Regeling vervallen per 12-03-2020

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP GEMEENTE BUNNIK 2015

Geldend van 13-03-2015 t/m 11-03-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP GEMEENTE BUNNIK 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik,

gelet op de artikelen 11, vierde en vijfde lid, 12, tweede, derde en vierde lid, 14, 20, vierde lid en 21,

tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 en

de artikelen 2, derde lid, artikel 15 vierde lid, en artikel 16, tweede lid van de

Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2015;

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Bunnik 2015;

ARTIKEL 1. VOORZIENINGEN JEUGD

  • 1. Als algemene voorzieningen zijn voor jeugd beschikbaar:

    • a.

      algemene preventie;

    • b.

      gerichte preventie;

    • c.

      lichte ondersteuning.

  • 2. Als individuele voorzieningen zijn voor jeugd beschikbaar:

    • a.

      behandeling & hulp;

    • b.

      begeleiding;

    • c.

      JeugdzorgPlus;

    • d.

      pleegzorg;

    • e.

      zeer specialistische functies.

ARTIKEL 2. HOOGTE PGB VOOR JEUGDHULP

  • 1. De hoogte van een pgb:

    • a.

      wordt bepaald aan de hand van een door de cliënt opgesteld pgb-plan over hoe hij de overeengekomen individuele voorziening met een pgb gaat besteden;

    • b.

      is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten en andere maatregelen die tot de individuele voorziening behoren, van derden te betrekken en

    • c.

      bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura.

  • 2. De hoogte van een pgb voor jeugdhulp wordt bepaald per uur, per resultaat of per dag(deel) op basis van het tarief dat door de gemeente is vastgesteld voor de betreffende soort individuele voorziening per uur, per resultaat of per dag(deel) in natura.

  • 3. Afhankelijk van de uitvoerder van de individuele voorziening worden de volgende percentages van het tarief als bedoeld in het voorgaande lid gehanteerd:

    • a.

      Jeugdhulp door een niet daartoe opgeleid persoon geldt maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners;

    • b.

      Jeugdhulp door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) met een passende AGB-code: 80%;

    • c.

      Jeugdhulp door een organisatie met een passende AGB-code: 90%.

ARTIKEL 3. HOOGTE PGB VOOR VOORZIENINGEN WMO 2015

  • 1.

    De hoogte van een pgb:

    • a.

      wordt bepaald aan de hand van een door de cliënt opgesteld pgb-plan over hoe hij de overeengekomen maatwerkvoorziening met een pgb gaat besteden;

    • b.

      is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en

    • c.

      bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura.

Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

  • 2.

    De hoogte van een pgb voor:

    • a.

      huishoudelijke hulp door een:

      • -

        niet daartoe opgeleid persoon wordt bepaald op 60% van het gemiddelde uurtarief voor zorg in natura;

      • -

        thuiszorgorganisatie die de cao VVT hanteert wordt bepaald op 90% van het gemiddelde uurtarief voor zorg in natura;

      • -

        zelfstandige zonder personeel (zzp-er) of een schoonmaakbedrijf dat de cao Schoonmaak hanteert wordt bepaald op 80% van het gemiddelde uurtarief voor zorg in natura;

    • b.

      begeleiding/kortdurend verblijf door een:

      • -

        niet daartoe opgeleid persoon wordt bepaald op 60% van het gemiddelde uurtarief voor zorg in natura;

      • -

        organisatie met een AGB-code met erkenning Wmo bedraagt 90% van het tarief voor zorg in natura;

      • -

        organisatie zonder AGB-code met erkenning Wmo bedraagt 80% van het tarief voor zorg in natura;

      • -

        zelfstandige zonder personeel (zzp-er) met AGB-code met erkenning Wmo bedraagt 80% van het tarief voor zorg in natura.

ARTIKEL 4. PGB EN SOCIAAL NETWERK

  • 1. Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten en andere maatregelen onder de volgende voorwaarden betreffende het tarief, betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk:

    • a.

      de ondersteuning vanuit het sociale netwerk valt buiten datgene dat redelijkerwijs van dit netwerk

      verwacht mag worden en;

    • b.

      de ondersteuning is niet goed vooraf in te plannen of;

    • c.

      de ondersteuning moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden of;

    • d.

      de ondersteuning moet op veel korte momenten per dag geboden worden of;

    • e.

      de ondersteuning moet op verschillende locaties worden geleverd of;

    • f.

      de ondersteuning moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn.

  • 2. Het maximale tarief voor een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt, wordt bepaald per uur op basis van 50% van het tarief voor zorg in natura.

ARTIKEL 5. BEPERKING PGB

Het is niet toegestaan dat tussenpersonen of belangbehartigers uit het pgb worden betaald.

ARTIKEL 6. BIJDRAGE IN DE KOSTEN VAN ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO 2015

De bijdrage in de kosten van het collectief vervoer zoals de regiotaxi bestaat uit:

  • a.

    de reguliere reizigersbijdrage;

  • b.

    voor degenen die niet in staat zijn om gebruik te maken van het openbaar vervoer en waarbij wel

sprake is van een vervoersbehoefte wordt per enkele reis voor maximaal 5 zones tot een maximum van 778 zones per jaar een korting op het tarief geboden tot aan een reizigersbijdrage gelijk aan het geldende tarief van het reguliere openbaar vervoer.

ARTIKEL 7. HOOGTE EIGEN BIJDRAGE VOOR MAATWERKVOORZIENINGEN OF PGB’S WMO 2015

De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening

van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit

Wmo 2015.

ARTIKEL 8. BIJDRAGE WONINGAANPASSING MINDERJARIGE

Voor een maatwerkvoorziening in natura of een pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een

minderjarige is een bijdrage verschuldigd conform de geldende bepalingen voor overige

maatwerkvoorzieningen of pgb’s Wmo 2015.

ARTIKEL 9. WAARDERING MANTELZORGERS

De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit:

  • 1.

    een uitnodiging voor een activiteit op de “Dag van de mantelzorg”, verzorgd door of namens de gemeente;

  • 2.

    nader te bepalen structurele activiteiten gericht op zowel het tonen van waardering als het aanbieden van respijtzorg.

ARTIKEL 10. BETREKKEN VAN INGEZETENEN BIJ HET BELEID

De medezeggenschap van ingezetenen wordt vorm gegeven door het raadplegen van de Wmo-raad conform de ‘Verordening Wmo beraad’ en het bekendmaken van concept beleidsuitgangs-punten met de mogelijkheid voor burgers hierop te reageren.

ARTIKEL 11. CALAMITEITEN EN TOEZICHT

  • 1. Het college treft een regeling voor het melden van calamiteiten en geweldsincidenten en wijst een toezichthoudend ambtenaar aan.

  • 2. Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de verstrekking van een voorziening onverwijld aan de toezichthoudend ambtenaar. De toezichthoudend ambtenaar doet onderzoek en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.

ARTIKEL 12. PRIVACY

Het college van burgemeester en wethouders stelt een privacyprotocol vast. Dit protocol moet worden gevolgd door de medewerkers bij de hulpverlenende instanties en anderen die met de cliënt te maken krijgen.

ARTIKEL 13. EVALUATIE

  • 1. Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid vindt een eerste evaluatie plaats een jaar na de inwerkingtreding van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 en de Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2015.

ARTIKEL 14. OVERGANGSBEPALINGEN

  • 1. Degenen die op 31 december 2014 aanspraak maken op een pgb voor Jeugdhulp ontvangen over het jaar 2015 of tot de datum waarop de indicatie in 2015 afloopt, 100% van het door de gemeente vastgestelde tarief voor de betreffende zorg in natura.

  • 2. Degenen die op 31 december 2014 aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten behouden deze vergoeding tot de datum waarop de indicatie afloopt. Er wordt voor deze vergoeding geen eigen bijdrage opgelegd.

ARTIKEL 15. INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2. Aan dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2015.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Bunnik 2015”.

TOELICHTING

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.

Artikel 1. Voorzieningen jeugd

Een voorziening kan een breed spectrum van verschillende soorten ondersteuning, hulp en zorg omvatten. Een beschrijving is gewenst omdat de wetgever gemeenten opdraagt ervoor te zorgen dat de burger zich een beeld kan vormen van de voorzieningen in het kader van jeugdhulp.

Voor een deel van de hulpvragen zal volstaan kunnen worden met een vrij toegankelijke algemene

voorziening. Hier kunnen de jeugdige en ouders gebruik van maken zonder dat zij daarvoor een besluit

van de gemeente nodig hebben. De jeugdige en ouders kunnen zich voor deze jeugdhulp dus

rechtstreeks tot de jeugdhulpaanbieder wenden.

Een individuele voorziening zal vaak betrekking hebben op meer gespecialiseerde zorg. De gemeente bepaalt zelf welke hulp vrij toegankelijk is en welke niet. Voor de niet vrij toegankelijke vormen van ondersteuning zal door de gemeente of door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts en de jeugdhulpaanbieder eerst beoordeeld moeten worden of de jeugdige of zijn ouders deze ondersteuning daadwerkelijk nodig hebben.

Er is voor gekozen om de individuele voorzieningen in algemene categorieën (resultaatgebieden) te benoemen om voldoende ruimte te bieden aan de transformatie van de jeugdhulp. De benodigde hulp wordt afgestemd op de hulpvraag van de jeugdige of zijn ouders en het opgestelde (gezins)plan.

De keuze zoals benoemd onder artikel 1.2 is gebaseerd op de regionale aanbesteding middels deze vijf categorieën van zorg.

Artikel 2 Hoogte pgb voor Jeugdhulp

Bij de diverse tarieven is rekening gehouden met de deskundigheid van de hulpverlener.

Desondanks komt een organisatie met een passende AGB-code niet voor vergoeding van hetzelfde tarief als zorg in natura in aanmerking. Elke hulpaanbieder die aan de voorwaarden voldoet kan in aanmerking komen voor een contract met de gemeente voor levering van ondersteuning. De ondersteuning wordt dan als zorg in natura geleverd. Door bij een pgb een lagere vergoeding toe te staan wordt voorkomen dat aanbieders geen contact tekenen om onder bepaalde voorwaarden uit te komen. Bovendien is een belangrijk argument voor de keuze van een lager percentage om te komen tot een systeemverandering. Met de gecontracteerde aanbieders wordt een transitieagenda opgesteld waarin op basis van partnerschap gewerkt wordt aan het transformeren van het systeem.

Het uurtarief voor een niet daartoe opgeleid persoon bedraagt € 20,00 (prijspeil 2015).

Een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) ontvangt een lagere vergoeding dan een instelling; dit vanwege van het ontbreken van overheadkosten. Dit is conform huidig beleid van zorgverzekeraars.

Artikel 3 Hoogte pgb voor voorzieningen Wmo 2015

Bij de diverse tarieven is rekening gehouden met de deskundigheid van de zorgaanbieder.

Desondanks komt een organisatie met een passende AGB-code niet voor vergoeding van hetzelfde tarief als zorg in natura in aanmerking. Elke zorgaanbieder die aan de voorwaarden voldoet kan in aanmerking komen voor een contract met de gemeente voor levering van ondersteuning. De ondersteuning wordt dan als zorg in natura geleverd. Door bij een pgb een lagere vergoeding toe te staan wordt voorkomen dat aanbieders geen contact tekenen om onder bepaalde voorwaarden uit te komen. Bovendien is een belangrijk argument voor de keuze van een lager percentage om te komen tot een systeemverandering. Met de gecontracteerde aanbieders wordt een transitieagenda opgesteld waarin op basis van partnerschap gewerkt wordt aan het transformeren van het systeem.

In de Wmo bestond de mogelijkheid om financiële tegemoetkomingen te verstrekken. In de Wmo 2105 is deze mogelijkheid niet opgenomen. De gedachte hierachter is dat er in alle gevallen maatwerk geleverd moet worden en daar past een financiële tegemoetkoming niet bij. Voor degenen die op 31 december 2014 een vergoeding ontvingen wordt deze ongewijzigd voortgezet tot de datum dat de indicatie afloopt.

Artikel 6. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen Wmo 2015

De regiotaxi is een voorziening die door alle inwoners van de gemeente gebruikt kan worden. Voor degenen die niet in staat zijn om gebruik te maken van het openbaar vervoer wordt een korting op het tarief geboden. Voor een maximaal aantal zones per jaar betaalt men dan hetzelfde tarief als voor het openbaar vervoer.

Het belang van keuzevrijheid wordt als een groot goed gezien. Daarom wordt voor degenen die geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, maar wel van de regiotaxi, de mogelijkheid geboden om in plaats van de korting op het tarief een jaarlijkse vergoeding te ontvangen in de vorm van een pgb.

Artikel 7. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s Wmo 2015

Hierdoor wordt aangesloten bij de maximaal toegestane grenzen voor eigen bijdragen.

Artikel 8. Bijdrage woningaanpassing minderjarige

Voor een maatwerkvoorziening in natura of een pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een

minderjarige is een bijdrage verschuldigd conform de geldende bepalingen voor overige

maatwerkvoorzieningen of pgb’s Wmo 2015.

Artikel 9. Waardering mantelzorgers

Mantelzorg is nog meer dan voorheen een belangrijke pijler voor de extramurale zorgverlening. Waardering is zondermeer nodig, echter het beschikbare budget is zeer beperkt. Naast een activiteit rondom de ‘Dag van de mantelzorg’ zal worden gezocht naar structurele activiteiten waaruit de waardering voor de mantelzorger blijkt en waarbij tegelijkertijd respijtzorg wordt geregeld. Te denken valt aan ‘een weekendje weg’ voor de mantelzorger en opvang voor de cliënt regelen.

Artikel 10. Betrekken van ingezetenen bij het beleid

De Wmo-raad heeft zijn waarde bewezen en het ligt voor de hand deze manier van betrekken van inwoners bij het beleid te continueren. Daarnaast is het wenselijk de inwoners op een andere manier te betrekken. Dit kan door concept stukken ter inzage te leggen en inwoners te vragen hierop te reageren of door het organiseren van bijeenkomsten.

Artikel 12. Privacy

Persoonsgegevens moeten in alle fasen van het proces van de hulpverlening op zorgvuldige wijze worden gebruikt en beheerd. Transparantie daarover naar de cliënt en andere betrokkenen is een basisvoorwaarde die geldt in alle fasen, van toeleiding tot uitvoering. Het dossier van de cliënt moet in samenspraak met hem worden opgebouwd. Het opvragen en delen van persoonsgegevens moet altijd in dienst staan van de hulpvraag en dit mag niet verder gaan dan voor de hulpverlening nodig is. De betrokkenheid van de cliënt bij het opvragen en delen van persoonsgegevens moet vanzelfsprekend zijn.

Artikel 13. Evaluatie

De termijn van vier jaar sluit aan bij de cyclus die geldt voor het opstellen van een beleidsplan voor het sociale domein. Gelet op alle taken die er bij de invoering van de Wmo 2015 door de gemeente worden uitgevoerd is het wenselijk deze termijn voor de eerste keer te bekorten.