Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent speelautomatenhallen Verordening speelautomatenhallen Brunssum

Geldend van 22-07-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen Brunssum

De Raad der Gemeente Brunssum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 juni 2010, dienst/afdeling Alg. jur. En org. zaken, nr. 2010/9067;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet

Besluit: Vast te stellen de Verordening speelautomatenhallen Brunssum

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet. de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit. KB van 23 mei 2000;

  • c.

    speelautomaat. een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middelijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat. een speelautomaat waarvan:

    • 1:

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2:

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • g.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelauto-matenhal is belast;

  • i.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. Het is verboden personen de toegang tot de speelautomatenhal te verlenen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, danwel waarvan niet op deugdelijke wijze is vastgesteld dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt.

  • 3. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

Artikel 3

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van koophandel en fabrieken;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

Artikel 4

  • 1 De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij deaanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

  • 2 Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 5

  • 1 De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet over- draagbaar.

  • 2 In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3 Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

Artikel 6

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • 1.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkel-buurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • 6.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beper-kingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

Artikel 9

  • 1 Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2 In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3 Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10

De opsporing van strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 11

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met hettoezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening; c. die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van hetbepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als: "verordening speelautomatenhallen Brunssum".

Artikel 13

  • 1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 2. Alsdan vervalt de "verordening speelautomatenhallen Brunssum", zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 23 januari 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 juli 2010;
de raad van Gemeente Brunssum;
,voorzitter.
,griffier.