Regeling vervallen per 01-01-2020

VERORDENING REINIGINGSRECHTEN GEMEENTE BUNNIK 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

VERORDENING REINIGINGSRECHTEN GEMEENTE BUNNIK 2019

De raad van de gemeente Bunnik;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING REINIGINGSRECHTEN GEMEENTE BUNNIK 2019

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten bedragen € 211,75 per container per belastingjaar, te verhogen met de wettelijk verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 5. Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moeten de aanslagen, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Kwijtschelding van de reinigingsrechten op voet van artikel 26 Invorderingswet 1990 wordt niet verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening reinigingsrechten 2018”, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening reinigingsrechten gemeente Bunnik 2019’.

Ondertekening

___

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 22 november 2018.

De griffier,

……………………,

De voorzitter,

…………….