Regeling vervallen per 24-06-2015

Lijst plaatselijke rechtspositionele aanvullingen

Geldend van 19-07-2012 t/m 23-06-2015

Intitulé

Lijst plaatselijke rechtspositionele aanvullingen

Burgemeester en wethouder van Bunschoten;

besluiten:

vast te stellen:

LIJST PLAATSELIJKE RECHTSPOSITIONELE AANVULLINGEN

Aanvulling op hoofdstuk 2 van de CAR/UWO: aanstelling en arbeidsovereenkomst

  • Bij tijdelijke aanstellingen op grond van artikel 2:4, lid 4 wordt uitgegaan van een proefperiode van één jaar.

Aanvulling op hoofdstuk 3 van de CAR/UWO: salaris en vergoedingsregelingen

  • Nieuwe toekenningen van toelagen op grond van artikel 3:7:8 en arbeidsmarkttoelagen worden verleend op basis van periodieke verhogingen en vervolgens aangepast met het percentage van algemene salariswijzigingen.

  • De toekenning van de toelagen voor het verrichten van onregelmatige-, beschikbaarheids-/bereikbaarheidsdiensten vindt plaats op grond van het bepaalde in artikel 18 en 20 van de Bezoldigingsregeling.

Aanvulling op hoofdstuk 4 van de CAR/UWO: arbeidsduur en werktijden

  • aan artikel 4:2:1, lid 3 wordt toegevoegd: "Goede Vrijdag en bevrijdingsdag”.

Aanvulling op hoofdstuk 4a van de CAR/UWO

  • 1.

    verzoeken voor toepassing van het cafetariamodel moeten eenmaal per jaar voor 1 november worden gedaan voor het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 2.

    De volgende bronnen kunnen worden ingezet voor het cafetariamodel:

    • a.

      Bezoldiging

    • b.

      Eindejaarsuitkering;

    • c.

      Vakantietoelage;

    • d.

      Vakantie-uren;

    • e.

      Meer werken;

    • f.

      Compensatie fietsregeling (voor medewerkers die binnen een straal van 10 km. wonen).

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde bronnen zijn via het cafetariamodel te gebruiken voor

    • a.

      een fiets

    • b.

      verhoging van de vergoeding voor woonwerkverkeer

    • c.

      bedrijfsfitness.

  • 3.

    Verrekening van verlof, ten behoeve van deelname aan het cafetariamodel, vindt plaats in de maanden mei en/of december.

  • 4.

    De vakbondscontributie maakt geen onderdeel uit van het cafetariamodel en hoeft niet vooraf aangevraagd te worden. Het hele jaar door kan een verzoek ingediend worden. Dit wordt dan verrekend met de eindejaarsuitkering in december.

Aanvulling op hoofdstuk 6 van de CAR/UWO : vakantie, vakantietoelage en verlof

  • Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt aan de ambtenaar door burgemeester en wethouders eveneens verlof met behoud van het genot van bezoldiging verleend:

    • o

      voor gehuwden en geregistreerde partners of voor hen die een eigen huishouding hebben bij verhuizing van buiten naar binnen het woongebied en van binnen het woongebied, zoals omschreven in de aanvulling op hoofdstuk 18 van de CAR/UWO, naar de gemeente Bunschoten-Spakenburg, Amersfoort, Baarn, Nijkerk, Eemnes of Hoevelaken wordt eenmaal per jaar verlof verleend gedurende twee aaneengesloten werkdagen.

    • o

      Gedurende de dag van zijn ondertrouw of de aangifte van zijn geregistreerd partnerschap en gedurende de dag van zijn huwelijk of zijn geregistreerd partnerschap met daarnaast nog 2 extra verlofdagen voorafgaand of na de dag van huwelijk of geregistreerd partnerschap.

    • o

      gedurende één werkdag, indien deze samenvalt met de dag van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad.

    • o

      Bij overlijden van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad wordt maximaal vier dagen verlof verleend (al dan niet in combinatie met het organiseren van de begrafenis).

    • o

      bij overlijden van bloed- en aanverwanten van de derde en vierde graad en van de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner van schoonzuster of zwager zo veel verlof als nodig is om de begrafenis bij te wonen met een maximum van een hele dag.

    • o

      Voor het organiseren van de begrafenis wordt maximaal vier dagen verlof verleend (dit is inclusief de dag van de begrafenis).

    • o

      Gedurende één werkdag indien deze samenvalt met de dag waarop de ambtenaar zijn 25-, 40-, of 50-jarig ambts- of huwelijks- en geregistreerd partnerschaps-jubileum viert dan wel waarop zijn ouders, pleegouders, stief- of schoonouders hun 25-, 40-, 50-, of 60-jarig huwelijksjubileum- en geregistreerd partnerschapsjubileum vieren.

Aanvulling op hoofdstuk 12 van de CAR/UWO: overleg met organisaties van overheidspersoneel

  • het convenant tussen de raad en de commissie voor georganiseerd overleg van 30 mei 1991 met betrekking tot het overeenstemmingsvereiste blijft van kracht.

  • De bevoegdheid aanpassingen in de Uitwerkingsovereenkomst aan te brengen is, overeenkomstig artikel 160 van de gemeentewet, voorbehouden aan burgemeester en wethouders

  • Bepaald is dat principiële zaken eerst ter bespreking aan de commissie Bestuur en Middelen worden aangeboden, alvorens het college van burgemeester en wethouders tot definitieve besluitvorming zal overgaan.

Aanvulling op hoofdstuk 17 van de CAR/UWO: opleiding en ontwikkeling

Vergoedingsregeling

  • Studie op grond van de functie-eisen (er is sprake van een dienstbelang): de vergoeding is 100%

  • Studie op eigen verzoek (er is sprake van eigen belang en deels dienstbelang): er kan een vergoeding worden gegeven tot maximaal 100% op grond van hoofdstuk 17 van de CAR/UWO. In de te verstrekken vergoeding moet worden meegewogen de mate van dienstbelang en eigen belang

  • Studie op uitnodiging van het college: (er is sprake van zowel eigen belang als dienstbelang): de vergoeding is 100%

  • Inzicht krijgen in de gemeentelijke organisatie (dienstbelang): de vergoeding is 100%

  • Ontslag in verband met leeftijd (zowel dienst- als eigenbelang): de vergoeding is 100%.

Verlof voor het volgen van opleiding

  • Voor een opleiding krijgt een medewerker de daadwerkelijke opleidingstijd gecompenseerd, zowel voor de dag als voor de avond.

  • Een medewerker en werkgever mogen in het kader van een pop-overeenkomst afspreken dat een opleiding (deels) in eigen tijd wordt gevolgd.

Verlof voor het voorbereiden van een examen:

  • Voor opleidingen die langer dan één jaar duren kan een medewerker in aanmerking komen voor studieverlof ter voorbereiding op een tentamen/examen. Het verlof bedraagt maximaal 5 halve dagen per opleiding.

Reiskosten

  • Voor opleidingen wordt een vergoeding voor reiskosten toegekend op basis van openbaar vervoer of op basis van de kilometervergoeding;

  • Een medewerker en werkgever mogen in het kader van een pop-overeenkomst afspreken dat de reiskosten (deels) voor rekening van de werknemer komen.

Verblijfskosten

Per dagdeel ontvangt de ambtenaar een vergoeding van € 2,85 voor het betalen van kleine consumpties. Onder dagdeel wordt een ochtend (tussen 9.00-12.30 of een gedeelte hiervan), een middag (tussen 12.30 en 17.00 of een gedeelte hiervan) of een avond (tussen 17.30 en 22.00 uur) verstaan

Terugbetaling

  • Wanneer de kosten van een opleiding hoger zijn dan € 3000,00 geldt een terugbetalingsverplichting en zal een pop-overeenkomst worden gemaakt.

  • Een medewerker en werkgever mogen in het kader van een pop-overeenkomst afspreken dat er voor een opleiding waarvan de kosten lager zijn dan € 3000,00 een terugbetalingsverplichting geldt.

  • Uitgangspunt bij de beoordeling van de kosten voor de terugbetalingsverplichting zijn de in het POP afgesproken opleidingstraject. Dit betekent dat als er in een POP, 3 cursussen van € 1500, - worden afgesproken, er een terugbetalingsverplichting geldt.

Aanvulling op hoofdstuk 18 van de CAR/UWO: verplaatsingskosten

  • Voor het begrip "woongebied" in de zin van hoofdstuk 18 wordt uitgegaan van alle plaatsen die in een straal van 35 kilometer rond Bunschoten liggen. Deze uitleg geldt voor alle vermeldingen van het begrip woongebied in de CAR/UWO.

  • Een vergoeding wordt verstrekt indien verhuisd wordt van een plaats van buiten het woongebied naar de gemeente Bunschoten of een plaats binnen één van de woongebieden.

  • Degenen die bij indiensttreding al binnen een straal van 35 km wonen en zich binnen twee jaar na indiensttreding gaan vestigen in de gemeente Bunschoten kunnen aanspraak maken op een verplaatsingskosten-vergoeding.

  • Aan artikel 18:1:5, lid 1 van de UWO wordt een sub d. toegevoegd als volgt luidend:

  • d. een bedrag van € 68,00 per meeverhuizend kind (was al opgenomen);

  • Aan artikel 18:1:2 wordt een vierde lid toegevoegd:

  • "Burgemeester en wethouders bepalen in welke andere (individuele) gevallen dan genoemd in het eerste lid een tegemoetkoming in de verhuiskosten wordt verleend".

Maaltijdvergoeding

  • Medewerker die bij overwerk tot 19.00 uur ’s avonds niet thuis kunnen eten en die:

  • geen maaltijd verstrekt krijgen van de werkgever;

    • -

      i.v.m. de afstand tussen woon- en werkplaats niet thuis kunnen eten;

    • -

      een nota van de noodzakelijk te maken kosten van de maaltijd kunnen overleggen;

    • -

      ontvangen maximaal een vergoeding van € 6,50.

  • Medewerkers die na 19.00 uur moeten werken en:

    • -

      die ’s avonds tussen 17.00 uur en 20.00 uur niet thuis kunnen eten;

    • -

      waarvan de dagelijkse werktijd met twee overuren wordt verlengd, en;

    • -

      waarbij het naar het oordeel van de leidinggevende in het belang van de dienst is dat

    • -

      de ambtenaar de maaltijd op de hiervoor bestemde tijd op een andere dan de voor hem bekende plaats nuttigt;

    • -

      die een bewijsstuk overleggen om aan te tonen dat de maaltijd in de daarvoor bestemde gelegenheid is genoten, dan wel betaald;

  • ontvangen maximaal een vergoeding conform de reisregeling Binnenland. De vergoeding voor een diner bedraagt € 20,62 (peildatum 1 januari 2012).

  • Medewerkers die op een dag extra van werk naar huis moeten reizen omdat zij ’s avonds moeten werken kunnen deze reiskosten apart declareren tegen € 0,25 netto per kilometer. In dit geval krijgen ze geen maaltijdvergoeding.

Aanvulling op hoofdstuk 21 van de CAR/UWO: rechtspositionele erkenning van alternatieve samenlevingsvormen

  • Artikel 21:1:1 wordt gelezen als volgt:

  • " Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt moet het duurzaam samenleven met een levenspartner blijken uit een notarieel contract.

Aanvulling tbv bestedingsmogelijkheid fietsregeling

  • 1.

    Bij omruil van loonbestanddelen bij de aanschaf van een fiets wordt geen loonheffing en premie volksverzekeringen ingehouden.

  • 2.

    Voorwaarde is dat de fiets gebruikt wordt voor het woon-werkverkeer op meer dan de helft van de werkdagen van de medewerker. Dit wordt aannemelijk geacht als de medewerker tot 15 kilometer van zijn werk woont. Bovendien geldt de regeling voor het zogenaamde voor- en natransport (bijvoorbeeld van en naar het treinstation). De verantwoording hiervoor ligt bij de ambtenaar die hiervoor het formulier van de fietsregeling ondertekent.

  • 3.

    Indien bij een controle van de belastingdienst blijkt dat de fiets niet voldoende zakelijk wordt gebruikt wordt een eventuele naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen inclusief eventuele rente en boete op de werknemer verhaalt.

  • 4.

    Bij aanschaf voordat het gewenste bedrag (maximaal € 749,00 en € 82,00 per kalenderjaar voor onderhoud, reparatie en accessoires en een verzekering is gespaard, kunnen de gereserveerde bedragen tussentijds worden uitgekeerd, met een minimum van € 230,00 per keer. Van dat bedrag wordt een bedrag van € 68,00 als belastbaar loon verantwoord.

  • 5.

    Het verzoek om deelname aan fietsregeling moet schriftelijk via het formulier fietsenregeling gemeente Bunschoten worden ingediend.

  • 6.

    Een rekening van de fiets moet binnen een half jaar na aanschaf worden ingediend.

Aanvulling op de Bezoldigingsregeling

  • De aflopende toelage als bedoeld in artikel 19 van de Bezoldigingsregeling bedraagt een percentage van het verschil tussen: het salaris, verhoogd met het gemiddelde van de in artikel 18 bedoelde toelage voor onregelmatige diensten van de afgelopen 12 maanden voorafgaande aan de inkomstenvermindering en het salaris verhoogd met de eventuele nog te genieten eerdergenoemde toelage gemiddeld over een periode van drie maanden na voornoemde inkomstenvermindering.

  • De aflopende toelage bedraagt gedurende het eerste jaar 75%, gedurende het tweede jaar 50% en gedurende het derde jaar 25% van het in het voorafgaande artikel bedoelde verschil.

Ondertekening

Bunschoten, 30 augustus 2011
Burgemeester en wethouders,
J.P. van Velden M. van de Groep
secretaris burgemeester