas aan te schaffen. Eerder is al geconstateerd dat scholen zeer verschillende regelingen hanteren voor de vrijwillige ouderbijdrage, en dat het juridisch gezien niet mogelijk is om deze bijdrage rechtstreeks aan de scholen over te maken. Sommige scholen stimuleren ouderparticipatie, waarbij de vrijwillige bijdrage vermindert indien ouders actief op school zijn.

 

Een oplossing is om in plaats van de maatregel ‘indirecte schoolkosten’ een bonnenactie te organiseren in samenwerking met plaatselijke ondernemers. Bonnenacties of strippenkaarten worden gezien als een compensatie in natura en zijn wettelijk gezien wel toegestaan.

 

Aanpak armoede en schulden

 

De aanpak van armoede en schulden is een speerpunt van het huidige kabinetsbeleid. In de brief van 19 december 2013 geeft staatssecretaris Klijnsma aan dat gemeenten hiervoor primair verantwoordelijk zijn. Het kabinet heeft structureel extra middelen beschikbaar gesteld om de schulden- en armoedeaanpak te intensiveren. Extra aandacht wordt gevraagd voor de gevolgen van armoede voor kinderen. Gemeenten ontvangen hiervoor 70 miljoen euro in 2014 en jaarlijks 90 miljoen in de jaren daarna. Voor de gemeente Brummen betreft het voor het jaar 2014 een extra bijdrage van € 44.844 en de daarop volgende jaren een bedrag ter hoogte van €55.000. De gemeente zal extra aandacht voor kinderen hebben.

 

De gemeente Brummen kent een vierjarennota Schuldhulpverlening 2013-2016. Dit valt niet onder het minimabeleid, maar onder het bijstandsbeleid. De gevolgen van de wijzigingen in de WWB voor ons schuldhulpverleningsbeleid worden daarom in een separate nota geregeld.

Hoofdstuk 5. Voorstellen voor nieuw beleid vanaf 1-1-2015: Meedoen in Brummen

Uit de klantbijeenkomsten en het overleg met maatschappelijke en lokale organisaties bleek dat men in het algemeen erg tevreden is over de maatregelen die als doel hebben de participatie te stimuleren en isolement te voorkomen. Deze maatregelen worden voortgezet, soms op kleine onderdelen aangepast. De maatregelen worden nader uitgewerkt in een regeling. Het gaat om de volgende maatregelen:

  • 1.

    Persoonlijk minimabudget ter hoogte van €180,00 of de zwempas van Rhienderoord Zwem & Sport Plezier. Op het aanvraagformulier kunnen mensen aangeven of zij kiezen voor het persoonlijk minimabudget, of voor de zwempas. Indien gekozen wordt voor het persoonlijk minimabudget dan moet men vooraf aangeven wat men met het budget wil gaan doen. De activiteiten moeten gericht zijn op participatie in de samenleving.

  • 2.

    Bijdrage voor clubs en verenigingen. De bijdrage betrof maximaal €90 euro op jaarbasis. Deze bijdrage wordt rechtstreeks aan de sportorganisatie overgemaakt. Met de deelnemende organisaties is de afspraak gemaakt dat bij hogere lidmaatschapskosten het verschil niet verrekend mag worden met de klant. Wij willen voorkomen dat klanten alsnog afhaken, omdat men toch nog een bedrag moet bijbetalen. Uit overleg met sportverenigingen en een inventarisatie van de huidige tarieven blijkt dat de kosten voor het lidmaatschap soms aanzienlijk hoger zijn dan €90. De bijdrage aan clubs en organisaties wordt verhoogd. Echter, de te vergoeden kosten mogen nooit hoger zijn dan het werkelijke tarief. Er worden vanuit het minimabeleid geen minimumleeftijdgrenzen meer gehanteerd voor deze maatregel. We sluiten aan bij de minimumleeftijdgrenzen die de organisaties en clubs hanteren voor de betreffende activiteiten. Een voorbeeld hiervan is het voorleeshuis dat een aanbod heeft voor kinderen van 2 tot 8 jaar.

  • 3.

    ZwemdiplomaA voor kinderen Met stichting Rhienderoord Zwem&Sport Plezier zijn afspraken gemaakt over het behalen van een zwemdiploma A. binnen één jaar. Deze maatregel wordt voortgezet voor de groep van kinderen tot en met 17 jaar.

  • 4.

    Bijdrage Diftar en rioolheffing. Feitelijk betreft het kwijtscheldingsbeleid. Deze regeling wordt ongewijzigd voortgezet. In onderstaand schema vindt u de vergoeding naar soort en grootte van de huishoudens in het jaar 2013. Indien van toepassing worden de bedragen jaarlijks aangepast naar het vastgestelde tarief. Met GBLT wordt overlegd of de rioolheffing rechtstreeks verrekend kan worden.

Soort vergoeding

Eenpersoons

huishouden

Meerpersoons

huishouden

Vastrecht DIFTAR

€ 144,96

€ 144,96

16 ledigingen grijs | Maximaal 140 liter/240 liter

€ 70,88

€ 114,56

6 ledigingen groen | Maximaal 80 liter/140 liter

€ 11,94

€ 19,20

Vastrecht rioolheffing

€ 42,36

€ 42,36

Rioolheffing 1 persoon

€ 121,00

Rioolheffing 2 personen

€ 242,00

Rioolheffing 3 personen

€ 363,00

Rioolheffing 4 of meer

€ 484,00

Nieuwe maatregelen

  • 5.

    Actiebonnen voor kinderen. De oude maatregel ‘indirecte schoolkosten’ kan in 2015 niet meer uitgevoerd worden. Maar ouders met schoolgaande kinderen maken in het algemeen aanzienlijke kosten. Met lokale ondernemers wordt gekeken naar de mogelijkheden van een actiebonnenregeling in de zomerperiode voorafgaand aan het nieuwe schooljaar.

  • 6.

    Kindmaatregelen voor bijstandsgezinnen en gezinnen met een laag besteedbaar inkomen

    De kindmaatregelen uit het oude minimabeleid worden uitgebreid naar kinderen uit gezinnen met een laag besteedbaar inkomen.

    In het oude beleid gold als maximum inkomensgrens om in aanmerking te komen voor kindmaatregelen 110% van de bijstandsnorm. Omdat in de WWB de categorale regelingen zijn komen te vervallen ontstaat er voor de gemeente ruimte voor lokaal minimabeleid. Uit de contacten met het BAC kwam naar voren dat mensen in schuldhulpverleningstrajecten of in budgetbeheer, soms in een sociaal isolement dreigen te raken, omdat men nauwelijks geld heeft voor lidmaatschap van een vereniging en dergelijke. Het feitelijke inkomen ligt dan weliswaar boven de 110%, maar door betalingsregelingen of budgetafspraken is het besteedbaar inkomen vaak lager dan deze norm. Men heeft nauwelijks geld te besteden buiten de vaste lasten en betalingsregelingen om. Deze gezinnen lopen de kans buitengesloten te raken, omdat lidmaatschap van sportverenigingen en dergelijke vaak als eerste opgezegd worden. Dit treft met name de kinderen, die niets aan de situatie van hun ouders kunnen doen. Bij het beschikbaar stellen van extra armoedegelden door het rijk, is specifiek aandacht gevraagd voor de gevolgen van armoede voor kinderen.

     

    Criteria

    Voor de kindmaatregelen komen kinderen in aanmerking van:

    1. Cliënten van de Stadsbank in een schuldenregeling.

    2. Cliënten van de Stadsbank in budgetbeheer.

    3. Inwoners die zelf (of met behulp van het BAC) een regeling hebben getroffen met schuldeisers. Zij moeten een budgetplan en aantoonbare betalingsafspraken kunnen overleggen.

    Als inkomensnorm geldt de beslagvrije voet.

  • 7.

    Lidmaatschap bibliotheek voor volwassenen Klanten geven aan graag te lezen en veel gebruik te maken van de bibliotheek als informatie- en ontmoetingsplek. Echter, ook het lidmaatschap van de bibliotheek drukt op het inkomen. Voor kinderen tot 18 jaar is het lidmaatschap van de bibliotheek gratis, maar het lidmaatschap voor een volwassene bedraagt €49,50 per jaar. Soms kan dit tot de beslissing leiden om ook het lidmaatschap van de bibliotheek op te zeggen. Wij willen dit voorkomen.

  • 8.

    Stimuleringsbudget voor maatschappelijke initiatieven

    Eén van de kaders van de drie decentralisaties is het investeren in het probleemoplossend vermogen van de samenleving. Verder moet er ruimte komen voor innovatie en een nieuw samenspel. Deze kaders willen wij toepassen voor het minimabeleid. Ook voor klanten van het minimabeleid gaan wij uit van de kantelingsgedachte. Wij willen stimuleren dat mensen zelf met maatschappelijke of lokale initiatieven komen en mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden aangaan. Het gaat dan niet om maatregelen om de individuele inkomenssituatie te verbeteren, maar om initiatieven om de maatschappelijke participatie te stimuleren of anderen te bereiken in stille armoede. De toekomstige teams Samen Goed Voor Elkaar kunnen hier ook een rol in spelen. Wij gaan er van uit dat dergelijke lokale en spontane initiatieven geen structurele subsidiëring behoeven, omdat ze uitgevoerd worden door vrijwilligers. Indien structurele subsidiëring wel noodzakelijk is dan geldt het subsidiebeleid en/of Wmo beleid van de gemeente. Maar soms kunnen er bepaalde kosten zijn die bij de aanvang van een initiatief niet te voorkomen zijn en waarvoor geen financieringsmogelijkheden bestaan. Bovendien vragen wij om vernieuwende, creatieve initiatieven, waarvoor wij vooraf geen strakke regels willen opstellen en waarop snel kan worden geanticipeerd. Lokale initiatieven, met inzet van vrijwilligers, willen wij honoreren met een klein bedrag, zonder bureaucratische regelgeving. Een voorbeeld hiervan is het initiatief van de voedselbank.

     

    Criteria:

     

    • -

      Het moet gaan om initiatieven die ten goede komen of gericht zijn op de lokale Brummense samenleving;

    • -

      het moet gaan om samenwerkingsverbanden of -vormen, waarbij meerdere vrijwilligers betrokken zijn;

    • -

      er moet een raakvlak zijn met minimabeleid, de participatie van mensen of kinderen bevorderen, het bereik van de doelgroep bevorderen, of passen in de aanpak van stille armoede.

    • -

      Het initiatief mag niet leiden tot valse concurrentie

    • -

      Het college besluit of een initiatief gehonoreerd wordt of niet.

  • 9.

    De inkomensnorm voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten voor deelname aan de collectieve zorgverzekering wordt vooralsnog verhoogd naar 150% van het minimumloon.

     

    In de Participatiewet wordt de inkomensgrens voor een collectieve zorgverzekering opgeheven. Het hebben van een collectieve zorgverzekering blijft tot de mogelijkheden behoren. Tot 1 januari 2015 geldt een contract collectieve zorgverzekering met AGIS. Omdat in de Participatiewet voor een collectieve zorgverzekering geen inkomensgrens meer wordt gesteld, geeft dit gemeenten mogelijkheden om de doelgroep breder te trekken. Dan kan ook voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten afspraken worden gemaakt voor een collectieve zorgverzekering. Daarmee kan tegemoet gekomen worden aan de extra kosten waarmee ouderen, chronisch zieken en gehandicapten te maken hebben. Daarnaast is er een wet aangenomen dat de afschaffing regelt van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de regeling Compensatie Eigen Risico (CER). Hierdoor zijn gemeenten met terugwerkende kracht verantwoordelijk geworden voor de compensatie van meerkosten van chronisch zieken en gehandicapten. Met de gemeente Apeldoorn is gekeken hoe invulling gegeven kan worden aan deze nieuwe verantwoordelijkheid.

     

    Dit onderwerp wordt in een separate nota vastgelegd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad tijdens de openbare raadsvergadering van 16 oktober 2014,
de griffier, mr. A.P. Leenstra
de voorzitter, A.J. van Hedel