Regeling vervallen per 01-01-2018

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels voor jeugdhulp Nadere regels jeugdhulp gemeente Brunssum 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp Gemeente Brunssum 2017

Het college van de gemeente Brunssum

overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ten aanzien van de overige voorzieningen, de individuele voorzieningen, het persoonsgebonden budget en de verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering;

gelet op de artikel 2:9 Jeugdwet, artikel 149 Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 2 lid 3 en  18 van de Verordening Jeugdhulp Gemeente Brunssum 2015;

 b e s l u i t :

vast te stellen de Nadere regels Jeugdhulp Gemeente Brunssum 2017.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    Verordening: de Verordening Jeugdhulp Gemeente Brunssum 2015

  • 2. De begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en/of de Algemene wet bestuursrecht en/of de Verordening, tenzij anders is aangegeven.

Artikel 2. Vormen van jeugdhulp

  • 1. De overige voorzieningen die op basis van artikel 2.1 van de verordening beschikbaar zijn, zijn:

    • (School)maatschappelijk werk

    • Jeugdgezondheidszorg/consultatiebureau

    • Jeugd- en jongerenwerk

    • Het sociaal wijkteam (probleemverheldering en advisering)

  • 2. De beschikbare individuele voorzieningen zijn alle vormen van jeugdhulp die in 2014 beschikbaar waren met een indicatiebesluit of verwijzing.

Artikel 3. Persoonsgebonden budget

  • 1. Voor professionele zorg in het kader van persoonlijke verzorging en het bieden van begeleiding gelden de volgende maximum tarieven:

    • -

      Persoonlijke verzorging: € 28,91 per uur;

    • -

      Begeleiding individueel: € 38,35 per uur;

    • -

      Begeleiding groep zonder vervoer: € 11,86 per uur (€ 47,40 per dagdeel);

    • -

      Begeleiding groep met vervoer: € 13,27 per uur ( € 53,10 per dagdeel);

    • -

      Kortdurend verblijf: € 108,07 per etmaal (max 3 etmalen per week).

  • 2. Voor niet-professionals is het tarief gelijk aan 75% van het tarief voor professionals. Met uitzondering van kortdurend verblijf waarvoor het tarief voor niet-professionals gelijk is aan 50% van het tarief voor professionals. Voor niet professionele zorg gelden de volgende maximum tarieven:

    • -

      Persoonlijke verzorging: € 21,69 per uur;

    • -

      Begeleiding individueel: € 28,76 per uur.

    • -

      Kortdurende verblijf: € 54,04 per etmaal (max 3 etmalen per week).

      Er worden geen tarieven vastgesteld voor niet professionele zorg in het kader van groepsbegeleiding (met of zonder vervoer) omdat er van uit gegaan wordt dat deze zorg niet geleverd wordt door een niet professional.

  • 3. Indien het pgb meerdere componenten bevat dan enkel personele kosten, zal in voorkomende gevallen over de hoogte van het pgb op basis van gegevens van de betreffende zorgaanbieder expliciet besloten worden door het college.

Artikel 4. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

  • 1. Met iedere instelling met wie een dienstverleningsovereenkomst wordt gesloten, worden prijsafspraken gemaakt op basis van de voor die instelling geldende historische gemiddelden. Daardoor wordt rekening gehouden met de in de verordening bij artikel 14 genoemde aspecten.

  • 2. Om de kosten te verlagen, wordt voor iedere instelling een kortingspercentage toegepast. Betaling vindt plaats op basis van een prijs per eenheid en in de dienstverleningsovereenkomst wordt de prijs vastgelegd.

  • 3. Om de instellingen enige mate van flexibiliteit te geven, worden de eenheden vormgegeven als arrangementen. Dit houdt in dat er een tarief wordt gekoppeld aan een in te zetten zorgvorm (arrangement) per cliënt per jaar. Om een eenduidige systematiek te hanteren worden voor zorgaanbieders dezelfde arrangementen gehanteerd, zijnde:

    • -

      Dyslexie diagnose

    • -

      Dyslexie behandeling

    • -

      Begeleiding individueel

    • -

      Begeleiding groep

    • -

      Behandeling individueel

    • -

      Behandeling groep

    • -

      Begeleide omgangsregeling (BOR)

    • -

      Logeren

    • -

      Pleegzorg

    • -

      Verblijf

    • -

      Crisis ambulant (individueel)

    • -

      Crisis (gezinsaanpak)

    • -

      Crisis verblijf

    • -

      Regie (betrokken)

    • -

      Regie (onafhankelijk)

  • Daarnaast worden bovenstaande arrangementen per 2017 onderverdeeld in subarrangementen. Bij de indeling van een arrangement in subarrangementen zijn drie factoren bepalend: de intensiteit van de hulp, de complexiteit van het probleem en de duur van de hulp. Voor de indeling die in 2017 gehanteerd gaat worden is de intensiteit gekoppeld aan de complexiteit (het niveau en de mate van inzet van hulp hangt in hoge mate af van de complexiteit van het probleem) afgezet tegen de duur (in maanden). De complexiteit wordt per arrangement ingedeeld in de subarrangementen: laag, midden en hoog.

    De kenmerken die relevant zijn om de indeling in laag, midden of hoog te kunnen maken zijn uitgewerkt in de arrangementsbeschrijvingen. Het gaat dan om:

    • -

      Mate van problematiek van cliënt (enkelvoudig, meervoudig, complex)

    • -

      Mate van aanwezigheid beschermende factoren (sociale omgeving, IQ)

    • -

      Mate van zelfstandigheid van cliënt

    • -

      Mate van planbaarheid van de zorg

    • -

      Mate van kindgebonden veiligheidsrisico’s

    • -

      Mate van ‘hardnekkigheid’ van problematiek (intergenerationeel, zorgmijdend)

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 onder gelijktijdige intrekkingvan de “Nadere regels jeugdhulp gemeente Brunssum 2016” zoals vastgesteld in november 2015.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp gemeente Brunssum 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het College van de Gemeente Brunssum op 13 december 2016.
De Burgemeester, De Secretaris,

TOELICHTING

Algemeen

Deze nadere regels geven aan hoe de Verordening Jeugdhulp gemeente Brunssum 2015 ten uitvoer zal worden gebracht. Bij een beperkt aantal artikelen in de verordening is aangegeven dat het college nadere regels zal vaststellen. Enkel deze betreffende artikelen zullen in deze nadere regels geëxpliciteerd worden. De keuze om de nadere regels beperkt te houden, komt voort uit het feit dat er door de decentralisatie jeugdzorg een totaal nieuw complex speelveld jeugdhulp zal gaan ontstaan, waardoor vooraf te veel inperken door strakke regelgeving niet wenselijk of werkbaar is.

Het jaar 2015 is een ervaringsjaar waarin in het nieuwe systeem de behoefte aan nadere regelgeving helder moet worden. Vanuit die ervaring en behoefte zullen de nadere regels indien nodig verder aangevuld worden. Dit betekent ook dat de beschrijving van de nadere regels als groeidocument gezien moet worden.

Artikelsgewijs

Ad Artikel 1

Hier worden de begripsbepalingen gehanteerd die ook in de verordening ten grondslag liggen. Voor de artikelsgewijze toelichting wordt dan ook naar de verordening verwezen.

Ad Artikel 2

In dit artikel wordt toegelicht welke vormen van overige voorzieningen en individuele voorzieningen er zijn. Overige voorzieningen zijn vrij toegankelijk wat wil zeggen dat er geen beschikking van de gemeente nodig is om op deze ondersteuning een beroep te doen. Veelal betreft het vormen van jeugdhulp die reeds voor de decentralisatie van de jeugdhulp onder verantwoordelijkheid van de gemeenten werden uitgevoerd. Het betreft veelal kortdurende en weinig intensieve hulp, met een preventief karakter. Onder preventief wordt in deze context verstaan het voorkómen van (verergering van) problemen.

 

De individuele voorzieningen zijn niet vrij toegankelijk: er is een beschikking nodig van de gemeente, danwel een verwijzing door een daartoe bij wet bevoegde functionaris/instantie, zoals de huisarts of de gecertificeerde instelling. Het uitgangspunt om te bepalen welke hulp onder de individuele voorzieningen valt, is uitgaan van dezelfde criteria die ook voor de decentralisatie van de jeugdhulp gelden. In het schema op de volgende pagina wordt toegelicht hoe de situatie voor en na de decentralisatie er uit ziet.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Een bijzondere individuele voorziening is de JeugdzorgPlus, ook wel gesloten jeugdzorg genaamd. Gemeenten kunnen hier namelijk geen beschikking voor afgeven. Plaatsing in een instelling voor JeugdzorgPlus kan enkel met een machtiging van de kinderrechter.

Ad Artikel 3

Dit artikel bepaalt op welke wijze de hoogte van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld. Daarbij gaat het om jeugdhulp i.c. om tarieven voor dienstverlening. De hoogte van het persoonsgebonden budget is gebaseerd op de bruto pgb tarieven die het College voor Zorgverzekeringen heeft verstrekt.

 

Indien een niet-professional, zoals iemand uit het eigen netwerk, jeugdhulp kan bieden, dan wordt de hoogte van het pgb vastgesteld op 75% van het bedrag voor de in die situatie passende jeugdhulp door een professional. In het geval van kortdurend verblijf is dit percentage 50% in plaats van 75%.

 

Een pgb zal vooral ingezet worden voor de bekostiging van ambulante/poliklinische zorg en dan betreffen de kosten enkel de personele kosten. Indien een pgb gebruikt wordt voor de bekostiging van verblijf, dan komen er componenten als huisvestingskosten en verzorgingskosten bij. In voorkomende gevallen zal telkens naar maatwerk gezocht worden en op basis van gegevens van de beoogde zorgaanbieder de hoogte van het pgb vastgesteld worden.

 

Kader “gebruikelijke hulp” inzake jeugdhulp door een niet-professional uit het eigen netwerk Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die ouders geacht worden aan hun kinderen te bieden. Voor kinderen geldt dat ouders hun minderjarige kinderen (tot 18 jaar) behoren te verzorgen, op te voeden en toezicht aan hen te bieden, ook als er sprake is van een kind met een ziekte, aandoening of beperking. Er is sprake van bovengebruikelijke zorg, als de voor het kind noodzakelijke zorg op het gebied van verzorging, verpleging en begeleiding uitgaat boven de zorg die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft. De eigen kracht van de jeugdige en zijn ouders staan voorop. Als er jeugdhulp wordt verzocht voor taken waarvan het “gebruikelijk” is dat ouders dit zelf oppakken hoeft de gemeente geen jeugdhulp toe te kennen. De mogelijkheden van de ouders worden dan toereikend geacht.

Bij de boordeling of er sprake is van gebruikelijk hulp of niet wordt er middels een afwegingskader naar een aantal criteria gekeken: o.a. de leeftijd van het kind, en de aard, frequentie en benodigde tijd voor de zorghandelingen. Het betreft een samenhangende beoordeling waarbij bovenstaande criteria in samenhang worden getoetst waarbij een zorgvuldige individuele afweging wordt gemaakt. Er is altijd sprake van maatwerk.  

Ad Artikel 4

Dit artikel geeft weer welke eisen er worden gesteld aan zorginstellingen die jeugdhulp bieden.

De kwaliteitseisen die in de Wet staan, gelden onverkort voor de jeugdhulpinstellingen met wie een contract gesloten is, danwel die middels een pgb betaald zullen worden:

 

Jeugdhulpaanbieders:

 

  • 1.

    hebben de verplichting om verantwoorde hulp te bieden;

  • 2.

    moeten zich zo organiseren en voorzien van kwalitatief en kwantitatief personeel, dat verantwoorde hulp kan worden geboden (norm van de verantwoorde werktoedeling);

  • 3.

    moeten werken met een familiegroepsplan, hulpverleningsplan of plan van aanpak;

  • 4.

    dienen een kwaliteitssysteem te hebben; (Dat aansluit bij de omvang van de organisatie en de soort hulp die verleend wordt (MvT Jeugdwet)

  • 5.

    moeten werken met medewerkers die beschikken over een VOG;

  • 6.

    dienen een verplichte meldcode vast te stellen en toe te passen voor huiselijk geweld en kindermishandeling;

  • 7.

    hebben een meldplicht bij een calamiteit;

  • 8.

    hebben een meldplicht geweld bij de verlening van jeugdhulp;

  • 9.

    hebben beschikking over een klachtencommissie;

  • 10.

    moeten beschikken over een cliëntenraad;

  • 11.

    vragen toestemming voor verlening jeugdhulp;

  • 12.

    hebben de verplichting om een vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen.

  • 13.

    Professionals dienen BIG danwel SKJ geregistreerd te zijn

Indien professionalss niet BIG danwel SKJ geregistreerd zijn, is uitzondering mogelijk indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de kwaliteit van de hulp geborgd is.  

  

Aanvullende kwaliteitseisen die in de dienstverleningsovereenkomst zijn gesteld betreffen het werken volgens 1 Gezin 1 Plan 1 Regisseur en met behulp van de Zelfredzaamheidsmatrix, lokale binding van de jeugdhulpaanbieder en inzet van personeel ten behoeve van cq. meewerken aan gezamenlijke ontwikkelingen en innovatie.

Ad Artikel 5

Dit artikel spreekt voor zich.