Regeling vervallen per 01-01-2026

NADERE SUBSIDIEREGELS GROENE OPGAVE IJSSELSPRONG

Geldend van 23-09-2021 t/m 31-12-2025

Intitulé

NADERE SUBSIDIEREGELS GROENE OPGAVE IJSSELSPRONG

Kenmerk Z039252 / D333100

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BRUMMEN;

Hebben besloten:

1. De nadere subsidieregels Groene opgave IJsselsprong vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ASV: de Algemene Subsidieverordening gemeente Brummen;

b. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

c. Initiatief: de realisatie van (een) landschapselement(en) binnen de begrenzing van het projectgebied;

d. Initiatiefnemer: persoon of ondernemer die eigenaar is van één of meerdere percelen binnen de gemeente Brummen waarop het initiatief wordt gerealiseerd, danwel is gevolmachtigd door de eigenaar van het perceel of percelen;

e. Landschapselement: Landschapselementen zijn elementen in het buitengebied die bestaan uit natuurlijke vegetaties. Te denken valt aan houtwallen, houtsingels, bomenrijen, heggen, struweelhagen, vogelbosjes en geriefhoutbosjes. Landschapselementen bepalen de structuur van het landschap;

f. Projectgebied; het gebied zoals weergegeven in bijlage 1 behorend bij deze regeling;

g. Overeenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen de subsidieontvanger en de

gemeente Brummen waarin voorwaarden zijn opgenomen voor de uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening;

h. Subsidie ontvanger; de ontvanger van de subsidie als bedoeld in deze regeling. Hetzij de initiatiefnemer hetzij de eigenaar van de grond;

i. Subsidie plafond: het binnen de subsidieregeling maximaal beschikbare subsidiebedrag waarboven geen subsidies worden verstrekt.

Artikel 1a. Grondslag

Deze regeling berust op artikel 3 van de ASV.

Artikel 2. Reikwijdte

Het college kan aan initiatiefnemers/ dan wel de eigenaar van de percelen waarop initiatieven als bedoeld in artikel 1 gelegen binnen het Projectgebied zijn voorzien subsidie verstrekken.

Artikel 3. Subsidieplafond

1. Het subsidieplafond geldend voor deze nadere subsidieregels is ten behoeve van de aanleg van de landschapselementen bepaald op €210.405,00

2. Het subsidieplafond geldend voor deze nadere subsidieregels is ten behoeve van compensatiegrondwaardedaling bepaald op €384.750,00

3. Het college weigert een subsidieaanvraag indien op grond van de verdeelsleutel zoals weergegeven in artikel 12 het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 4. Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor subsidieverlening in aanmerking:

1. Vergoeding plantmateriaal à €2,11 per m2. De beplanting wordt aangeschaft via Stichting Landschapsbeheer Gelderland om te garanderen dat gebruik wordt gemaakt van duurzaam, biologisch en streekeigen plantmateriaal.

2. Compensatie grondwaardedaling bij bestemming wijziging naar ’Natuur’ ter hoogte van €4,50 per m2.

Artikel 5. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend voor 1 mei 2025.

Artikel 6. Wijze van indiening

Een aanvraag wordt op papier ingediend onder vermelding van subsidieaanvraag Groene opgave IJsselsprong bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen.

Artikel 7. Eisen aanvraag

1. Een aanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals vermeld in artikel 6 van de ASV met uitzondering van het derde lid en artikel 4:2 van de Awb.

2. In de aanvraag wordt vermeld welk perceel/ percelen/ perceelgedeeltes in aanmerking komen voor de aanleg van één of meerdere landschapselementen onder vermelding van de rechthebbende op het perceel/ de percelen.

3. Een aanvraag wordt voorzien van een inrichtingsplan opgesteld door Stichting Landschapsbeheer Gelderland.

4. Het landschapselement dient te worden gerealiseerd met gebruikmaking van duurzaam, biologisch en streekeigen (plant) materiaal geleverd via Stichting Landschapsbeheer Gelderland.

Artikel 9. Beslistermijn

Het college beslist na ontvangst van het in artikel 10 genoemde inrichtingsplan binnen 6 weken op de aanvraag.

Artikel 10. Inrichtingsplan

1. Het college vraagt advies over een aanvraag aan Stichting Landschapsbeheer Gelderland.

2. Stichting Landschapsbeheer stelt samen met initiatiefnemer een inrichtingsplan op.

3. Het inrichtingsplan wordt toegevoegd aan de aanvraag.

Artikel 11. Bestemmingsplan

1. Om in aanmerking te kunnen komen voor compensatie van grondwaardedaling dient de bestemming van het/ de betreffende perceel/percelen te worden gewijzigd naar ‘Natuur’.

2. Indien er aanvragen zijn die zien op compensatie van grondwaardedaling zal het college een bestemmingsplanwijzigingsprocedure starten voor de betreffende percelen.

Om onnodige kosten te voorkomen doet het college dit jaarlijks middels een ‘Veegplan’ waarbij verschillende initiatieven gebundeld worden in één procedure.

Artikel 12. Weigeringsgronden

1. Onverminderd artikel 9 van de ASV wordt een aanvraag om subsidie in ieder geval geweigerd als:

a. het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 is bereikt.

b. het initiatief niet ligt niet binnen het Projectgebied zoals aangegeven in Bijlage 1.

c. De gronden niet in eigendom zijn van de initiatiefnemer en de initiatiefnemer ook niet beschikt over een volmacht van de eigenaar van het perceel/ de percelen die ziet op de het mogen indien van een aanvraag op grond van deze regeling en het realiseren van landschapselementen.

d. Indien de aanvraag wordt ingediend buiten de termijn bedoeld in artikel 5, of

e. Indien reeds door een andere instantie subsidie is verstrekt voor het initiatief.

f. indien geen overeenkomst wordt gesloten als bedoeld in artikel 15 van deze nadere regels.

g. De compensatie voor grondafwaardering wordt geweigerd indien de initiatiefnemer niet instemt met de wijziging van de bestemming van de percelen naar ‘Natuur’, danwel de percelen reeds de bestemming ‘Natuur’ hebben, danwel de planologische procedure niet leidt tot wijziging van de bestemming in ‘Natuur’.

Artikel 13. Verdeelcriteria

1. Het beschikbare subsidiebedrag tot het subsidieplafond zal verdeeld worden in volgorde van ontvangst van de aanvragen voor de subsidie.

2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid is gesteld om de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

3. Indien het subsidieplafond nog niet is bereikt maar een nieuwe aanvraag het subsidieplafond zal overschrijden, treedt het college in overleg met initiatiefnemer om te bezien of een aanvraag kan worden ingediend die valt binnen het subsidieplafond.

Artikel 14. Bevoorschotting

1. Het college verleent een voorschot van 50% van het verleende subsidiebedrag

2. De verlening van het voorschot geschiedt gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening

3. In het geval de beplanting niet door de gemeente beschikbaar wordt gesteld, wordt het voorschot binnen 6 weken na subsidieverlening betaalbaar gesteld, tenzij voor realisatie eerst een bestemmingsplanwijziging moet plaatsvinden, in dat geval wordt het voorschot uitgekeerd na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.

4. Het restant subsidiebedrag wordt betaalbaar gesteld binnen twee weken na vaststelling van de subsidie.

Artikel 15. Verplichtingen van de subsidieontvanger

1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening wordt een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Awb gesloten met initiatiefnemer. In deze overeenkomst worden in ieder geval afspraken gemaakt over:

a. Verplichtingen bij de uitvoering van de werkzaamheden

b. Het beheer en onderhoud van de landschapselementen

c. Bepalingen ten aanzien van de instandhouding van de/ het landschapselement(en)

2. Initiatiefnemer vraagt de benodigde vergunningen aan die noodzakelijk zijn om het initiatief te kunnen realiseren.

3. Om voor compensatie van grondafwaardering in aanmerking te komen stemt initiatiefnemer in met wijziging van de bestemming naar “Natuur”.

4. De initiatiefnemer dient het initiatief in eigen beheer uit te voeren.

Artikel 16. Verantwoording en vaststelling

De subsidieontvanger toont aan dat de werkzaamheden zijn verricht door facturen van aanleg en plantmateriaal en foto’s van realisatie te overleggen bij de aanvraag tot subsidievaststelling.

Tevens voegt de subsidieontvanger een ingevuld “Eigen Verklaring van uitgevoerde werkzaamheden Groene Opgave IJsselsprong Brummen” toe aan de aanvraag tot subsidievaststelling. Dit formulier wordt aan subsidieontvanger toegezonden, gezamenlijk met de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 17. Vaststelling

1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend voor 1 november 2025.

2. Een beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 18. Terugvordering

De subsidieontvanger is na de subsidievaststelling verplicht een teveel aan ontvangen voorschot onverwijld terug te betalen, indien de subsidievaststelling lager uitvalt dan het reeds uitbetaalde voorschot.

Artikel 19. Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze regeling in bijzondere gevallen leidt tot onevenredige gevolgen in verhouding tot de met deze regeling te dienen doelen kan het college afwijken van één of meerdere bepalingen uit deze regeling.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking één dag na publicatie.

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door de gemeente Brummen en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn verleend.

Artikel 21. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere subsidieregels Groene Opgave IJsselsprong

Ondertekening

Dit besluit is genomen tijdens de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 14 juli 2020.

Het college B&W van de gemeente Brummen.

Bijlage 1 Projectgebied (rode contour)

afbeelding binnen de regeling