Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsregeling

Geldend van 30-12-2010 t/m 31-12-2015

Intitulé

Bezoldigingsregeling

Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    CAR: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten;

  • b

    UWO: de landelijk overeengekomen uitwerkingsovereenkomst van de CAR;

  • c

    ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a, van de CAR;

  • d

    schaal:de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR, zoals opgenomen in bijlage IIa van die regeling;

  • e

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR;

  • f

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een schaal;

  • g

    uurloon:het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o, van de CAR;

  • h

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR;

  • i

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR, tenzij daar in deze regeling van wordt afgeweken;

  • j

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR;

  • k

    volledige betrekking:de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR;

  • l

    beoordeling:schriftelijk vastgelegd oordeel over de wijze waarop de ambtenaar zijn betrekking vervult en/of het gedrag van de ambtenaar tijdens de uitoefening van zijn functie;

  • m

    functiewaarderingsonderzoek: het op systematische wijze in rangorde plaatsen van betrekkingen;

  • n

    conversie:vertaling van de middels functiewaarderingsonderzoek gevonden rangorde naar schalen.

Artikel 2 Aard van de betrekking

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode. Het Georganiseerd overleg wordt op de gangbare manier bij het vaststellen van deze regels betrokken. De Ondernemingsraad wordt op de gangbare manier bij het vaststellen van de methode betrokken.

Artikel 3 Wijze van vervulling van de betrekking

Het college kan in nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van beoordelingen en de daarbij te hanteren methode. Het Georganiseerd overleg wordt op de gangbare manier bij het vaststellen van deze regels betrokken. De Ondernemingsraad wordt op de gangbare manier bij het vaststellen van de methode betrokken.

Artikel 4 Recht op salaris

Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van dan wel arbeidsovereenkomst met de ambtenaar ingaat. Indien daarbij geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 5 Gebroken tijdvakken

Als het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 6 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 7 Vaststelling van salaris

  • a

    Het college bepaalt op grond van artikel 9 van de Regeling Functiewaardering gemeente Brummen (met behulp van de conversietabel) per functiekarakteristiek de geldende schaal.

  • b

    Het college bepaalt met inachtneming van de wijze van functioneren en andere naar zijn oordeel relevante omstandigheden de voor de ambtenaar geldende schaal en daarbinnen het bedrag.

Afwijking van de conversie als bedoeld in het eerste lid beperkt zich tot de naast hogere of de naast lagere, bij de conversie gebruikte, schaal.

Indien de ambtenaar of de nog aan te stellen ambtenaar bij (de wijziging van) zijn aanstelling nog niet over voldoende kennis en / of ervaring beschikt, kan het college bepalen dat voor hem niet de schaal die voortvloeit uit de conversie zal gelden, maar de naast lagere schaal.

De situatie bedoeld in lid 3 en de afwijking naar beneden bedoeld in lid 2 duurt in principe maximaal 24 maanden. In uitzonderingsgevallen kan deze periode worden verlengd voor zolang uit beoordelingen blijkt dat plaatsing in de schaal voortvloeiend uit de conversie nog niet gerechtvaardigd is.

Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de CAR, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 8 Verhoging van het salaris

Het salaris van de ambtenaar wordt binnen de voor hem geldende schaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag, totdat het maximumsalaris is bereikt.

De periodieke verhogingen worden telkens na 12 maanden toegekend, de eerste keer met ingang van de eerste dag van de maand nadat het dienstverband 12 volle kalendermaanden heeft geduurd: de periodiekmaand.

De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichting, als bedoeld in artikel 3:7:2 van de UWO, wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn, wordt voor de toekenning van het salaris als diensttijd in aanmerking genomen.

Periodieke verhoging van salaris blijft achterwege als en voor zolang de ambtenaar onvoldoende functioneert, hetgeen moet blijken uit beoordelingen.

Artikel 9 Overwerkvergoeding

Ter uitvoering van artikel 3:2:1, lid 6, van de UWO hebben ambtenaren waarvan het salaris is vastgesteld in schaal 10 of hoger, of het salaris inclusief de toelagen bedoeld in artikel 13 en 15 hoger is dan het maximumsalaris van schaal 9, geen aanspraak op vergoeding voor overwerk..

Artikel 10 Consistentie

De gemeentesecretaris bewaakt de eenheid in de toepassing van flexibele beloning door voorafgaand aan zijn beslissingen voorstellen van managers in dit kader te bespreken in het managementteam.

Artikel 11 Gratificaties

Voor de toepassing van UWO artikel 15:1:28 kan aan de ambtenaar bij buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de betrekking naast een tevredenheidsbetuiging uitsluitend een bijzondere beloning worden toegekend in de vorm van een gratificatie. De gratificatie bedraagt ten minste € 100,00 netto en maximaal € 750,00 netto.

Artikel 12 Groepsgratificaties

Bij buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de betrekkingen kan een groep ambtenaren een bijzondere groepsbeloning worden toegekend: de groepsgratificatie.

De groepsgratificatie bestaat uit een verstrekking in natura die valt binnen de fiscale normen voor eindheffing over moeilijk individualiseerbaar loon.

Artikel 13 Arbeidsmarkttoelage

Aan de ambtenaar kan vanwege werving of behoud een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

De toelage wordt toegekend over een tevoren vastgesteld tijdvak, met een maximum van drie jaar.

De toelage bedraagt ten hoogste het verschil tussen het maximumsalaris van de schaal behorend bij de conversie en dat van de naast hogere, bij de conversie gebruikte, schaal.

Als de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog bestaat of herleeft, kan opnieuw een toelage worden toegekend.

Artikel 14 Extra verhoging van het salaris

Het tijdstip waarop een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd, als daartoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat. Bij de vervroegde toekenning wordt bepaald of deze ook leidt tot aanpassing van de periodiekmaand bedoeld in artikel 8, lid 2.

Het college kan de ambtenaar binnen de voor hem geldende schaal een hoger salaris toekennen als hij zijn betrekking en / of andere door het college van voldoende belang geachte werkzaamheden gedurende tenminste 12 achtereenvolgende maanden zeer goed of uitstekend heeft uitgevoerd, hetgeen moet blijken uit beoordelingen. Bij de toekenning wordt bepaald of deze ook leidt tot aanpassing van de periodiekmaand bedoeld in artikel 8, lid 2.

Artikel 15 Persoonlijke toelage

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage, als bedoeld in artikel 3:7:8 van de UWO, worden toegekend, als hij naar het oordeel van het college blijk heeft gegeven van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver. De toelage bedraagt ten hoogste het verschil tussen het maximumsalaris van de voor de ambtenaar geldende schaal en dat van de naast hogere, bij de conversie gebruikte, schaal.

De persoonlijke toelage maakt deel uit van de grondslag voor zowel de overwerkvergoeding als de eindejaarsuitkering.

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien uit beoordeling blijkt dat de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij het college van oordeel is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 16 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning wordt geen afbouwregeling toegepast.

Artikel 17 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de UWO.

Artikel 18 Toelage onregelmatige dienst (T.O.D.)

De vergoeding als bedoeld in artikel 3:3, lid 1, van de CAR, wordt uitgedrukt in een percentage van het voor de ambtenaar geldende uurloon.

Het percentage bedoeld in lid 1 bedraagt:

20%

voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur;

35%

voor de uren op zaterdag tussen 06.00 uur en 22.00 uur;

40%

voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur en tussen 22.00 uur en 24.00 uur

50%

voor de uren op zondag, op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1 derde lid van de UWO en op de lokaal vastgestelde feestdagen.

In bijzondere gevallen kan het college een regeling treffen, die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 19 Toelage beschikbaarheiddiensten

De vergoeding bedoeld in artikel 3:3:1 van de UWO wordt uitgedrukt in een toelage per uur.

De toelage bedraagt per uur beschikbaarheid 6% van het uurloon behorend bij het maximumsalaris van schaal 7.

Voor de beschikbaarheiddiensten wordt per jaar een rooster opgesteld door de leidinggevende. Bij het opstellen van het rooster wordt rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de belasting over de aangewezen ambtenaren, waaronder mede begrepen de beschikbaarheid tijdens zondagen en feestdagen.

Op basis van het rooster wordt de ambtenaar schriftelijk aangewezen.

Artikel 20 Afbouwtoelage

Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 18 en 19, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door het college een aflopende toelage toegekend, indien:

  • a

    die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelagen bedoeld in artikel 13 en 15, en

  • b

    de ambtenaar deze toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder onderbreking van meer dan twee maanden heeft genoten.

De afbouwtoelage als bedoeld in het eerste lid duurt maximaal 24 maanden en bedraagt: de eerste 6 maanden 100%, de tweede zes maanden 75%, de derde zes maanden 50% en de laatste 6 maanden 25% van de oorspronkelijke toelage.

Indien de blijvende verlaging als bedoeld in lid 1 ontstaat nadat de ambtenaar 55 jaar of ouder is en hij direct voorafgaand aan de verlaging de desbetreffende toelage zonder onderbreking tenminste 10 jaar heeft genoten, wordt hem een vaste afbouwtoelage van 75% toegekend.

Indien de ambtenaar 55 jaar wordt tijdens de afbouwperiode bedoeld in lid 2 en hij direct voorafgaand aan de verlaging bedoeld in lid 1 de desbetreffende toelage zonder onderbreking tenminste 10 jaar heeft genoten, wordt hem een vaste afbouwtoelage toegekend ter hoogte van het afbouwpercentage dat op hem van toepassing is op de dag waarop hij 55 jaar wordt.

De grondslag voor het af te bouwen bedrag is het gemiddelde van de toelage over de 12 volle kalendermaanden voorafgaand aan de datum waarop de blijvende verlaging bedoeld in lid 1 is ingegaan.

Artikel 21 EHBO- en BHV-toelage

Aan de ambtenaar, die is aangewezen om ten dienste van de gemeente als EHBO-er of bedrijfshulpverlener werkzaamheden te verrichten, ontvangt daarvoor per maand een bruto vergoeding ter grootte van 1% van het laagste salarisbedrag in schaal 5.

Artikel 22 Vergoeding voor verkochte en gekochte vakantie-uren

Voor de toepassing van de vergoeding als bedoeld in artikel 4a:1, vijfde lid en artikel 4a:2, vierde lid van de CAR, wordt “het salaris per uur” vervangen door “bezoldiging per uur”, waarbij onder bezoldiging wordt verstaan: de som van het salaris en de toelagen bedoeld in artikel 13 en 15, vermeerderd met de som van de percentages van de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering.

Artikel 23 Refertetijdvak

Het refertetijdvak bedoeld in artikel 7:8:1 van de UWO omvat de twaalf volle kalendermaanden, gelegen voor de maand waarin de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid als bedoeld in artikel 7:3 van de CAR is ontstaan. Voor zover het dienstverband van de ambtenaar nog geen twaalf volle kalendermaanden heeft geduurd, bedraagt het refertetijdvak het aantal volle maanden dat het dienstverband heeft geduurd.

Artikel 24 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 25 Overgangsvoorziening

Aan ambtenaren voor onbepaalde tijd toegekende persoonlijke toelagen en arbeidsmarkttoelagen op grond van de Bezoldigingsverordening 1984 gemeente Brummen, c.q. het in het verleden gevoerde beloningsbeleid, worden bij wijze van garantie gehandhaafd.

Artikel 26 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als “Bezoldigingsregeling gemeente Brummen” en treedt in werking op 1 juni 2005. Artikel 22 van deze regeling treedt in werking te rekenen van 1 januari 2005. De “Bezoldigingsverordening 1984 gemeente Brummen” vervalt door intrekking per 1 juni 2005.