Verordening Declaratiefonds Participatie

Geldend van 05-04-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening Declaratiefonds Participatie

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rechthebbende: de inwoner van Bunnik van 18 jaar en ouder, niet zijnde een student, en zijn gezin met een inkomen dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm en een vermogen dat niet hoger is dan het vrij te laten bescheiden vermogen volgens de bepalingen van de Wet werk en bijstand;

    • b.

      gezinslid: de partner en/of de kinderen van 4 tot en met 17 jaar van de rechthebbende;

    • c.

      Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik.

Artikel 2. Sportieve, sociaal-culturele activiteiten en peuterspeelzaalwerk

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van deelname aan in georganiseerd verband gehouden sportieve en sociaal-culturele activiteiten in de gemeente Bunnik.

    • a.

      Als zodanig aangewezen georganiseerde verbanden worden aangemerkt de in de gemeentegids van Bunnik aangehaalde organisaties, waaronder begrepen de het zwembad, alsmede culturele organisaties en instellingen op het gebied van sociaal-culturele activiteiten.

    • b.

      Als georganiseerd verband wordt mede aangemerkt een buiten de gemeente Bunnik gevestigde organisatie, voor zover de activiteiten niet binnen de gemeente Bunnik zijn georganiseerd.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor de kosten van zwemlessen die niet over het zwemdiploma A, B of C beschikken.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor de kosten van peuterspeelzaalwerk ten behoeve van de ten laste komende kinderen tot en met 4 jaar die een peuterspeelzaal bezoeken.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende een bijdrage verstrekken in de kosten van een abonnement van de Openbare Bibliotheek.

Artikel 3. Bijdrage

  • 1. De bijdrage wordt vastgesteld per rechthebbende.

  • 2. De hoogte van de bijdrage in de kosten zoals bedoeld in artikel 2 bedraagt maximaal € 118,00 per gezinslid per kalenderjaar.

Artikel 4. Aanspraak op een voorziening

  • 1. Een aanvraag ingevolge het declaratiefonds wordt uiterlijk voor 31 december van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders middels een door het bestuursorgaan vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Op de aanvraag wordt binnen 8 weken na ontvangst beslist.

  • 3. De beslissing van burgemeester en wethouders op de aanvraag wordt, schriftelijk en met redenen omkleed, medegedeeld aan de aanvrager.

Artikel 5. Betaalbaarstelling

  • 1. Betaalbaarstelling van de bijdrage als bedoeld in artikel 3 vindt plaats na toekenning van de bijdrage op basis van declaratie.

  • 2. De declaratie als bedoeld in lid 1 bestaat uit een kopie van het betalingsbewijs, dan wel het verzoek van de organiserende vereniging, voorzien van een machtiging van de rechthebbende om de kosten van deelname rechtstreeks over te maken naar de vereniging.

  • 3. Declaraties kunnen worden ingediend tot uiterlijk 2 maanden na afloop van het kalenderjaar.

  • 4. Betaalbaarstelling vindt plaats binnen 4 weken na ontvangst van de declaratie.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Beleid

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 8. Indexering

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de hoogte van de bijdrage opnieuw vaststellen.

Artikel 9. Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Declaratiefonds Participatie 2004.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2004.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 oktober 2004.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Toelichting op de verordening sportieve en culturele activiteiten

Algemeen

Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Bunnik voor minima kent. Deze verordening vervangt de verordening Participatiefonds zoals deze gold tot 1 januari 2004.

Per 1 januari 2012 is de Wet werk en bijstand op onderdelen aangescherpt. Daarmee is de inkomensgrens voor minimabeleid landelijk vastgelegd op maximaal 110 % van het geldende sociale minimum. Op 22 maart 2012 heeft de Gemeenteraad van Bunnik daarom de Verordening Declaratiefonds Participatie op dat punt gewijzigd; de grens om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Declaratiefonds is verlaagd van 115 % naar 110%.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Minima met een inkomen tot en met 110 % van de voor hen geldende bijstandsnorm en een vermogen dat lager is dan het vrij te laten bescheiden vermogen op grond van de Wet werk en bijstand kunnen in aanmerking komen voor een voorziening.

Artikel 2. Sociaal-culturele activiteiten en sport

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sportieve en culturele activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaats vinden. De rechthebbende of zijn ten laste komende kinderen dienen lid of contribuant te zijn van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting. De rechthebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten.

Burgemeester en wethouders kunnen verder een bijdrage verstekken in de kosten van zwemlessen voor zover de rechthebbende niet beschikt over een zwemdiploma A, B en C. Verder kunnen de kosten van peuterspeelzaalwerk, lidmaatschap van de Openbare Bibliotheek en een abonnement op een dagblad op grond van deze regeling worden gedeclareerd. Burgemeester en wethouders verstrekken de bijdrage als de rechthebbende heeft aangetoond dat hij de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt.

Artikel 3. Bijdrage

Per persoon verstekken burgemeester en wethouders maximaal € 118,00 per subsidiejaar. De totale bijdrage wordt per gezin vastgesteld en is vrij besteedbaar. Dat betekent dat binnen het gezin geschoven kan worden met de middelen.

Artikel 4 en 5.Aanvraag en declaratie

Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Declaraties kunnen worden ingediend tot en met het eerste kwartaal na het subsidiejaar. Wanneer derechthebbende niet in staat is de kosten van deelname aan sociaal-culturele activiteiten en sport vooraf te betalen, kan de declaratie ingediend worden door de organiserende vereniging. De rechthebbende dient hiertoe wel een machtiging af te geven aan de organiserende vereniging.