Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent belasting reclame Verordening reclamebelasting gemeente Brunssum 2018

Geldend van 30-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent belasting reclame Verordening reclamebelasting gemeente Brunssum 2018

De Raad van de gemeente Brunssum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.6 november 2017, afdeling Financiën & Control,

nr.765674;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING GEMEENTE BRUNSSUM 2018’.

(Verordening reclamebelasting gemeente Brunssum 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    opschriften: openbare aankondiging in letter(s) of symbolen, logo’s en kleuren, voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan;

  • b.

    reclameobject: een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg als bedoeld in artikel 227 van de Gemeentewet;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • d.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • e.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;

  • f.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • g.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van de gemeente Brunssum zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart (bijlagenr. 765915).

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging die is aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door tussenkomst van een exploitant, zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening, geheven van die exploitant.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn aangebracht in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 453,10 per jaar voor één of meer openbare aankondigingen die worden aangetroffen per vestiging, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2. Reclameobjecten behoren tot één bouwwerk en daarmee tot één vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht bij het begin van het belastingtijdvak bestaat of aanvangt, wordt de reclamebelasting naar het jaartarief geheven.

  • 4. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, wordt de reclamebelasting naar het maandtarief geheven.

  • 5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar maandtarief geheven reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de reclamebelasting naar jaartarief is geheven, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 7. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt en de reclamebelasting naar maandtarief is geheven, bestaat aanspraak op ontheffing voor de nog resterende volle kalendermaanden van het jaar, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 8 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die uitsluitend het openbaar belang dienen;

  • b.

    die door politieke partijen zijn aangebracht;

  • c.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • d.

    door of namens publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • e.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • f.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • g.

    aangebracht op een voertuig;

  • h.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • i.

    die door (semi)overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • j.

    die zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woonruimten, roerende bedrijfsruimten of onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren ruimte of zaak;

  • k.

    op parasols en terrasschotten;

  • l.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • m.

    zijnde vlaggen zonder commercieel of bedrijfsmatig oogpunt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Overgangsrecht

De ‘Verordening reclamebelasting 2017’ van 13 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting gemeente Brunssum 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 12 december 2017

De voorzitter,

de griffier,

Bijlage 1 Kaart behorende bij verordening reclamebelasting gemeente Brunssum 2018

afbeelding binnen de regeling