Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent gevonden en verloren voorwerpen Beleidsregels gevonden en verloren voorwerpen, gemeente Brunssum 2014

1. Van een gevonden of verloren voorwerp kan via de website of in het gemeentehuis te Brunssum, tijdens openingstijden, aangifte worden gedaan.

2. De aangewezen ambtenaar registreert het gevonden of verloren voorwerp na aangifte, waarbij het voorwerp zo nauwkeurig en gedetailleerd mogelijk wordt omschreven. De vinder ontvangt een bewijs van aangifte.

3. Geen registratie vindt plaats van gevonden of verloren voorwerpen, die zich naar hun aard hiervoor niet lenen of waarop andere regelgeving van toepassing is.

4. Als aangifte wordt gedaan van een gevonden voorwerp dat vermoedelijk met een misdrijf te maken heeft, neemt de aangewezen ambtenaar contact op met de politie. Afhankelijk van het gevonden voorwerp en de uitkomst van het contact met de politie, registreert de ambtenaar het gevonden voorwerp en neemt deze het voorwerp in bewaring.

5. Indien aangifte wordt gedaan van een verloren voorwerp, beziet de ambtenaar bij de aangifte of het voorwerp als gevonden is geregistreerd. Is dit niet het geval, dan wordt het voorwerp als verloren geregistreerd. Indien aangifte wordt gedaan van een gevonden voorwerp, beziet de ambtenaar bij aangifte of het voorwerp als verloren is geregistreerd. Is dit niet het geval, dan wordt het voorwerp als gevonden geregistreerd.

1. Het gevonden voorwerp wordt aan de gemeente in bewaring gegeven, tenzij de vinder hiertegen bezwaar maakt en wetgeving zich niet tegen verzet tegen het thuis bewaren van het voorwerp.

2. Een gevonden voorwerp met een waarde tot € 450,- wordt voor een periode van 3 maanden bewaard.

3. Een gevonden voorwerp met een waarde boven € 450,- wordt voor een periode van één jaar bewaard.

4. De in het derde en vierde lid bedoelde bewaringstermijn begint te lopen vanaf de datum van registratie.

1. 1.De aangewezen ambtenaar bepaalt de waarde van het gevonden voorwerp. In geval van twijfel wordt de waarde bepaald door het afdelingshoofd Burgerzaken, met goedkeuring van afdelingshoofd Facilitaire Zaken, die desgewenst worden bijgestaan door een ter zake deskundige.

In geval van twijfel over de waarde van het gevonden voorwerp zal het voorwerp in ieder geval gedurende een jaar bewaard worden alsof het een waarde heeft van meer dan € 450,-.

1. Dieren die zijn gevonden, worden niet geregistreerd door de gemeente maar ondergebracht bij het aangewezen asiel.

2. Goederen zoals bijvoorbeeld vuurwapens, munitie en verdovende middelen, draagt de ambtenaar onmiddellijk over aan de politie.

3. Legitimatiebewijzen vallen niet onder het toepassingsbereik van deze beleidsregel. Op grond van de Paspoortwet en Paspoortuitvoeringsregeling Nederland dient van vermissing aangifte te worden gedaan bij de politie. Een gevonden legitimatiebewijs dient bij de gemeente te worden ingeleverd en zal conform de daarvoor geldende procedure worden behandeld.

1. Publicatie van gevonden voorwerpen vindt periodiek plaats op de website van de gemeente Brunssum

2. Van verloren voorwerpen wordt geen publicatie gedaan.

1. Een claimant kan zich melden bij het gemeentehuis in Brunssum om te verzoeken voor teruggave van een gevonden voorwerp binnen 1 maand na verstrijking van de in artikel 4 genoemde bewaartermijn.

2. Een gevonden voorwerp wordt niet teruggegeven, als:

• a.

  De ambtenaar niet objectief kan vaststellen dat de claimant de rechthebbende eigenaar van het voorwerp is;

• b.

  Het gevonden voorwerp na registratie gevorderd wordt door de politie in verband met een vermoedelijk misdrijf.

3. Een gevonden voorwerp wordt niet teruggegeven, als de claimant c.q. rechthebbende zich niet legitimeert en/of geen bewijs van aangifte kan overleggen. De claimant dient voor ontvangst van het voorwerp te tekenen.

4. Een bij de gemeente in bewaring gegeven gevonden voorwerp waarvan de bewaringstermijn en de termijn, zoals bedoeld in artikel 8 lid 1 van deze beleidsregel, is verstreken, wordt niet meer teruggegeven aan de claimant c.q. de rechthebbende, maar vervalt aan de gemeente.

1. Voorwerpen die aan de gemeente in bewaring zijn gegeven, die niet binnen de bewaringstermijn worden geclaimd, vervallen aan de gemeente. Het staat de gemeente dan vrij om deze voorwerpen te verkopen, aan derden te schenken of te vernietigen.

2. Indien voorwerpen, die aan de gemeente in bewaring zijn gegeven, binnen de bewaringstermijn worden geclaimd, moet de claimant of rechthebbende de kosten van bewaring voldoen aan de gemeente. Indien deze kosten niet binnen een maand na het verzenden van de factuur zijn voldaan, mag de gemeente deze voorwerpen alsnog verkopen, aan derden schenken of vernietigen.

1. Bij het bepalen van de hoogte van de kosten van bewaring hanteert het college als algemene richtlijn dat voor zaken die minder dan 1 m3 in beslag nemen, geen kosten in rekening worden gebracht. Voor zaken die meer dan 1 m3 in beslagen nemen wordt € 2,- per dag bewaringskosten in rekening gebracht, tenzij de kostprijs van bewaring en/of transport aantoonbaar hoger is. In dat geval zal de kostprijs in rekening worden gebracht.

2. De kosten van bewaring, onderhoud, transport of andere noodzakelijke kosten tot behoud van het voorwerp, dienen door de claimant op een door het college te bepalen wijze te worden voldaan.

3. De gemeente verstrekt aan de claimant een overzicht van de in het eerste lid genoemde kosten en stelt hem daarbij in de gelegenheid om de kosten binnen een maand te voldoen nadat ze hem zijn opgegeven.

4. Onverminderd het gestelde in artikel 9 van deze beleidsregel wordt de afgifte van de zaak opgeschort zolang de in het eerste lid bedoelde kosten niet zijn voldaan.

5. Bewaart de claimant het voorwerp thuis, conform de uitzondering zoals bepaalt in artikel 4 lid 1 van deze beleidsregel, dan worden er geen kosten van bewaring door het college in rekening gebracht. Door de claimant kan geen beroep worden gedaan op een vergoeding door het college, indien het voorwerp thuis wordt bewaard.