Regeling vervallen per 25-07-2019

Verordening voorzieningen raadsleden en fractieassistenten 2012

Geldend van 07-06-2012 t/m 24-07-2019

Intitulé

VERORDENING VOORZIENINGEN RAADSLEDEN EN FRACTIEASSISTENTEN 2012

De raad van de gemeente Bunnik;

gelet op de artikelen 33, 95, 97 108, 147 en 149 van de Gemeentewet,

gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening voorzieningen raadsleden en fractieassistenten 2012

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Bunnik;

  • b.

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • c.

    griffier: de griffier bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • d.

    gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

  • e.

    fractie: het lid (of de gezamenlijke leden) van een politieke groepering, dat (die) namens deze groepering zitten heeft (hebben) in de raad;

  • f.

    fractieassistent: een persoon, niet zijnde een raadslid, die op voordracht van zijn of haar fractie is benoemd door de raad om een fractie bij te staan bij het verrichten van haar werk ten behoeve van de raad;

  • g.

    seniorenconvent:het overleg van voorzitters van fracties en de voorzitter van de raad;

  • h.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244, zoals dat sindsdien is gewijzigd;

  • i.

    Circulaire van het Ministerie van BZK: jaarlijks vastgestelde circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, ter uitvoering van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

  • j.

    Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;

  • k.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • l.

    Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424;

  • m.

    Open Huis: activiteiten voorafgaand aan en ter voorbereiding van de vergadering van de raad, zoals bedoeld in het Reglement van het Open Huis;

  • n.

    Reglement van het Open Huis: het Reglement van het Open Huis zoals is vastgesteld op 2 oktober 2008 en 25 februari 2010 of zoals dat op enige latere datum is herzien.

Hoofdstuk II Geldelijke voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid, van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat bedrag door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoeding, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. Aan het raadslid worden ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente voor het volgen van een cursus, congres, seminar of symposium volgens artikel 7 vergoed.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • ·

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten.

    • ·

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 4. De aanvraag voor de in dit artikel bedoelde kostenvergoeding wordt ingediend bij de griffier. De kosten komen voor rekening van de gemeente als naar het oordeel van de griffier wordt voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding daarvan.

Artikel 6 Verblijfskosten

  • 1. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. De aanvraag voor de in dit artikel bedoelde kostenvergoeding wordt ingediend bij de griffier. De kosten komen voor rekening van de gemeente als naar het oordeel van de griffier wordt voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding daarvan

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang gevolgd worden komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast jaarlijks bedrag per raadszetel.

  • 3. De hoogte van het in het vorige lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks door de raad vastgesteld door middel van vaststelling van de betreffende begrotingspost.

  • 4. De kosten komen voor rekening van de gemeente als naar het oordeel van de griffier deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

De gemeente stelt een computer beschikbaar in de fractiekamer van het gemeentehuis voor gebruik van de raadsleden. Verder stelt de gemeente geen persoonlijke faciliteiten beschikbaar.

Artikel 9 Kinderopvang

De gemeente stelt geen vergoeding ter beschikking voor eventuele kosten van kinderopvang.

Artikel 10 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 11 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot een bedrag van de bedoelde korting.

  • 2. Indien het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en na de toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslidmaatschap ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 12 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is overeenkomstig van toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Hoofdstuk III Ambtelijke bijstand aan raadsleden

Artikel 13 Verzoek om ambtelijke bijstand

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend verzoekt de griffier de gemeentesecretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 14 Weigering van ambtelijke bijstand

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier (op grond van artikel 14 eerste lid en onder a en b) of de gemeentesecretaris (op grond van artikel 14, eerste lid en onder c) ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      de gevraagde bijstand dermate omvangrijk is, dat deze niet ingepast kan worden binnen de reguliere werkzaamheden van de ambtenaar.

  • 2. De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 15 Besluit van de burgemeester over geweigerde ambtelijke bijstand

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de gemeentesecretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 16 Niet tevreden over verleende bijstand

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de gemeentesecretaris.

  • 2. Indien overleg met de gemeentesecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 17 Geheimhouding

  • 1. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van de gegeven informatie geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van de gegeven informatie wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Hoofdstuk IV. Fractieassistenten

A. Algemene bepalingen

Artikel 18 Benoeming en beëindiging

  • 1. De raad kan ten behoeve van iedere politieke groepering of combinatie van zodanige politieke groepering maximaal twee fractieassistenten benoemen. De benoeming geschiedt op voordracht van de fractie.

  • 2. Een kandidaat fractieassistent dient te zijn vermeld op de kieslijst van de politieke groepering die de fractie vertegenwoordigt.

  • 3. Ingeval op de kieslijst geen persoon als kandidaat fractieassistent beschikbaar is, kan van het bepaalde in het vorige lid worden afgeweken, mits deze persoon op basis van zijn geloofsbrieven door de raad als kandidaat fractieassistent wordt toegelaten.

  • 4. Een fractieassistent dient te voldoen aan de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet, aan het Reglement van het Open Huis, alsmede aan de ‘Gedragscode bestuurlijke integriteit raadsleden en fractieassistenten niet zijnde raadslid gemeente Bunnik’.

  • 5. Met het eindigen van een zittingsperiode van de raad vervallen de benoemingen van alle fractieassistenten.

  • 6. Bij het voortijdig neerleggen van een fractieassistentschap kan de raad voor de resterende periode een nieuwe fractieassistent benoemen.

  • 7. De benoeming van de fractieassistent gaat vergezeld van een schriftelijke en ondertekende verklaring van de fractieassistent. Deze verklaring hoort als bijlage bij deze verordening.

  • 8. Een fractieassistent kan zijn functie voortijdig neerleggen door middel van een schriftelijke en ondertekende mededeling aan de voorzitter van de raad.

Artikel 19 Rechten en plichten van de fractieassistent

  • 1. De fractieassistent ondersteunt het werk van de fractie en dient namens de fractie deel te nemen aan de activiteiten van het Open Huis.

  • 2. De fractieassistent heeft het recht tot inzage in alle aan de raad beschikbaar gestelde stukken.

  • 3. De fractieassistent heeft de plicht tot geheimhouding indien en voor zover deze verplichting voor raadsleden geldt. Hij neemt met betrekking tot de stukken die hij inziet en ten aanzien van zaken en personen dezelfde zorgvuldigheid in acht als van raadsleden wordt verwacht.

  • 4. Het seniorenconvent kan besluiten de fractieassistent de rechten die deze verordening en het Reglement van het Open Huis hem verleent, voorlopig te ontnemen, indien blijkt dat hij zich op welke manier en om welke reden dan ook niet houdt of heeft gehouden aan zijn plicht tot naleving van de Gemeentewet, deze verordening, de verklaring bedoeld in artikel 24 lid 7, het Reglement van het Open Huis of de Gedragscode bestuurlijke integriteit raadsleden en fractieassistenten.

  • 5. Het seniorenconvent hoort de betrokken fractieassistent alvorens een besluit ingevolge het vorige lid te nemen.

  • 6. Van het besluit ingevolge het vierde lid van dit artikel doet het seniorenconvent terstond gemotiveerd mededeling aan de raad.

  • 7. In de eerste raadsvergadering nadat de mededeling van het seniorenconvent als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel de raad heeft bereikt, beslist de raad definitief.

  • 8. De raad neemt ingevolge het vorige lid een van de volgende beslissingen:

    • 1.

      de fractieassistent herkrijgt zijn rechten ingevolge deze verordening;

    • 2.

      de fractieassistent wordt tijdelijk zijn rechten ingevolge deze verordening ontnomen voor de duur van maximaal 1 jaar;

    • 3.

      de fractieassistent wordt zijn rechten deze verordening voor de gehele raadsperiode ontnomen.

  • 9. De raad stelt de fractieassistent zo spoedig mogelijk schriftelijke en gemotiveerd van zijn besluit in kennis.

  • 10. Zolang de raad geen uitspraak heeft gedaan, blijft het in het vierde lid van dit artikel bedoelde besluit van kracht.

  • B. Geldelijke vergoeding fractieassistenten

Artikel 20 Vergoeding

  • 1. Een fractieassistent heeft recht op een geldelijke vergoeding voor elke keer dat een Open Huis plaatsheeft.

  • 2. Het aantal malen dat het Open Huis plaatsheeft en waarvoor de vergoeding bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt uitgekeerd, wordt vastgesteld op 14 per jaar.

  • 3. Degene die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar fractieassistent is geweest, ontvangt de vergoeding naar evenredigheid.

  • 4. De betaling wordt gestaakt zodra het fractieassistentschap is geëindigd.

  • 5. De betaling kan eveneens worden gestaakt als de fractieassistent niet meer voldoet aan de eisen en verplichtingen vermeld in de artikelen 18 en 19 van deze verordening.

Artikel 21 Hoogte van de vergoeding

  • 1. De vergoeding bedraagt 100% van de “maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van de gemeentelijke commissies” zoals vermeld in de Circulaire van het Ministerie van BZK, en zoals dat bedrag jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2. De vergoeding wordt uitgekeerd in twee halfjaarlijkse termijnen in de maanden juni en december.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 22 Intrekking oude verordeningen

De volgende verordeningen wordt ingetrokken.

‘Verordening voorzieningen raadsleden en fracties’ (21 februari 2008, nr. 08-017);

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan en werkt terug tot 1 januari 2012.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening voorzieningen raadsleden en fractieassistenten 2012’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 mei 2012

De gemeenteraad van Bunnik

De griffier, de voorzitter,

Bijlagen

Als bijlage behoort bij deze verordening de Verklaring van de fractieassistent.

..Toelichting op de verordening voorzieningen raadsleden en fractieassistenten

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 33, 95 en 97 van de Gemeentewet.

Artikel 33

Gemeentewet regelt het recht op ambtelijke bijstand voor de raad en elk van zijn leden (eerste lid)

Artikel 95

Gemeentewet regelt de vergoeding van de leden van de raad voor hun werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten.

Artikel 97

Gemeentewet regelt de vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente.

De regels omtrent de vergoedingen krachtens de genoemde artikelen dienen bij verordening van de raad te zijn vastgesteld.

Toelichting per hoofdstuk

Hoofdstuk II Geldelijke voorzieningen voor raadsleden

grondslag

Artikel 95, eerste lid Gemeentewet vormt de basis voor de vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden en voor de tegemoetkoming in de kosten.

In het vierde lid van dit artikel staat dat de verordening moet worden vastgesteld overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (verder: a.m.v.b.) te stellen regels. De bedoelde a.m.v.b. is het KB van 22 maart 1994, Stb. 244, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals sindsdien gewijzigd. In artikel 2 van de a.m.v.b. is bepaald dat aan de leden van de raad voor hun werkzaamheden en als tegemoetkoming in de kosten een vergoeding wordt toegekend tot maximumbedragen. In deze verordening worden de maximumbedragen aangehouden. Deze bedragen zijn vastgelegd in de Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, en worden jaarlijks herzien.

Onder de tegemoetkoming in de kosten bedoeld in het eerste lid van artikel 95 moeten de algemene kosten worden verstaan.

scholingskosten

Artikel 7 regelt de vergoeding van cursussen, congressen en dergelijke voor de individuele raadsleden.

Wij vinden het belangrijk dat raadsleden zich kunnen scholen en daardoor beter in staat zijn hun functie goed te vervullen. Daarom bestaat er een speciale vergoeding voor scholing. In artikel 5 wordt geregeld dat ook de reiskosten die worden gemaakt voor de in artikel 7 bedoelde scholing kunnen worden vergoed. Net als in artikel 5 en 6 beoordeelt de griffier of het raadslid recht heeft op de vergoeding.

Computer en internetverbinding

Er is gekozen voor de minimale variant. Er wordt een PC beschikbaar gesteld die beschikbaar is voor raadsleden. Deze PC is beschikbaar in de fractiekamer. Verder wordt er vanuit gegaan dat ieder raadslid persoonlijk een PC tot zijn beschikking heeft en dat hierin niet gefaciliteerd hoeft te worden.

Hoofdstuk III Ambtelijke bijstand aan raadsleden

grondslag

Het hoofdstuk III van deze verordening is gebaseerd op artikel 33 Gemeentewet. In dat artikel is het recht op ambtelijke bijstand voor raadsleden geregeld. Gemeenten moeten deze rechten in een verordening vastleggen.

In artikel 13 eerste lid is het recht op ambtelijke bijstand aan de individuele leden geregeld.

De griffier is het eerste aanspreekpunt voor ambtelijke bijstand. De griffier vervult de rol van schakel tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie. Het is niet de bedoeling dat raadsleden zich rechtstreeks tot een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie wenden.

Ook de burgemeester vervult een rol in het proces. Indien er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan, zal de burgemeester een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol kunnen spelen. De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer en als degene die uiteindelijk het laatste woord heeft.

De verordening behandelt gedetailleerd de ambtelijke bijstand. Aangezien het de verhouding betreft tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie, is er behoefte aan duidelijke regels. Deze ambtenaren werken doorgaans namelijk voor het college.

Dat de raad nu beschikt over een griffier met griffie betekent niet dat er geen behoefte meer zou zijn aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is beperkt in omvang. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal een beroep op de reguliere ambtelijke organisatie dan ook nodig blijven. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. De wetgever heeft dat onderkend en het recht op deze vorm van ambtelijke ondersteuning expliciet vastgelegd.

Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal de secretaris de ambtenaar die de bijstand verleent moeten aanwijzen. De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De bestuurssecretaris ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.

gewetensbezwaren

In de verordening is geen bepaling opgenomen voor die gevallen waarin de tot het verlenen van hulp aangewezen ambtenaar op grond van gewetensbezwaren daartoe niet bereid is. In een dergelijk geval is er sprake van een rechtspositioneel probleem dat binnen de ambtelijke organisatie tot een oplossing dient te worden gebracht.

document

Het begrip document wordt gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikel 25, 55 en 86 van de Gemeentewet.

geheimhouding

Indien een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Dit is een gevolg van de door de dualisering tot stand gebrachte ontvlechting van posities. De mogelijkheid wordt dan ook geopend dat een raadslid aangeeft dat een verzoek om ambtelijke bijstand en de inhoud van de verleende bijstand geheim wordt gehouden. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid is in het tweede lid bepaald dat collegeleden zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent, blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Indien hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

Hoofdstuk IV. A. Algemene bepalingen over fractieassistenten.

grondslag

In hoofdstuk IV zijn de bepalingen neergelegd die betrekking hebben op fractieassistenten.

Een fractieassistent is als zodanig door de raad benoemd en staat de fractie bij in haar raadswerkzaamheden. Hij neemt namens de fractie deel aan de activiteiten van het Open Huis. Een fractieassistent is geen raadslid en zijn rechtspositie is dus anders. De figuur van fractieassistent heeft geen wettelijke grondslag in de Gemeentewet. Hoofdstuk IV van deze verordening vindt zijn grondslag in de autonome verordenende bevoegdheid van de raad, op basis van artikel 124 Grondwet en de artikelen 108 en 149 Gemeentewet.

algemene bepalingen

De algemene bepalingen over fractieassistenten in deze verordening komen in grote lijnen overeen met de bepalingen in de vastgestelde verordening op de fractieassistenten (vastgesteld 8 februari 2007). In artikel 18 (benoeming) lid 1 is de wijziging aangebracht dat de benoeming geschiedt op voordracht van de fractie. Dit is ook de huidige gang van zaken en het is gewenst om dit dan ook zo vast te leggen. Daarnaast is in artikel 18 lid 2 toegevoegd dat een kandidaat fractieassistent dient te zijn vermeld op de kieslijst van de politieke groepering die de fractie vertegenwoordigt. Ook dit is gebruikelijk en zo was ook bepaald in de verordening die vooraf ging aan de in 2007 vastgestelde verordening op de fractieassistenten. Die eis is in deze verordening opgenomen omdat daarmee de controle op de persoon door middel van geloofsbrieven is gewaarborgd. Soms zijn op de kieslijst echter geen kandidaten beschikbaar of is de kieslijst achterhaald. Om aan die situatie tegemoet te komen en het werven van fractieassistenten niet onnodig te bemoeilijken, is het derde lid aan het artikel toegevoegd. Met inachtneming van deze bepaling zal een commissie uit de raad zich op basis van door de beoogde kandidaat over te leggen geloofsbrieven buigen over de toelating van de persoon als kandidaat fractieassistent.

De raad van gemeente Bunnik heeft ervoor gekozen dat fractieassistenten dezelfde rechten hebben als raadsleden behalve wanneer die rechten bij wet exclusief zijn verbonden aan de functie van raadslid. Bij dat uitgangspunt past dat aan fractieassistenten ook dezelfde eisen worden gesteld als aan raadsleden. Daarom dient de fractieassistent te voldoen aan de artikelen 10 en 11 (vereiste van ingezetene, leeftijd, e.d.), 12 en 13 (nevenfuncties en andere ambten), en 15 (belangenverstrengeling).

De vereisten van artikel 12, 13 en 15 lagen tot nu toe alleen vast in de Gedragscode bestuurlijke integriteit voor raadsleden en fractieassistenten.

In de algemene bepalingen is verder opgenomen dat fractieassistenten gebonden zijn aan het Reglement van het Open Huis en aan de Gedragscode integriteit raadsleden en fractieassistenten, vastgesteld op 2 oktober 2008 en 25 februari 2010.

Het bovenstaande is vastgelegd in de artikelen 18 en 19.

De door de fractieassistenten te ondertekenen verklaring is niet meer integraal in deze verordening opgenomen, maar is als bijlage toegevoegd. Dat draagt bij aan het streven de verordening niet onnodig lang te maken.

Hoofdstuk IV. B. Geldelijke vergoeding fractieassistenten

grondslag

Fractieassistenten hebben recht op een geldelijke vergoeding voor hun werkzaamheden. Omdat over fractieassistenten niets in de Gemeentewet is bepaald, is aansluiting gezocht bij het bepaalde in artikel 96 Gemeentewet. In dat artikel is de vergoeding voor commissieleden, niet zijnde raadsleden geregeld. Het feit dat de gemeente Bunnik geen raadscommissies heeft maar werkt volgens de werkwijze van het Open Huis, staat daar niet aan in de weg.

Commissieleden ontvangen ingevolge artikel 96, eerste lid Gemeentewet een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van een commissie en voor reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen de gemeente. Ingevolge het derde lid van dat artikel worden ten aanzien van die vergoeding bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (verder: amvb) nadere regels gesteld. De amvb die wordt bedoeld is het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de daarop gebaseerde Circulaire van het Ministerie van BZK. In de Circulaire is de vergoeding bepaald door middel van het aantal inwoners van de gemeente en geldt een vast bedrag per vergadering.

De werkzaamheden van de in artikel 96 Gemeentewet beoogde commissieleden zijn vergelijkbaar met de werkzaamheden van de fractieassistenten zoals de gemeente Bunnik die kent. Een vergoeding per vergadering ligt in het Open Huis systeem van de gemeente Bunnik dan ook voor de hand. Daarom is ervoor gekozen om voor de vergoeding van de fractieassistenten aan te sluiten bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de daarop gebaseerde Circulaire van het Ministerie van BZK.

geen presentielijst; vast aantal vergaderingen

De vergoeding per vergadering zoals die volgens de huidige verordening op de fractieassistenten geldt, wordt uitgekeerd per bijgewoonde vergadering. De vergoeding wordt bepaald op basis van een presentielijst. Gelet op enerzijds de ongewenste administratieve lasten die dat met zich meebrengt en anderzijds het feit dat de reële reguliere werkzaamheden van een fractieassistent niet uitsluitend aan het bijwonen van een vergadering kunnen worden toegeschreven is ervoor gekozen het aantal vergaderingen op basis waarvan de vergoeding wordt bepaald, in deze verordening vast te leggen. Dit aantal wordt gesteld op 14 per jaar.