Regeling vervallen per 01-04-2016

Nadere regel Eenmalige subsidies 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-03-2016

Intitulé

Nadere regel Eenmalige subsidies 2014

Burgemeester en Wethouders van Bunschoten;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van en het toerisme in de gemeente Bunschoten

gelet op artikel 1 lid b, artikel 2 lid 2, artikel 4 en artikel 6 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Gemeente Bunschoten 2011.

besluiten

vast te stellen de volgende subsidieregeling:

Nadere regel Eenmalige subsidies

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Gemeente Bunschoten 2011;

  • b.

    Subsidieperiode: ieder kalenderjaar heeft vier subsidieperiodes die gelijk zijn aan de kwartalen van het jaar.

  • c.

    Virtuele of fysieke mediadrager: een mediadrager zoals een boek, pamflet, cd, dvd, blue-ray, usb-stick, internet.

  • d.

    Lokaal culturele creatie: een creatie of een reeks van bij elkaar behorende creaties met een duidelijke link naar de gemeente Bunschoten en die kan vallen onder de literatuur, wetenschap, muziek, kunst, fotografie, film of nieuwe media en daarbij overgebracht kan worden op een virtuele of fysieke mediadrager en die in een grotere algemeen verkrijgbare oplage verspreid kan worden.

  • e.

    Garantiesubsidie: een subsidie die bedoeld is om de financiële risico’s verbonden aan de verkoop van een lokaal culturele creatie te verkleinen en waarvan de definitieve hoogte op een later tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een vereniging of stichting of in bijzondere gevallen (een groep van) natuurlijke personen die activiteiten ontplooit op het gebied van jeugd, zorg, cultuur en overig welzijn en toerisme passend binnen het door de gemeenteraad geformuleerde (welzijns)beleid.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • 1.

    Het betreft (welzijns)activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Bunschoten en/of waaraan voornamelijk inwoners uit de gemeente Bunschoten deelnemen.

  • 2.

    De activiteiten zijn voor alle inwoners van de gemeente Bunschoten toegankelijk of de uitgaven zijn algemeen verkrijgbaar.

  • 3.

    Dezelfde activiteiten worden niet al door een andere instelling in de gemeente Bunschoten in voldoende mate ondernomen.

  • 4.

    De activiteiten worden niet al voldoende gesubsidieerd door een ander overheidsorgaan.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening,

wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    De activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voor de eerste dag van de subsidieperiode waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.

    De aanvrager van de gemeente Bunschoten al een jaarlijkse subsidie ontvangt voor soortgelijke activiteiten.

Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1.

    Op grond van artikel 6, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening kunnen aanvragen om een subsidie op vier tijdstippen bij het college worden ingediend;

    • a.

      Voor een activiteit (die start) in het eerste kwartaal van het kalenderjaar moet een aanvraag voor 1 november van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar worden ingediend.

    • b.

      Voor een activiteit (die start) in het tweede kwartaal van het kalenderjaar moet een aanvraag voor 1 februari van het subsidiejaar worden ingediend.

    • c.

      Voor een activiteit (die start) in het derde kwartaal van het kalenderjaar moet een aanvraag voor 1 mei van het subsidiejaar worden ingediend.

    • d.

      Voor een activiteit (die start) in het vierde kwartaal van het kalenderjaar moet een aanvraag voor 1 augustus van het subsidiejaar worden ingediend.

  • 2.

    In uitzonderlijke gevallen (onvoorziene en onvermijdelijke activiteiten) kan het college van de genoemde data voor indiening van de aanvraag afwijken.

  • 3.

    Het college kan aan de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit.

  • 2.

    Voor de activiteit betalen de deelnemers/bezoekers een redelijke eigen bijdrage en/of de aanvrager neemt een deel van de kosten voor zijn rekening.

Artikel 7 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1.

    Het beschikbare subsidiebedrag wordt evenredig verdeeld over de vier subsidieperiodes. Een eventueel restant van het beschikbare bedrag voor een subsidieperiode, wordt toegevoegd aan het beschikbare bedrag voor de volgende subsidieperiode, voor zover dit binnen hetzelfde kalenderjaar is.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie is onder meer afhankelijk van de hoogte van de aangevraagde subsidies. Als de gevraagde subsidies hoger zijn dan het subsidieplafond, wordt bij de verdeling in eerste instantie rekening gehouden met het belang van de activiteit voor de uitvoering van het door de gemeente vastgestelde beleid. Daarnaast wordt gekeken naar de financiële noodzaak.

Artikel 8 Beslistermijn

In afwijking van artikel 7, eerste lid van de Algemene subsidieverordening maakt het college de beslissing op de aanvraag bekend na uiterlijk twee maanden vanaf de uiterste indieningstermijn voor het aanvragen van de subsidie.

Artikel 9 Verantwoording

  • 1.

    Op grond van artikel 15 lid 1sub b van de Algemene subsidieverordening kan aan de subsidieontvanger worden gevraagd aan te tonen dat de activiteit heeft plaatsgevonden en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Hiervoor kan een standaardformulier worden vastgesteld.

  • 2.

    Indien aanspraak wordt gemaakt op een (garantie)subsidie voor een lokale culturele creatie dienen indien mogelijk twee (of een nader te bepalen aantal) exemplaren van de lokale culturele creatie in de vorm van een fysieke mediadrager te worden ingediend.

  • 3.

    Voor de vaststelling van een garantiesubsidie dient de aanvrager een financieel verslag over de verkoop van de lokaal culturele creatie in, waarin inzichtelijk wordt hoeveel uitgaven er voor de culturele creatie zijn gedaan en welke inkomsten er tegenover staan. Op basis van die gegevens zal de garantiesubsidie definitief worden vastgesteld.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2014 en wordt voor het eerst van kracht voor het jaar 2014.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Nadere regel Eenmalige subsidies 2014.

Ondertekening

Bunschoten-Spakenburg, 14 mei 2013
Burgemeester en wethouders,
drs. J.F.H. Jennekens M. van de Groep
secretaris burgemeester