Regeling vervallen per 28-10-2020

Beleidsregels Bomenverordening gemeente Bunnik

Geldend van 19-06-2020 t/m 27-10-2020

Intitulé

Beleidsregels Bomenverordening gemeente Bunnik

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik;

Gelet op artikel 3, lid 1 onder g en artikel 6 van de Bomenverordening gemeente Bunnik 2017;

Besluiten de volgende beleidsregels vast te stellen

Inleiding

De bomenverordening gemeente Bunnik 2017 omschrijft diverse criteria voor het verlenen of weigeren van een omgevingsvergunning voor het vellen van bomen. Een van deze criteria is het “verbeteren van de groenstructuur of om redenen van beheer en onderhoud van de openbare ruimte”. Op 31 oktober 2019 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen om de bomenverordening aan te scherpen door het opnemen van een afwegingskader ten aanzien van dit criterium. Tevens sprak de motie uit om bij omgevingsvergunningen een gelijkwaardige herplant op te leggen.

Doel van deze beleidsregels

Deze beleidsregels maken een transparante afweging mogelijk tussen het belang van behoud van een boom of bomenrij, enerzijds en het belang van kap van de boom of bomenrij, anderzijds bij verbeteringen van de groenstructuur of om redenen van beheer en onderhoud van de openbare ruimte.

Ook zorgen de beleidsregels voor meer transparantie wanneer gebruik gemaakt wordt van de bepaling om een herplantplicht als onderdeel van de omgevingsvergunning op te leggen.

Wettelijk kader

Artikel 3 lid 1 onder g en artikel 6van de Bomenverordening gemeente Bunnik 2017.

Artikel 1. Begripsbepalingen

de definities van artikel 1 van de Bomenverordening gemeente Bunnik 2017 zijn van toepassing op deze beleidsregels;

Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt voorts verstaan onder:

  • a.

    Beeldbepalende waarde: de boom of houtopstand draagt bij aan de identiteit van het landschap, is nadrukkelijk aanwezig in het straatbeeld of is karakteristiek voor een plek;

  • b.

    Cultuurhistorische waarde: de boom of houtopstand is van betekenis in de geschiedenis van zijn omgeving;

  • c.

    Ecologische waarde: een boom of houtopstand heeft meer dan gemiddelde betekenis als leefgebied voor populaties van flora of fauna;

  • d.

    Gedenkboom: een boom die is aangeplant ter herdenking van een persoon of gebeurtenis;

  • e.

    Groeiruimte: de benodigde ruimte voor een boom of houtopstand om onbelemmerd uit te groeien tot het gewenste eindbeeld, zowel bovengronds (kroondiameter) als ondergronds (wortelstelsel);

  • f.

    Groenstructuur: de onderlinge samenhang van groene elementen in de openbare ruimte

  • g.

    Kroondiameter: de breedte van een kroon van een boom

  • h.

    Landschappelijke waarde: belang van de boom of houtopstand voor de algemeen maatschappelijk aanvaarde eigentijdse belevingswaarde van natuur- en landschapsschoon

  • i.

    Levensverwachting: De verwachte levensduur van een boom of houtopstand in de volgende categorieën:

    • Slecht (0-2 jaar)

    • Matig (2-5 jaar)

    • Voldoende (5-10 jaar)

    • Goed (10-25 jaar)

    • Zeer goed (> 25 jaar)

  • j.

    Natuurdoeltype: een door de provincie Utrecht nagestreefd type ecosysteem dat een bepaalde biodiversiteit en een bepaalde mate van natuurlijkheid als kwaliteitskenmerken heeft.

  • k.

    Toekomstboom: een boom of houtopstand die de potentie heeft om een beeldbepalende, oude boom te worden met de volgende kenmerken:

    • de boom is in goede conditie;

    • de groeiplaats is ruim genoeg (onder- en bovengronds) en van voldoende kwaliteit, zodat de boom gezond uit kan groeien en oud kan worden (> 60 jaar).

  • l.

    Het bevoegd gezag: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik

A. Beleidsregels bij artikel 3, eerste lid onder g van de Bomenverordening

Artikel 2.1

Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning voor de velling en vervanging van bomen en houtopstanden ter verbetering van de groenstructuur of om reden van beheer en onderhoud van de openbare ruimte indien:

  • a.

    het een boom betreft met een levensverwachting van 2 jaar of minder;

  • b.

    het geen monumentale boom, toekomstboom of boom met een bijzondere ecologische waarde betreft en de boom heeft een levensverwachting van 5 jaar of minder;

  • c.

    de boom geen beeldbepalende waarde heeft, het geen monumentale boom, toekomstboom of boom met een bijzondere ecologische waarde betreft en de boom een levensverwachting van 10 jaar of minder heeft.

Artikel 2.2

Het bevoegd gezag weigert een omgevingsvergunning voor de velling en vervanging van bomen en houtopstanden ter verbetering van de groenstructuur of om reden van beheer en onderhoud van de openbare ruimte indien het een monumentale boom, toekomstboom of boom met een bijzondere ecologische waarde is met een de levensverwachting van meer dan 2 jaar, indien de boom behouden kan worden door aanpassing van het ontwerp van de groenstructuur, met behoud van de projectdoelen.

Artikel 2.3

Bij de beoordeling van aanvragen van een omgevingsvergunning voor de velling en vervanging van bomen en houtopstanden ter verbetering van de groenstructuur of om reden van beheer en onderhoud van de openbare ruimte, niet vallend onder artikel 2.1 en artikel 2.2. van deze beleidsregels, maakt het bevoegd gezag gebruik van een waarderingstabel zoals vermeld in bijlage 1 bij deze beleidsregels. De puntentabel bestaat uit twee benaderingswijzen. Enerzijds geeft de tabel punten voor het belang van het behoud van de boom/bomen, anderzijds worden punten in het belang van kap van de boom/bomen gegeven. De gegeven punten worden als volgt beoordeeld:

- Punten in het belang van van behoud bestaande boom of houtopstand > 100, punten ten gunste van velling boom of houtopstand < 100: Er is hier sprake van een boom of bomen met een grote maatschappelijke waarde. De voordelen van kap wegen niet op tegen de boomwaarde. Er wordt geen omgevingsvergunning verleend.

- Punten ten gunste van behoud bestaande boom of houtopstand > 100, punten ten gunste van velling boom of houtopstand > 100: Er is hier sprake van een boom of bomen met een grote maatschappelijke waarde, maar er zijn ook veel voordelen bij kap. In dit geval is er sprake van een dilemma. Het bevoegd gezag heeft beleidsruimte voor het nemen van een besluit.

- Punten ten gunste van behoud bestaande boom of houtopstand < 100, punten ten gunste van velling boom of houtopstand > 100: Er zijn in dit geval veel voordelen bij kap, terwijl de maatschappelijke waarde van de boom/bomen beperkt is. Er wordt een omgevingsvergunning verleend.

- Punten ten gunste van behoud bestaande boom of houtopstand < 100, punten ten gunste van velling boom of houtopstand <100: Als de maatschappelijke waarde van de boom hoger is dan het kapvoordeel wordt geen omgevingsvergunning verleend. Als het kapvoordeel hoger is dan de maatschappelijke waarde van de boom wordt een omgevingsvergunning verleend.

Artikel 2.4

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor de velling en vervanging van bomen en houtopstanden ter verbetering van de groenstructuur of om reden van beheer en onderhoud van de openbare ruimte verlenen in geval van niet in artikel 2.1 tot en met 2.3 van deze beleidsregels voorziene omstandigheden.

B. Beleidsregels bij artikel 6 van de Bomenverordening

Artikel 3.1

  • 1.

    Het bevoegd gezag onderzoekt bij elke omgevingsvergunning voor de velling en vervanging van bomen en houtopstanden of gelijkwaardige herplant op de locatie van de gevelde boom/bomen mogelijk is. Hierbij wordt beoordeeld of de boom of houtopstand voldoende groeiruimte krijgt, zowel bovengronds als ondergronds, en of een goede ruimtelijke inpassing mogelijk is met behoud van landschappelijke of stedenbouwkundige waarden.

  • 2.

    Is herplant op de locatie van de gevelde boom/bomen niet mogelijk dan wordt de mogelijkheid van gelijkwaardige herplant op een alternatieve locatie onderzocht. Daarbij gelden de criteria als genoemd in de tweede volzin van het eerste lid van dit artikel.

  • 3.

    Is herplant op grond van het eerste of tweede lid mogelijk, dan legt het bevoegd gezag een herplant plicht bij de omgevingsvergunning op.

Artikel 3.2

Het besluit om geen of geen gelijkwaardige herplantplicht op te leggen wordt gemotiveerd in de omgevingsvergunning opgenomen.

4. Evaluatie

Deze beleidsregels worden twee jaar na publicatie geëvalueerd.

5. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn vastgesteld bij besluit van 31 maart 2020

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 3.

    De citeertitel van deze beleidsregels is: ‘Beleidsregels Bomenverordening gemeente Bunnik’

Ondertekening

Aldus besloten op 31 maart 2020

ondertekening

De secretaris De burgemeester